Ravage #8, 10 juni 2005 m

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2005    ● Overzicht #8


Geweld blijft fascineren

Opvallend programmaonderdeel van het 21e Fantastic Film Festival is 'How Far Can Too Far Go', een symposium en een filmprogramma gewijd aan films die taboes doorbreken. Het gaat hierbij niet alleen over genrefilms, zoals horror en dergelijke, maar ook over arthousefilms.

Tekst Ulrik van Tongeren

Twee sleutelfilms die stevig de discussie op gang zullen weten te brengen zijn de Belgische horrorfilm Calvaire van Fabrice Du Welz en de Amerikaanse horrorthriller Saw van regisseur James Wan. Calvaire oogt als een arthousefilm en handelt over de helletocht van een zanger van het levenslied die strandt in een dorpje in de Ardennen en overgeleverd raakt aan een stel psychopathische types.

De debuutfilm van de Waalse regisseur is hoe dan ook een opmerkelijke productie. De film past naadloos in de traditie van de subversieve horror en actiefilms als Deliverance, Straw Dogs en The Hills have eyes, maar bevat tevens de dreinende Europese moordlust van het Franse Irreversible van Gaspar Noe.

Calvaire is op het oog een simpel verhaal over een verdwaalde ziel, die met de moed der wanhoop probeert te overleven in een bijna middeleeuws woest universum. Het is niet niks, mishandeld, vastgespijkerd en verkracht worden, dat is wat de hoofdpersoon onder meer overkomt. Wonderbaarlijk genoeg wordt al dat geweld terughoudend in beeld gebracht. De regisseur is erin geslaagd om zowel de hongerige filmliefhebber van de horror als die van de diepzinnige arthouse stof tot nadenken te geven.

Saw daarentegen is een meer traditionele Amerikaanse seriemoordenaars-geschiedenis over twee mannen die opgesloten en vastgeketend zijn in een smerige betegelde ruimte. De belangrijke rol van een zaag zorgt er bovendien voor dat de kijker op het puntje van de stoel zal blijven zitten.

Evenals Calvaire is Saw een zeer verontrustende film vol lijfelijk geweld. Valt er in Calvaire met enige moeite nog ironie te bespeuren en kan er in het begin nog gelachen worden om de bizarre dorpsbewoners, Saw daarentegen is doodserieus. De kijker wordt in een ijzeren gruwelgreep gehouden.

Beide films grijpen overduidelijk terug op de grote horrortraditie uit de jaren '70 toen regisseurs als Tobe Hooper, Wes Craven en George Romero nog films produceerden die taboe doorbrekend waren en we nog niet overgeleverd waren aan de status quo van het ironiserende stripgeweld waar de film- en tv-wereld nu bol van staan.

Ook leggen beide films op fraaie wijze het wegkijk syndroom bloot. Waarom blijven mensen toch naar beelden kijken die ze eigenlijk niet willen zien, of waarom sluiten ze juist de ogen wanneer er iets bloedstollends dreigt te gebeuren? Blijkens de reacties op Saw en Calvaire kunnen mensen nog schrik aangejaagd worden met gruwelijkheden en zijn ze nog steeds niet afgestompt en onverschillig voor geweld.

Daarom is het belangrijk dat er filmmakers zijn die de mechanismen van het geweld blootleggen en de filmkijker stof tot nadenken geven. Filmkunst is nog steeds een weerspiegeling van maatschappelijke processen en situaties. Het kan niet ontkend worden dat de wereld bol staat van oorlog en geweld. Juist de tomeloze lijfelijkheid van het geweld in horrorfilms raakt het hart van de zaak. Misschien is dit filmgenre het laatste gebied waar nog ongegeneerd geprovoceerd kan worden.

.....................

Luie zondag

Gek dat op de een of andere manier een kleine film even wat langer kan blijven nazinderen in de herinnering dan een groot spektakelstuk. Temporada de patos van de debuterende Mexicaanse regisseur Fernando Eimcke is zo'n film.

Twee jochies, die alleen gelaten zijn in een flat met een tv en hun Xbox, in het 25 miljoen zielen tellende Mexico Stad, proberen de luie zondag door te komen. Stroomstoringen onderbreken regelmatig hun spelletje, en ook een buurmeisje en een pizzabezorger zorgen voor ongemak en verstrooiing.

In zwart-wit geschoten en in een ijzingwekkend rustig tempo lijkt de film op een Mexicaanse versie van Stranger Than Paradise van Jim Jarmusch, ook al zo'n 'kleine' zwart-wit film over eenzaamheid en verveling.

Je kan uit deze film peuren dat pubers overal op de wereld met ongeveer dezelfde probleempjes worstelen, en dat vervreemding en eenzaamheid ook een universeel gegeven zijn. Wat vooral opvalt is dat het mogelijk is met weinig middelen een beklijvend filmpje te maken, die ook nog iets vertelt over de menselijke staat. (UvT)

 

Naar boven