Ravage
Digitaal 5 juni 2006 ![]() ![]() |
|
www.ravagedigitaal.org Mevrouw X., doet u eens open! Mensen die controleurs van de sociale dienst over de vloer krijgen, ervaren hun gedrag vaak als intimiderend en vernederend. Soms verliezen ze hun uitkering, soms worden ze zelfs zonder pardon op straat gezet. Ravage kreeg inzage in een aantal geanonimiseerde gespreksverslagen waarin klagers hun verhaal doen aan de ombudsman. door Dirk Kloosterboer Bij Migiel van Kinderen van de Rotterdamse ombudsman zijn ongeveer vijfendertig klachten binnengekomen over controlerende huisbezoeken. Soms gaat het om controles van de sociale dienst, soms om acties van preventieteams, waarin verschillende diensten samenwerken. De gespreksverslagen vormen een weergave van het verhaal van de klagers. In sommige gevallen worden daarnaast medewerkers van de gemeente gehoord. Zij zijn verplicht om voor de ombudsman te verschijnen, en sinds kort kunnen zij ook onder ede worden gehoord. In dit artikel staan echter de verhalen van de klagers centraal. OverdonderdBewoners voelen zich vaak overdonderd door het bezoek van de controleurs. Een voorbeeld is het verhaal van 'mevrouw X.': 'De medewerkers van de sociale dienst belden kennelijk niet gewoon aan bij de ingang van de algemene toegangsdeur tot de portiekflat, maar zijn met iemand anders mee naar binnen gegaan of hebben bij een van de buren aangebeld. Feit is dat zij voor klaagster volstrekt onverwacht bij haar voordeur stonden te kloppen en riepen: 'mevrouw X., mevrouw X. doet u eens open!' Klaagster was op dat moment juist op weg naar de voordeur om de huisarts te bezoeken.'
'Klaagster liet weten dat op dat moment een huisbezoek uitermate ongelegen kwam omdat zij een afspraak bij de dokter had. De medewerkster van de sociale dienst zei dat zij niets te maken had met afspraken met de huisdokter: 'Geef mij het telefoonnummer maar, dan bel ik hem wel even af'. De medewerkster van de sociale dienst was daarin zo dwingend dat klaagster inderdaad de afspraak met de huisdokter heeft afgezegd. 'Tja wat moest ik anders, ik weet niet wat ik moest doen?' 'Klaagster meldt dat zij drie jaar geleden een hersenbloeding heeft gehad, dat zij zich niet druk mag maken en dat ze daarom zo nu en dan moet gaan zitten. Zij kon zich niet verweren tegen het optreden van de medewerkers van de sociale dienst. Klaagster geeft aan dat één van de twee medewerkers zich heeft gelegitimeerd. Tevens werd aan het begin van het onderzoek aangegeven dat klaagster, op grond van een anonieme melding, verdacht werd van samenwonen.' 'Vervolgens werd gevraagd wat er zich boven in de woning bevond. In de woonkamer gekomen meldde de medewerkster van de sociale dienst dat klaagster prachtige spullen heeft. (Klaagster geeft aan dat ze daar op een eerlijke wijze aan is gekomen). Vervolgens meldde de medewerkster van de sociale dienst nogmaals dat ze even boven wilde kijken, wat klaagster toestond. Boven aangekomen zagen de medewerkers van SoZaWe op het nachtkastje in de logeerkamer medicijnen en in de logeerkamer kleding van de heer Y. De heer Y. woonde in bij iemand die zijn huis werd uitgezet en mocht zijn spullen bij klaagster stallen.''Inmiddels is de heer Y. naar de camping en heeft zijn spullen uiteraard meegenomen. Kennelijk was dit voor de dienst aanleiding om het onderzoek grondiger voort te zetten: de medewerksters van de dienst hebben gevraagd of zij alle laatjes van klaagster mochten openen. Klaagster: 'wat moest ik dan zeggen?' Als de medewerker van de ombudsman klaagster voorhoudt dat zij gewoon had kunnen weigeren, stelt zij: 'Ja maar dat weet ik toch niet?' 'Klaagster wordt emotioneel als zij uitlegt dat op één moment het huisbezoek haar te gortig werd: de medewerkers van de sociale dienst zaten weer in een la en hadden een fotoalbum van de enige jaren geleden overleden moeder van klaagster te pakken. Het was duidelijk dat men daar in wilde gaan kijken. Dit werd klaagster te veel, zij sommeerde: 'En daar blijf je af! Nu is het afgelopen, dit is van mij!' BonkenEen rode draad in de gespreksverslagen is de intimiderende manier waarop de controleurs zich volgens de klagers gedragen. Het begint al met hard aanbellen en bonken op deuren en ramen. Vervolgens staat er opeens een grote groep controleurs in de woning, die op commanderende toon opdrachten geven en vragen stellen.Een mevrouw schrijft in een brief aan de ombudsman: 'Er werd aan de deur gebeld. Ik vroeg: 'Wie is daar?' Het antwoord was: 'Kralingen-Crooswijk Gemeente'. Ik dacht 'reclame' en zei: 'Geen interesse'. Er stonden vijf mensen voor mijn deur, te weten drie heren en twee dames. Zij vroegen: 'Begrijp jij Nederlands? Maak de deur maar open'. Heb hen verwelkomd. Vroeg wie ze waren. Een mijnheer was namens de Woningbouw, een mijnheer namens de sociale dienst. Alleen namen genoemd (weet ik niet meer, was nerveus), geen legitimatie laten zien. Heb die ook niet gevraagd.' 'Woon je alleen?' Antwoord: 'Ja'. Zij zeiden, dat zij wilden rondkijken. Gingen in de kleine slaapkamer. 'Voor wie is dat bed?' Antwoord: 'Voor logé’s'. 'Heb je vaak logé’s?' Antwoord: 'Ongeveer één keer per twee maanden meestal'. Ze liepen naar de grote slaapkamer en ook naar de badkamer. Daarna naar de zitkamer. 'Wij willen vragen stellen, mag dat?' Antwoord: 'Ja'. [...]' 'Andere man: 'Ik kom van de Woningbouw. Heb jij goed contact met de buren of heb je daar last van?' Een van de vrouwen vroeg mijn legitimatie, de andere vrouw schreef alles op. 'Wie is je huisarts en wie is je tandarts?' 'Heb je schulden?' Antwoord: 'Alleen aan de sociale dienst. Toen ik kwam heb ik geld gekregen en nu moet ik afbetalen. Van het geld, dat ik toen kreeg, heb ik gekocht een fornuis, een wasmachine, een koelkast, tapijt voor de zitkamer, linoleum voor de keuken en behang'.' ZeurverhalenEen andere mevrouw vertelt dat er vier mannen voor de deur stonden die meldden 'dat ze van een of ander team zijn, dat ze een controle uitvoeren en nu is dit huis aan de beurt'. Ze zouden geen toestemming hebben gevraagd om binnen te komen: "Ze stonden opeens binnen." De teamleider zei dat de woning erg vol staat en dat hij dit door zou geven aan de verhuurder: 'Daar krijgt u problemen mee'.
'Klaagster vraagt aan de dame op de bank: en wie bent u dan wel? Een van de agenten maakt duidelijk dat deze dame van de sociale dienst is. Klaagster voelt zich behoorlijk belazerd, want de vriendin heeft anderhalf jaar lang in de clinch gelegen met de sociale dienst om een uitkering te krijgen en heeft over die hele periode geen cent gezien. Samenvattend: de relatie tussen de vriendin en de sociale dienst is bar slecht.' 'Klaagster heeft haar vriendin tegen de medewerkster van de sociale dienst horen zeggen: hier heb ik geen zin in, hou je uitkering maar, rot op. Ook dit geheel is niet opgevat als een weigering om mee te werken aan het onderzoek.' HuisuitzettingMensen kunnen als gevolg van een huisbezoek hun uitkering verliezen, maar soms worden ze ook op straat gezet. Regelmatig worden woningen dichtgeschroefd met plaatstalen panelen, de moderne variant op het dichtspijkeren. De gemeente Rotterdam presenteert dit als een maatregel tegen huisjesmelkers die voor woekerprijzen illegalen huisvesten, of tegen mensen met een hennepkwekerij. Uit de verhalen die de ombudsman te horen krijgt, blijkt echter dat ook gewone burgers op straat worden gezet.Zo vertelt Van Kinderen het verhaal van een Marokkaanse zwangere vrouw, die tijdens de Ramadan een controleteam over de vloer kreeg. Op basis van de Rotterdamwet, die bepaalde wijken op slot doet voor uitkeringsgerechtigden, zou ze onterecht in haar woning zitten. Dezelfde avond nog werd ze op straat gezet: 'U gaat er nu uit. Niets praten, jas aan, huis uit', zo zou ze te horen hebben gekregen. De hele nacht zwierf ze over straat. De volgende dag heeft de ombudsman er voor gezorgd dat ze een kamer kreeg in het Hilton hotel, waarna de rekening naar de gemeente werd gestuurd. Later bleek dat de aanleiding voor de controle bestond uit overlast van een paar 'ettertjes' die boven haar wonen, waarna de controleurs het hele pand maar hebben aangepakt. Een andere klacht komt van een man die geen betaalbare woning kon vinden. Hij kraakte een woning waarvan hij wist dat die al lange tijd leegstond. De woning wisselde regelmatig van eigenaar, hij zegt dat hij met vier à vijf opeenvolgende eigenaren teverge efs probeerde een huurcontract af te sluiten.De man zegt dat hij vanwege zijn psychische gesteldheid, waarvoor hij onder behandeling is en medicatie gebruikt, belang heeft bij een rustig en vast huisadres. Hij meende zo’n adres te hebben gevonden, maar later bleek dat hij zich daarin vergist had. Klacht kraker'Op 9 maart 2006, 's ochtends om 09:30, vernam klager activiteiten in de hal en op de trap van de portiekflat; bij buren werd aangebeld en er werden vragen gesteld. Klager hoorde dat er gevraagd werd wat voor een soort persoon er in zijn huis zou wonen en of men last had van het gezoem?' 'Klager had zich geestelijk voorbereid op de komst van een knokploeg van een huiseigenaar om hem het huis eventueel uit te werken en probeerde er achter te komen wat voor mensen er zich aandienden. Plots werd er ook bij klager langdurig aangebeld en niet lang daarna begon men met op de deur te bonken; ze maakten nogal een kabaal. Er werd geroepen 'Politie'. Klager kon waarnemen dat er inderdaad een politieman aanwezig was.'
'Klager is overrompeld en realiseert zich dat de door hem gevreesde knokploeg niet aanwezig is, maar dat hij met een overheidsinstantie te maken heeft. Hij probeert schielijk zijn houding aan te passen aan de voorgenomen strategie om samen te werken met officiële instanties. Zich min of meer excuserend voor het feit dat hij niet direct heeft opengedaan (hij wil zijn fatsoen tonen) ervaart klager dat de heer Z. en de andere man zich langs hem heen dringen en op dwingende wijze aan hem mededelen wat er zoal moet gebeuren. Nadien treden nog meer mensen de woning binnen. Uit zichzelf merkt klager op dat niemand zich gelegitimeerd heeft. Matthijssen [medewerker van de ombudsman - DK] vraagt dat later nog eenmaal expliciet en klager herhaalt dat niemand zich gelegitimeerd heeft.' 'Klager merkt dat een gedeelte van wat aan hem verteld wordt niet tot hem doordringt en dat er niet wordt gereageerd op wat hij te berde brengt; hij ontvangt een stroom van mededelingen waar kennelijk geen discussie over mogelijk is: 'we gaan de boel afsluiten', 'u heeft geen woonrecht, op dit adres stond negen maanden geleden nog iemand anders ingeschreven', 'u moet de woning nu verlaten' en 'dit is nieuw beleid en hier is niet over te discussiëren'. 'Klager ziet dat de heer Z. papieren van Eneco heeft (een kennelijk onjuiste rekening) op basis waarvan hij ondervraagd wordt over zijn aansluiting. Mensen in zijn huis proberen (tevergeefs, er is geen aansluiting) of de lichtschakelaars het doen.' HectischDe informatie van de kraker-klager wordt kennelijk niet serieus genomen en er wordt gewoon overheen gebabbeld. 'Z. stelt overlastproblemen die er zouden zijn aan de orde (dat zijn problemen die bestaan hebben voordat klager de woning heeft betrokken maar van het verweer neemt Z. geen notie.)'
'Klager kenschetst de situatie op dat moment als erg hectisch: hij ziet dat er allerlei onbekende mensen (circa vier of vijf waaronder een agent, naast de heer Z. en diens onbekende collega) door zijn huis lopen en dat zaken onderzoeken: de vuilniszakken op het balkon worden onderzocht, men opent kamers, keuken en kasten, controleert zijn medicijnen. Alleen de agent vraagt of hij toestemming krijgt om ergens te kijken (Die toestemming verleent klager).' 'Klager is niet van plan om op de bevelen van de heer Z. in te gaan en belt zijn advocaat. Na enige tijd wordt het telefoongesprek over het al dan niet bestaan van woonrecht voortgezet tussen Z. en de advocaat. Z. laat tijdens dat gesprek weten dat hij optreedt namens de eigenaar; dat de eigenaar wil dat het huis wordt afgesloten. Klager hoort met belangstelling het gesprek tussen Z. en zijn advocaat aan en wil zijn bijdrage daaraan leveren, maar komt daar niet aan toe.' 'Op dat moment wordt hij door de politie in zijn eigen huis aangehouden omdat hij nog boetes heeft openstaan (€ 1.200, =) waarvan de meeste al meer dan 10 (14) jaar oud. Klager wist dat hij boetes had openstaan, maar had in de afgelopen 10 jaar veelvuldig contact met de politie gehad en was ervan overtuigd geraakt dat men hem 'was vergeten'.' 'Klager krijgt geen tijd of mogelijkheid om zijn huis af te sluiten, kleding te verzamelen, spullen veilig te stellen; terwijl er nog zes à zeven man in zijn huis rondlopen wordt hij afgevoerd. Klager heeft aansluitend op deze aanhouding 20 dagen in vervangende hechtenis doorgebracht.' 'Ondanks verwoede pogingen van klager om te bewerkstelligen dat zijn spullen worden veiliggesteld, ervaart hij, als hij na 20 dagen zijn huis weer bereikt, dat de sloten zijn veranderd en dat zijn spullen op straat zijn gezet en voor een gedeelte terug te vinden zijn in de kelderboxen van de portiekflat.' 'Navraag bij de buren leert dat bij de ontruiming met van alles is gesmeten; het bankstel en de televisie zijn kapot. Het grootste gedeelte van zijn kleding en spullen die behoren bij de computer (printer et cetera) is verdwenen. Klager vindt gelukkig nog een plastic zak met waardevolle papieren. Klager stelt voor enkele duizenden euro's aan schade te hebben.' Zie
ook: Huisbezoek volgens de
schoonmoedernorm
|