vader
ik
ik
sta voor uw deur
en
klop hem zacht
fluister
u toe
hoor
mij
hoor
mij dan
mijn
vingertoppen strelen
behoedzaam
het hout
ik
voel uw aanwezigheid
ik
voel uw zijn
voelt
u ook mijn
in
gedachte opent u de deur
ontvangt
mij aangenaam verrast
in
een warme omhelzing
tranen
die lopen mijn wangen
nipt
u teder met de lippen af
de
handen legt u vaderlijk
op mijn smalle schouders
en
belooft mij nimmer
in
eenzaamheid te laten
bezegeld
met een kus op het voorhoofd
echter
ik sta niet meer
maar
zit op het stenen trapje
met
de rug tegen uw harde deur
u
liet mij geheel niet binnen
was
u eigenlijk wel daar
ik
had nimmer mogen komen
en
zeker niet mogen verwachten
dat
u een iets van mijn leed
zou
verzachten
|