Ravage Digitaal 30 juli 2006 Print deze pagina
 

www.ravagedigitaal.org

Hoogste tijd voor voedselsoevereiniteit

Na het mislukken van de WTO-onderhandelingen overheerst de retoriek over gemiste kansen voor ontwikkelingslanden, en wordt er druk gespeculeerd over de vraag wie de schuldige van het falen is. Maar zoals vele maatschappelijke organisaties aangeven, betekent dit juist een zegen voor ontwikkelingslanden, en gezinsbedrijven in de landbouw wereldwijd.


Vertegenwoordigers van de internationale boerenbeweging Via Campesina voor het WTO-gebouw in Genève, na het mislukken van de WTO-onderhandelingen
(waaronder José Bové)

door  Guus Geurts

Onderhandelingen over verdere liberalisering van de wereldhandel zijn mislukt en worden vermoedelijk voor onbepaalde tijd opgeschort. Daarmee is feitelijk een einde gekomen aan de zogenoemde Doha-ronde van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Dat hebben politici en diplomaten bij een laatste reeks gesprekken in Genève op 24 juli gemeld. Aan de besprekingen werd deelgenomen door Brazilië, India, Australië, Japan, de Europese Unie en de Verenigde Staten.

De onderhandelaars konden het niet eens worden over lagere invoertarieven voor landbouwproducten (EU), het verminderen van subsidies voor boeren (VS) en mogelijkheden voor meer handel in industriële producten en diensten tussen westerse landen en grotere ontwikkelingslanden als Brazilië en India.

Verheugd

Maatschappelijke organisaties reageren verheugd op het vastlopen van de onderhandelingen. De voorstellen hadden namelijk niets met een ontwikkelingsronde te maken. In ruil voor cosmetische verlagingen van handelsverstorende landbouwsubsidies, wilden de EU en de VS - en dan met name haar invloedrijke multinationals - een sterk vergrote toegang op de landbouw-, industrie- en dienstenmarkten van ontwikkelingslanden zien te bewerkstelligen.

Dit zou desastreuze gevolgen hebben gehad voor het levensonderhoud van miljoenen boeren en arbeiders in deze landen, omdat deze niet kunnen concurreren tegen deze (gesubsidieerde) importen. Tegelijkertijd zouden ze miljarden aan importbelastingen mislopen.

Maar ook de EU – gesteund door het Nederlandse kabinet – is  bereid hiervoor haar gezinslandbouw op te geven, terwijl het maar de vraag is of er veel banen zouden bijkomen binnen industrie en diensten.

Ik betwijfel dat, want met name binnen het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) zou de schade wel eens groter kunnen uitvallen. Het MKB laat zich echter volledig ondersneeuwen door de lobby van de multinationals binnen VNO-NCW. Maar ook het CDA, de partij die altijd voor de boeren leek op te komen, liet en laat zonder protest tienduizenden familiebedrijven afvloeien. Zij kan de desastreuze EU-landbouwhervormingen niet langer volhouden.

De inkomens van de boeren dalen dus, en de kleine bedrijven vallen als eerste af. De groeiers die deze bedrijven opkopen en veelvuldig de besturen van de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) bevolken vinden het wel best. Maar omdat de overproductie van producten als graan, melk, suiker en vlees niet worden aangepakt, en de intensieve veehouderij toegang krijgt tot goedkoop graan, gaat ook de dumping in ontwikkelingslanden vervolgens gewoon door.

Het afschaffen van het laatste restantje exportsubsidies in 2013 is dan ook alleen voor de bühne bedoeld, want het budget voor handelsverstorende inkomenssubsidies zou binnen dit WTO-voorstel zelfs mogen stijgen. Alle retoriek over ontkoppeling van de productie ten spijt. Gelukkig zijn de onderhandelaars van ontwikkelingslanden slimmer dan de CDA-stemmende boer, want zij pikken deze truc niet langer.

Deze boer laat zich overigens ook misleiden door CDA-retoriek over de wens tot Level Playing Field, waardoor een eerlijke concurrentie onder gelijke milieu-, arbeids- en dierenwelzijnseisen op de wereldmarkt mogelijk zou worden. Vergeet het maar want deze non-trade concerns zijn nooit onderdeel van het huidige WTO-voorstel geweest.

Voedselsoevereiniteit

Tijd dus voor een alternatief waarbij zowel het Nederlandse gezinsbedrijf als zijn collega in het Zuiden geholpen zouden zijn, en dat in tegenstelling tot dit voorstel wel effectief is op het gebied van milieu, natuur en landschap. Omdat het ook minder EU-budget opslokt, zal het de PvdA tevreden stemmen. Het is de door de internationale boerenbeweging Via Campesina gepropageerde 'voedselsoevereiniteit'.

Hierbij krijgen landen of regio’s als de EU weer het recht hun eigen landbouwbeleid te voeren, zolang men de boeren in andere landen maar niet benadeelt met handelsverstorende subsidies. Dus herstel van een kostendekkende prijs voor een product dat aan alle maatschappelijke eisen voldoet, door het opnieuw verhogen van importheffingen.

Omdat ook indien productiebeheersing (op Europees consumptieniveau) wordt toegepast kan de aanspraak op Europees geld laag blijven. Dat hebben we alleen nog nodig voor een minderheid van boeren die daadwerkelijk groene diensten aan de samenleving leveren op gebied van natuur, landschap en milieu. Op deze manier wordt voorkomen dat de koe vanuit de wei in de bio-industrie verdwijnt, en kan Europa weer haar eigen veevoer telen in plaats van gebruik te maken van de voor mens en natuur desastreuze sojateelt in Latijns-Amerika.

Boeren in ontwikkelingslanden helpen we verder door het opnieuw op de agenda van de VN plaatsen van grondstoffenovereenkomsten voor producten als koffie. Het is namelijk niet het gebrek aan markttoegang op de Europese markt dat hen de das omdoet, maar het gebrek aan marktregulering en bescherming van hun eigen voedselmarkt.

Het mislukken van deze WTO-onderhandelingen biedt dus een uitgelezen mogelijkheid om de rijen tussen boeren-, ontwikkelings- en milieuorganisaties te sluiten. En laat de door de VVD gesteunde groeiers en multinationals die wél op de wereldmarkt willen concurreren dan maar links liggen.

De auteur is milieukundige bij fondsorganisatie XminY en betrokken bij Platform Aarde Boer Consument

- - - - - - - - - - - -

.

.


.

 

Naar boven

 

 

Zwarte Kat

 

 

 

hghg