Ravage
Digitaal 1 mei 2006 ![]() ![]() |
|
www.ravagedigitaal.org Franz Meyer alias Frans Holß maakte in de jaren ’30 van de vorige eeuw strips, portretten, ex-librissen, aquarellen, pentekeningen en bovenal: linoleumsneden. Daarin ageerde hij fel tegen fascisme en stalinisme, stelde de politiek van sociaal-democraten aan de kaak en propageerde een internationaal socialisme.
Dick de Winter heeft veel onderzoek gedaan naar de geschiedenis van het Nederlandse revolutionair socialisme. Daarvoor bracht hij talloze uren door met jaargangen van het blad De Nieuwe Fakkel van de RSAP (Revolutionair Socialistische Arbeiderspartij), die hij in het archief van z'n vader vond. Terwijl hij daarin de politieke polemieken, nieuwsberichten en analyses doorworstelde, raakte hij ondertussen gefascineerd door de vaak meesterlijk getekende cartoons van ene Frans Holß, die dit blad sierden. Vervolgens is De Winter zich gaan informeren bij bibliotheken en musea met de vraag of er meer werk van, of informatie over die Holß te vinden was. De tekenaar bleek totaal onbekend te zijn. Dit was voor hem reden om een grote zoektocht op te zetten naar het leven en werk van deze cartoonist, met als resultaat het boek Kunstenaar op de vlucht voor Hitler, uitgebracht door uitgeverij Papieren Tijger.
Terwijl
Meyer's ster begin jaren '30 als kunstenaar steeg, begon zijn mentaliteit
steeds meer te botsen met de tucht van de communistische partij, met als
gevolg dat hij met het stalinisme brak en een zwerftocht begon langs allerlei
radicaal-linkse splinterbewegingen waar hij de rest van zijn politiek
actieve leven voor zou blijven tekenen. Een jaar na zijn breuk met de
communistische partij werd de artistieke carrière van Meyer echter
gebroken door een veel drastischer politieke omwenteling: Hitler was aan
de macht gekomen. Vanwege zijn politieke activiteiten (onder meer als smokkelaar van verboden boeken) moest hij op de vlucht voor het Hitler-regime. In 1934 vertrok hij met hulp van een tabakssmokkelaar naar Nederland. Daar leerde hij al snel de taal en kon hij onder meer onder het pseudoniem Frans Holß aan de slag als cartoonist en illustrator voor publicaties van kleine linkse partijen en vakbonden, zoals de RSAP en de NAS. Natuurlijk
kan een lezer anno 2006 het levensverhaal van een politieke cartoonist
op de vlucht onmogelijk lezen, zonder op zoek te gaan naar parallellen
met de opschudding die vorig jaar de Deense Mohammed-cartoons opleverden.
Wat dat betreft is het vooral bedenkelijk om te lezen hoe nog maar zeventig
jaar geleden in toen al 'democratische landen' met een 'rechtsstaat' op
het werk van Meyer werd gereageerd. Zo werden in Nederland mensen die
cartoons over Hitler openbaar maakten vervolgd wegens 'belediging van
een bevriend staatshoofd'. Toen Meyer daarvoor op de vlucht sloeg naar
België, kwam hij daar zelfs in de gevangenis terecht voor z'n karikaturen
van Belgische politici, omdat een vluchteling zich volgens de wet niet
mocht bemoeien met de binnenlandse politiek. Tijdens de Duitse inval werden veel buitenlandse gevangenen, waaronder Meyer, door de Belgen haastig getransporteerd naar Frankrijk. Hij kwam daar terecht in een twee jaar durende gruwelijke Tour de France, van het ene naar het andere gevangenenkamp. Hierbij bleek zijn tekentalent z'n grote geluk. Daarmee kon hij bewakers gunstig stemmen door hun portretten te tekenen en die te ruilen met tabak, enzovoort. Uiteindelijk kwam het zelfs zo ver dat hij een kampcommandant en z'n familie schilderde, wat hem indirect een visum voor de VS opleverde. In juni 1942 vertrok hij via Marokko naar Verenigde Staten. In
The Land Of The Free ging Meyer de eerste jaren door met tekenen
en maakte onder meer boekillustraties, de autobiografische strip 'Flucht
Aus Deutschland - Bilder aus den Exel' en politieke portretten, maar
hij vond er geen uitgever voor. In de Koude Oorlogstemming van de duistere
McCarthy-jaren die volgden, begreep Meyer dat hij met z'n werk zoals hij
dat gewend was te maken, met een radicaal-linkse inslag, zich tegenover
de Amerikanen alleen maar verdacht kon maken. Hoe vaak zou hij uit moeten
leggen dat hij Stalin en de Sovjet Unie minstens zo veel haatte als rechtse
Amerikanen, en tegelijkertijd toch radicaal-links kon zijn? Hij was te moe om als vluchteling een nieuwe marginale politieke strijd te moeten voeren. Evenmin had hij zin om na al die jaren, waarin hij zijn leven had moeten wagen voor zijn principes, nu zijn talenten op te offeren aan de commercie. De muze van zijn kunst was altijd het radicaal socialisme geweest en hij kon het niet over zijn hart krijgen om na alles wat ze samen hadden mee gemaakt, haar te verraden voor haar aartsvijand, het grootkapitaal. Meyer
raakte in de VS politiek en artistiek ontgoocheld en leed jarenlang aan
depressies. Hij tekende alleen nog voor zichzelf en verdiende ondertussen
z'n geld als brillenglazenslijper en reparateur van puntlasmachines. De
kunstenaar Franz Meyer was geschiedenis geworden. De mens Meyer leefde
nog door - tot hij op 9 februari 1957, voor het eerst sinds hij zijn rijbewijs
had gehaald, in zijn eigen auto reed en op de George Washingtonbrug in
New York op een tegenligger botste, waarbij hijzelf en z'n vriendin omkwamen.
Het boek heeft duidelijk maar één doel: deze bijna anonieme kunstenaar, die zichzelf als mislukt beschouwde, aan de vergetelheid ontrukken. Zowel zijn levensverhaal (dat De Winter af doet in een biografische schets van 40 pagina's, maar dat qua gebeurtenissen ook het tienvoudige aantal pagina's had kunnen tellen) als zijn werk (waaruit De Winter een bloemlezing van 80 pagina's in het boek plaatst, waardoor je gaat verlangen om meer gags en z'n complete autobiostrip te lezen en z'n posters op een formaat te hebben om aan je muur te hangen) blijken het waard te zijn. Nu maar hopen dat dit boek een aanzet kan zijn voor een wederopstanding en Meyer’s carrière postuum, meer dan zeventig jaar nadat hij door Hitler in de knop werd gebroken, alsnog de glorie kan krijgen die het verdient, met publicaties van z'n werk en misschien wel een echte grote biografie. Het
sterkste werk van Meyer bestaat uit strakke illustraties in een stijl
die meteen aan Masereel doet denken:
|