Ravage #6, 29 april 2005 m

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2005    ● Overzicht #6


Kleptomanische journalistiek

Gedurende de vijf jaar dat Nico Haasbroek hoofdredacteur was van zijn geliefde Journaal, liep hij met z'n ideeën over vernieuwing voortdurend met de kop tegen de muur. ,,Het is nodig dat het programma zich onderscheidt van de ander, origineel zijn is mijn motto: andere nieuwsbronnen aanboren, meer zelf de straat op gaan.''

Tekst Alex van Veen

Het Journaal van 13.00 uur in huize Haasbroek. Kamerleden van de oppositie lopen voor de zoveelste maal te hoop tegen het kabinet Balkenende. Ditmaal krijgt het pleidooi voor herijking van normen en waarden in de samenleving het flink te verduren. Nico Haasbroek irriteert zich zichtbaar. ,,Alweer een item over de Haagse politiek, waarom gaat de redactie de buurten niet in?''

Haasbroek was van 1997 tot 2002 hoofdredacteur van het Journaal. Gedurende deze periode heeft hij voor Gooise matrasbegrippen een ongekende vernieuwingsdrang tentoon gespreid met als ultieme doel af te rekenen met de voorspelbare invulling van het meest bekeken nieuwsprogramma. Veel van z'n plannen zijn gesneuveld. Bij het instituut NOS RTV zitten ze kennelijk niet te wachten op een frisse wind.

Nadat z'n collega's op de redactie het vertrouwen in hem hadden opgezegd, hield Haasbroek de eer aan zichzelf door te besluiten als hoofdredacteur terug te treden. Hij had in een tv-interview kritiek geuit op parlementair verslaggever Job Frieszo, zo luidde de officiële verklaring. Frieszo vergeleek aan de vooravond van de verkiezingen in het Journaal het partijprogramma van Pim Fortuyn met dat van de extreem-rechtse Centrum Democraten.

Haags nieuws

Drie jaar later wil Nico Haasbroek (1943) niet meer over z'n ontslag praten. Wie geïnteresseerd is in de slangenkuil van NOS RTV doet er goed aan het boek 'Journaaljaren' te lezen. Aan de hand van dagboek-aantekeningen legt Haasbroek een wereld van conservatisme, achterkamertjespolitiek en vooral veel slappe knieën bloot. Op openhartige wijze schetst hij een onthutsend portret van Nederlands meest vooraanstaande massamedium.

Gezeten in de werkkamer van z'n statige woning aan de Rotterdamse Mathenesserlaan praat Haasbroek veel liever over het functioneren van het Journaal. Zoals de obsessie van de redactie voor wat zich op het Binnenhof afspeelt. ,,Er wordt teveel aandacht besteed aan politiek nieuws uit Den Haag. De verhoudingen zijn zoek.''

In Journaaljaren beschrijft Haasbroek dat politiek weliswaar belangrijk is, maar slechts een bescheiden onderdeel uitmaakt van wat er om ons heen gebeurt. De focus op kwesties is belangrijker dan op mensen. Let's talk issues en niet voortdurend achter de poppetjes aanrennen, aldus Haasbroek. Het binnenlandse nieuws ligt al lang niet meer vooral op het Binnenhof, bij kabinet en parlement, maar steeds meer op de ministeries, bij onafhankelijke onderzoeksinstellingen en in de maatschappij.

Vrij snel na zijn komst bij NOS RTV heeft Haasbroek in een vergadering van de leiding en ook in het overleg met directeur Ruurd Bierman gezegd dat hij graag het initiatief wilde nemen om de Haagse redactie en wijze waarop de politieke berichtgeving tot stand komt ingrijpend te vernieuwen. Hij kreeg daarvoor binnen het kernteam, waartoe Henk van Hoorn (Radio 1 Journaal) en Lars Andersson (NOS Actueel) behoren, onvoldoende steun.

Tevens roerde hij de groeiende invloed van de Europese besluitvorming in Brussel aan. Haasbroek: ,,Zo'n vijftig procent van onze wetgeving wordt tegenwoordig op Europees niveau bepaald. De kijker heeft recht op dit soort informatie, al is het kostbaar. En vergeet de gemeentelijke politiek niet. Kijk bijvoorbeeld naar wat er zich hier in Rotterdam allemaal afspeelt. Ik begrijp die fixatie op Den Haag niet.''

Agendajournalistiek

Wie vanaf 's ochtends vroeg het nieuws volgt dat door de massamedia wordt geproduceerd, komt 's avonds tot de conclusie dat in grote lijnen dezelfde onderwerpen de revue zijn gepasseerd. Teletekst, dagbladen, de nieuws- en achtergrondrubrieken van radio en tv: ze lijken elkaar klakkeloos na te apen. Is that all what there is?

,,RTL Nieuws en het Journaal lijken veel meer op elkaar dan dat ze zich van elkaar onderscheiden'', beaamt ook Haasbroek. ,,Het is een algemeen probleem. Het heeft te maken met input en output. Als je allemaal hetzelfde erin stopt, komt hetzelfde er ook weer uit. De hedendaagse pluriformiteit in de media is veel te klein.''

Volgens Haasbroek wordt NOS-teletekst in journalistieke kringen als een soort van leading journalism beschouwd. ,,Wat er op teletekst verschijnt zie je terug in de kranten en op tv. Ik noem dit agendajournalistiek. Maar als jij als redactie je input zodanig organiseert dat je voornamelijk uitgaat van de inhoud van een persbureau, dan gaat het wel om heel essentiële dingen. Want wie weet hoe de agenda van een persbureau werkt? Dat weten de instituties, zoals de kerken, vakbonden, politieke partijen, rechtbanken. Die weten het ANP wel te vinden.''

,,Daarnaast jat iedereen maar van elkaar'', vervolgt Haasbroek. ,,Bij de televisie luisteren we naar de radio, kijken we naar teletekst en lezen de krant. Op de krantenredactie staat het Journaal en RTL Nieuws aan, luisteren ze naar de radio en lezen ze teletekst. In feite is het een vorm van zelfbedrog, omdat je allemaal uit dezelfde bron put.''

Dat de nieuwsselectie wordt gekopieerd komt voort uit concurrentiewerking. ,,Als massamedium kan je twee dingen doen: je maakt een deal en doet exact hetzelfde als je concurrent, waarmee je beiden de helft van de markt bestrijkt. Of je spreekt af dat de een dit doet en de ander dat. Het laatste geniet mijn voorkeur, maar het komt niet tot stand omdat men bang is iets belangrijks te zullen missen dat wél door de concurrent wordt belicht. Die angst leidt ertoe dat je allemaal hetzelfde doet. Een dodelijk fenomeen.''

Dominante kijkcijfers

Het Journaal wordt bekostigd door een jaarlijkse bijdrage van rond de 27 miljoen euro, 330 euro per minuut. Dit is voornamelijk belastinggeld, aangevuld met inkomsten uit de tv-reclame. Waarom zou er dan geconcurreerd moeten worden met RTL Nieuws en vaart het Journaal niet haar eigen pluriforme koers?

Ook Haasbroek vindt het argument van concurrentie onzin, maar weet tegelijkertijd dat het nu eenmaal zo werkt op de redactie. ,,De meeste mensen die bij de publieke omroep werken kijken 's ochtends op teletekst naar de kijkcijfers van hun programma. Dat is nergens voor nodig. Ik geef de voorkeur aan betere voorlichting met lagere kijkcijfers.''

De overheid stelt geen norm aan het minimum aantal kijkcijfers, dat doen de omroepen namelijk zelf. ,,Terwijl ze mij altijd ten onrechte hebben voorgehouden dat die norm door de overheid wordt vastgesteld'', zegt Haasbroek verbouwereerd, om nog maar eens te benadrukken dat ze in Hilversum de weg een beetje kwijt zijn.

In Journaaljaren beschrijft Haasbroek verschillende interessante initiatieven die in zijn ogen hadden moeten leiden tot een meer eigen berichtgeving. ,,Het is nodig dat het programma zich onderscheidt van de ander, origineel zijn is mijn motto: andere nieuwsbronnen aanboren, meer zelf de straat op gaan.''

Zo werd er bij aanvang van zijn werk met de redactie een rollenspel gespeeld, waarbij de deelnemende journalisten van het Journaal met de neus op de nieuwsfeiten in hun eigen woonomgeving, zelfs in eigen huis, werden gedrukt. Haasbroek besteedde met hen meer aandacht aan onderzoeksjournalistiek, regionieuws en trends. Hoewel het Journaal op bepaalde onderdelen is vernieuwd, bleek het al gauw een onmogelijke missie. ,,De angst om een standaardnieuwsitem te missen is op de redactie te groot'', verzucht Haasbroek.

Vervlakking

Naast het feit dat de massamedia in grote lijnen hetzelfde nieuws brengen, blijkt de een nauwelijks van de ander onder te doen als het gaat om de wijze van presentatie. Bij 'grote' nieuwsfeiten is op de plek des onheils sprake van een ongekende hoeveelheid journalisten en fotografen, terwijl de tv-rubrieken hun SNG's, mobiele reportagewagens, aan de rand van de happening parkeren.

Recente voorbeelden zijn de dagelijkse doodsaaie reportages rond de dood van Bernhard, de belegering van de woning in het Haagse Laakkwartier, de tweede brandstichting bij de school in Uden en de vechtpartij in Venray. Gebeurtenissen waarbij relatief weinig gebeurt, zodat de gestationeerde journalisten van het Journaal zelf op zoek gaan naar nieuws. Dit resulteert veelal in uitvergrote incidenten, muggen worden olifanten.

Haasbroek herkent de kritiek, maar heeft er zichtbaar moeite het werk van z'n voormalige collega Hans Laroes, momenteel hoofdredacteur van het Journaal, openlijk te hekelen. ,,De media in z'n algemeenheid is door de revolte van Fortuyn behoorlijk van slag. De les die men eruit heeft getrokken is dat men meer bezig moet zijn met wat er speelt in de samenleving, minder met de politiek. Of, zoals Laroes het verwoordt, de staat met de straat verbinden.''

Dit nobele streven wordt in de praktijk gekoppeld aan een actueel voorval. ,,Men gaat enkel naar een buurt als Laakkwartier of Uden omdat er zich iets heeft afgespeeld dat nieuwswaarde heeft. De vraag is of dit altijd goed gebeurt. In de studio moet door de verantwoordelijke eindredacteur worden beslist of het de moeite van het uitzenden waard is. Daar worden wel eens fouten bij gemaakt.''

De kritiek al zou de media te sensationeel berichten is zo sterk dat volgens Haasbroek het idee ontstaat al zou de media de nieuwsfeiten zelf creëren. ,,Nee, er is een ander begonnen. De media beleven er geen plezier aan om sensationeel bezig te zijn. Als dat effect ontstaat dan is dat eerder het gevolg van een bepaald onvermogen om het op een verantwoorde manier te doen. Het medium televisie versterkt dit effect.''

Stemmingmakerij

Massamedia kunnen heersende gevoelens van onbehagen in de samenleving versterken. Zeker als ze van elkaar het nieuws kopieëren waarbij criminaliteit, fundamentalistisch en racistisch geweld de boventoon voeren. De kijker wordt zodoende opgescheept met een negatief wereldbeeld dat nauwelijks aansluit bij de werkelijkheid op straat.

Volgens Haasbroek is het de taak van het Journaal om ook nieuwsfeiten als de tweede brandstichting in Uden, resulterend in een geringe schade, te belichten. ,,Je moet het in ieder geval opmerken, het was de tweede keer in een half jaar tijd. De vraag is of je het zo moet brengen als het Journaal heeft gebracht. Het is wat overdone om op de eerste avond, luttele uren na het voorval, al meteen de burgemeester bepaalde vragen voor te leggen die ook zij niet kan beantwoorden.''

Dat het nieuws uit Uden werd gelardeerd met beelden van de brand van een half jaar geleden, begrijpt Haasbroek wel. ,,Maar het klopt dat je daarmee het effect versterkt, want de eerste brand was veel omvangrijker dan de tweede. Je kan redeneren dat in de hoofden van de kijker het zware beeld blijft hangen. Aan de andere kant vind ik dat je de kijker nooit mag onderschatten. De gemiddelde Nederlander is slim genoeg om het nieuws zelf te kunnen duiden, maar ook daarover wordt sterk van mening verschild.''

Het Journaal samenstellen blijft mensenwerk, er worden fouten gemaakt. ,,Het is van belang dat fouten achteraf worden erkend en worden gecorrigeerd, dat gebeurt ook. Zodra er een misser wordt gemaakt hangen er al gauw andere redacteuren een de lijn om dat te melden. Men corrigeert elkaar. Maar de kwaliteit van de eindredacteuren verschilt enorm.''

Politiek correct

Er is niks mis met politiek correct gedrag maar het mag van Haasbroek geen doorslaggevend criterium zijn bij de nieuwsselectie. Hij kan zich een incident herinneren in de Haagse Schilderswijk, waarbij een islamitische slagerij in brand werd gestoken. ,,Op de redactie vond men dit verschrikkelijk, maar ik zei dat de winkel net zo goed door de eigenaar zelf in brand kon zijn gestoken.''

Dat bleek later ook het geval. ,,Op het moment dat ik dat zei werd ik daar vreemd op aangekeken, terwijl het mijn taak als journalist is om alle mogelijkheden de revue te laten passeren. Men gaat er dan op de redactie te snel vanuit dat het een daad van rechts-extremisme betreft. Alles ligt enorm genuanceerd. Ik vond destijds dat de redactie zich in een bepaalde periode teveel liet leiden door politiek correcte afwegingen. Gelukkig is die houding inmiddels veranderd.''

Stadsgenoot Pim Fortuyn was een persoonlijke vriend van Haasbroek. Al begin jaren '90 vertelde Fortuyn op Radio Rijnmond, waar Haasbroek toentertijd werkzaam was, dat hij ooit minister-president zou worden. Nadat Fortuyn zich in 2001 verkiesbaar stelde voor Leefbaar Rotterdam, bespeurde Haasbroek een enorme bereidheid onder de Rotterdammers om op de man te gaan stemmen.

Haasbroek vroeg zijn redactie om daarover een reportage te maken, waarna politiek correcte medewerkers zeiden dat het Journaal daar niet al teveel aandacht aan moest besteden. ,,Ze vonden Fortuyn aanvankelijk een racistische griezel die moest worden doodgezwegen. Later gaven ze me gelijk en werd Fortuyn adequaat belicht. Op de miskleun van Frieszo na.''

Koninklijke NOS

Dat de journalistiek partijdigheid wordt verweten omdat de meesten links zijn en stemmen, gaat er bij Haasbroek niet in. ,,Ik kan daar niks mee. De meeste journalisten zijn links, zelf die van Elsevier, omdat ze te maken krijgen met veranderingen in de samenleving, met onrecht. Dat maakt je vanzelf een beetje links. De meeste journalisten weten daar goed mee om te gaan, maar er zijn ook journalisten die later politicus zijn geworden, of voorlichter.''

Ook het verwijt dat de NOS de koninklijke familie promoot, is niet aan hem besteed. In de omroepwet is nu eenmaal vastgelegd dat de NOS naast nieuws speciale aandacht besteedt aan politiek Den Haag en het koningshuis. ,,Er zijn protocollen waarin staat beschreven hoe begrafenissen zoals die van Bernhard geregeld moeten worden. Die zijn afgesproken, dat hoort bij de wettelijke taak van het Journaal.''

Nu Haasbroek geen hoofdredacteur meer is wil hij ook geen waardeoordeel vellen over de huidige programmering. ,,Ik heb die uitzendingen over de dood van Bernhard ook niet zo goed gevolgd, vooral omdat het koningshuis mij niet zo interesseert. Je zegt zelf al dat je het niet kon aanzien, moet ik dat dan ook zeggen? Vind je dat een leuke quote?''

Veel medewerkers van het Journaal lopen over van ontzag en onderdanigheid voor de koninklijke familie. ,,Een deel heeft in hun privéleven contacten met leden van het koninklijk huis. In die zin zit men er bovenop'', zegt Haasbroek. Als lid van de leiding van NOS RTV pleitte hij destijds voor een pragmatische benadering van het koninklijke gebeuren, louter gebaseerd op nieuwsfeiten.

Is het toeval dat de Oranjes sinds het ontslag van Haasbroek niet meer uit het Journaal zijn weg te slaan en dat de kritische noot nagenoeg verdwenen is? ,,Als dat al de reden zou zijn voor mijn ontslag, dan heeft het eerder te maken gehad met mijn opvatting over Fortuyn dan het koningshuis'', antwoordt hij resoluut.

Journaaljaren - Nico Haasbroek: een openhartig en kritisch boek over het reilen en zeilen van de Nederlandse journalistiek. Uitgeverij Vassallucci, ISBN 90 5000 585 3.

 

Naar boven