Ravage #9, 1 juli 2005 m

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2005    ● Overzicht #9


Symbolisme, rock'n'roll en humor

Een beetje rock'n'roll in de kunst kan geen kwaad. Want dat de kunstwereld te duf is, staat voor Stief Desmet als een paal boven water. En wat meer humor zou ook fijn zijn. Humor of niet, zonder kunst is het maar een saaie boel. Daarbij: ,,Ruimte voor kunst, voor elke vorm van expressie is een perfecte barometer voor een democratie. Op die manier kan kunst de wereld redden.''

Tekst Theo Ploeg

Nee, idealistisch is hij geenszins. Beeldend kunstenaar Stief Desmet - geboren in 1973 - reageert zelfs behoorlijk fel op dat woord. ,,Waarom zou kunst een idealiserend stigmata moeten hebben? Vergelijk het gerust met voetbal. De maker geniet en kickt. Het publiek ook. Voor een wielrenner, of passieve wielrennerfanaat, is de Tour de France ook niet meer dan een vorm van escapisme. Een noodzaak én toevoeging aan de primaire behoeftes.''

Waarmee Desmet overigens niet wil zeggen dat voetbal en wielrennen kunst is. Nee, het gaat om dat escapisme. Want dat is kunst in de ogen van Desmet vooral. ,,Een vorm van escapisme, waarbij ik me niet hoef te verantwoorden voor mijn daden. Het is als een speeltuin, mijn atelier de wereld, waarin mijn eigen nieuwe visie op de wereld daarbuiten geef.'' Gniffelend: ,,Anders zou ik het niet uithouden op deze gekke aardkloot.''

Gitaarsolo's

Wie de tentoonstelling 'How to make a $ 1.000.000 Painting' bezoekt in het Vlaamse cultuurhuis De Brakke Grond in Amsterdam, weet wat Desmet daarmee bedoelt. Op een televisie, die tussen twee stoer uitziende motoren staat, is een registratie te zien van de opening van de tentoonstelling. Gehuld in zwart Motörhead t-shirt en met leren masker - zo eentje waar sadomasochisten dol op zijn - speelt Desmet een ellenlange, harde gitaarsolo. Eentje die nergens heen gaat en nergens begon.

Kortom, hij doet maar wat. Maar omdat het Desmet is die zich daar zo staat uit te sloven, blijft het publiek rustig aan de zijkant toekijken. Even verderop rijdt een man - Desmet zelf? - met konijnenmasker op een chopperfiets door een grote stad. Soms klinkt er geluid (voor wie het wil weten: gitaarsolo's), dan weer niet. De film is rauw geschoten, veel beweging, weinig doelgericht. Verontrustend en toch heel vertrouwd.

Dat geldt overigens ook voor het andere tentoongestelde werk van Desmet. Zoals het lieflijke hoofd van een hert met roodgeelzwarte vlammen in de nek. Of de schilderijen van idyllische berglandschappen. Maagdelijk wit alsof ze nog niet zijn ingekleurd maar hier en daar besmeurd met felle kleuren.

Gent

Harmonie en confrontatie zijn kernthema's in het werk van Desmet die opgroeide in het Belgische provinciestadje Deinze om op zijn achttiende te verkassen naar het grote Gent. ,,Ik voel me nog steeds een beetje een plattelandsjongen'', vertelt Desmet. ,,Het écht anonieme van de grote stad ligt mij niet zo.''

Hij vindt het leuker om een kleinere plek volledig te beheersen, dan een grote niet te kunnen overzien. Waar je niet elk feest of expositie of wat dan ook kunt meemaken. ,,Dat zou me frustreren. Als hier iets gebeurt, dan is iedereen er ook geweest. Dat schept een band. Bovendien heeft Gent alles dat een Metropool ook te bieden heeft. Meer dan dit hoef ik niet.''

Op de academie in Gent kwam de jonge Desmet voor het eerst in aanraking met Jeff Koons, Beuys, de minimalisten en Serra Basquiat. Zeer welkome brainfood, meent hij. In Deinze kwam hij niet veel verder dan Andy Warhol en de befaamde Leieschilders, ook wel de Latemse School genoemd. Hun expressionisme had veel invloed op hem.

,,De wandelingen in de omgeving door de weiden en de oevers van de Leie waren als het wandelen door die magische schilderijen die in het plaatselijke museum hingen. In Deinze was in de laatste honderd jaar eigenlijk niets veranderd.'' Die bohémiene sfeer van eind 19de eeuw deed hem verlangen naar het kunstenaarsschap. Smachten naar vrijheid.

Inmiddels heeft hij zich daarvan bevrijd, meent Desmet. ,,Als kunstenaar ben ik een spons. Ik neem heel veel in me op, elke seconde van de dag. Die beelden en sferen worden als vanzelf gesampled in mijn hoofd en komen er via mijn handen weer uit. Invloeden zitten dus overal, niet in één aspect. Ik uit me op alle mogelijke manieren: tekenen, schilderen, installaties bouwen, sculpturen en video's. Noem maar op.''

Acteon

En toch is zijn werk doordrenkt van 19de eeuws symbolisme. Zoals die overal terugkerende hertenkop. Waar komt die toch steeds vandaan? ,,Dat begint bij het Griekse verhaal van Acteon'', filosofeert Desmet. ,,Als jager begluurt hij Diana terwijl die bloot baadt in een poel in het bos. Zij bemerkt hem, verandert zijn hoofd in dat van hert, waarop Acteon wordt verslonden door zijn eigen jachthonden. Dat vond ik altijd een mooi, waardevol verhaal dat op verschillende manier interpreteerbaar is.''

Dan twijfelend: ,,Eigenlijk ben ik niet zo'n mythologiefreak. Die hertenkop is gewoon een sterk iconografisch beeld met een bepaalde lading. Het is eigenlijk ook maar een van de vele iconen die ik gebruik. Choppers, apenkoppen, terriërs, silhouetten, noem maar op.''

Of hij ze nu bewust gebruikt of niet, de iconen lijken in zijn werk symbool te staan voor de onschuld of het niet geperverteerde. Zoals de apenkop van een geschilderde man die op zijn lichaam allemaal merknamen draagt. Het werk van de Desmet is een flirt met de tegenstellingen in onze Westerse wereld. Alsof hij wil laten zien dat het verval en de glamour twee kanten van dezelfde medaille zijn.

De titel van zijn huidige expositie - How to make a $ 1.000.000 Painting - is wat dat betreft veelzeggend. Geld en kunst gaan niet samen? Desmet schudt zijn hoofd. Zo heeft hij het niet bedoeld. ,,Natuurlijk is er een connectie tussen kunst en geld, dat is altijd zo geweest. In straatarme landen is er geen ruimte voor kunst. Daar hebben mensen andere behoeften te bevredigen.''

Het idee voor de titel ontstond op de dag dat Lucian Freud zijn naaktschilderij van Kate Moss op een veiling verkocht zag worden voor bijna vier miljoen pond. ,,Fantastische schilder, daar niet van, maar had hij een even sterk schilderij gemaakt van de vrouw van de bakker, dan had het beslist niet zoveel gekost.''

Schijnwereld

Op de uitnodigingsflyer van de expositie laat Desmet zich - weer met masker - flankeren door de twee Vlaamse topmodellen An Oost en Delfine Bafort. Een verwijzing naar het schilderij van Lucian Freud, maar ook een simulering van een schijnwereld. Eentje waarin hij de pimp is met twee klassedames aan zijn zijde.

Lachend: ,,Dat is dat beetje rock'n'roll in de beeldende kunst die naar mijn bescheiden mening veel te duf is.'' Dat leverde hem al commentaar op van binnen de kunstwereld. Een galeriehouder in Amsterdam kon er bijvoorbeeld niet om lachen. Hij beschouwde de flyer en titel van de tentoonstelling als een aanval op zijn broodwinning.

,,Flauwekul'', zegt Desmet fel, ,,het ontbrak die man duidelijk aan humor. Dat is ook zo klote aan die kunstscene, het moet allemaal zo serieus.'' En daar doet Desmet dus niet aan mee. Met succes overigens. Aan opdrachten immers geen gebrek. Binnenkort gaat hij opnieuw aan de slag voor Las Palmas in Rotterdam, gaat hij een muurschildering maken voor Hugo Boss in Berlijn en werkt hij aan een project om een gedicht op een plastische manier te verwerken in een Belgisch station.

Volgend jaar keert hij terug naar zijn geboorteplaats Deinze voor een expositie in het museum aldaar. Het museum waar hij voor het eerst de Leieschilders zag. Precies ja: die expressionisten wiens invloeden stiekem nog steeds in zijn werk zijn terug te vinden.

De tentoonstelling van Stief Desmet is nog te bezichtigen tot en met zondag 10 juli. Vlaams cultuurhuis De Brakke Grond, Nes 45, Amsterdam. www.brakkegrond.nl www.ravagedeluxe.be

 

Naar boven