Grensoverschrijdend
protest tegen Urenco
Het
Duits-Nederlands anti-Urenco Overleg, waarin een aantal anti-kernenergiegroepen
uit Twente en Münsterland samenwerken, organiseert komend jaar
op 22 april een demonstratie. Op die dag is het twintig jaar geleden
dat er een ernstig ongeval plaatsvond in de kerncentrale van Tsjernobyl.

tekst
Jan Schaake
Dit
is één van de uitkomsten van een informatie- en strategiedag
tegen Urenco die op 1 oktober jl. in Enschede werd gehouden. Zowel in
de Duitse als de Nederlandse anti-kernenergiebeweging ligt de nadruk
van het protest op de kerncentrales en het probleem van het kernafval.
Daarbij wordt vaak vergeten dat er een compleet nucleair traject wordt
gevolgd voordat de splijtstofstaven in de kerncentrales gebruikt kunnen
worden. Hierbij speelt uraniumverrijking een belangrijke rol.
Meer
dan 10 procent van al het in kerncentrales gebruikte uranium wordt in
Almelo en Gronau verrijkt en dat marktaandeel stijgt. Tijdens de bijeenkomst
vertelde Jacob Visser van Milieudefensie Hengelo op welke wijze deze
club vorig jaar bij de Raad van State de vergunning voor een forse uitbreiding
van Urenco heeft laten vernietigen en hoe men zich nu voorbereid op
de aanvraag voor een nieuwe vergunning.
Aan
Duitse zijde van de grens is het lastiger voor milieuorganisaties om
juridische procedures tot het einde toe voort te zetten. Daar moeten
ze het meer hebben van beïnvloeding van de publieke opinie zodat
de inwoners van Gronau en omstreken zich hopelijk nog eens massaal tegen
de aanwezigheid van Urenco zullen gaan verzetten.
Een
in dit opzicht belangrijk aspect zijn de transporten van uraniumhexafluoride
die in grote omvang tussen de Urenco-vestigingen in Almelo en Gronau
en de havens van Rotterdam, Bremen en Hamburg over het spoor plaatsvinden.
Het feit dat deze transporten niet door Enschede mogen rijden en dus
vanuit Gronau met een enorme omweg naar Rotterdam vervoerd moeten worden,
biedt mogelijkheden voor lokale acties.
Bart
Meinen van Neno heeft vijf jaar geleden een onderzoek gedaan naar de
mate waarin de gemeentelijke rampenplannen tussen Oost-Nederland en
Rotterdam op de zeer giftige en radioactieve uraniumhexafluoride transporten
waren voorbereid. De conclusie dat dit nauwelijks het geval was, zorgde
er destijds voor dat het rapport integraal in het blad Binnenlands Bestuur
werd gepubliceerd. Tijdens de bijeenkomst in Enschede werd voorgesteld
om te onderzoeken of er inmiddels sprake is van verbetering.
Bij
uraniumverrijking wordt naast een voor kerncentrales bruikbare hoeveelheid
verrijkt uranium, een veelvoud van die hoeveelheid aan onbruikbaar verarmd
uranium geproduceerd. In de Verenigde Staten wordt een deel van dat
verarmd uranium in munitie en bepantsering van militaire voortuigen
toegepast. De Urenco-vestigingen voeren het verarmd uranium af naar
de Oeral waar het door een Russische fabriek gedeeltelijk wordt omgezet
in 'natuurlijk uranium', dat vervolgens weer door Urenco als grondstof
wordt afgenomen.
Wat
er met de rest van dit radioactieve goedje (ook weer een veelvoud van
de hoeveelheid 'natuurlijk uranium') gebeurt is onduidelijk. Vorig jaar
zijn er contacten gelegd met lokale milieugroepen die gevestigd zijn
rond deze Russische fabriek en de locaties waar het afval wordt opgeslagen.
Zo moeten er ook connecties volgen met lokale groepen rond de derde
Urenco-fabriek in het Britse Capenhurst, de nieuwe Urenco-fabriek in
New Mexico en die in het Franse Pierrelat.
De
eerstvolgende informatie- en strategiedag tegen Urenco zal op zaterdag
4 maart 2006 in Gronau plaatsvinden. Terwijl we nu vooral hebben gekeken
naar wat er met het afval van Urenco gebeurt (het verarmd uranium) zullen
we dan de verbinding leggen met de grondstoffen van Urenco en de verwoestende
uitwerking van uraniummijnen in veelal door inheemse volkeren bewoonde
gebieden.
meer
info over dit onderwerp: home.hetnet.nl/~antinucleair/