Ravage #12, 23 september 2005 m

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2005    ● Overzicht #12


Van flierefluiter tot intellectueel

E. du Perron (1899-1940)

Op 14 mei 1940, de dag van de Nederlandse capitulatie, stierf een van de belangrijkste literaire auteurs die Nederland gekend heeft: Eddy du Perron. In 'Het leven van een smalle mens' schetst Kees Snoek een kleurrijk beeld van deze schrijver en zijn omgeving.

tekst Carl Versteeg

Ooit begon ik me als puber voor poëzie te interesseren. Dit omdat ik de illusie had dat het mij zou kunnen helpen bij het schrijven van songteksten voor nummers die ik in die tijd componeerde en (ach arm publiek!) zong, als singer/songwriter.

Al snel bleek de meeste bekende poëzie echter vele lichtjaren van de modale songtekst af te staan. Het had nauwelijks iets met elkaar te maken. Toch raakte ik in die tijd gefascineerd door twee dichters waarvan het werk ten prooi viel aan mijn gitaarakkoordenplakkerij en pianogepingel: Slauerhoff en Van Ostaijen.

Slauerhoff's strofische, rijmende gedichten over ontdekkingsreizen waren namelijk een uitzondering op de regel en bleken vrij eenvoudig om te bouwen tot ballads. Bij Paul van Ostaijen's gedichten ging dat heel wat moeizamer. Toch maakte ik er gebruik van, want in zijn werk las ik over het nachtleven en over activistisch verzet om de wereld te verbeteren. Daarnaast parodieerde hij op sarcastische toon commercie en militarisme. Zijn werk was ongeveer een samenvatting van het leven en de levenshouding die ik mijzelf als puber toewenste.

E. wie?

Om hun gedichten, oftewel mijn eigen songteksten, iets beter te kunnen begrijpen, besloot ik diverse boeken over deze twee dichters te gaan lezen. Hierbij kwam ik regelmatig de naam E. du Perron tegen. E. wie? Meestal leek hij behalve die E. niet eens een complete voornaam te hebben en als hij die al had, luidde deze 'Eddy' zodra het een Vlaming was die over de man schreef, of 'Edgar' als het een Nederlandse schrijver betrof.

Wie die E. nou precies is geweest, werd mij niet echt duidelijk, maar de man moet in ieder geval erg belangrijk voor mijn dichtende puberhelden zijn geweest. In welke Nederlandstalige schrijver uit het interbellum ik mij ook verdiepte, iedereen had wel eens in het openbaar ruzie met E. du Perron gehad en/of met hem samengewerkt.

In diezelfde jaren begon ik ook steeds meer puberaal politiek bewust te worden (links is goed en rechts is slecht!) en was ik als gevolg daarvan een fanatieke antifascist. Antifascisme na de oorlog is echter zoiets als een arts die je pas op je begrafenis bezoekt, dus ik raakte al snel vooral geïnteresseerd in het vooroorlogse antifascisme. En ja, toeval oh toeval, ook op dat terrein dook vervolgens telkens de schrijver E. Du Perron (1899 -1940) op.

Sleutelfiguur

Maar wie is dan toch die E. Du Perron? Na het lezen van boeken van en over hem vormde zich bij mij langzaam een beeld van de man. Hij bleek zeker niet de grootste schrijver van zijn tijd, maar was wel zonder twijfel één van de meest intrigerende personen uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis.

Sterker nog: ondanks zijn beperkte stilistische schrijfcapaciteiten, werd hij een sleutelfiguur binnen de wereld van zowel de Nederlandstalige literatuur als het politiek intellectualisme van de twintigste eeuw. Iemand die eigenlijk in geen enkele zichzelf respecterende Nederlandstalige encyclopedie mag ontbreken.

Des te vreemder is het dat ik mijn informatie over deze man jarenlang uit allerlei biografieën van andere schrijvers, naslagwerken en dunne boekjes heb moeten putten, en dat er tot voor kort niet één biografie over hem bestond. Nadat dit voorjaar dan eindelijk dat ene grote naslagwerk over Du Perron verscheen, 'Het leven van een smalle mens' van Kees Snoek, was er bij mij dan ook geen twijfel dat ik die zo snel mogelijk moest lezen.

Snoek richt zich in de biografie vooral op díe hoofdstukken uit Du Perron's leven die in verband staan met de vele semi-autobiografische boeken die de man schreef. Het gevolg van het een en ander is dat de lezers van Ravage wel enige tijd op m'n recensie hebben moeten wachten, omdat het één grote uitnodiging bleek om al dat werk eerst nog eens, met de nieuwe informatie die Snoek met de (inclusief noten) 1246 bladzijden tellende biografie toevoegt, te herlezen.

Outsider

Zoals ik een paar jaar geleden in dit blad al opmerkte, toen ik in het kader van de literaire serie 'Het Sienjaal' een portret over Du Perron schreef, was hij eigenlijk een betere lezer dan schrijver. Als outsider geboren in Nederlands-Indië, kwam hij in de jaren twintig van de vorige eeuw naar Europa en verbaasde zich over de machthebbers in de Nederlandse literatuur.

Aan de ene kant waren daar de vormfetisjistische navolgers van de Tachtigers, voor wie esthetiek alles was en de inhoud van literatuur maar bijzaak. Aan de andere kant had je de dominee-achtige moralisten, voor wie ethiek de eerste voorwaarde voor esthetiek was.

Du Perron trapte in zijn artikelen hard tegen de schenen van beide stromingen en vroeg vooral aandacht voor de persoonlijkheid en het originele gedachtegoed van schrijvers. Zo kon hij als niet-communist toch Trotski als schrijver bewonderen, terwijl hij binnen de Nederlandse literatuur ook heel wat schrijvers ontdekte, zoals Elsschot, Nescio en Slauerhoff, die niet aan de eisen van het establishment voldeden, maar sinds Du Perron toch een hoofdrol zouden gaan spelen in de Nederlandse canon.

Waarschijnlijk was hij daarnaast ook nog eens heel wat getalenteerder in het voeren van gesprekken over literatuur en politiek dan in het schrijven erover, wat er voor zorgde dat hij in Europa al binnen een paar jaar een groot internationaal netwerk van bekende bevriende schrijvers om zich heen had verzameld.

Het is dan ook geen toeval dat hij in zijn verzameld werk op z'n sterkst blijkt zodra hij de conversatie aan gaat: in brieven met andere schrijvers, in dagboekbladen met zichzelf en in veel essays in dialogen met fictieve personen. Met name de talloze brieven die hij aan andere schrijvers en intellectuelen schreef, waren natuurlijk een goudmijn voor Snoek als biograaf en worden door hem dan ook veelvuldig aangehaald.

Kapitaal

Dat Du Perron een rijkeluiszoontje was, had een positieve uitwerking op zijn carrière. Daardoor had hij alle tijd en geld om zijn schrijversschap en netwerk uit te bouwen. Hij betaalde meestal zijn eigen publicaties, maar ook bloemlezingen die hij samenstelde uit het werk van andere dichters, en hij investeerde familiekapitaal in het opzetten van tijdschriften.

Veel hoofdstukken in de biografie van Snoek zijn dan ook aaneenschakelingen van verslagen van bezoeken en logeerpartijen van bekende schrijvers aan het familiekasteel van Du Perron nabij Brussel, waar dagenlang over literatuur werd gezwetst en in de loop der jaren ook steeds meer over politiek.

Rond 1930, toen ook Du Perron's familiekapitaal niet bestand bleek tegen de wereldcrisis werd hij, zoals zo veel intellectuelen uit die tijd, tengevolge van de crisis al snel meer politiek bewust. In het levensverhaal dat Snoek beschrijft, is er duidelijk sprake van een omslag. De literaire flierefluiter werd ineens een serieuze intellectueel.

Vanaf het moment dat het fascisme in Italië opkwam, was Du Perron er al allergisch voor. Hij schrok dan ook toen hij zag dat andere intellectuelen en schrijvers in dat rechtse populisme toch een oplossing zagen voor de wereldcrisis. Omdat hij zelf niet in Nederland woonde, stimuleerde hij zijn vriend Ter Braak, met wie hij eerder het toonaangevende literaire tijdschrift Forum had opgericht, om naar Frans voorbeeld ook in Nederland een comité van Waakzaamheid van intellectuelen tegen het fascisme op te richten.

Communisme

Waar veel andere intellectuelen in de crisisjaren voor het communisme kozen, als tegengif op zowel het fascisme als het kapitalisme, begreep Du Perron maar al te goed wat voor een schijnvertoning het zou zijn als hij, het rijkeluisjochie die bijna alles wat hij was en had dankte aan z'n familiekapitaal, ook voor die kant zou kiezen.

Was hij nou maar als proletariër geboren, verzuchtte hij in één van zijn boeken, ja, dan was hij natuurlijk al lang communist geweest! Maar nu? Nee, zoals hij in Politieke Literatuur schreef: 'Het hert dat tussen de buffels meeloopt, heeft weinig kans om zichzelf en de buffels blijvend wijs te maken, dat het toegetreden en dus buffel is.'

Hoezeer hij Trotski en Lenin als schrijvers en denkers ook bewonderde, hij doorzag dat er in een totalitaire communistische maatschappij, buiten de Grote Leider, geen plaats zou zijn voor individuen en al zeker niet voor een polemische schrijver als E. du Perron, die juist elke intellectuele en politieke discussie aanscherpte door de grenzen van de tegenargumenten op te zoeken.

Hij was de smalle mens, een typering die Snoek in de titel van de biografie terug laat komen, en die Du Perron ook al gebruikte als titel van een boek met zijn gebundelde politieke essays. Hij was de individualist die zich verdrukt voelde tussen de oprukkende collectieve dictaturen van Berlijn en Moskou.

Indië

Uit heimwee naar 'Het Land Van Herkomst', niet geheel toevallig de titel van zijn meesterwerk (zijn enige roman die tot op de dag van vandaag nog altijd veel wordt gelezen), maar ook uit weerzin tegen de oprukkende totalitaire systemen in de Europese crisisjaren, besloot hij eind jaren '30 terug te keren naar de andere kant van de wereld, naar Indië.

Jeugdsentiment moet hem bij dit besluit hebben verblind. Snoek beschrijft de koloniale samenleving van Du Perron's jeugd namelijk feitelijk al als een dictatuur van Nederlandse machomannen, voor wie elk inlands meisje een bruikbare hoer en elke inlandse man een bruikbare slaaf was. Het zal dan ook niemand verbazen dat in de jaren '30 juist in Indië de NSB uitermate populair bleek.

Natuurlijk kon de progressieve intellectueel Du Perron hier als volwassene niet meer aarden. Ook al probeerde hij zijn verblijf te rechtvaardigen door baanbrekend biografisch onderzoek naar Multatuli te doen en contact te zoeken met de inlandse opstandelingen. Maar nee, ook daar hoorde hij niet bij. 'Om hier overtuigd 'aan de goede kant' te staan, moet je Indonesiër zijn', zo constateerde hij dan ook. Na zich enige tijd te hebben opgeworpen als mentor voor Indische intellectuelen, besloot hij uiteindelijk terug naar Europa te reizen.

Wanhoop

Du Perron's mislukte vlucht terug naar zijn jeugd stond symbool voor 's mans wanhoop, zoals eigenlijk zijn hele levensverhaal symbool staat voor de wanhoop waarmee deze intellectueel destijds in het leven stond. Een man die baalde van het failliete kapitalistische systeem, maar die ondertussen in de twee grote andere ideologieën, 'Mussert of Moskou?' (geheel terecht zoals wij tegenwoordig weten) ook geen oplossing zag. Zijn enige alternatief was om de rest van zijn leven in zijn artikelen en boeken verder te blijven strijden tegen de dominees uit eigen land, maar natuurlijk vooral tegen het Kwaad dat uit het oosten kwam.

Die continue oorlog met woorden heeft hem, in combinatie met zijn aangeboren zwakke gezondheid, op den duur gesloopt. Het levensverhaal van Du Perron krijgt hierdoor een einde dat geen enkele literaire schrijver ooit zou durven bedenken, bang om van een overdaad aan pathetiek, kitsch en toeval te worden beschuldigd. Du Perron's zwakke hart begaf het definitief op 14 mei 1940, jawel, op de dag dat de Nederlanders capituleerden voor Hitlers leger én de dag dat, zonder dat ze van elkaars lot wisten, Menno ter Braak zelfmoord pleegde.

Er bestaan heel wat bijbeldikke biografieën waarbij je als lezer blij bent dat de hoofdpersoon eindelijk sterft, omdat daarmee het einde van het boek nadert. Tot dat genre behoort deze biografie zeker niet. Nadat Du Perron na 985 bladzijden overleed, ging ik hem bijna verwijten dat-ie maar zo kort heeft geleefd!

E. du Perron; het leven van een smalle mens. Auteur: Kees Snoek. ISBN: 9038869541. Uitgever:Nijgh & Van Ditmar, 39,90 euro.

 

Naar boven