|
●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
2005 ● Overzicht
#8
Lees
voor het laatste nieuws de berichten op
Indymedia
Nomaden in beton
I bless the rains down in Africa
Enigszins verdrukt tussen kolossale bouwprojecten aan de Oostelijke Handelskade in Amsterdam, bevindt zich vrijplaats Pakhuis Afrika. Met z'n levendige underground cultuur in het geheel geen lelijk eendje. Dwars tegen de kapitaalstroom in.
Tekst Ioana Tudor mFoto's Mathilde µP
De dame achter mij in de trein heeft haar radio veel te hard aanstaan. Sky Radio, 100.7 FM en in de ether 100.4 FM. Ik kan elk nummer meeluisteren, dertig minuten lang. Een paar bekende tonen bereiken mijn verveelde oren waarna ze zich spitsen: 'It's gonna take a lot to drag me away from you, there's nothing that a hundred men or more could ever do, I bless the rains down in Africa, gonna take some time to do the things we never had.' De gitaarsolo vangt aan, de grijze en groene tinten buiten het raam vertragen in mijn ooghoeken. De conductrice roept de naam van het naderende station door en vanwege de langzame vaart zie ik de tekst 'www.pakhuisafrika.nl' en 'Geef ons de ruimte' op een enorm gebouw langs het spoor staan.
Zin Geef ons de ruimte. De ruimte die twee jaar geleden door 300 mensen is genomen in het oude pakhuis op een twee kilometer lange eiland, de Oostelijke Handelskade te Amsterdam, die sinds kort de Veemkade heet. Honderden krakers en sympathisanten sloegen de breekijzers ineen om dit monumentale pand uit 1883 weer zin te geven, na een leegstand van een aantal jaren. De kraak lukte en twaalf mensen betrokken het gebouw. ,,De afgelopen twee jaar is er elke dag keihard gewerkt om het gebouw geschikt te maken voor bewoning en het ontplooien van culturele activiteiten'', vertelt Jan die aan dezelfde tafel zit als ik. De ruimte waarin ik me bevind is gevuld met mensen die aan het nabuiken zijn van het eten dat hier elke zondagavond geserveerd wordt. Het is een grote woonkamer met banken, stoelen, tafels en een roestkleurige kachel in het midden. De donkere sluier van deze regenachtige avond wordt enigszins verlicht door een raam aan mijn linkerzijde. Vier reepjes glas. Vier stralen licht, vier gelijke uitzichten op het water en op een massieve brug. ,,We zijn twaalf verschillende personen, maar we hebben wel degelijk een gemeenschappelijk doel. We hebben de wil om vrij te zijn en de wil om deze plaats waarin we vrij kunnen zijn te behouden'', vult Berk hem aan. Hij zit naast me en hij is boos. Met zijn 'slang' uit hij zijn onvrede over het beleid van de gemeente en de overdadigheid van onnozele en onnodige regeltjes die worden toegepast om het Pakhuis Afrika onmogelijk te maken diens culturele waarde te behouden.
La Piranha Pakhuis Afrika is een woon-werkproject, maar zou het beste een woon-werkcultuurproject genoemd kunnen worden. Er wonen mensen die hard werken om hun pand bewoonbaar te houden, maar nog belangrijker: er wordt gewerkt om het gebouw te verzekeren van een culturele en creatieve functie. Terwijl ik deze aantekening maak op een stuk verkreukeld papier, wordt er achter mij omgeroepen dat de band gaat beginnen. Ik kijk om en zie een heuse hoek vol apparatuur. La Piranha begint. Zoals elke zondag in deze woonkamer beleeft men een combinatie van open podium, jamsessie en een professionele band. 'I love Dora', zo heet de band van vanavond. Een kleine Spaanse vrouw en een lange Nederlandse man. Hij heeft een laptop en zij een typemachine. Hun spel is intiem. Ik kan het niet laten en kijk om me heen om de reacties te peilen. De immense massieve betonnen pilaren ondersteunen de intimiteit alsof zij willen bewijzen dat ze achter de mensen staan, alsof ze niks anders willen zien dan een kamer vol mensen die streven naar vrijheid. ,,Zullen we dan maar?'' Berk is er klaar voor om een rondleiding te geven. Het ritme van zijn slippers is gelijk aan het ritme van mijn sleutelbos die ik nog aan mijn broek heb hangen. Onze muziek stopt wanneer we ons in de grote zaal bevinden. Mijn ogen springen van het rode podium langzaam langs elke muur, elk vloeroppervlak, elke barhoek, elke poster.
Film ,,Er hebben hier meer dan driehonderd verschillende activiteiten plaatsgevonden'', zegt Berk. ,,Muziek, films, dichters, schilders, punkmarathons, benefieten.'' Zo nu en dan verschijnt er een trotse blik in zijn ogen. Deze blik lijkt een filmprojectie te zijn van de culturele avonden. In mijn hoofd vult de ruimte zich langzaam met lachende mensen, muziek, geklingel van pannen terwijl er voor de bands wordt gekookt achter de bar waar een keukentje staat. De geur van bier vermengt met die van verf doordat er in een hoek een kunstenaar aan het schilderen is. Een stel in de hoek die samen één fanzine aan het lezen zijn in elkaars armen, met hun slapende hond aan hun voeten. Berk kijkt weg en de film stopt. In het donkere trappenhuis vervolgt de rondleiding en om niet te struikelen laat ik mijn hand glijden over de betonnen trapleuning. Mijn hand voelt een beetje verdoofd aan door de wrijving. We komen een verdieping hoger terecht in een grote ruimte, die in het verleden diende voor de opslag van cacao.
Het midden van de ruimte is leeg en daaromheen staan bouwsels, zelfgebouwde kamers waar de mensen in wonen. Het doet sterk denken aan een rustplaats voor nomaden in het bos, wat er mist is het kampvuur. Nomaden van het beton. Berk staat even stil voor het raam in de keuken en geeft antwoord op de vraag die ik hem zojuist stelde. ,,Wat ik zie als ik naar buiten kijk? Ik zie wat er te zien is. Als ik de zon 's ochtends op zie komen of naar het water kijk, dan is dat wat ik zie.'' Een nuchtere constatering waarin tegelijk iets moois en simpels schuilt: het gelukkig zijn met wat zich voor je neus afspeelt en niet hoeven te romantiseren.
Immens Een verdieping hoger. Het atelier. Het wordt absurd om nog te spreken over de grootte van de ruimtes in dit gebouw, omdat ze allen immens zijn. De schilderwerkplaats is er weer zo één. Het netjes opgeruimde interieur oogt als de schilderruimte op een kunstschool. Er staan ezels en in het midden staat een verhoging waarop levende of stille modellen klaargezet kunnen worden voor vastlegging. Hier worden workshops schilderen gegeven door een kunstenaar die in Pakhuis Afrika woont. Ook bevindt zich op deze verdieping een silkscreen drukkerij en wordt er veel gedaan met textiel. Berk babbelt ertussendoor, nog altijd in slang. Zijn telefoon gaat en hij praat perfect Engels. Vandaar die Amerikaanse twist ertussendoor, hij ís Amerikaans. Het wordt steeds donkerder buiten en binnen. De laatste ruimte die we bezoeken ruikt net als de vorige, naar uiterste creativiteit. In deze zaal is een hoekje ingericht voor Afrikaans dansen. Berk wijst dingen voor me aan die daarop wijzen, echter door de donkerte kan ik ze nog amper zien. Ik loop tegen een touw aan en zie dat je hier ook aan muurklimmen kan doen. De deur naar het dak gaat open, waardoor er licht naar binnen valt. Alles wat ik had gedacht te hebben gezien, heb ik ook daadwerkelijk gezien. Buiten staat heel Amsterdam te wachten. Op het dak is het uitzicht naar de duizenden lichtjes van de stad zowel indrukwekkend als betuttelend. ,,Ja, ik ben ontzettend gelukkig in dit gebouw'', zegt Berk. ,,Ik heb hier de ruimte om alles te doen wat ik wil. En dat geldt voor alle mensen hier.'' Hij vertelt me dat de activiteiten die in Pakhuis Afrika plaatsvinden aangeboden worden door zowel de bewoners als door mensen van buiten die nergens anders de ruimte hebben of kunnen krijgen om hun ding te doen. Op het gebied van alle disciplines die je je maar kan bedenken.
Vrijplaats En Amsterdam probeert deze activiteiten te belemmeren. Want naast duizend lichtjes heeft het ook even zovele onredelijke regeltjes waar men zich aan moet houden. Het grootste probleem, volgens de officiële instanties, is de brandveiligheid. Hoewel de bewoners op eigen initiatief erg veel veiligheidsmaatregelen hebben genomen en een verantwoordelijke houding innemen naar hun publiek, waardoor Pakhuis Afrika een veilige uitgaansgelegenheid is, lijkt het nooit genoeg te zijn. Daarom gaan de bewoners proberen om Afrika tot officiële vrijplaats te laten uitroepen. ,,We zijn al een vrijplaats maar dat willen we zo houden. Wij willen dat de stad erkent dat een vrijplaats als Afrika een speciale en noodzakelijke eis is voor de stad. Wij willen dat zij ons constructief helpen of ons met rust laten om het pand verder te kunnen ontwikkelen'', merkt Berk strijdvaardig op. Hun doel is om ervoor te zorgen dat er vanuit de gemeente zal worden gedoogd dat Pakhuis Afrika een kraakpand is waar verschillende culturele activiteiten plaatsvinden en waar aan veiligheid wordt gedacht, zonder aan al die kleine regeltjes te hoeven voldoen waar een commercieel bedrijf aan moet voldoen. ,,We zullen met dit voorstel naar de gemeente stappen'', vervolgt Berk. Ik zit in het midden van de kamer bij de kachel en terwijl Pauline net begonnen is met spelen tijdens de jamsessie, Jan in gesprek is met een vriendin en Berk vrolijk om zich heen kijkt, loop ik naar buiten en zie een trein voorbijrijden. Ik kan de inzittenden zien en ben er van overtuigd dat er één van hen op dit moment naar het gekraakte pakhuis kijkt, terwijl iemand anders z'n radio veel te hard aan heeft staan en een beursgedraaid popnummer een link legt naar ruimte en vrijheid. Sky radio zal eens een revolutie ontketenen, ik weet het zeker.
|
|
|