|
●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
2005 ● Overzicht
#13 Paf!
moet Nederlandse film nieuw
Ongeveer elk jaar hangen er traditiegetrouw donderwolken boven het feestelijke klatergoud van de uitgereikte kalveren en dat heeft onvermijdelijk te maken met geld. Dit keer lieten allerlei beroepsgroepen van de Nederlandse filmwereld hun stem horen via pressiegroepen en manifesten.
Voor een buitenstaander komt het Nederlandse Film Festival enigszins zelfgenoegzaam over. Maar dat is nou juist de charme van deze jaarlijkse bijeenkomst, waar de Nederlandse filmwereld zichzelf gretig fêteert. Tijdens deze jubileumeditie echter werd een aantal interessante initiatieven gelanceerd. De ontmanteling van de publieke omroep en de angstig onzekere toekomst van filmfinanciering door de overheid hebben deze groepen aangespoord tot actie. Dat de broodwinning van menigeen gevaar loopt staat vast. Hopelijk speelt niet alleen eigenbelang een overheersende rol. Want er is ook nog zoiets als het in stand houden van de Nederlandse film en filmcultuur. De vaststelling van cineast Jos Stelling dat de auteurscinema op sterven na dood is, is dan ook behartigenswaardig. Film maken in Nederland is een ingewikkelde puzzeltocht in een labyrint van commissies, subsidiegevers en sponsoren. Al die hoge heren en dames willen hun invloed doen gelden op de ingediende filmplannen. Dat betekent in de praktijk dat elke originaliteit en gezagsondermijnende gedachte weg gefilterd moet worden. Daarom zitten we nu opgescheept met een grijze brei van saaie publieksfilms en niet minder saaie arthousefilms, enkele uitzonderingen daargelaten. Tijdens een bijeenkomst van scenaristen stak de cineast Gerard Verhage een vlammend betoog af over deze problemen. Ook liet hij het woord zelfcensuur vallen. Het feit dat filmers geen controversiële onderwerpen durven te gebruiken voor hun films, omdat ze bij voorbaat weten dat hun plannen afgewezen zullen worden, komt er nog eens bij. Het moet gezegd worden dat er tijdens het Nederlandse Filmfestival enkele documentaires over de multiculturele samenleving vertoond werden, en er is natuurlijk de succesvolle speelfilm Het Schnitzelparadijs van regisseur Martin Koolhoven. Maar deze multiculti-klucht is bepaald geen uithangbord van gewaagde politieke cinema. Regisseuse Mijke de Jong sprak in een tv-interview over sommige collega-filmers die totaal geen interesse hebben om politieke en maatschappelijke thema's in hun films te verwerken. Met 'sommige' bedoelde ze in feite het overgrote deel van de Nederlandse filmmakers. Toch hebben de beroepsorganisaties van filmregisseurs en de speelfilmproducenten de Pressiegroep Auteursfilm (Paf!) opgericht. Deze verrassend pittige club heeft een aantal concrete aanbevelingen gedaan om de auteursfilm te redden. De dringendste aanbeveling: 'Beleid moet gericht zijn op het investeren in talent. Daarbij moeten risico's genomen kunnen worden. Inhoud en visie van de maker dienen daarbij te prevaleren boven kijkcijfers en marketingplannen'. Dat is bijna een noodkreet, en ook nog een schop tegen het zere been van de bureaucraten die het filmbeleid in Nederland bepalen. Zouden filmmakers eindelijk het navelstaren voorbij zijn en gaan vechten voor betere en interessantere films? (UvT)
--------------------------------------------------------- Lord of War
De president van de Verenigde Staten is de grootste wapenhandelaar van de wereld. Dit is een zin aan het einde van de Amerikaanse actiefilm Lord of War.
Een dergelijke boodschap verwacht je niet snel in een commerciële productie. Ook het fraaie begin van de film - de lange weg die een kogel aflegt van fabricage en vervoer naar Afrika, om uiteindelijk te belanden in de hersenpan van een arm Afrikaans jongetje - is opmerkelijk. Hier is sprake van een zwarte satire over de internationale amorele wapenhandel, waarin de overweldigende geilheid van revolvers, machinegeweren en ander wapentuig breeduit tentoon wordt gespreid. Zulke tegenstrijdige elementen maken de film bezienswaardig en prikkelend. Nicolas Cage speelt Yuri, een immigrant uit de Oekraïne. In flashbackvorm wordt 's mans lucratieve loopbaan als wapenhandelaar belicht die het moordtuig naar Afrikaanse landen als Liberia en Siërra Leone vervoert, zodat kindsoldaten elkaar kunnen afslachten. De wijze waarop de opkomst en de neergang van boef Yuri wordt verteld, is vaker vertoond. Overigens is het flink ontregelend om zo'n totaal amorele held in een speelfilm te zien. Cage gaat als acteur best ver en weet op de een of andere manier toch altijd een beetje sympathiek over te komen. De rolprent is een mengeling van 'waar gebeurde feiten', vooral tot uiting komend in de sardonische, met statistieken over wapens en oorlog, gelardeerde voice-over van Yuri. In samenspel met de schijnbaar onrealistische avonturen die hij beleeft, zorgt dit ervoor dat de film op een op hol geslagen parodie lijkt. Terwijl de kern van de film doodserieus en politiek geladen is. Scenarist en regisseur Andrew Niccol (Gattaca) heeft zelf een enorme berg onderzoek verzet en in zijn hang naar realisme ging hij zo ver dat hij 3000 AK-47 geweren kocht. De beste scènes van de film spelen zich af in Liberia waar Yuri een ongemakkelijke relatie heeft met de dictatorfamilie Baptiste. Vermakelijk om te zien hoe een boef als Yuri met al zijn macht een ordinaire loopjongen is van massamoordenaars. Hetgeen de slotconclusie van Lord of War is: dat de wapenhandelaren beschermd en afgedankt worden door presidenten en dictators, en derhalve maar radertjes in een duivelse machine zijn. (UvT)
|
|