Oproepen

Links

Archief

Contact

Nieuwsbrief
Ravage Digitaal 2 augustus 2006 Print deze pagina

www.ravagedigitaal.org

Lokale media en de acties tegen illegalen

Waarom was er nauwelijks ophef over de grootschalige 'veegacties' tegen Bulgaren, die vanaf 2002 plaatsvonden? Een deel van het antwoord is te vinden in een recent onderzoek naar de wisselwerking tussen de media en het overheidsbeleid bij de Haagse aanpak van illegalen en drugsoverlast.

door  Dirk Kloosterboer

In 2002 begonnen Den Haag en Amsterdam grootschalige controles uit te voeren waarbij illegalen werden opgepakt en het land uitgezet. Je zou verwachten dat dit soort razzia’s omstreden zouden zijn, maar dat viel mee. Het publiek reageerde gelaten.

Voor een deel komt dit misschien door de manier waarop de veegacties werden gelegitimeerd. Amsterdam claimde dat de acties niet tegen illegalen gericht waren maar tegen criminelen; men was bezig om 'roversholen' uit te nesten. Den Haag beweerde zelfs dat de acties erop gericht waren om de schandalige uitbuiting van illegalen tegen te gaan.

Al snel werd duidelijk dat deze verklaringen tamelijk hypocriet waren. Amsterdam deed geen enkele moeite om de 'criminele' illegalen voor de rechter te brengen; ze werden direct het land uitgezet. Waarschijnlijk had een groot deel niets op zijn kerfstok. Een politiewoordvoerder erkende dat ook min of meer: "Ja, het zou kunnen dat er ook 'gewone' illegalen bij zaten."

Dat Den Haag met de razzia's de uitbuiting wilde aanpakken, is al even vergezocht. Het belangrijkste effect van dit soort acties is dat illegalen bang worden gemaakt. Ze worden hierdoor juist extra kwetsbaar voor chantage door huisjesmelkers, koppelbazen en andere uitbuiters.

Onderzoek media

Hoewel het verhaal van de autoriteiten flinterdun was, konden ze er zonder problemen mee wegkomen. De vraag is hoe dat komt. Hebben de media verzuimd om kritisch onderzoek te doen? Heeft de gemeenteraad zitten slapen? Of is het een kwestie van lamlendigheid bij de bevolking?

Socioloog Barbra van Gestel is onlangs gepromoveerd op een onderzoek naar de wisselwerking tussen de media en het overheidsbeleid bij de aanpak van illegalen en drugsoverlast in Den Haag – een stad die in de publicatie overigens wordt aangeduid met het pseudoniem Zandstad. Ze heeft de voorbereiding en de uitvoering van de acties gedetailleerd in kaart gebracht.

Op 20 augustus 2001 tipte een Turkse ondernemer een verslaggeefster van RTV West dat er wellicht een verhaal zat in de massale toestroom van Bulgaren naar Den Haag. De volgende ochtend filmde ze om vier uur 's ochtends een plein dat zwart zag van de mensen. Zij stonden te wachten om te worden opgepikt door een busje dat ze naar een werkgever zou brengen.

Door de uitzending raakte de aanwezigheid van de Bulgaren opeens in brede kring bekend. Anderhalve maand eerder hadden ambtenaren van de gemeente op een 'heidag' al gebrainstormd dat er iets gedaan moest worden aan de 'uitwassen' van de illegaliteit. Op dat moment dacht men nog aan Turken en Marokkanen, maar ergens rond het moment van de tv-uitzending kwamen ook de Bulgaren bij de gemeente in beeld.

Al snel bemoeide ook de landelijke politiek zich met het onderwerp, mede doordat de verslaggeefster van RTV West een aantal Kamerleden om een reactie had gevraagd. "Zo stook je het vuurtje ook op hè?", vertelde de verslaggeefster aan Van Gestel. Vooral met VVD-ers is het "makkelijk scoren" als het gaat om een onderwerp als illegaliteit. "En die Kamerleden zijn ook zo gretig."

Aanpak overlast

Dit geldt zeker voor het CDA-Kamerlid Gerda Verburg. Krap een maand na 11 september 2001 bracht ze de illegalen doodleuk met terrorisme in verband. "De zaak wordt ernstiger, er komen meer illegalen, er is meer criminaliteit, er zitten wellicht zelfs verdachte en terroristische netwerken achter, daar moet je mee aan de slag", zo zei ze voor de regionale tv.

Ondertussen was een groep ambtenaren aan de slag gegaan met de ideeën die het resultaat waren van het dagje op de hei. Ze schreven een notitie waarin werd gewaarschuwd voor een criminele infrastructuur die veel geld zou verdienen met de tewerkstelling en huisvesting van illegalen. Hier zou een ontwrichtende werking van uitgaan: 'Als de huidige tendens zich doorzet dreigt het gevaar dat de politie het gezag op straat kwijtraakt'.

De politie liet al snel weten dat dit verhaal nogal overtrokken was, maar het bleef in de discussies telkens weer opduiken – niet zelden doordat de gemeente eraan refereerde.

In de notitie stond verder dat er een 'projectgroep' moest komen die de malafide infrastructuur rond de illegalen moest gaan aanpakken. Hoewel de taken van deze projectgroep nogal vaag omschreven waren, ('afstemmen', 'prioriteren' – dat soort werk) ging de Haagse gemeenteraad in februari 2002 akkoord met het plan. Wel waarschuwden enkele leden van de oppositie dat een repressieve aanpak alleen maar averechts zou uitpakken; een geluid dat overigens door de media niet werd opgepikt.

September 2002 werd duidelijk hoe de projectgroep zijn opdracht had geïnterpreteerd. Toen vond de eerste grote veegactie plaats, waarbij 22 woningen werden gecontroleerd. De controles werden uitgevoerd door zeventig tot tachtig functionarissen, waaronder vreemdelingenpolitie, mobiele eenheid en mensen van de dienst Huisvesting, het energiebedrijf en de brandweer. Ze pakten hierbij 77 illegalen op, waaronder 76 Bulgaren, die de volgende ochtend op het vliegtuig naar Sofia werden gezet. In 2002 en 2003 zouden nog vier van dit soort grote acties plaatsvinden, plus nog allerlei kleinere acties.

'Frame'

Van Gestel is uiteraard geïnteresseerd in de rol die de media in deze ontwikkelingen hebben gespeeld. Ze hebben het onderwerp niet op de agenda gezet; ambtenaren hadden zelf immers op hun heidag al bedacht dat er iets moest gebeuren. Zeker zo interessant is de vraag of de media invloed hebben gehad op de manier waarop het probleem werd geïnterpreteerd.

In de sociale wetenschappen hanteert men hiervoor het begrip frame. Simpel gezegd gaat het daarbij om de vraag hoe je een probleem definieert en welke oplossing daarbij hoort. De gemeente Den Haag hanteerde het uitbuitingsframe. Het aanpakken van uitbuiting klinkt sympathiek, maar de bijbehorende aanpak bestond vooral uit repressie jegens de slachtoffers van uitbuiting.

Landelijke politici en de IND hanteerden het illegaliteitsframe: deze mensen horen hier niet, dus moeten we ze het land uitzetten. Het illegaliteitsframe overlapt met een frame waarin de criminaliteit centraal staat. Door sommige buurtbewoners werd de nadruk gelegd op de overlast van de grote aantallen Bulgaren in hun buurt. Tenslotte waren er buurtbewoners en belangenorganisaties die de nadruk legden op het armoedeframe. Zij pleitten voor het versterken van de rechtspositie van de Bulgaren, zodat ze geen onderbetaling meer zouden hoeven accepteren.

RTV West en de Haagsche Courant (tegenwoordig AD geheten) hebben op verschillende momenten hun best gedaan om door het verhaal van de overheid heen te prikken en ook andere geluiden aan bod te laten komen. Toch concludeert Van Gestel dat de media vrij volgzaam zijn: "Journalisten blijken, ondanks hun kritiekfunctie, dermate gezagsgetrouw dat ze verslag doen van bijna elk persbericht van de overheid en van elke persconferentie die de burgemeester belegt."

Ten aanzien van de andere onderzochte casus – de aanpak van drugsoverlast – stelt ze: "Ook in berichten waarin het frame van niet-overheidsactoren domineert, wordt vrijwel altijd het beleidsverhaal van de overheid weergegeven, zij het niet altijd uitvoerig en met overtuiging, maar toch. Andersom geldt dat niet: berichten waarin het frame van de overheid domineert, bevatten lang niet altijd de kritische visie van een 'tegenstander' van het beleid."

Overschaduwd

In de berichtgeving over de Bulgaren wordt een aantal keer aandacht besteed aan het armoedeframe, soms op initiatief van journalisten die zelf op onderzoek zijn uitgegaan. Maar doordat de autoriteiten onbeperkt toegang hebben tot de berichtgeving, wordt het armoedeframe telkens vrijwel meteen weer overschaduwd door de frames die de overheid hanteert.

Overigens is het niet helemaal juist om in dit verband te spreken van 'de' overheid. Verschillende instanties, vooral de burgemeester en de IND, probeerden hun eigen verhaal in de media te krijgen. Zo kon het gebeuren dat over sommige veegacties twee verschillende persberichten verschenen: één van de gemeente en één van de IND. Met name de IND is erg enthousiast. Een journalist van de Haagsche Courant wordt op z’n mobiel gebeld met het aanbod om de IND-directeur te interviewen, Bulgaarse journalisten worden op kosten van de IND ingevlogen om verslag te doen van de invallen.

Van Gestel gaat in haar onderzoek minder diep in op de rol van de gemeenteraad, maar die lijkt niet zo erg te verschillen van die van de media. Met name leden van de oppositiepartijen stelden zo nu en dan kritische vragen, maar uiteindelijk kwam burgemeester Wim Deetman telkens weer weg met verhalen die niet echt geloofwaardig zijn.

Zo benadrukte hij keer op keer dat de gemeente slechts een zeer beperkte verantwoordelijkheid draagt. Het zou allemaal vooral een zaak van het Rijk zijn – terwijl de gemeente toch echt zelf het initiatief had genomen voor de veegacties. Ook kwam hij telkens weer met de criminele structuren op de proppen – terwijl bekend was dat de politie dit verhaal nogal overdreven vond. Later bleek overigens dat er inderdaad geen criminele infrastructuur bestond. Voor zover er huisjesmelkers zijn opgepakt, bleken deze niets te maken te hebben met mensensmokkel, illegale arbeid of paspoortvervalsing.

Nieuwe vragen

Van Gestel werpt met haar reconstructie een interessant licht op de manier waarop overheidsbeleid en media-aandacht op elkaar inwerken in twee concrete gevallen in Den Haag. Zoals elk goed onderzoek roept het ook weer nieuwe vragen op. Zou een onderzoek op landelijk niveau hetzelfde beeld hebben opgeroepen? En een onderzoek in een andere stad dan Den Haag, bijvoorbeeld Amsterdam? En waarom reageerde het publiek zo lauw op de acties?

De paar keer dat zaken zoals armoede en gezondheidsproblemen in de media kwamen, speelden Turken daarbij een bemiddelende rol. Dit heeft ermee te maken dat de Bulgaren tot de Turks sprekende minderheid uit hun land behoren. Een Turkse ondernemer bracht het onderwerp onder de aandacht van de lokale tv, een Turkse medewerker van een islamitische stichting ving signalen op die weer aanleiding gaven voor een onderzoek naar de leefsituatie van de Bulgaren, en een Turkse tv-journalist deed navraag in de wijk en maakte vervolgens een reportage in Bulgarije.

Deze bemiddelaars hadden ongetwijfeld hun eigen belangen, maar daarnaast werden ze ook aangegrepen door de situatie waarin de Bulgaren zich bevonden. Het probleem van de Bulgaren was dat ze simpelweg te weinig van dit soort bondgenoten hadden. Door hun recente komst en doordat er in Nederland nauwelijks een legale Bulgaarse gemeenschap bestaat, bevonden ze zich in een geïsoleerde positie.

Daarmee verschilde hun situatie van die van andere migranten waarvan de uitzetting of de intrekking van het Nederlanderschap wel massaal protest opriep: studente Taida Pasic, Ayaan Hirsi Ali en eerder kleermaker Zekerya Gümüs. Zij hadden een breed netwerk van mensen die hen hielpen om hun kant van de zaak onder de aandacht te brengen. In deze gevallen kostte het de overheid dan ook veel meer moeite om haar interpretatie van de werkelijkheid erdoor te drukken – zie bijvoorbeeld de discussie die ontstond toen minister Rita Verdonk Pasic een 'leugenaar' noemde.

Barbra van Gestel, Nieuws, beleid en criminaliteit: Over de wisselwerking tussen lokale media en criminaliteitsbestrijders. ISBN: 90-5260-218-2. Prijs: € 29,90.

Naar boven