buiten
wil het ruisen van de wind horen
horen
hoe de wind met bladeren
van
bomen speelt
ik
lig op het dikke gras moe te zijn
en
terwijl ik luister de geluiden
van
moeder natuur bedekt
slaap
mij de ogen
ik
koester de grond ik liggen mag
ik
koester de hemel mij dekt
met
zijn nachtelijk sluier
koester
de mij omringende geuren
en
slaap zacht
|