Ravage #13, 14 oktober 2005 m

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2005    ● Overzicht #13


Grensoverschrijdend protest tegen Urenco

Het Duits-Nederlands anti-Urenco Overleg, waarin een aantal anti-kernenergiegroepen uit Twente en Münsterland samenwerken, organiseert komend jaar op 22 april een demonstratie. Op die dag is het twintig jaar geleden dat er een ernstig ongeval plaatsvond in de kerncentrale van Tsjernobyl.



tekst Jan Schaake

Dit is één van de uitkomsten van een informatie- en strategiedag tegen Urenco die op 1 oktober jl. in Enschede werd gehouden. Zowel in de Duitse als de Nederlandse anti-kernenergiebeweging ligt de nadruk van het protest op de kerncentrales en het probleem van het kernafval. Daarbij wordt vaak vergeten dat er een compleet nucleair traject wordt gevolgd voordat de splijtstofstaven in de kerncentrales gebruikt kunnen worden. Hierbij speelt uraniumverrijking een belangrijke rol.

Meer dan 10 procent van al het in kerncentrales gebruikte uranium wordt in Almelo en Gronau verrijkt en dat marktaandeel stijgt. Tijdens de bijeenkomst vertelde Jacob Visser van Milieudefensie Hengelo op welke wijze deze club vorig jaar bij de Raad van State de vergunning voor een forse uitbreiding van Urenco heeft laten vernietigen en hoe men zich nu voorbereid op de aanvraag voor een nieuwe vergunning.

Aan Duitse zijde van de grens is het lastiger voor milieuorganisaties om juridische procedures tot het einde toe voort te zetten. Daar moeten ze het meer hebben van beïnvloeding van de publieke opinie zodat de inwoners van Gronau en omstreken zich hopelijk nog eens massaal tegen de aanwezigheid van Urenco zullen gaan verzetten.

Een in dit opzicht belangrijk aspect zijn de transporten van uraniumhexafluoride die in grote omvang tussen de Urenco-vestigingen in Almelo en Gronau en de havens van Rotterdam, Bremen en Hamburg over het spoor plaatsvinden. Het feit dat deze transporten niet door Enschede mogen rijden en dus vanuit Gronau met een enorme omweg naar Rotterdam vervoerd moeten worden, biedt mogelijkheden voor lokale acties.

Bart Meinen van Neno heeft vijf jaar geleden een onderzoek gedaan naar de mate waarin de gemeentelijke rampenplannen tussen Oost-Nederland en Rotterdam op de zeer giftige en radioactieve uraniumhexafluoride transporten waren voorbereid. De conclusie dat dit nauwelijks het geval was, zorgde er destijds voor dat het rapport integraal in het blad Binnenlands Bestuur werd gepubliceerd. Tijdens de bijeenkomst in Enschede werd voorgesteld om te onderzoeken of er inmiddels sprake is van verbetering.

Bij uraniumverrijking wordt naast een voor kerncentrales bruikbare hoeveelheid verrijkt uranium, een veelvoud van die hoeveelheid aan onbruikbaar verarmd uranium geproduceerd. In de Verenigde Staten wordt een deel van dat verarmd uranium in munitie en bepantsering van militaire voortuigen toegepast. De Urenco-vestigingen voeren het verarmd uranium af naar de Oeral waar het door een Russische fabriek gedeeltelijk wordt omgezet in 'natuurlijk uranium', dat vervolgens weer door Urenco als grondstof wordt afgenomen.

Wat er met de rest van dit radioactieve goedje (ook weer een veelvoud van de hoeveelheid 'natuurlijk uranium') gebeurt is onduidelijk. Vorig jaar zijn er contacten gelegd met lokale milieugroepen die gevestigd zijn rond deze Russische fabriek en de locaties waar het afval wordt opgeslagen. Zo moeten er ook connecties volgen met lokale groepen rond de derde Urenco-fabriek in het Britse Capenhurst, de nieuwe Urenco-fabriek in New Mexico en die in het Franse Pierrelat.

De eerstvolgende informatie- en strategiedag tegen Urenco zal op zaterdag 4 maart 2006 in Gronau plaatsvinden. Terwijl we nu vooral hebben gekeken naar wat er met het afval van Urenco gebeurt (het verarmd uranium) zullen we dan de verbinding leggen met de grondstoffen van Urenco en de verwoestende uitwerking van uraniummijnen in veelal door inheemse volkeren bewoonde gebieden.

meer info over dit onderwerp: home.hetnet.nl/~antinucleair/

 

Naar boven