Ravage
Digitaal 9 juli 2006 ![]() ![]() |
||||
Slaapwandelen
op de Dam
Na decennia lang een ontmoedigingsbeleid op het gebied van het kraken van leegstaand vastgoed te hebben gevoerd, probeert de overheid dit najaar de genadeklap uit te delen. De krakers geven zich niet gewonnen. In het kader van de campagne Stop Kraakverbod werd in de nacht van vrijdag op zaterdag een creatieve sleep inn gehouden op de Dam in Amsterdam.
tekst Peter Barton Amper tien minuten op de Dam of ik ben mijn fotograaf alweer kwijt. Mooi kut, want ik wil eigenlijk mijn typmachine even aan hem geven zodat ik nog even naar de supermarkt kan voor drank. Het ziet er niet naar uit dat ik vannacht veel slaap zal krijgen. Hoewel dat eigenlijk de bedoeling is van deze actie: slapen op de Dam in Amsterdam. De actie is opgezet als protest tegen het opkomende kraakverbod dat, als de plannen van minister Dekker van Volkshuisvesting worden goedgekeurd, waarschijnlijk eind dit jaar van kracht wordt. Hoewel vrijwel alle grote steden tegen het kraakverbod hebben geprotesteerd, krijgt het plan steun van een meerderheid in de Tweede Kamer. De locatie van deze nachtelijke actievorm is niet toevallig gekozen. Het verwijst naar de situatie eind jaren ’60, toen hippies vanuit de hele wereld naar Amsterdam trokken om te blowen. Omdat ze geen geld wilden besteden aan een hotel, gingen ze maar op de Dam slapen, dit zeer tegen de zin van oorlogsveteranen. Zij klaagden over ontheiliging van het Vrijheidsmonument. De gemeente Amsterdam besloot daarop in 1970 dat het slapen op de Dam verboden werd. Mariniers veegden vervolgens op eigen houtje de Dam maar eens schoon. Ze haalden hiertoe een flinke portie geweld uit de kast en joegen de hippies van het plein. Sindsdien is het voorbij met het damslapen. Tot vandaag, vrijdag 7 juli. Burgemeester Cohen heeft speciaal voor deze gelegenheid toestemming gegeven om vanaf 21.00 uur op de Dam te overnachten.
Ik heb al langer dan mij lief is naar mijn fotograaf gezocht, die een half uur geleden "even" naar de wc zou gaan. Ik besluit aan een tafeltje te gaan zitten en de eerste paar regels van mijn impressie te typen. Het duurt niet lang voordat een verslaggever van Radio 1 aan mijn kop komt zeuren. Hij wil een interview met mij, omdat ouderwetse typmachines immers niet veel meer gebruikt worden. Tja, je moet toch wat, als je midden op de Dam zit zonder stroom. Een typmachine werkt altijd, stroom of geen stroom, weer of geen weer (al wordt bij regen het papier een beetje nat).
Nadat ik enkele journalisten te woord heb gestaan en nieuwsgierige voorbijgangers heb weten te trotseren, komt een medewerker van de Grachtenkrant, het lokale kraaksuffertje, met z'n typmachine erbij zitten en kaapt de journalisten van me weg. Mooi, kan ik tenminste even doorwerken, want in twintig minuten tijd heb ik nog maar twee alinea’s weten te produceren. Mijn fotograaf heeft me inmiddels weer gevonden en schiet een fotootje van mijn noeste arbeid. Ik ben er klaar voor! Het is druk op de Dam. Het heeft wat weg van een festivalcamping: al aardig wat al dan niet geïmproviseerde tentjes staan dicht op elkaar. Vanwege het mooie weer besluiten veel mensen in de openlucht te slapen. Gegroepeerd rondom de Dam staan agenten van het zogenoemde vredesdetachement (een speciaal opgeleide politie-eenheid die deëscalerend optreedt tijdens evenementen) de boel in de gaten te houden. Voor het paleis heeft de gemeente enkele mobiele toiletten neergezet. Ook de Dam is er klaar voor. Laat de nacht maar vallen.
Ik loop naar een kraampje alwaar salade verkrijgbaar is tegen donatie. Ben te laat voor de supermarkt, dus moet ik het hiermee doen. Bij een andere kraam wordt bier verkocht, maar dat lust ik niet. Hoe ik nu aan drank moet komen, weet ik nog niet. Ik zal het wel nodig hebben, om nog tot diep in de nacht door te kunnen gaan. Het belooft een bijzondere nacht te worden. De Dam stroomt al lekker vol en er hangt een gezellige sfeer. Als het donker wordt en de lampen van de schijnwerpers die het Vredesmonument verlichten, worden ontstoken (en mij van werklicht voorzien), begint er een drumband te spelen. De politie maakt zo hier en daar een praatje, maar vooralsnog ziet het er naar uit dat hun aanwezigheid overbodig is. Er worden wat spandoeken opgehangen. Terwijl de trams nog gewoon passeren, kijken voorbijgangers vanaf de overkant van de trambaan toe. Een enkele in stropdas gehulde voorbijganger waagt zich tussen de krakers. Het kan allemaal, hier op de Dam is vandaag iedereen met elkaar bevriend.
Ik laat mijn typmachine achter en neem mijn memorecorder mee naar de sambaband aan de andere kant van het plein. Een aantal mensen danst op het ritme van de swingende muziek. Een voorbijgaande taxi toetert op de maat mee. Het plein zit inmiddels vol met krakers en sympathisanten, maar nog niemand slaapt. Dat is ook niet zo raar, want het is nog maar een uur of tien. Wel zijn sommige bedden al opgemaakt. Achter het monument bevinden zich tegen elkaar geschoven strobalen. Het meisje dat ernaast staat zegt ze "van thuis" te hebben meegenomen. De koeien ontbreken. "Die kunnen er niet op liggen, want dat doen wij nu. Nu zijn wij de koeien", vertelt ze me met een zwaar 'Zaai'-accent. Ik probeer haar bed even uit. Het ligt wel een beetje hard, maar nog altijd stukken beter dan op de stenen. "Maar het is ook maar voor één nacht, als we het permanentzouden doen, zouden we wel een bed in elkaar zetten", wordt me uitgelegd. Steek een lollie in mijn mond en loop weer verder. Er hangen al aardig wat spandoeken, met teksten als 'Wij waken over kraken', 'Zonder huis geen woning', 'Beter tien krakers in 't land dan één speculant' tot 'Deze krakers wensen u een goede nacht'. Het verkeer krijgt een beetje moeite om er nog doorheen te komen vanwege de toestroom van steeds meer Damslapers.
Mijn fotograaf vraagt me of ik even mee loop naar de tramhalte om te zien hoe laat de laatste tram naar WTC gaat. Hij gaat weer naar huis. We komen in de buurt van kraakkroeg Vrankrijk. Hé, daar kan ik wellicht nog wat drank halen. Een flesje wijn lukt niet. "Die heb ik zelf nodig", meldt de barvrouw. Ja, om te verkopen waarschijnlijk. Dus waarom verkoopt ze die dan niet aan mij? Bessenjenever lukt wel, in plastic bekertjes, dus neem ik er daar twee van mee. Ze schenkt de bekertjes flink vol en rekent me er drieënhalve euro voor. Netjes, dat maakt het gemis van een fles wijn wel weer goed.
Ik loop de Dam weer op en passeer een meisje van drieënhalf jaar oud dat in haar buggy ligt te slapen. Van de herrie trekt ze zich niets aan. "Als ze eenmaal slaapt, slaapt ze ook door", vertelt de moeder. Elf uur. De eerste slaper op de Dam. Ik loop door naar een bandje genaamd "Sjonnie Kapot" dat klassieke Amsterdamse liederen zingt. Omstanders dansen op de wals mee. Het is dan ook een zeer aanstekelijke wals, die door enkele toeschouwers in plat Amsterdams luidkeels wordt meegezongen. Verderop zijn mensen touwtje aan het springen. Terwijl twee mensen aan het uiteinde van het lange touw staan, springt eerst een jongen over het ronddraaiende touw, vervolgens komt er nog een meisje bij, en nog één, en nog één. Als een derde meisje erbij wil komen, stoot de jongen zijn been aan het touw en is het uit met de pret. Vervolgens loop ik een meisje uit de Bijlmer tegen het lijf. Ze woont sinds kort gekraakt in Amsterdam-Oost, en vraagt me of ik mee wil doen met Risk. Aangezien ik dat altijd verlies (klotespel) doe ik maar liever niet mee. Ze vertelt me dat ze onlangs nog een doos Duplo bij het vuilnis vond, maar dat het helaas niet genoeg was om hier op de Dam er een huisje van te bouwen.
Dat is jammer, want ik voel de eerste regendruppeltjes al op mijn arm. Een verslaggever van AT5 heeft een kraker weten te strikken voor een interview. "Gaan oude tijden herleven nu?", vraagt de dombo. "Ik denk het wel", antwoordt de jongen die Jop blijkt te heten. "Het is nu dan wel eenmalig, maar ik denk wel dat het vaker gaat gebeuren." De verslaggever van AT5 vindt dat een mooie eindzin van het interview, maar ik wil toch wel graag even weten waarom Jop dat denkt. "Hoe weet je dat dan, dat het vaker staat te gebeuren?", vraag ik hem. "Nou, heb je de opkomst gezien?", is zijn wedervraag. "Okee", stel ik, instemmend met zijn onuitgesproken stelling dat de opkomst inderdaad best hoog te noemen valt. "Maar dit is een georganiseerde actie." "Ja, en? Dan organiseren we het gewoon wat vaker", is de logische redenering van Jop. "Okee dan. En hoe vaak?" "Dat weten we nog niet. We moeten eerst maar eens het debat afwachten in de Tweede Kamer en als Dekker er niet juist op reageert komen we met nieuwe acties." Dat zijn mooie woorden. Die moeten waar gemaakt worden. Hoewel ik er absoluut niet aan twijfel dat er inderdaad acties zullen volgen (krakers zijn van nature uitstekende actievoerders) zit ik er toch een beetje over in wat betreft de welwillendheid van het stadsbestuur. Kraker Jop heeft daar echter geen negatief beeld over. "Er zijn gesprekken met de burgemeesters van Amsterdam, Rotterdam en Arnhem, alwaar ook dergelijke acties zijn geweest", stelt hij me gerust.
Ik loop weer een eindje verder en kom een 'huis' tegen dat tot boven mijn buik komt en geheel is opgebouwd van kartonnen dozen. Maar wel netjes geverfd en met een deur, een raam en een (niet werkende) schoorsteen. "Ateljeetje" heet het, met een kraakteken naast de naam die boven de deur prijkt. Het is het werk van Martin uit Deventer, overigens geen bestaand kraakpand. "Maar ik maak zelf wel gebruik van een gekraakt atelier", vertelt Martin. "Aan de achterkant van mijn kartonnen huisje heb ik een spandoek opgehangen met daarop allerlei dingen die mede mogelijk gemaakt worden door het kraken." Ik complimenteer hem nogmaals met zijn mooie creatie. Het huis ziet er echt prachtig uit. "Ik heb er een dag aan gewerkt", vervolgt Martin. "Eerst de hele boel wit geverfd en als je er vervolgens een dagje hard aan werkt, heb je in alle kleuren een heel mooi huis. Zo kun je met weinig toch veel doen. En dat is met kraken net zo. Veel panden die leeg staan kunnen nog best bewoond worden, als je er maar een klein beetje wat aan doet. Krakers zijn er creatief mee bezig."
Creatief zijn de krakers in elk geval met het invullen van de Dam. Enkele Achterhoekers hebben zelfs hun paard meegenomen. Ja ja, je leest het goed, er staat een krakerspaard op de Dam. De eigenares vertelt me dat het vooral het idee van Bas (het paard dus) zelf was om naar de Dam te gaan. "Bij de oproep om op de Dam te komen slapen was opgeroepen om ook iets van jezelf mee te nemen, om de dreiging op straat gezet te worden uit te beelden. De meeste mensen hebben hun muziekjes meegenomen, maar ik doe aan paarden." Strontoverlast zal Bas niet geven. "Ik heb netjes een schepje en een plastic zakje mee", verontschuldigt ze zich. Een jongen die komt aangelopen weerlegt dit meteen. "Bas is zindelijk", zegt hij. "Bas gaat gewoon naar één van die mobiele toiletten aan de overkant van het plein." Ik sta nog wat met het meisje na te praten als ineens een oude bekende voorbij loopt. Hij herkent me nog: de 'robotzwerver' met een draaiorgel in zijn winkelwagentje die ik op het laatste Robodock festival ontmoet heb. De man speelt opgewekt een deuntje voor me op zijn draaiorgel. Ik bedank hem voor zijn gulheid (normaal gesproken moeten mensen betalen voor zijn optredens) en hij loopt weer verder. Enkele meters achter het technische vernuft loopt eigenaar Fred Abels, die de robotzwerver onopvallend draadloos bedient.
Mijn drank begint al een beetje op te raken. Het is inmiddels al aardig diep in de nacht en in de loze ruimte tussen het monument en het muurtje achter het monument wordt het een en ander aan housemuziek gedraaid. Twee jongens met dreadlocks halen met een inbussleutel de openbare verlichting uit de grond om vervolgens de kabels stuk te trekken. Daar kan ik nou absoluut geen sympathie voor opbrengen, dat soort schoffies die het dan weer moeten verpesten voor de rest. Nog gevaarlijk ook, want er staat aardig wat stroom op dat soort kabels. Maar als je hen even wegdenkt, is het nu, rond een uur of drie in de nacht, nog altijd een geweldig feest op de Dam. Enkele tientallen mensen zijn al gaan slapen, en de politie heeft enkel zo hier en daar even gevraagd of de muziek wat zachter mag. De actie kan absoluut geslaagd genoemd worden.
Slechts een minderheid van degenen die nu nog niet op één oor liggen, is dat nog wel van plan. De meesten zijn echter vastbesloten wakker te blijven. Ik niet. Rond een uur of vier doe ik nog even een plasje bij de plaszuil. Voor me staat een agent zijn behoefte te doen. Zodra hij de zuil afstapt, probeert hij me wijs te maken dat die vol zit. Maar daar trap ik dus mooi niet in. Maar als ik zelf het opstapje van de zuil betreed, zie ik dat hij niet heeft gelogen. Er wordt hier blijkbaar een hoop gezopen, en nog veel meer gepiest. Ik plas er nog maar een beetje overheen, al weet ik dat ik net zo goed gelijk op straat kan piesen. Ik zoek een rustig plekje op en dommel in slaap.
De volgende ochtend word ik om half acht wakker gemaakt door een agent. Het plein moet weer leeg. Mensen zijn hun spullen aan het inpakken en zoals afgesproken met het stadsbestuur, is rond tien uur nagenoeg vrijwel iedereen weer vertrokken. Enkele achterblijvers blijven steevast van de zon genieten. En dat kan, want ook de politie heeft zich aan de afspraak gehouden door om tien uur te vertrekken. Medewerkers van het stadsdeel beginnen aan de schoonmaak, een flink karwei. Hoewel de meeste damslapers hun eigen troep hebben meegenomen, ligt er nog wel het een en ander aan kapotte flesjes, etensresten en stro. De wat lastig in te pakken spullen – iemand had zelfs een piano meegenomen - staan er nog. Het ziet er naar uit dat ook de laatste mensen zullen vertrekken als dat allemaal weer is ingepakt.
|