UTRECHT,
14 augustus 2007 – Na een actie bij het detentiecentrum Kamp Zeist heeft
justitie ten onrechte een arrestante die haar identiteit niet wilde prijsgeven
gedurende anderhalve week in vreemdelingbewaring geplaatst. Dit oordeelde
de vreemdelingenrechter in Utrecht op dinsdag.
Voor
de deur van de rechtbank maken sympathisanten hun statement
De
vrouw werd op 3 augustus aangehouden nadat zij geen gevolg gaf aan de
sommatie een blokkade
van de toegang van Kamp Zeist op te heffen. Tezamen met zeven actievoerders
van de werkgroep Stop Deportaties belandde zij op het politiebureau. Omdat
drie van hen weigerden hun naam te zeggen, werden ze in vreemdelingenbewaring
gezet.
Van
deze drie werd er één nog diezelfde avond vrijgelaten. Zij was alleen
'opgehouden' onder 'het vreemdelingenregime'. Tijdens deze ophouding (6
uur) werd zij vrijgelaten. Zij was echter daarvoor tijdens de 'normale'
eerste 6 uur al geďdentificeerd. Haar bezwaar richtte zich in juridische
zin tegen het feit dat die hele vreemdelingenophouding niet nodig is geweest.
De
andere twee zijn daadwerkelijk in vreemdelingenbewaring gesteld. Op 7
augustus werden de twee na vijf dagen politiecel op bureau Paardenveld
in Utrecht aan het einde van de dag overgeplaatst
naar vluchtelingendetentiecentrum Noorderzand in Heerhugowaard. Justitie
wilde hen niet in Kamp Zeist hebben want zij 'behoren tot de groep krakers'.
In
Noorderzand kwamen de twee niet verder dan de 'bad'afdeling (waar je binnenkomt).
Eén van hen werd herkend als zijnde een persoon die daar eerder bij een
actie aan het hek vastgeketend had gezeten. Diezelfde avond werden de
twee overgeplaatst naar Schiphol-Oost. Daar heeft één van de twee haar
naam prijs gegeven, waarna zij de volgende ochtend werd vrijgelaten. De
andere vrouw zat tot vandaag vast in vreemdelingendetentie.
De
vreemdelingenrechter oordeelde dinsdag dat de laatst overgebleven arrestante
onterecht is vastgezet als mogelijke illegale vreemdeling. De Utrechtse
politie redeneerde dat ze de nationaliteit van de vrouw niet konden vaststellen
omdat ze haar naam niet wilde zeggen. Daarmee kon ze niet aantonen dat
ze Nederlandse is en werd ze als illegale vreemdeling behandeld. Het Openbaar
Ministerie steunde de politie hierin.
De
rechter oordeelt echter dat vreemdelingendetentie pas kan worden toegepast
als er voldoende aanwijzingen zijn dat het om een illegale buitenlander
gaat. De Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) had volgens de rechtbank
op andere manieren eenvoudig kunnen vaststellen dat het om een Nederlandse
vrouw gaat. Ze gaf tijdens haar gevangenschap voldoende informatie waaruit
bleek dat ze Nederlandse was.
Er
waren ook geluidsopnames van haar stem waaruit een analist concludeerde
dat dit onmiskenbaar om een Nederlandse vrouw ging. De IND wenste die
geluidsopnames niet te gebruiken omdat zonder identiteit niet vast te
stellen was of het om dezelfde vrouw ging. De advocaat van de vrouw wees
de rechtbank er maandag fijntjes op dat de opnames geluid én beeld bevatten.
Het is niet bekend of de staat in beroep gaat tegen de uitspraak.
De
uitspraak van de vreemdelingenrechter maakt mogelijkerwijs een einde aan
de trend bij politie en justitie om actievoerders die weigeren hun naam
te zeggen, zonder meer in vreemdelingenbewaring te plaatsen. Volgens een
publicatie op Indymedia
is deze abjecte werkwijze schering en inslag. Met deze afschrikwekkende
praktijken proberen politie en justitie de anonimiteit van arrestanten
tegen te gaan.