ik
was
ik open de oogjes
wankel
als ik probeer op te staan
het
nest ziet verlaten
mijn
donzen veertjes houden
de
koude niet buiten
piep
om mijn moeder
die
mij wekenlang broedde
haar
veren voorzichtig uiteenschudde
over
mij heen
beschermd
heeft zij mij tegen roof
en
gevaar
een
plotse schaduw boven het hoofd
geeft
mij stille hoop
is
zij het mama
ik
knipper en zie tot mijn afgrijzen
een
angstwekkend grote vogel
het
grijze gevaar neemt plaats op
een
tak naast het nest
ik
maak mij heel klein tril
sta
doodsangsten uit
nog
een keer piep ik om moeder
voel
hoe de lange snavel
van
de rover op mijn schedeltje stuit
er
is geen gevecht
slechts
een machteloze overgave
aan
deze gewelddadig
op
mij in pikkende moordenaar
er
bleef niets van mij over
|