Ravage Digitaal 31 mei 2006 Print deze pagina
 

www.ravagedigitaal.org

Staten die falen

Wanneer kan men een staat een failed state noemen en waar ligt de oorzaak? Ligt die binnen het land zelf of zijn er externe zakelijke belangen mee gemoeid waarom een staat niet levenskrachtig kan zijn, niet tot een evenwichtig beleid komt, haast gedoemd is tot mislukken? Noam Chomsky gaat voor ons op zoek naar antwoorden en concludeert dat de Verenigde Staten onmiskenbaar koploper is in het rijtje van falende staten.

 

door  Noam Chomsky

Er zijn vier kritieke kwesties die bovenaan de prioriteitenlijst moeten staan van een ieder die zich zorgen maakt over onze toekomst. Twee ervan zijn letterlijk zaken van levensbelang: kernoorlog en milieurampen. Het eerste gevaar is altijd aanwezig, haast onvoorstelbaar en in principe te voorkomen, want praktische methoden om de dreiging te verminderen zijn ons bekend.

Het tweede probleem, de milieuramp, speelt op langere termijn. Hoewel er grote onzekerheid is over de vraag hoe een ernstige milieucrisis kan worden afgewend of hoe de risico’s zijn te minimaliseren, is één ding duidelijk: hoe langer de aanpak van het probleem wordt uitgesteld, hoe lastiger het wordt. Maar ook hier zijn we bekend met de voorzorgsmaatregelen waarmee het probleem kan worden ingedamd.

De derde kritieke kwestie betreft de opstelling van de regering van de wereldsupermacht die deze eerste twee gevaren vergroot, alsmede andere zoals de dreiging met terrorisme door haar vijanden. Die conclusie, helaas maar al te aannemelijk, brengt ons op het vierde kritieke punt: het groeiend democratisch tekort, de kloof tussen de wil van het volk en het gevoerde beleid, die duidt op het falen van de formele democratische instituten om naar behoren te functioneren in een democratische cultuur met haar vitaliteit en substantie.

Het laatste punt is niet alleen ontoelaatbaar op zich, maar is gevaarlijk omdat de kans op de eerste drie crises er door toeneemt. Deze kwestie is tegelijkertijd hoopvol omdat er iets aan te doen is en, opnieuw, de praktische wegen om te bewandelen ons reeds bekend zijn, vaak zelfs zijn doorgevoerd onder veel moeilijkere omstandigheden dan die in de moderne industriële samenleving.

Democratisering?

Het zou voor degenen met enig historisch besef geen verrassing moeten zijn dat het groeiend democratisch tekort in de Verenigde Staten hand in hand gaat met de zendingsdrang om democratie naar een wereld in nood over te brengen. De nobele intenties van machtssystemen zijn zelden compleet uit de lucht gegrepen, en dat geldt hier ook.

Onder bepaalde voorwaarden zijn vormen van democratie inderdaad acceptabel. In het buitenland, zo concludeert een van de invloedrijkste wetenschappers en democratie-voorstander Thomas Carothers, zien we een "sterke continuïteit" tot aan het heden: democratie is soms acceptabel, maar alleen en uitsluitend als die overeenstemt met [Amerikaanse] strategische en economische belangen.  Net als in eigen land, waar democratie alleen op prijs wordt gesteld zolang die de gegoede minderheid beschermt tegen de meerderheid", zoals Madison (vierde VS-president) al poneerde.

Zoals keer op keer blijkt kent het democratiseringsbeleid zekere beperkingen. Het dilemma van de beleidsmakers omschrijft Robert Pastor (president Carter’s nationale veiligheidsadviseur voor Latijns-Amerika) als volgt: "De Amerikaanse regering moest destijds het moorddadige en corrupte Somoza-regime in Nicaragua wel steunen, en nadat dit niet langer mogelijk was, toch minstens Somoza’s (door de VS getrainde) Nationale Garde proberen te behouden, ook al slachtte die de eigen bevolking af "met een wreedheid die een natie normaal gesproken reserveert voor de vijand", met zo’n 40.000 doden tot gevolg.

De reden hiervoor was volgens Pastor ons maar al te goed bekend: "De VS wilde Nicaragua noch enig ander land in de regio onderwerpen, maar wilde ook niet dat de ontwikkelingen uit de hand liepen. De VS wilde dat de Nicaraguanen onafhankelijk handelden, behalve als dat de belangen van de VS ongunstig zou beïnvloeden." De Koude Oorlog was nauwelijks nog relevant, maar hier herkennen we opnieuw de dominante handelswijze die al eeuwenlang veelvuldig wordt toegepast.

Irak

Een soortgelijk dilemma voor de regering Bush ontstond na de invasie van Irak. Men wil dat de Irakezen "onafhankelijk optreden, tenzij dat de belangen van de VS zou schaden." Irak moet daarom zelfstandig en democratisch zijn, maar wel binnen bepaalde grenzen. Het land moet geconstrueerd worden als een gehoorzame cliënt, net als ooit de Midden-Amerikaanse landen waar veel van de ontwerpers van het Amerikaanse buitenlandse beleid ervaring opdeden.

Die ervaringen zijn volgens Carothers nog springlevend in de huidige regering, met sterke wortels in de wrede en wilde Reagan-jaren, toen "democratiseringsprogramma’s" er in slaagden om de orde en rust te herstellen in "nogal ondemocratische samenlevingen", waar alleen "beperkte van boven opgelegde democratische hervormingen" waren toegestaan die "geen bedreiging vormden voor de traditionele machtsblokken waar de VS sinds lang mee zijn verbonden" – dit met behulp van massamoord, marteling en barbaarsheid.

Het is over het algemeen geen onbekend patroon in de geschiedenis, neigend naar het tegenovergestelde van moderne institutionele structuren. Het Kremlin was in staat er satellietstaten op na te houden die werden geleid door Russische politieke en militaire krachten, zonodig met de ijzeren vuist. Duitsland kon ongeveer hetzelfde doen in bezet Europa, terwijl het in oorlog was, evenals fascistisch Japan in Mantsjoerije (Manchukuo).

Fascistisch Italië boekte gelijksoortige resultaten in Noord-Afrika, terwijl het een genocide uitvoerde die het aanzien van het land in de rest van Europa niet schaadde, hetgeen Hitler mogelijk tot inspiratie heeft gediend. Bijvoorbeeld in Libië van 1929 tot 1933, toen een veldtocht werd gevoerd die met enorme wreedheid en grootschalige etnische zuiveringen gepaard ging. Traditionele imperialistische en neo-koloniale systemen tonen allerlei varianten op dit thema.

Hysterie

Het bleek voor de VS moeilijker dan verwacht om de traditionele doelen te bereiken in Irak, ondanks de gunstige omstandigheden. Het probleem om een graad van onafhankelijkheid te combineren met streng toezicht deed zich al snel na de invasie voor, nadat door het massale vreedzaam verzet de bezetter werd gedwongen meer Iraaks initiatief te accepteren dan men van plan was.

Er dreigde zelfs een min of meer democratisch en onafhankelijk Irak tot stand te komen; een losse Sjiitische alliantie met Iran, Sjiitisch Irak en wellicht de overheersend Sjiitische regionen van Saoedi-Arabië, die daarmee tezamen de controle over de grootste olievoorraad ter wereld zouden krijgen, onafhankelijk van Washington.

De gedachte alleen al bracht in de VS een hysterie teweeg, ongeveer zoals in 1958 tijdens het nationalisme van Nasser, en dan met name toen Irak zich losmaakte van de Anglo-Amerikaanse controle over de energievoorraad van het Midden-Ooosten. Er werd aanvankelijk gevreesd dat de besmetting naar Saoedi-Arabië zou overslaan, waar het extremistische fundamentalistisch regime ervoor moet zorgen dat deze "ongekende bron van strategische macht" en "een van de grootste materiële prijzen van de wereldgeschiedenis" stevig in handen van de VS blijft. Deze rol vervult het regime nog steeds, maar de onzekerheid groeit.

Het wordt erger als Washingtons inspanningen Iran te straffen voor de omverwerping van het regime van de Shah in 1979 zich gaat wreken. Iran heeft nu een aantal opties: het kan de hoop opgeven dat Europa onafhankelijk van de VS zal worden en zich in plaats daarvan naar het Oosten keert. Dat zou kunnen gebeuren, om redenen die tot op heden nauwelijks in de Westerse media-discussie over het Iraanse kernprogramma’s zijn belicht.

Stilte doorbroken

De stilte rond dit onderwerp werd doorbroken door Selig Harrison, een specialist op dit gebied. "De nucleaire onderhandelingen tussen Iran en de EU waren gebaseerd op een afspraak die de EU na inmenging van de VS niet nakwam", aldus Harrison. Hij stelt vast dat Iran er mee instemde om pogingen tot uraniumverrijking te staken in afwachting van de uitkomst van besprekingen over een permanent verbod op verrijking.

De EU beloofde economische voorstellen en veiligheidsgaranties in ruil voor een permanent verbod, maar weigert tot nu toe het te hebben over de veiligheid van Iran. De taal van de gemeenschappelijke verklaring waarmee de onderhandelingen op 14 november 2004 begonnen, was duidelijk: "Een voor ieder acceptabele overeenkomst zou niet alleen 'objectieve garanties' geven dat het Iraanse kernprogramma 'uitsluitend vreedzame doeleinden' heeft, maar zou eveneens harde toezeggingen over veiligheidskwesties bevatten."

Met "veiligheidskwesties" bedoelt men de dreigementen van de VS en Israël om Iran te bombarderen, en de breed uitgemeten voorbereidingen daarop. Er wordt veelvuldig verwezen naar het bombardement op de Iraakse Osirak kernreactor in 1981, dat later de aanleiding bleek te zijn geweest voor Saddam’s kernwapenprogramma. Opnieuw een voorbeeld van hoe geweld nieuw geweld oproept. Iedere poging om dit soort acties tegen Iran uit te voeren kan leiden tot onmiddellijk tegengeweld, daar twijfelt ook Washington niet aan.

Tijdens een bezoek aan Teheran waarschuwde de invloedrijke Sjiitische geestelijke Moqtada Sadr dat zijn milities Iran zouden verdedigen bij een aanval. Een van de duidelijkste tekenen tot dusver, aldus de Washington Post, dat Irak het strijdperk zou kunnen worden van een conflict tussen het Westen en Iran, waardoor het spookbeeld van Iraakse Sjiitische milities opdoemt - of, erger nog, een Iraaks leger, gedomineerd door Sjiiten, dat samen met Iran tegen de Amerikanen ten strijde trekt.

Het kamp van Sadr, dat in de verkiezingen van december 2005 aanzienlijke winst boekte, kan binnenkort wel eens het grootste politieke machtsblok in Irak gaan vormen. In navolging van andere succesvolle islamitische groeperingen als Hamas combineren ze hevig verzet tegen de militaire bezetting met organisatie van onderop en hulp aan de armen.

De door de EU getolereerde weigering van Washington om veiligheidskwesties van de regio te bespreken, is geen nieuws. Ook niet wat betreft Iran. Deze weigering speelde een rol bij elke confrontatie met Irak, met kwalijke gevolgen, al sinds Saddam tot vijand werd verklaard in 1990.

Een serieuze bedreiging van de veiligheid vormt de kwestie van de Israëlische kernwapens, een kwestie die door Washington bewust buiten ieder internationaal overleg wordt gehouden, geheel in strijd met bindende overeenkomsten en resoluties van de Veiligheidsraad. Verder dreigt volgens Harrison nog het "centrale probleem van de wereldwijde non-proliferatie afspraken", kortweg het falen van de kernmachten om hun afspraken over kernontwapening na te leven – en, in het geval van Washington, zelfs de formele afwijzing van die verplichting.

China

In tegenstelling tot Europa laat China zich niet intimideren door de VS, hetgeen de Amerikaanse plannenmakers grote zorgen baart. Het probleem is dat elke stap in de richting van een confrontatie wordt belemmerd door het Amerikaanse bedrijfsleven, dat China nodig heeft als exportplatform en afzetmarkt, maar ook vanwege de financiële reserves van China, die nu haast de Japanse overtreffen. Veel van de Iraanse olie gaat al richting China, en China voorziet Iran van wapens ter afschrikking van de VS.

Nog ongemakkelijker voor Washington is het feit dat de Chinees-Saoedische relaties zich volgens de Financial Times in een rap tempo ontwikkelen, en militaire steun aan Saoedi-Arabië en rechten op gaswinning omvatten. Al in 2005 was 17 procent van de olie die China importeerde afkomstig uit Saoedi–Arabië. Chinese en Saoedische olieconcerns hebben inmiddels een deal gesloten voor de aanleg van een enorme olieraffinaderij (met Exxon Mobil als partner). Een bezoek van de Saoedische koning Abdullah aan Peking begin dit jaar moet gaan leiden tot een Chinees-Saoedisch besluit tot "verdere samenwerking en investeringen tussen de twee landen met betrekking tot olie, gas en investeringen", berichtte de Wall Street Journal.

De Indiase analist Aijaz Ahmad stelt vast dat "Iran binnen tien jaar een sleutelpositie kan innemen in wat China en Rusland nu beschouwen als een absoluut onontkoombaar Aziatisch Energie Veiligheids Netwerk, waarmee de Westerse controle over de wereldenergiebronnen gebroken kan worden om de grote industriële revolutie in Azië veilig te stellen."

Zuid-Korea en de Zuidoost-Aziatische landen zullen er aan deelnemen en mogelijk ook Japan. De cruciale vraag is wat India gaat doen. Het weerstond de druk van de VS om zich terug te trekken uit een deal met Iran over een oliepijpleiding, ook al twijfelde India aan het project vanwege de veiligheidsrisico’s in het Pakistaanse gebied Baluchistan. Pakistan wil de pijpleiding hoe dan ook aanleggen, onafhankelijk van wat India beslist (en waarschijnlijk zonder instemming van de VS).

De andere kant van het verhaal is dat India de anti-Iraanse resolutie van het Internationaal Atoomagentschap IAEA heeft gesteund, samen met de VS en de EU. India steunt daarmee ook hun hypocriete houding ten opzichte van het non-proliferatie verdrag, want ook India schendt het reglement waar Iran zich tot nu toe wel aan heeft gehouden.

Volgens Ahmad heeft India in het geheim haar positie bijgesteld nadat Iran gedreigd heeft zich terug te trekken uit een gas-deal ter waarde van 20 miljard dollar. Washington gaf India daarop een waarschuwing "dat Delhi’s eigen kernovereenkomst met de VS wel eens verworpen kon worden als de Indiase regering niet meestemde om Teheran naar de VN-Veiligheidsraad te verwijzen", aldus de Financial Times. Dit had scherpe repliek van het Indiase ministerie van Buitenlandse Zaken tot gevolg, en uiteindelijk het afzwakken van de waarschuwing door de Amerikaanse ambassade.

Aziatische eeuw

India kan nu kiezen: een VS-klant worden, of zich aansluiten bij een te vormen meer onafhankelijk Aziatisch blok dat steeds nauwere banden met de olie-exporterende landen van het Midden-Oosten onderhoudt. In een serie redactionele commentaren in The Hindu wordt opgemerkt dat "als de 21ste eeuw de 'Aziatische eeuw' moet worden, er een eind moet komen aan de passiviteit van Azië in de energiesector".

Terwijl "Azië de grootste producerende landen van de wereld heeft en de snelst groeiende energiebehoefte", is het werelddeel nog steeds afhankelijk van "instituten, handelsnetwerken en strijdkrachten van buiten de regio, om intern zaken mee te kunnen doen", een verlammende erfenis uit het koloniale tijdperk.

De verbindingsfactor hierbij is Chinees-Indiase samenwerking, aldus de hoofdredacteur van The Hindu. In 2005 ontstond beroering onder internationale analisten toen India en China besloten de overdreven concurrentie om olie en gas uit derde landen om te zetten in samenwerking, waardoor de verhoudingen op de wereld energiemarkt ingrijpend zullen veranderen.

In een overeenkomst die in januari dit jaar in Peking werd beklonken, werd "het pad geëffend voor samenwerking tussen India en China op technologisch gebied en ook bij de ontwikkeling en productie van koolwaterstof, een partnership waardoor de verhoudingen in de wereldolie- en gassectoren fundamenteel zullen veranderen."

Op een bijeenkomst van Aziatische energieproducenten en consumenten in New Delhi, een paar maanden eerder, onthulde India een 22.4 biljoen dollar kostend plan voor een pan-Aziatisch distributienetwerk om de gas- en olietoevoer veilig te stellen door heel Azië, van de Siberische olievelden en Centraal-Azië tot de energiereuzen van het Midden-Oosten, inclusief de voornaamste energieverbruikende landen.

Nog los daarvan beschikken de Aziatische landen over meer dan 2000 miljard aan buitenlandse tegoeden, hoofdzakelijk dollars, hoewel diversificatie voor de hand ligt. Een Aziatische oliemarkt gebaseerd op de euro wordt al overwogen. Het effect op het internationale financiële markt en het internationaal machtsevenwicht zou enorm zijn.

"De VS ziet India als de zwakste schakel van het Azië zoals het zich nu ontwikkelt”, vervolgt de hoofdredacteur van The Hindu, en daarom "stelt men alles in het werk om New Delhi weg te lokken, en het land een worst voor te houden van kernmacht en status als wereldmacht, zij aan zij met de VS. Wil het Azië-project slagen, dan zal India deze verlokkingen moeten weerstaan."

Canada vervreemd

Er is een gelijkenis met de kwestie van de Shanghai Cooperation Organization die werd opgericht in 2001, als Russisch-Chinees tegenhanger van de groeiende invloed van de VS in de voormalige Sovjet-staten van Centraal-Azië. Deze organisatie ontwikkelt zich "in hoog tempo tot een regionaal veiligheidsblok dat binnenkort nieuwe leden als India, Pakistan en Iran zou kunnen toelaten", aldus Fred Weir (gerennomeerd Moskou-correspondent), een blok dat zich kan ontwikkelen tot "een Euraziatisch militair bondgenootschap dat tegen de NAVO kan opwegen."

Het vooruitzicht dat Europa en Azië steeds onafhankelijker worden van de VS, baart beleidsmakers in de VS al zorgen sinds de Tweede Wereldoorlog. Het onbehagen groeit naarmate de "tripolaire wereldorde" zich ontwikkelt, met nieuwe belangrijke Zuid-Zuid interactie (Brazilië, Zuid-Afrika, India enz.) en de toegenomen betrokkenheid tussen de EU en China – binnenkort - of misschien nu al - elkaars voornaamste handelspartners.

Al beheerst de VS traditioneel de olie uit het Midden-Oosten, toch zal het land steeds meer aangewezen zijn op stabielere bronnen in het Atlantisch gebied en het Westelijk halfrond (o.a. West-Afrika), zo voorspellen Amerikaanse veiligheidsdiensten. De controle over de olie uit het Midden-Oosten is niet lang meer zeker, gelet op de ontwikkelingen in het Westen en het beleid van de regering Bush, waardoor de VS in een opmerkelijk geïsoleerde positie in de wereld is aanbeland.

De regering Bush is er in geslaagd Canada van zich te vervreemden, een zeldzame prestatie. De relatie met Canada was nooit eerder zo "overbelast en strijdlustig" dankzij het afwijzen van de voor Canada gunstige Nafta-besluiten door Washington, aldus Joel Brinkley van de New York Times. "Deels om die reden is Canada nu hard bezig een relatie met China op te bouwen, en in overheidskringen wordt beweerd dat Canada een belangrijk deel van de handel met de VS, met name de olie-export, zal verruilen voor handel met China." De verantwoordelijke Canadese minister heeft gezegd dat binnen enkele jaren een kwart van de olie die nu van Canada naar de VS gaat, richting China zal vloeien.

Latijns-Amerika

Nog een tegenslag voor het Amerikaanse energiebeleid is dat de grootste olie-exporteur van het Westelijk halfrond, Venezuela, de nauwste banden met China heeft aangeknoopt van heel Latijns-Amerika. Het land overweegt steeds meer olie aan China te leveren om minder afhankelijk van de openlijk vijandige VS te zijn. Heel Latijns-Amerika is bezig met het uitbreiden van de handels- en andere relaties met China, in het bijzonder grondstoffen-leveranciers als Brazilië en Chili.

Ondertussen wordt de band tussen en Cuba en Venezuela intensiever. Venezuela verschaft goedkope olie en in ruil organiseert Cuba alfabetiseringsprogramma’s en gezondheidszorg door duizenden hoogopgeleide professionals, dokters en leerkrachten naar de armste en meest verwaarloosde gebieden te sturen, zoals in meerdere ontwikkelingslanden.

Onder de arme meerderheid van de bevolking in het Caribische gebied geniet het Cubaans-Venezuelaanse hulpprogramma 'Operation Miracle' grote populariteit. Het programma omschreef de Caribische ambassadeur in Cuba als 'een voorbeeld van Zuid-Zuid samenwerking'. Het leek er nog even op dat de VS en Mexico overwogen subsidies te sturen als tegenhanger voor de Venezuelaanse petro-diplomatie, maar zover kwam het niet.

De Cubaanse medische zorg wordt ook elders verwelkomd. De Pakistaanse aardbeving van oktober 2005 trof miljoenen mensen. Overlevenden kampten in barre winterse omstandigheden met gebrek aan voedsel, onderdak en medische zorg. Ondanks de aandacht voor de Westerse hulp hoef je er de Aziatische pers er maar op na te slaan om te lezen dat "Cuba het grootste contingent medici heeft gestuurd" en gefinancierd,(misschien wel met Venezuelaans geld) en dat President Musharraf van Pakistan Fidel Castro heeft laten weten  "innig dankbaar" te zijn voor de "overtuiging en compassie" van de Cubaanse medische teams.

Deze teams telden tezamen meer dan duizend personen getraind personeel, waarvan 44 procent vrouw, die in afgelegen bergdorpjes, "gehuisvest in tenten in de vrieskou, en in een vreemde cultuur", lang nadat de Westerse hulptroepen waren vertrokken, doorwerkten om negentien noodhospitaals op te zetten, werkend in ploegendiensten van twaalf uur.

Sommige analisten houden er rekening mee dat Cuba en Venezuela zich zullen verenigen, nog een stap dichter bij de integratie van Latijns-Amerika tot een blok dat zich losmaakt van de VS. Venezuela is toegetreden tot Mercosur, de Zuid-Amerikaanse vrijhandelszone, wat door de Argentijnse president Mestor Kirchner een mijlpaal in de ontwikkeling van de handelszone werd genoemd en door president Lula van Brazilië "een nieuw hoofdstuk in onze integratie."

Onafhankelijke experts zeggen dat de toetreding van Venezuela tot het blok de geopolitieke visie bevordert dat Mercosur moet worden uitgebreid tot de gehele regio. Op de vergadering in Uruguay waarin de formele toetreding van Venezuela werd vastgelegd, zei president Chavez van Venezuela dat Mercosur moet "politiseren". "Dit mag geen puur economisch project worden voor elites en transnationale bedrijven", een duidelijke verwijzing naar het door de VS gesponsorde Free Trade Agreement for the Americas (FTAA) dat felle publieke oppositie opriep.

Venezuela voorzag Argentinië van olie om een energiecrisis te voorkomen en nam in 2005 bijna een derde van de Argentijnse staatsschuld over, als een van de pogingen om de regio te bevrijden uit de klauwen van het IMF. Dit was het resultaat van twintig rampzalige jaren waarin Argentinië de voorschriften van de - door de VS gedomineerde - internationale financiële instituten strikt naleefde.

Het IMF "was voor ons land de motor achter een beleid dat armoede en pijn heeft veroorzaakt bij het Argentijnse volk", verklaarde Kirchner bij zijn besluit om bijna 1000 miljard dollar te betalen om voor eens en voor altijd van het IMF af te zijn. Radicaal de IMF-regels overschrijdend genoot Argentinië substantieel economisch herstel van de ravage die het IMF beleid naliet.

Bolivia

De verkiezing van Evo Morales in Bolivia, in december 2005, brengt de regionale toenadering nog een stap dichterbij. Morales werd de eerste president van indiaanse komaf in Bolivia, waar de meerderheid van de bevolking zich inheems beschouwt. Morales sloot snel een aantal energie-akkoorden af met Venezuela. Volgens de Financial Times "ter ondersteuning van de aanstaande radicale hervormingen van de Boliviaanse economie en de energie-sector."

De enorme gasreserves in Bolivia zijn, na die van Venezuela, de grootste van het continent. Morales heeft zich ook voorgenomen om het neoliberale beleid dat het land 25 jaar lang onafgebroken voerde, hetgeen een lager inkomen per hoofd van de bevolking opleverde dan voor die tijd, te zullen terugdraaien. Gedurende die periode werd slechts één keer afgeweken van de neoliberale doctrine, afgedwongen door een volksopstand veroorzaakt door de Wereldbank die de regering ertoe aanzette het drinkwater te privatiseren en waardoor de armsten de toegang tot schoon drinkwater werd ontzegd.

De Venezuelaanse "subversie", zoals Washington het noemt, breidt zich ook al uit naar de VS. Wellicht vraagt dat om verdere "inkapseling" van Venezuela dan waartoe Bush in maart 2005 besloot. De Washington Post berichtte dat een groep senators in november 2005 een brief stuurde aan negen grote olieconcerns: 'Vanwege de enorme stijging van de brandstofprijzen deze winter, vragen wij uw bedrijf om een deel van uw recordwinsten te schenken aan de laagste inkomensgroepen van de VS om hen te helpen deze kosten te dekken'.

De enige reactie kwam van het Venezuelaanse CITGO dat aanbood goedkope stookolie te leveren aan arme inwoners van Boston, de Bronx en daarna ook elders. "Chavez doet het alleen om 'politiek gewin'", was de reactie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, "net als de Cubaanse regering die Amerikaanse achterstandsjongeren een medische opleiding aanbiedt in Cuba." Dit uiteraard in tegenstelling tot de hulpprogramma’s van de VS en andere landen, die voortkomen uit puur altruïsme. Het is niet duidelijk of deze nuance wordt gemaakt door de ontvangers van de veertig miljoen liter goedkope olie waar liefdadigheidsorganisaties en 42.000 arme gezinnen in Massachusetts op stoken.

De olie wordt geleverd aan arme mensen, geconfronteerd met prijsstijgingen van 30 tot 50 procent waarvoor de overheidssteun extreem ontoereikend is. "Het betekent een belangrijke impuls voor mensen die anders de winter niet doorkomen", aldus de directeur van MassEnergyConsumer Alliance, die goedkope stookolie distribueert aan daklozenopvang, voedselbanken en huurders met lage inkomens. Hij hoopt ook dat de leveranties "een vriendelijke prikkel" zijn voor de Amerikaanse oliebedrijven – die onlangs weer recordkwartaalwinsten meldden – om hun meevallers te gebruiken om arme gezinnen de winter door te helpen, tot dusver zonder resultaat.

Inheemsen

Terwijl Midden-Amerika werd bedwongen door Reaganesk geweld en terreur, ontsnapte de rest van het continent, in het bijzonder Venezuela en Argentinië. De laatste was ooit het troetelkind van de IMF en het Amerikaanse ministerie van Financiën, totdat de economie van het land instortte onder de door diezelfde instanties opgelegde maatregelen. Zoals gezegd is Argentinië overeind aan het krabbelen, maar alleen door de afgedwongen maatregelen van het IMF aan hun laars te lappen, tot ergernis van de internationale geldschieters en Washington.

Een groot deel van de regio heeft een centrum-linkse regering. De inheemse volkeren zijn actiever en hebben meer invloed, met name in Bolivia en Ecuador - belangrijke energieproducenten - waar ze de olie- en of gasproductie willen nationaliseren, of waar men zelfs tegen energiewinning als zodanig is. Veel inheemse mensen zien geen reden om hun leven, samenleving en cultuur overhoop te laten gooien of vernietigen, opdat New-Yorkers in de file kunnen staan in hun brandstofslurpende SUV. Er gaan zelfs stemmen op voor een "Indiaanse natie" in Zuid-Amerika.

Tegelijkertijd is er een interne Latijns-Amerikaanse economische integratie aan de gang die de aloude structuren, stammend uit de Spaanse overheersing, die Latijns-Amerikaanse elites en economieën verbindt met de imperialistische machten, maar niet onderling, moet vervangen. Tezamen met de toenemende Zuid-Zuid interactie in ruimere zin, worden deze ontwikkelingen sterk beïnvloed door volksorganisaties die samenkomen in de beweging voor een eerlijkere internationale verdeling, beter bekend als de 'anti-globalisten', die in feite globalisatie in het belang van mensen voorstaan in plaats van investeerders en de financiële wereld.

Om vele redenen is het systeem van de Amerikaanse werelddominantie kwetsbaar, en niet alleen door de schade die de beleidsmakers van Bush aanrichten. Het traditionele Bush-beleid, het afschrikken van democratisering, volgens de doctrine "democratische promotie" genaamd, wordt door deze ontwikkelingen gehinderd. Het is niet meer zo makkelijk als vroeger om gebruik te maken van militaire coups en internationaal terrorisme om een democratisch gekozen regering omver te werpen, zoals wel bleek in Venezuela in 2002.

De "ononderbroken lijn" moet dus op andere manieren worden voortgezet. Door het massale vreedzame verzet in Irak werden Londen en Washington gedwongen om verkiezingen toe te staan die ze op allerlei manieren wilden voorkomen. Pogingen om de ongewenste verkiezingen te saboteren, door de Amerikaanse favoriet te begunstigen en de onafhankelijke pers uit te schakelen, mislukten eveneens.

Maar er zijn meer problemen in Irak waar zelden over wordt gesproken. Zo ontwikkelt de arbeidersbeweging zich sterk, ondanks de weerstand van de bezettingsmacht. De situatie lijkt sterk op die van Europa en Japan na de Tweede Wereldoorlog, toen een van de hoofddoelen van de Britten en Amerikanen was om het ontstaan van een sterke onafhankelijke vakbeweging te ondermijnen – net als in eigen land en om dezelfde redenen: de vakbeweging vormt een belangrijke bijdrage aan een door het volk gedragen democratie. Veel van de tegenmaatregelen uit die tijd – voedselvoorziening staken, het steunen van fascistische politie, etc. – zijn nu niet meer inzetbaar.

Het lukt ook niet meer om de bonden te ondermijnen met de bureaucratie van de AIFLD (American Institute for Free Labor Development – door de overheid en bedrijfsleven gesponsorde instelling met CIA-banden). Er zijn nu Amerikaanse bonden, zoals the United Steelworkers of America en anderen, die arbeidersorganisaties in Irak steunen, en ook die in Colombia, waar meer vakbondsactivisten worden vermoord dan waar ook ter wereld, terwijl Washington ondertussen doorgaat de verantwoordelijke regering te spekken.

Palestijnse verkiezingen

Het probleem van vrije verkiezingen speelde eerder in de Palestijnse gebieden. De regering Bush weigerde verkiezingen toe te laten voor de dood van Arafat, omdat ze zich besefte dat de verkeerde persoon wel eens zou kunnen winnen en de verkiezingen niet het gewenste democratisch plaatje zouden opleveren. Na Arafat’s dood gaf de Amerikaanse regering gehoor aan de roep om verkiezingen, in de verwachting dat hun favoriete kandidaten van de Palestijnse Autoriteiten zouden winnen.

Om de verkiezingsuitslag te stimuleren, gebruikte Washington dezelfde middelen als in Irak en die al zo vaak zijn toegepast. Volgens de nationale pers gebruikte Washington USAID als een 'onzichtbaar kanaal' om de populariteit van de Palestijnse Autoriteiten te vergroten. Dit vlak voor de cruciale verkiezingen, waarin de leidende partij een zware dobber had aan de radicaal-islamitische partij Hamas, door in een week tijd ongeveer 1,9 miljoen van de jaarlijkse 400 miljoen te besteden aan tientallen kleine projecten. Dit om het beeld van Fatah onder de bevolking te verbeteren en hun uitgangspositie ten opzichte van de militante Hamas te versterken.

Zoals gebruikelijk verzekerde het Amerikaanse consulaat in Jeruzalem de pers dat de verborgen pogingen om Fatah te helpen slechts tot doel hadden "de democratische instituten te versterken en alle democratische spelers te steunen, niet alleen Fatah." In de VS of enig ander Westers land zou een zweem van buitenlandse inmenging een kandidaat vernielen, maar een diepgewortelde imperialistische mentaliteit legitimeert dit soort doodgewone maatregelen om verkiezingen elders te beïnvloeden.

Hoe dan ook, de Amerikaanse pogingen in de Palestijnse gebieden mislukten volkomen. De Amerikaanse en Israëlische regeringen moeten nu leren omgaan met een radicaal islamitische partij die hun traditioneel afwijzende houding in grote lijnen benadert, als Hamas inderdaad bereid is in te stemmen met een bestand over de nationale grenzen, zoals de leiders beweren. Dat idee is de VS en Israël volkomen vreemd; zij staan er op dat elke politieke uitkomst de overname van substantiële gebieden van de West Bank (en de vergeten Golan Hoogte) door Israël omvat.

'Recht te bestaan'

Hamas’ weigering het "recht te bestaan" van Israël te erkennen, is een onbekend concept in internationale zaken. Zo accepteert Mexico weliswaar het bestaan van de VS, maar niet het abstracte "recht te bestaan" op bijna de helft van het veroverde Mexicaanse grondgebied. Hamas’ formele verplichting tot de "vernietiging van Israël" staat gelijk aan de formele belofte van de VS en Israël dat er geen "toegevoegde Palestijnse staat kan zijn", naast Jordanië, tot ze in de afgelopen jaren hun afwijzende houding afzwakten, op een wijze die al eerder is besproken.

Hoewel ze het zelf niet zo heeft gezegd, zou het niet vreemd zijn als Hamas er mee in zou stemmen dat joden in versnipperde deelgebiedjes in het huidige Israël mogen blijven, terwijl de Palestijnen enorme nederzettingen en infrastructuurprojecten bouwen, al het vruchtbare land en bronnen overnemen en Israël effectief in kleine onbruikbare kantons wordt opgesplitst, zo goed als gescheiden van elkaar en van het kleine deel van Jeruzalem waar joden ook nog mogen blijven. Hamas gaat er vervolgens mee akkoord om wat er van Israël over is een 'staat' te noemen.

Als zulke voorstellen gedaan zouden worden, zouden we ze - terecht – als een terugkeer naar het nazisme beschouwen. Echter, Hamas zou hiermee precies dezelfde standpunten innemen als de VS en Israël de afgelopen vijf jaar hebben gedaan. Voor die tijd weigerden ze zelfs deze vorm van uitgeklede 'staat' te overwegen. Het is volkomen eerlijk om Hamas als radicaal, extremistisch en gewelddadig te omschrijven, en als een ernstige bedreiging van de vrede en een rechtvaardige politieke oplossing. Maar de organisatie is niet bepaald de enige met deze houding.

Er zijn ook plaatsen waar de gebruikelijke Amerikaanse wijze om de democratie te ondermijnen wél resultaat boekten. In Haïti heeft Bush’ favoriete "democratie-bouwer, het International Republican Instituut" keihard gewerkt om de oppositie tegen President Aristide te helpen. Dit werd gedaan door het tegenhouden van hoognodige hulp om nogal dubieuze redenen. Toen het er op leek dat Aristide waarschijnlijk een eerlijke verkiezing zou winnen, trokken Washington en de oppositie zich terug, een standaardmiddel om verkiezingen die verkeerd dreigen af te lopen in diskrediet te brengen. Nicaragua in 1984 en Venezuela in december 2005 zijn hiervan bekende voorbeelden.

Daarop volgde er in Haïti een militaire machtsgreep door voormalige staatsterroristen die opereerden vanuit de Dominicaanse Republiek (waar Washington beweerde niets van af te weten), de verbanning van de president naar Zuid-Afrika, en een schrikbewind dat alles overtrof en plaatsvond onder de gekozen regering die Washington had helpen omver te werpen. Het miserabele lot van Haïti is voor een groot deel te traceren naar Amerikaanse interventies in de 20ste eeuw, maar ook naar Frankrijk in 2004. Misschien omdat president Chirac beledigd was door Aristide’s verzoek om een bescheiden compensatie voor de misdaden van Frankrijk in Haïti, die alles wat sindsdien is gebeurd overschaduwd.

Voorstellen

De consistente continuïteit tot het heden laat opnieuw zien dat de VS niet verschilt van andere machtige staten. Zij streven de strategische en economische belangen van de dominante sectoren van de bevolking na, al uitweidend over de uitzonderlijke toewijding aan de allerhoogste normen en waarden. Dat is historisch universeel, en ook de reden waarom verstandige mensen nauwelijks luisteren naar de verklaringen en nobele intenties van leiders of hun volgelingen. Ze zijn voorspelbaar en bevatten daarom geen wezenlijke informatie.

Er wordt vaak gezegd dat critici zeuren over wat er verkeerd gaat, maar geen oplossingen aanbieden. Er is een accurate vertaling voor die beschuldiging: "Ze geven wel oplossingen, maar die bevallen me niet." Behalve de bekende voorstellen om levensgevaarlijke crises te bezweren, zijn al een paar eenvoudige voorstellen voor de VS genoemd:

1.      Acceptatie van de rechtspraak van het Internationaal Strafhof en Gerechtshof;

2.      Het ondertekenen en naleven van het Kyoto verdrag;

3.      Laat de VN de leiding nemen bij internationale crises;

4.      Gebruik diplomatieke en economische in plaats van militaire maatregelen tegenover de ernstige terroristische dreiging;

5.      Houd je aan de traditionele interpretatie van het VN- Handvest: gebruik van geweld is alleen legitiem als het is bevolen door de Veiligheidsraad of als een aanval op het eigen grondgebied dreigt, zolang artikel 51 van toepassing is;

6.      Zie af van het vetorecht in de Veiligheidsraad op en toon "een fatsoenlijk respect voor de opinie van de mensheid", zoals ook de Onafhankelijkheidsverklaring voorstaat, zelfs als de machtscentra het er niet mee eens zijn;

7.      Bezuinig fors op militaire uitgaven en breidt de sociale uitgaven fors uit: gezondheid, onderwijs, duurzame energie, enzovoort.

Voor mensen die in democratie geloven zijn dit behoudende voorstellen: het lijkt of het de mening is van de meerderheid van de Amerikaanse bevolking, soms zelfs de overgrote meerderheid. Ze staan echter lijnrecht tegenover het gevoerde beleid. In de meeste gevallen tegenover de tweepartijen consensus.

We kunnen niet blindelings vertrouwen op de toestand van de publieke opinie over dit soort zaken, vanwege een andere essentieel kenmerk van het democratisch tekort: de onderwerpen staan zelden in het openbaar ter discussie en de nuchtere feiten zijn nauwelijks bekend. In een verdeelde samenleving ontbeert de bevolking de mogelijkheid om zich een weloverwogen mening te vormen.

Doctrines

Een ander behoudend en zinnig voorstel is dat feiten, logica en elementaire morele principes er toe behoren te doen. Degenen die de moeite nemen zich daar aan te houden zullen binnen korte tijd een groot deel van de bekende doctrine moeten achterlaten, ook al is het een stuk eenvoudiger om de zelfbevestigende mantra’s te blijven herhalen.

Er zijn andere simpele waarheden. Ze zijn zeker niet de oplossing voor elk probleem. Maar ze helpen ons wel op weg naar het ontwikkelen van meer specifieke en gedetailleerde antwoorden, zoals constant gebeurt. Belangrijker is dat ze de weg effenen om oplossingen door te voeren, mogelijkheden die binnen ons bereik liggen, mits we ons kunnen losmaken van de ketenen van doctrines en opgelegde illusies.

Ook al is het vanzelfsprekend voor doctrine-systemen om pessimisme, uitzichtloosheid en wanhoop op te roepen, de realiteit is anders. Er is de afgelopen jaren enorme vooruitgang geboekt in de eindeloze strijd voor gerechtigheid en vrijheid, met een nalatenschap die voortgezet kan worden vanaf een hoger niveau dan voorheen. Er zijn volop mogelijkheden voor onderwijs en organisatie. Net als vroeger zullen rechten niet worden toegekend door goedwillende autoriteiten, of worden verkregen via een actie nu en dan – door een paar demonstraties bij te wonen of door een schakeltje om te zetten in de gepersonificeerde vierjaarlijkse extravagantie die wordt afgeschilderd als "democratische politiek."

Net als vroeger is een toegewijde dagelijkse betrokkenheid vereist om de basis voor een functionele democratische cultuur te scheppen, en deels te herscheppen, waarin de mensen enige rol in het bepalen van het beleid spelen. Niet alleen in de politieke arena, waar ze buitengesloten zijn, maar ook in de doorslaggevende economische arena, waar ze bij voorbaat buitengesloten zijn. Er zijn vele manieren om de democratie in eigen land te bevorderen en er nieuwe dimensies aan toe te voegen. De mogelijkheden zijn overvloedig, als ze niet worden aangegrepen heeft dat onheilspellende consequenties: voor het land, voor de wereld, en voor toekomstige generaties.

 

Noam Chomsky is auteur van vele bestsellers over politiek. Zijn meest recente werken zijn Failed States, Imperial Ambitions, en Hegemony of Survival, in de reeks American Empire Project van Metropolitan Books, 9-11(Seven Stories Press), Understanding Power (New Press), en New Horizons in the Study of Language and Mind (Cambridge University Press). Hij woont in Lexington, Massachusetts, en is professor aan het Department of Linguistics and Philosophy aan het Massachusetts Institute of Technology.


 

Naar boven