Veel
lokale partijen hebben zetels verloren bij de afgelopen
gemeenteraadsverkiezingen. Zij wijten dit aan landelijke politici, die zich
te nadrukkelijk manifesteerden tijdens de campagne. "Als je het op
deze manier doet, kan je de gemeenteraadsverkiezingen wel afschaffen."
tekst
Alex van Veen
'Met
uitzondering van Rotterdam hebben de Leefbaren de hooggespannen verwachtingen
niet waargemaakt', becommentarieert de Volkskrant de verkiezingsuitslag
van 8 maart. 'Hoewel de partijen wat betreft signatuur niet allemaal over
één kam kunnen worden geschoren, blijken zij toch vooral
te hebben gediend als uitlaatklep voor het ongenoegen over Paars. Nu de
gevestigde partijen veel punten van de Fortuyn-agenda hebben overgenomen,
lijken zij hun rol te hebben vervuld.'
"Onzin",
zegt fractievoorzitter Vincent Oldenborg van Leefbaar Utrecht. "Wij hebben
vijf jaar in de raad gezeten en een heleboel grote problemen in de stad
opgelost. Het valt niet met elkaar te rijmen dat je met het college successen
boekt, maar als enige partij zetels verliest. Want dan had de PvdA hier
in Utrecht net zo hard op de bek moeten gaan."
Bij
de vervroegde verkiezingen in 2000 trad Leefbaar Utrecht samen met de
PvdA tot het college. De toon werd gematigder en Leefbaar Utrecht werd
een bestuurspartij. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van begin maart werden
de lokalo's vrijwel volledig weggevaagd: van de veertien zetels bleven
er drie over. De partij dient weer genoegen te nemen met een plekje in
de oppositie.
Pragmatisch
Leefbaar
Utrecht kwam in 1998 onder aanvoering van BN-er Henk Westbroek in de raad
als een echte oppositiepartij. Oldenborg: "We hebben vervolgens een aantal
lokale afdelingen van nationale partijen wakker geschud en aangetoond
dat de mening van de burger er óók toedoet, dat het stadhuis
geen gesloten bolwerk is. We zijn van origine een sociale partij, recht
door zee, heel pragmatisch. De Utrechtse afdeling van de PvdA is deze
koers de afgelopen jaren ook gaan varen."
Het
verlies van Leefbaar Utrecht had volgens Oldenborg vooral te maken met
het nationale karakter van de verkiezingscampagne. "Er was sprake van
een enorme inzet van landelijke politici. Als je het op deze manier doet,
kan je de gemeenteraadsverkiezingen wel afschaffen. Deze stelling wordt
bevestigd door minister Van Aartsen die aftrad na de nederlaag van de
VVD op lokaal niveau."
Als
we in de steden een levende democratie in stand willen houden, dan dienen
de landelijke politici zich afzijdig te houden van de lokale debatten,
zo vindt Oldenborg. "Niemand is ermee gediend dat Wouter Bos in Utrecht
debatteert over de inkomenspolitiek, dat heeft namelijk geen ene fuck
te maken met lokaal beleid! Daarmee hou je de onwetendheid van burgers
over de lokale politiek in stand."
Stationsgebied
Politicoloog
Philip van Praag is kritischer over het bestuur van Leefbaar Utrecht.
Hij beaamt weliswaar dat de partij "redelijk goed gefunctioneerd" heeft,
maar een deel van de Utrechtse kiezers zou niet blij zijn met de nieuwbouwplannen
voor het stationsgebied, dat ondanks de aanpassingen nu toch een grootschalig
betonnen herstructureringsproject wordt. Een project waar Leefbaar Utrecht
zich eind jaren '90 heftig tegen verzette.
Actieposter van
Leefbaar Utrecht eind jaren '90 tegen de
cityplannen van het stationsgebied
Dat
collegepartij PvdA in Utrecht wél heeft gewonnen, komt volgens
Van Praag door de populariteit van de partij die nu in het parlement in
de oppositie zit. "Door de nationalisering van de gemeenteraadscampagne
hebben veel burgers op de PvdA gestemd. De landelijke partijen hebben
de campagne in de media beheersd. Voor veel burgers zijn de lokale verkiezingen
hét moment geweest om te laten blijken wat ze van het huidige kabinetsbeleid
vinden."
Van
Praag heeft niet zoveel moeite met deze trend. "Je kan kankeren op de
nationalisering van de lokale verkiezingen, het draagt wel bij aan een
grotere opkomst. Zo groot is de belangstelling voor lokale politiek nu
ook weer niet. Aan de andere kant heeft het merendeel van de lokale partijen
vier jaar geleden geprofiteerd van alle negatieve aandacht voor Paars
2 en het succes van Fortuyn."
'Bos
effect'
Niet
alleen de Leefbaar-partijen hebben het flink te verduren gehad bij de
gemeenteraadsverkiezingen. In Amsterdam verdween de actiepartij Amsterdam
Anders/De Groenen uit de raad, tot ontsteltenis van velen. Ook de linkse
Stadspartij Rotterdam keerde na twaalf jaar oppositie niet terug in de
raad.
"Het
Wouter Bos effect", zegt voormalig fractievoorzitter Manuel Kneepkens
van de Stadspartij. "Veertig procent van de burgers heeft dit keer gestemd
op grond van landelijke overwegingen, een proteststem tegen het kabinet
Balkenende. De geestelijke crisis is groot, er zijn tussen de grote partijen
geen grote ideologische verschillen meer. Qua stijl is Bos de belangrijkste
Fortuynist van dit moment."
Ook
Kneepkens heeft zich vreselijk geërgerd aan de deelname van landelijke
politici aan de campagne. "We leven in het tijdperk van de televisiedemocratie.
De media maken icoons van landelijke politici. Degene die in het licht
staat krijgt zodoende steeds meer licht."
De
politiek in Den Haag dient paal en perk te stellen aan deze vorm van manipulatie
van het stemgedrag, maar Kneepkens heeft daar geen vertrouwen in. "De
landelijke partijen in Den Haag met hun lokale afdelingen hebben geen
belang bij het voortbestaan van onafhankelijke lokale partijen, dus waarom
zouden ze hier tegen optreden?"
Kneepkens
ziet ook andere oorzaken voor het verlies van zijn partij en lokale partijen
in het algemeen. "Het zijn ook min of meer protestpartijen. Hou je de
kiezers wel vast zodra de lokale problemen min of meer opgelost zijn of
als blijkt dat lokale partijen er vanwege een gebrek een kennis en ervaring
te weinig aan kunnen doen?"
Veel
Rotterdammers die voorheen voor de Stadspartij kozen, hebben volgens Kneepkens
dit jaar strategisch gestemd. "Ze wilden de 'leefbarbaren', zoals de politici
van Leefbaar Rotterdam in onze kring worden aangeduid, niet langer in
het college."
Restzetel
De
Haagse Stadspartij daarentegen behield nipt haar enige zetel in de raad,
al is het dit keer met duizend stemmen minder een restzetel geworden.
Maar in Den Haag was dit jaar dan ook sprake van een extreme vorm van
concurrentie. Er deden maar liefst 29 partijen mee aan de verkiezingen,
het dubbele aantal ten opzichte van 2002. Hiervan hebben er maar liefst
21 een lokale signatuur.
Joris
Wijsmuller van de Haagse Stadspartij is best trots op z'n restzetel die
"voor de poorten van de hel" werd weggesleept. "Onze achterban is klein.
Kritische burgers die bewust op een lokale progressieve partij stemmen,
zijn er niet zoveel. Dus zullen we meer dan voorheen een grotere groep
mensen aan moeten spreken met onze standpunten", blikt Wijsmuller alweer
vooruit.
Dat
de burger deels de lokale partijen de rug heeft toegekeerd, heeft volgens
Wijsmuller te maken met de zichtbaarheid van lokale politiek. Maar ook
hij heeft geconstateerd dat er dit keer meer dan ooit sprake is geweest
van aandacht voor landelijke politici en de verhoudingen in Den Haag.
"De
PvdA heeft voornamelijk campagne gevoerd door veel aanwezig te zijn maar
niets te zeggen, een soort struisvogelpolitiek. Dat is door de burger beloond.
Kennelijk hebben de mensen moeite gehad met de polarisatie in de samenleving",
zegt Wijsmuller.
In
de aanloop van de verkiezingen heeft hij voor het radioprogramma Standpunt
NL de stelling mogen verdedigen dat landelijke politici zich niet moeten
bemoeien met gemeentepolitiek. Tachtig procent van de luisteraars was
het met deze stelling eens. "Voor een deel dienen de landelijke partijen
in deze hun eigen verantwoordelijkheid te nemen, al hoeven we daar weinig
van te verwachten."
De
Haagse Stadspartij heeft nu het plan opgevat om gedurende de gemeenteraadscampagne
over vier jaar de rollen om te draaien. "Ditmaal zullen wij kopstukken
als Bos en Balkenende voor laf uit maken omdat ze niet met ons in discussie
durven te gaan over de Haagse gemeentepolitiek. Ik schoffel ze daarbij
onder het maaiveld, want daar hebben ze namelijk helemaal geen verstand
van!"
Golfbeweging
Ondanks
het verlies aan stemmen ziet Wijsmuller de toekomst van zijn Stadspartij
positief in. "Dat de aandacht van de burger zich dit keer heeft verlegd
naar de landelijke partijen, komt voort uit een golfbeweging. We hebben
weliswaar een flinke tik te verduren gekregen, maar over vier jaar gaat
het ongetwijfeld weer de andere kant op. De groep zwevende kiezers is
nu eenmaal heel groot."
Ook
Philip van Praag denkt niet dat het nu helemaal gedaan is met het lot
van de lokale partijen. "Landelijke partijen zullen er onvoldoende in
slagen om het contact met de burger te verbeteren. Momenteel is er relatief
weer veel aandacht voor landelijke partijen, maar zodadelijk zit de PvdA
weer in de regering en loopt in 2010 een deel van hun achterban weer teleurgesteld
over naar een lokale protestpartij", voorspelt Van Praag.
Of
ze het zolang vol zullen houden bij Leefbaar Utrecht is nog maar de vraag.
"Leefbaar Utrecht is niet voor de eeuwigheid opgericht", zegt Oldenborg.
"In de aanloop van deze verkiezingen hebben we als partij uitvoerig besproken
of we nog wel wat te betekenen hebben voor de inwoners van deze stad.
De conclusie was dat het misschien nog niet zo verkeerd zou zijn om er
nog vier jaar aan vast te plakken. Achteraf kun je je afvragen of dat
besluit wel zo verstandig is geweest."
Kneepkens
van Stadspartij Rotterdam is somber gestemd. "Indien deze trend zich doorzet
vrees ik dat we over vier jaar vrijwel geen lokale partijen meer overhouden
in dit land. Dat is een trieste constatering, slecht voor de lokale democratie",
zegt de voormalige voorzitter van de zetelloze Stadspartij. "Lokale partijen
komen en gaan. Ze lijken op stromingen als de kabouter- en provobeweging."