|
●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
2005 ● Overzicht
#8 'Gezocht wegens apenmoord'
Anders dan de titel wellicht doet vermoeden, is 'De slag om de chimpansees' van Patrick Meershoek alles behalve een opsomming van acties tegen het primatencentrum BPRC in Rijswijk. De schrijver schetst een compleet en historisch onderbouwd beeld van de strijd om de chimpansees van het Biomedical Primate Research Centre, van zowel voor als achter de schermen.
Tekst Lousco Grasman
Meershoek beschrijft in zijn boek niet alleen de wereldwijde opmars van het gebruik van chimpansees als 'ideaal' proefdier en de komst van de eerste aapjes naar Rijswijk eind 1964. Hij staat ook uitgebreid stil bij het groeiende internationaal protest tegen het gebruik van proefdieren halverwege de jaren '70 (Peter Singer) en de steeds feller wordende acties tegen het proefdiercentrum in Rijswijk. Die hebben uiteindelijk in 2003 geleid tot een wettelijk verbod op dierproeven met mensapen en een pensioenregeling voor de chimpansees. Alles komt aan bod, inclusief het repressieve politieke klimaat dat zich na de moord op Pim Fortuyn in Nederland ontwikkelt, de recente discussie in de Tweede Kamer over de vraag of radicale dierenactivisten nu wel of niet als 'terroristen' dienen te worden opgejaagd, en het terugdraaien van verworven dierenrechten. Zelfs het testament van Coen dat de dierenorganisatie Proefdiervrij tijdens een actie in de Tweede Kamer voordroeg, heeft Meershoek in zijn boek opgenomen. Coen is de chimpansee die binnen de muren van het BPRC als eerste in Europa besmet raakte met het hiv-virus en op 29 januari 2002 ineens dood in zijn hok werd aangetroffen,
Bijl in deur De schrijver is erin geslaagd aan de hand van tientallen interviews met (radicale) dierenrechtenactivisten, (ex)medewerkers en onderzoekers van het BPRC, andere wetenschappers en politici, een interessant en veelzijdig inkijkje te geven in zowel de publieke als interne discussies van de betrokken partijen. Vooral de persoonlijke dimensie - wat beweegt activisten, hoe zijn ze betrokken geraakt en wat doen de acties met de medewerkers van het proefdierlaboratorium, etc n maakt het boek zeer de moeite waard. Zo vertelt toenmalig directeur van het proefdiercentrum, Arthur van Es, hoe hij, na publicatie van het zwartboek van de Dierenbescherming over de misstanden in het BPRC in 1985, zelf het doelwit werd van acties. Op een dag trof hij bij thuiskomst een bijl aan in zijn voordeur. ,,Mijn vrouw en kinderen zijn naar ons oude huis in Limburg vertrokken. Zij konden de spanning niet meer aan'', vertelt Van Es. Hij voelde zich destijds niet gesteund door politie noch TNO, waar het BPRC toen nog deel vanuit maakte. Na een jaar te hebben geleefd achter een kogelvrije deur hield hij het voor gezien en nam ontslag. Meershoek wijdt een apart hoofdstuk aan het radicaal dierenactivisme, dat vooral vanaf eind 2000, na vertoning van afschuwelijke beelden in de media en berichten van klokkenluiders over de misstanden in het BPRC, goed op gang is gekomen. Zo werd microbioloog en adjunct-directeur van het BPRC, Peter Heidt, op een dag door een activist van de weg gedrukt en uitgescholden voor moordenaar. Heidt had even daarvoor vijftig posters met daarop zijn hoofd met de tekst 'Gezocht wegens apenmoord: P. Heidt' los moeten peuteren in zijn woonomgeving. ,,Dan gaat er wel wat door je heen'', vertelt Heidt. ,,Je vraagt je af waar de grens ligt van wat wel of niet kan. Wat ik doe is niet verkeerd. Als de maatschappij besluit geen dierproeven te laten doen, houden we er onmiddellijk mee op.'' Als Heidt echter aangifte doet, spreekt de rechter de activist vrij. Hij ziet in het roepen van 'moordenaar' geen reden voor strafoplegging. ,,Dat maakt het zo lastig. Deze mensen wandelen langs de grenzen van de wet. Zij weten precies wat wel en niet is toegestaan'', verzucht Heidt. Hem rest niets anders dan voorzichtig te blijven.
Bonzen mag De bezettingen van het primatencentrum, vernielingen van pinautomaten van de ABN-Amro, huisbankier van het BPRC, en de huisbezoeken bij medewerkers van het BPRC, staan vooral op het conto van Actiecampagne Koen. Met de nodige moeite is het Meershoek gelukt een drietal actievoerders van Koen, doorgaans niet zo happig op de pers, persoonlijk te ontmoeten. Zij benadrukken geweldloze actie voor te staan, met respect voor mens en dier. 's Avonds gemaskerd bij personeel van het BPRC op de ramen bonzen moet kunnen, vinden ze. ,,De medewerkers kiezen ervoor om bij het BPRC te werken. Zij kunnen ook een andere baan zoeken. De apen hebben die vrijheid niet. Zij kunnen niet zeggen: ik doe vandaag niet mee aan een experiment'', aldus 'Bart'. 'Sita' beschouwt de acties van Koen vooral als burgerlijke ongehoorzaamheid. Ze heeft weinig vertrouwen in de democratische besluitvorming. ,,Als je moet wachten op de politiek is er over twintig jaar nog steeds niets veranderd.'' Door enerzijds het publiek via folders bewuster te maken van het feit dat dierproeven grotendeels met hún belastinggeld betaald worden, en anderzijds het BPRC en gelieerde bedrijven zoveel mogelijk financieel te schaden, hoopt Koen het centrum zo snel mogelijk gesloten te krijgen.
BPRC nieuwe stijl Het BPRC had al lang dicht kunnen zijn. Naast de chimpansees hadden nu ook alle andere apen bevrijd kunnen zijn uit deze apenhel, ware het niet dat de 'dierenvrienden' van de Sophia Vereeniging hier een stokje voor staken. Op 17 oktober 2000, één dag voor het overleg met alle betrokken dierenbeschermingsorganisaties bij de CEECE-campagne, laat de Sophia Vereeniging zich onder druk zetten van de politiek en schenkt het noodlijdende BPRC op eigen houtje 25 miljoen gulden voor verbetering van de leefomstandigheden van de proefdieren. Een keerpunt voor het instituut. In plaats van gedoemd tot afbouw vanwege het belabberde dierenwelzijn, is het in 1996 verzelfstandigde primatencentrum in één klap gered van het faillissement. Ook de politiek komt nu met 15 miljoen over de brug. De CEECE-campagne, geïnitieerd door de Britse Janie Reynolds, kan haar beoogde scenario van sluiting van het gehele BPRC nu op haar buik schrijven. Nog voor het begin van de campagne is de met moeite gevormde coalitie van internationale dierenbeschermingsorganisaties al uit elkaar gespeeld. Van het ministerie van OC&W ontvangt de Sophia Vereeniging, nadat zij inmiddels zélf mikpunt is geworden van woedende dierenrechtenactivisten, een troostend bloemetje. Wordt de Sophia Vereeniging nu door dierenbeschermers uitgekotst, aan de andere kant wordt zij als enige waardige gesprekspartner binnengehaald van alles wat zich met proefdieren bezighoudt, en tot op politiek niveau betrokken bij de besluitvorming ten aanzien van het BPRC nieuwe stijl. Het boek bevat verder uitstapjes naar de geschiedenis van de Nederlandse dierenrechtenbeweging, inclusief de voortdurende haat en nijd tussen de verschillende bloedgroepen, én leuke anekdotes. Zoals de coup die jonge studenten begin jaren '80 pleegden binnen de slapend rijk geworden Anti-Vivisectie Stichting, de 'Kooi-acties' uit de jaren '80 en '90 van de bijna 80 jaar oude radicale dierenactiviste Marion Bienes en de ontwikkeling van Stichting AAP, dat ooit begon met de opvang van dieren op een gewone etagewoning in Amstelveen. Het boek steekt knap in elkaar. Alleen op het laatst iets van herhaling en wellicht niet altijd even duidelijk doordat de auteur voortdurend heen en weer springt in de tijd, maar er zitten echte juweeltjes tussen.
Patrick Meershoek, 'De slag om de chimpansees': uitgeverij L.J. Veen, paperback, 17,50 euro, 256 blz. ISBN 90 204 0668 X
|
|