Ravage Digitaal 19 november 2006 Print deze pagina | ||
|
De wereldwinkel gaat commercieel Vanaf januari 2007 beginnen Fair Trade Original en de Landelijke Vereniging van Wereldwinkels een nieuwe winkelorganisatie, Fair Support. Daarmee hopen zij binnen vijf jaar de omzet met 36 procent te verhogen. Over vijf jaar wordt de overheidssubsidie beëindigd. door Nico Hammelburg "Al een jaar of vijftien geleden hebben we gezegd dat de verkoop van producten ook een doel op zich moest worden, omdat de kleine producenten in de Derde Wereld daar ook een beter leven door kregen", aldus Huub Jansen, directeur Landelijke Vereniging van Wereldwinkels. Om meer consumenten te trekken, zijn meer dan 300 wereldwinkels in de afgelopen vijf jaar overgegaan op één winkelstijl, met dezelfde kleuren en productopstelling. "Voordien werden de winkels vooral ingericht door vrijwilligers, veelal vrouwen van boven de veertig of vijftig jaar, die zo hun eigen smaak hebben. Dat bedoel ik niet kleinerend, maar jonge klanten hadden we nauwelijks." Leuk cadeautje Volgens Jansen maakt de consument tegenwoordig een uitgestippelde tocht langs werelden van sieraden, voedsel en gebruiksvoorwerpen. Hij constateert dat iemand die een rieten mand uit Kenia of een houten beeldje uit Tanzania koopt, nog wel eens als verkoopargument te horen krijgt dat 'arme mensen daarmee geholpen worden'. Jansen: "Ik vind dat vreselijk. Onze producten zijn mooi en kunnen net zo goed bij de Bijenkorf liggen. Je moet het niet willen kopen, omdat het door een arme producent is gemaakt. Het moet gewoon een leuk cadeautje zijn. Dat het ten goede komt aan arme producenten is mooi meegenomen." Vrijwilligers van de diverse wereldwinkels kopen al tijden zelf bij importeurs in Nederland hun eigen eerlijke producten uit de Derde Wereld in. Jansen wenst aan die gewoonte niet te tornen. "De dames die dat doen, vinden dat hartstikke leuk en het is tenslotte vrijwilligerswerk." Hij hoopt wel dat de groep van 29 wereldwinkels die wél aan de centrale inkoop gaat meedoen, een voorbeeld wordt voor de andere winkels op weg naar professionalisering van de organisatie. "Die 29 winkels maken meer omzet, hebben een breder assortiment en krijgen een beter inzicht in de wensen van de hedendaagse consument." ConceptDat een cadeaushop met producten uit ontwikkelingslanden winst moet maken, betekent voor Jansen niet het einde van de betrokkenheid van zo'n 12.000 vrijwilligers. "Het concept dat ons voor ogen staat, kan mét en zonder vrijwilligers. In een kleine plaats, waar meer binding bestaat met de lokale gemeenschap, blijven de vrijwilligers de hoofdrol spelen. Zij krijgen wel betere adviezen van bovenaf." Jansen ziet tegelijkertijd dat eerlijke producten uit ontwikkelingslanden, zoals koffie, thee, groenten en fruit, vaker te vinden zijn in supermarkten als Albert Heijn en Super de Boer. "Onze primaire doelstelling sinds de oprichting is meer eerlijke handel. Het gaat ons erom dat kleine producenten zichzelf een beter leven kunnen verschaffen. Je kunt het wel als vrijwilliger als je privé-belang zien om een wereldwinkel op een bepaalde manier te leiden, maar dat is niet de bedoeling." Eerder waren veel wereldwinkels bang dat hun omzet zou teruglopen, toen de Max Havelaar koffie op de markt kwam. Maar door de naamsbekendheid van Max Havelaar en eerlijke handel in het algemeen, kwamen er juist meer klanten naar de winkel. "Als iedereen overal eerlijke producten gaat verkopen, worden wij overbodig. Dat hebben we dan in 35 jaar toch maar mooi bereikt!" Onderneming"Wij richten ons met onze Fair Trade Shops minder op alleen de geëngageerde consument", zegt Johan Wouters, managing director van Fair Trade Original. "Onze shops zijn cadeauwinkels met producten uit ontwikkelingslanden, deels op franchisebasis. Dat betekent dat uit de winkel een bepaald loon moet worden gehaald. Een ondernemer moet ervan kunnen leven." Dat is natuurlijk anders bij een vrijwilligersorganisatie, beseft ook Wouters. "Maar allebei willen we een zo hoog mogelijke afzet van producten uit ontwikkelingslanden in Nederland. En ja, in enkele steden is zowel een shop als een wereldwinkel. Dat kan elkaar wel bijten."
De Fair Trade Shops hanteren een strakke formule met een klein assortiment. "Onze productontwikkelaars houden de trends voor zowel food als non-food scherp in de gaten en geven die door aan onze toeleveranciers. Dat verklaart het succes van het Artesa aardewerk uit Ecuador en het glaswerk uit Bolivia." Volgens Wouters moet er een duidelijke verhouding zijn tussen prijs en kwaliteit. "De producten mogen niet zo maar uit elkaar vallen, zodra de mensen thuis komen met hun aankoop. In het verleden gebeurde dat nog wel eens. Maar ja het was gemaakt door arme mensen in het Zuiden en dat nam je dan maar op de koop toe." MarketingTot nu toe was de handel in eerlijke producten behoorlijk versnipperd. Wouters zocht naar meer efficiëntie en hogere omzetten. "We willen daarom de wereldwinkels en de Fair Trade Shops samenvoegen. Zo kunnen we de expertise van de shops benutten in de wereldwinkels."Een goede locatie, een verantwoord assortiment, de manier van presenteren, marketing: het is allemaal van belang voor een commerciële winkel. Het zal wennen worden voor de vrijwilligers maar Wouters heeft respect voor hun gedrevenheid. "Je zult zien dat zij gaan merken dat ze op deze manier meer omzet maken. Ter vergelijking: een shop heeft een gemiddelde omzet van 400.000 euro op jaarbasis, een doorsnee wereldwinkel daarentegen brengt zo'n 75.000 euro op." Van een vergelijking met Xenos wil Wouters niet weten. "Xenos is veel meer gericht op goedkoop inkopen. Het is een partijenwinkel met producten uit verre landen. Wij proberen met onze producenten een langdurige relatie aan te gaan en switchen niet voortdurend van leverancier." Sinds enige tijd levert Fair Trade Original ook producten aan supermarktketens als Albert Heijn, Jumbo en Super de Boer. Ook ministeries, multinationals en ziekenhuizen, met in totaal zo'n 200.000 werknemers behoren tot de zakelijke klanten en die eisen een scherpe prijs. Wouters: "Dat is een lastige afweging. Wij moeten winst maken voor de continuïteit van de organisatie. Alleen zijn wij geneigd om genoegen te nemen met minder rendement. Bij ons staan de belangen van de kleinschalige producenten in ontwikkelingslanden voorop. Onze handel moet een motor voor ontwikkeling zijn." Dit artikel is afkomstig van de website van One World
- - - - - - - - - - - -
. .
hghg
|