Ravage Digitaal 2 september 2006 Print deze pagina | |
|
Oude
media koesteren 'eigen' De rokende puinhopen van het WTC zitten bij velen nog vers in het geheugen gegrift. De regering-Bush gaf de schuld aan Bin Laden. In weerwil van nieuwe bewijzen die door de nieuwe media worden aangedragen, blijven de oude media de oorspronkelijke lezing van de autoriteiten als de hunne beschouwen. door DaanSpeak De officiële lezing over de aanslagen van 11 september 2001 in de VS is een slechte samenzweringstheorie. Hij rammelt aan alle kanten, druist regelrecht in tegen enkele natuurkundige wetten en leunt voor het succes volledig op het schokeffect dat de terreur bij het publiek en daarmee de media teweeg heeft gebracht. Journalisten zijn soms net mensen. Ook zij zijn geschokt en ook zij gaan mee in de rammelende lezing van de Bush-regering. Die concensus over wat de waarheid is, past binnen een bekend patroon. Volgens dit patroon is er de eerste uren na een gebeurtenis met een grote impact sprake van een volledig vrije pers. Wat daarop volgt is een algemene overeenstemming met de lezing van de autoriteiten.ExplosiesZo ook op 11 september 2001. De internationale pers beleeft een heuglijke dag. Gedurende de eerste uren na de diverse rampen wordt er van alles wat los en vast zit en maar enigszins verband houdt met de aanslagen vrijuit melding gemaakt. Amerikaanse tv-kanalen brengen het nieuws dat er explosies in het WTC-gebouw in New York hebben plaatsgevonden. Dagblad Trouw schrijft in een overzicht van de dag: '09:58 Grote explosie onderin het WTC'.
De bekende presentator Peter Jennings legt live op televisie uit dat voor gecontroleerde ineenstortingen zoals bij het WTC het geval was onderin het gebouw explosies moeten plaatsvinden. Ook presentator Dan Rather vergelijkt het neerstorten van het WTC7 met een gecontroleerde ineenstorting. CNN meldt simpelweg dat er geen bewijs is te vinden van een crash van een vliegtuig in het Pentagon, terwijl FOX-tv bericht dat er in Pennsylvania niets anders dan een gat in de grond is te zien. Ook al kwamen de aanvallen schijnbaar als één grote verrassing, toch was president Bush er als de kippen bij om de oplossing van het mysterie te onthullen, nota bene inclusief foto's: Osama bin Laden en zijn negentien rovers hadden de VS weten te verrassen en nu was het tijd voor wraak. De te verwachten vader des vaderlands die troost zou bieden in tijden van nood en de grootste Crime Scene Investigation (CSI) uit de menselijke geschiedenis zou gaan verordonneren, liet zich echter zelf niet zien. Er kwam geen CSI. Alle wrakstukken werden direct afgevoerd en als oud metaal aan China verkocht. Terwijl de bevolking troost zocht, sprak Bush over vergelding. Na Bush' onthulling werden de feiten aangepast aan de fictie: de gehoorde explosies werden doodgezwegen, net als de vele andere onmogelijkheden, zoals het verdampen van de neergestorte vliegtuigen in het Pentagon en in Pennsylvania, en de inconsistenties, zoals de poelen van gesmolten staal onderin de WTC-torens, de vrije val van WTC7 en nou ja, al die andere feiten waarmee het internet inmiddels vol staat.PatriottismeDe spontane uitingen van oprechte verslaggeving op 11 september bleven beperkt tot het eerste deel van die dag en werden niet als leidraad gebruikt voor nader onderzoek. Dat was niet nodig nu president Bush immers duidelijk had gemaakt wie de daders waren en dat er nu straf moest worden opgetreden. Het zou onpatriottistisch zijn geweest in te gaan tegen de verkondigde waarheid van de aangevallen Bush-regering. Eensgezind moesten de schouders onder het probleem 'terrorisme' worden gezet en uit ogenschijnlijk pure vaderlandsliefde werkten de media met de neocons aan de reactie die onder andere tot de oorlog met Irak zou leiden. De kritiekloosheid hierbij was objectief gezien stuitend en inmiddels is er al een mea culpa uitgesproken door The New York Times over de nalatige berichtgeving over de niet-bestaande massavernietigingswapens in Irak. Die verontschuldiging was niet nodig geweest als men het hoofd koel had gehouden en het journalistieke werk goed was gedaan, zoals bijvoorbeeld door de journalisten van de nieuwe media wier activiteiten sinds 11 september 2001 een hoge vlucht hebben genomen op internet.
Wat was de reden hiervoor, waarom bleven hun hoofden wèl koel en waarom bleven de oude media achter in hun berichtgeving over de gebeurtenissen op en rond 9/11 (en over de leugens in aanloop naar de Irakoorlog)? Meerdere redenen zijn hiervoor aan te wijzen. De oude media - krant, televisie, radio - ook wel de mainstream media genoemd, zijn de vanouds dominante media. Zij hebben als vanzelfsprekend de toon gezet bij 11 september door mee te gaan in de officiële lezing over de aanslagen. Alternatieve visies op 9/11 leven voornamelijk op en dankzij het internet, dáár is het begonnen. Dat dit aan de oude media grotendeels voorbij is gegaan, komt mede doordat veel journalisten van de oude media niet zo bedreven zijn op het internet. Zij hebben vanwege hun leeftijd nooit echt volledig de overstap gemaakt naar de nieuwe media. Het internet, dat de grootste bron van informatie is en een informatie-revolutie heeft teweeg gebracht, is grotendeels aan hen voorbijgegaan. Zij nemen het medium in feite niet serieus, mede omdat zij er niet goed bekend mee zijn. InternetjournalistIn een bespreking van onder meer een boek van journalist Greg Palast, schrijft de NRC op 18 augustus: 'In het Amerikaanse medialandschap overheersen loyaliteit en dociliteit. De luizen in de pels zijn uitgeweken naar het internet. De edele traditie van de Amerikaanse muckrakers (onderzoeksjournalisten) is niet dood, hij is springlevend. Dat is het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat het werk van deze mensen naar de marges van de Amerikaanse journalistiek is gedrongen, en soms zelfs naar het buitenland moet uitwijken omgedrukt of uitgezonden te worden'. De eenzame internetjournalist heeft met niets en niemand te maken. Dit schept een afstand tot de macht die het mogelijk maakt objectiever te denken en vooral te handelen dan bijvoorbeeld een journalist van The New York Times of NBC. Zulke bedrijven functioneren in de top op hetzelfde niveau als andere machtige bedrijven, bijvoorbeeld die van de regerende macht. Ook heeft de onafhankelijkheid van de internetjournalist tot gevolg dat er geen vriendschapsbanden hoeven te worden aangeknoopt en te worden onderhouden die bij de mainstream media noodzakelijk zijn om een volgende keer weer voor nieuws te mogen aankloppen. Zij die hiervan niet afhankelijk zijn en er ook geen sympathie voor hebben, zijn in staat beter te functioneren in de geest van de ware journalistiek. Daarbij struikelen zij soms over hun eigen amateurisme en goedgelovigheid, maar de goeden onder hen laten de professionele journalistiek vaak mijlenver achter zich. Voorbeelden hiervan zijn Mike Ruppert en Alex Jones. Als je daarentegen establishmentjournalistiek bedrijft en van dichtbij omgaat en afhankelijk bent van hen die jou van nieuws voorzien, dan zijn de mogelijkheden beperkt. Dan is er eigenlijk maar één manier en dat is het volgen van de lijn die het nieuws dicteert. Logisch resultaat van al deze beperkingen is dat het RTL-Nieuws vaak als twee druppels water lijkt op het NOS-Journaal en dat het inmiddels bijna een standaard-carrièrebeweging is om de loopbaan van medewerker van het Journaal tot voorlichter van politici of RVD-vertegenwoordiger te volgen.BloggersDe mainstream media hebben zich niet alleen vergaloppeerd in hun journalistieke taak met betrekking tot 9/11, maar hebben zich ook verkeken op de internetjournalistiek. Er werd en wordt neergekeken op de internetjournalisten die in de meeste gevallen geen journalistieke opleiding hebben genoten, niet kunnen putten uit het netwerk, de kennis en de traditie van een groot medium zoals een krant of een tv-zender. Maar vergeten worden de enorme middelen die de moderne thuis-verslaggever tot zijn beschikking heeft door de steeds groter wordende kracht van de zoekmachines en de bronnen waaruit die kunnen putten. Dit werd voor het eerst erkend toen de mainstream media de blogs ontdekten, zelf gingen bloggen en vervolgens, zoals bijvoorbeeld de Volkskrant, mogelijkheden schiepen voor de lezers om te gaan bloggen. Naast de zoekmogelijkheden van het internet die een artikel van een internetjournalist in theorie in de top-10 van een Google-opdracht kan plaatsen, boven of onder gerenommeerde media, kan een internetjournalist dankzij de steeds goedkoper wordende techniek zich ook in beeld en geluid uiten. Voor weinig geld maak je een interview op een MP3-speler, voor weinig maakt je een filmpje dat je vervolgens gratis online zet en deelt met de wereld. Zo bereikte een 22-jarige jongen uit een klein stadje in de VS een miljoenenpubliek met de 9/11-documentaire Loose Change die hij in zijn vrije tijd maakte op zijn laptop. Het medium is de massa. Internetjournalisten zijn met veel. Niet al de internetjournalisten leveren goede bijdragen. Maar uiteindelijk drijven door het vaak harde commentaar op allerlei blogs en fora alleen de beste informatie en de beste journalisten boven. Een essentieel onderdeel in dit survival of the fittest is de bronvermelding. Als je als journalist van de nieuwe media het tegenovergestelde wilt beweren van hetgeen je kunt lezen in de oude media, kun je maar beter een aantal goede bronnen paraat hebben, tenminste als je wilt overleven en in competitie wilt gaan met de mainstream media. Als je daarentegen tevreden bent met je eigen kleine plekje in cyberspace en je richt je met je berichtgeving op niet al te kritische lezers, dan kun je je hart ophalen, maar bevind je je wel op een ander speelveld. Wil je met de grote jongens meespelen, dan zul je je aan de spelregels moeten houden. Veel van de internetjournalisten die schrijven over 11 september houden zich aan deze regels.Chomsky Het lijkt erop dat de bedenkers van de aanslagen van 11 september 2001 nog stammen uit de oude doos en zich hebben zich verkeken op de massaliteit van de internetjournalistiek. De tijd dat alles nog in zwart-wit werd uitgezonden, de tijd dat onderzoek per se ouderwets detectivewerk was, de tijd van bijvoorbeeld de moord op JFK is weliswaar objectief gezien nog kort geleden, maar in de beleving is het oude geschiedenis. Alles gaat nu stukken sneller en hele massa's hebben toegang tot de informatie om die te verwerken en aan te bieden aan een nog grotere massa mensen. Niet iedereen zal hier blij mee zijn. Het is dus zaak deze verworvenheid actief te beschermen. Onder andere media-professor Noam Chomsky toont in de documentaire The Myth of the Liberal Media met harde cijfers aan dat de media lang niet zo fair and balanced zijn als je zou mogen veronderstellen. Zo kwamen veel meer voor- dan tegenstanders van de Irak-oorlog aan het woord op de Amerikaanse televisie. Ook toont onderzoek aan, zo blijkt uit de documentaire, dat bepaalde ideeën van de zittende Amerikaanse regering over de besteding van overheidsgelden middels het gebruik van bepaalde invalshoeken, het benadrukken van informatie en het weglaten van weer andere informatie worden gestuurd. Het is voor de mediaconsument alsof hij op het eind van een Amerikaanse tv-serie in plaats van twee elkaar bestrijdende advocaten maar één advocaat een pleidooi hoort houden en daarbij dus niet anders dan instemmend kan knikken. In The Myth of the Liberal Media worden concrete voorbeelden aangehaald over het verschil in de berichtgeving en de praktijk van bijvoorbeeld het gewijzigde gezondheidsbeleid dat in kwaliteit niet toeneemt, zoals wel wordt gesuggereerd in de media, maar juist afneemt. Net als sociale programma's die in de praktijk eigenlijk veel minder sociaal worden.OverheersendAls dit soort praktijken van selectieve weglating en benadrukking wordt toegepast op grote schaal, dus door het grootste deel van de media, dan blijft dit niet zonder gevolgen. Niet iedereen leest dikke rapporten met de juiste feiten, niet iedereen kijkt naar documentaires waarin feit van fictie wordt gescheiden. Als de massa door de media continu van onjuiste feiten of halve waarheden wordt voorzien, dan kunnen de gevolgen niet uitblijven. Om die reden is de verantwoordelijkheid van de media ook zo groot en daarom is het ook zo kwalijk als zij die verantwoordelijkheid niet nemen, zoals bijvoorbeeld in het geval van 11 september 2001. Zolang je van alle kanten één bepaalde boodschap hoort, staat een daarvan afwijkende boodschap al direct op een achterstand. Ongeacht het waarheidsgehalte is de boodschap die afwijkt per definitie verdacht. Dit effect is eens bestudeerd in een universitair experiment waarbij een groep studenten hun mening geeft over de afmetingen van een aantal vormen dat hen wordt voorgehouden. Een van deze studenten weet niet dat alle anderen in een complot zitten en steeds het tegenovergestelde zeggen van wat de feiten zijn, namelijk dat de ene lijn van de afbeelding langer is dan de ander. In veel gevallen conformeert de student die van het complot niets afweet zich aan de groep. Anders gezegd, de heersende mening wordt de waarheid, ook al is het niet per se de waarheid en ook al is de heersende mening ongeloofwaardig.
Bijvoorbeeld zo ongeloofwaardig dat negentien kapers alle tijd namen en gekregen hebben om de VS aan te vallen - een land waar meer dan de helft van het budget naar defensie gaat - nauwelijks in staat zijn om te vliegen, maar toch met 800 km per uur in een bocht al dalend het Pentagon weten te raken zonder het gras te beroeren en verder ook nog eens in staat zijn voor het eerst in de geschiedenis drie gebouwen met een stalen skelet te doen instorten, waarbij moet worden aangetekend dat WTC7 niet eens door iets was geraakt en desalniettemin rechtstandig en met de snelheid van de zwaartekracht instortte. Om maar wat te noemen. 9/11 Bewustwording Dit soort feiten lieten de oude media de afgelopen jaren liggen, maar werden opgepikt door de nieuwe media. De inmiddels duidelijk toegenomen aandacht voor het onderwerp 9/11 heeft deze weken zijn weerslag in de oude media. Maar het is de omgekeerde wereld, want deze media reageren slechts op wat is ontdekt door het publiek. De media zijn wakker geschud en zien dat de trein al geruime tijd aan het rijden is, vol mensen die zelf onderzoek hebben gedaan, onafhankelijk van de falende oude media. De berichten die nu in de oude media verschijnen zijn over het algemeen feitelijke constateringen van een fenomeen dat je de 9/11-bewustwording zou kunnen noemen, zoals het artikel in Vanity Fair over de makers van Loose Change of het artikel in De Telegraaf over een 9/11-conferentie in Los Angeles. Soms zijn de artikelen enigszins gekleurd, zoals een artikel in The New York Times waarin een duidelijke negatieve connotatie wordt aangebracht. Soms zijn de artikelen ronduit bedoeld om het onderwerp volledig in diskrediet te brengen, zoals bij de Volkskrant die berichtte over een bijeenkomst in Amsterdam en zoals in het geval van HP/De Tijd in hun omslagartikel getiteld 'Complotdenkers'. Het
Belgische tijdschrijft HUMO dat bekend staat om zijn uitstekende
journalistiek stelde teleur door het 9/11-onderwerp te laten liggen tot
aan de aankondiging dat Canvas de film Loose Change zou gaan uitzenden
in augustus. De schrijver van het
- - - - - - - - - - - -
. .
hghg
|