|
●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
2005 ● Overzicht
#1 Braaf zijn, beste burger
Om de aanhoudelijke stroom aan dreigementen in de richting van autoriteiten in te dammen, grijpen het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht naar onorthodoxe middelen. De jongeman die voor de radio via een omweg minister Verdonk bedreigde, kreeg hiervoor drie jaar gevangenisstraf opgelegd. Ter afschrikking van het gepeupel.
Tekst Alex van Veen
Hoofdschuddend hoorde advocaat Frans Donze het vonnis aan waarmee de Amsterdamse rechtbank diens cliënt een celstraf van twee jaar oplegde, waarvan acht maanden voorwaardelijk. De 22-jarige verdachte R.E., die verstek liet gaan bij de uitspraak, had in een telefonisch onderhoud met RTV Noord-Holland (RTVNH) gezegd dat minister Verdonk binnen twee weken moest terugkomen op haar integratiebeleid, anders zou zij daarvan de gevolgen merken. Hij refereerde daarbij aan de moord op Pim Fortuyn. Het Openbaar Ministerie (OM) had drie jaar gevangenisstraf geëist, waarvan een jaar voorwaardelijk. Volgens de rechtbank was de bedreiging van E. een poging het regeringsbeleid te beïnvloeden en daarmee een aanval op het hele kabinet en de Nederlandse samenleving. Door de actie van E. bestaat de kans dat Verdonk en de regering niet meer vrij en onbelemmerd hun plicht kunnen vervullen, oordeelde de rechter.
Ketchupspatje In de ochtend van 16 juni vorig jaar werd minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) op de Amsterdamse Herengracht belaagd door enkele actievoerders. Ze wilden de minister onderspuiten met ketchup, uit boosheid over de plannen van de overheid om tienduizenden uitgeprocedeerde asielzoekers het land uit te zetten. Zowel lijfwacht als agenten grepen de twee vrouwelijke belagers in de kladden. Verdonk, die een enkel spatje ketchup opliep, deed aangifte. R.E. heeft op 17 juni telefonisch contact opgenomen met RTVNH voor een interview. Hij zei te bellen namens de vermeende actiegroep 'Section 8' en eiste ook de verantwoordelijkheid op van de ketchupactie een dag eerder. 'Dit is een waarschuwing, wij hebben niet voor niets voor de kleur rood gekozen', zij E. voor de radio. 'Met de ultieme afstraffing willen we nu nog geen onnodige slachtoffers maken. We willen de staat de mogelijkheid geven om tot actie over te gaan'. Op de vraag van de interviewer wat er te gebeuren staat indien men niet aan de eis voldeed, antwoordde de man: 'Dan zullen wij verdere stappen ondernemen'.
Of daarbij moord niet is uitgesloten, wilde de interviewer weten. 'Zoals ik al zei. Ik sluit niks uit'. Vervolgens zei E. dat Verdonk hetzelfde kon overkomen als Fortuyn. 'Zij heeft goede en slechte dingen maar slechte dingen hebben de overhand en het totale in haar hoofd geslagen integratiebeleid dat zij nu invoert, dat zal ze nu snel genoeg moeten herzien!'. De interviewer vroeg E. daarop waarom hij dan niet in discussie trad met Verdonk. 'Er is geen manier om met haar in discussie te gaan, want ze heeft aangifte gedaan tegen twee van mijn leden. Voor deze aangifte wordt ze sowieso nog gecorrigeerd om het maar zo uit te drukken. En ik hoop voor haar dat het niet de laatste maal is'. E. gaf de regering twee weken de tijd om het integratiebeleid te wijzigen. 'In die twee weken moet het hele integratiebeleid worden teruggedraaid, voorlopig dan, naar het oude beleid (...) Doet ze dat niet, dan zal ze de consequentie moeten aanvaarden'. Meer ketchup?, wilde de interviewer nog weten. 'Geen ketchup meneer, ketchup was eenmalig'.
Bedreiging ministerraad Op 21 juni, vier dagen na het bewuste interview met RTVNH, werd R.E. in de Amsterdamse Schinkelbuurt gearresteerd. De politie was E. op het spoor gekomen via z'n gsm. De verdachte, die niet bleek te beschikken over een vaste woon- of verblijfplaats, werd gedurende z'n gang door de stad aangehouden. De locaties waar hij recentelijk verbleef werden doorzocht. E. beroept zich sinds z'n aanhouding op zijn zwijgrecht. Hij heeft vanaf dag een met geen woord gerept over zijn motieven. De dames die Verdonk hadden belaagd, lieten overigens ogenblikkelijk na de telefonische claim van Section 8 via hun advocaat weten niets met deze persoon van doen te hebben. De rechter-commissaris legde R.E. niet alleen bedreiging van de bewindsvrouw ten laste, maar ook bedreiging van de ministerraad. Het OM vond de bedreiging dermate ernstig dat het deze aanklacht in stelling bracht. De rechter-commissaris beval bewaring van de man op grond van beide telasteleggingen. Het OM deed hierbij een beroep op artikel 95a uit het Wetboek van Strafrecht, waarin staat dat iemand die de vergadering van ministers uiteenjaagt, of opzettelijk een lid van de ministerraad verhindert vrij en onbelemmerd zijn plicht te vervullen, gestraft kan worden met levenslange gevangenisstraf, of een tijdelijke straf van twintig jaar. Het artikel is voor het laatst toegepast door de rechtbank van Alkmaar in 1891. Enkele weken na de arrestatie heeft de officier van justitie bij de rechter-commissaris een verzoek ingediend om R.E. ter observatie op te nemen in het Pieter Baancentrum. De rechter-commissaris achtte dit, rekening houdend met de voorliggende verdenking, niet opportuun. Anders gezegd, hij zag er de noodzaak niet van in omdat de aard van het delict niet in verhouding stond met het psychologisch onderzoek.
Aanhouding Desondanks eiste het OM tijdens de zitting van 9 december jl. drie jaar gevangenisstraf, waarvan een jaar voorwaardelijk. De verdachte, die op dat moment al een klein half jaar in voorarrest verbleef, reageerde op de eis met de uitspraak dat de officier van justitie wat hem betreft ,,kanker in het hart en uitzaaiingen in zijn longen'' mocht krijgen. Frans Donze, advocaat van verdachte, stelde zich primair op het standpunt dat voor de telastegelegde feiten onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is geleverd, nu verdachte ondanks provocatie voor de radio niet expliciet heeft gedreigd met concrete misdrijven. Verder had justitie geen bewijs gevonden dat R.E. banden zou hebben met de ketchup-activisten en kon het bestaan van Section 8 niet worden aangetoond. De raadsman stelde dat van een werkelijk door de minister serieus genomen poging tot bedreiging in de zin van artikel 95a van het Wetboek van Strafrecht geen sprake is nu de minister ,,één en andermaal heeft laten weten dat zij zich door maatschappelijke actie en zelfs door verbale bedreiging niet van de wijs laat brengen en haar beleid handhaaft.'' Maar de rechtbank is van oordeel dat de door verdachte geuite bedreiging, gelet op haar inhoud en strekking, voldoende concreet is. Voorts is de rechtbank van oordeel dat er in het onderhavige geval geen sprake is van een relatief ondeugdelijke poging, zoals door de raadsman gesteld. ,,De gedraging van verdachte brengt het gevaar met zich mee dat de raad van ministers tot het nemen van een besluit gedwongen wordt, dan wel een minister in de raad niet vrij en onbelemmerd haar plicht zal vervullen. De opzet van verdachte was er blijkens zijn bewoordingen op gericht om het beleid van de regering inzake integratie te doen wijzigen'', aldus de rechtbank.
Preventie ,,Poging tot beïnvloeding van de ministerraad, ha!'', schampert advocaat Donze. Hij beschouwt de uitspraak als ,,puur generale preventie'', een signaal aan de bevolking. ,,Geheel in de lijn van de huidige tijdgeest, zoals de rechter het noemde. Mijn cliënt wordt hard aangepakt omdat er sedert de dag van z'n arrestatie op het terrein van bedreigingen andere dingen zijn gebeurd.'' Er is ook sprake van discrepantie in de uitspraak. Donze: ,,Óf er is daadwerkelijk sprake geweest van een enorm zware inbreuk op de democratie en rechtsorde, maar dan moet je hem als rechtbank véél zwaarder straffen, óf er is geen sprake van waarna je de man vrijspreekt. De rechtbank gaat er tussenin zitten: wel een zware inbreuk, maar zet de man zonder verder onderzoek en behandeling over vier maanden weer op straat. Dat kan dus niet.'' Donze, die tegen de uitspraak in beroep gaat, is ervan overtuigd dat het vonnis bij de eerste de beste actie uit de kast wordt getrokken. ,,Wanneer er bij een vakbondsdemonstratie maar iets wordt vernield, kan dat worden beschouwd als een aanslag op de democratie. Immers, de dader zou er wel eens de ministerraad mee hebben weten te benvloeden. Dit toont de absurditeit van het vonnis aan.'' Al snel na het telefoongesprek met RTVNH gonsde het in activistische kringen van de geruchten over de achtergrond van de onbekende 'Section 8'-beller en diens motivatie. Betrof het hier soms een provocateur uit het extreem-rechtse milieu, die de arrestatie van de twee 'ketchup-activisten' aangreep om ze nog verder in de problemen te helpen middels de 'belastende' verklaring? ,,Nee hoor, daar blijkt ook niets van uit het dossier'', zegt Donze, die er overigens vanuit gaat dat zijn cliënt de actie tegen Verdonk heeft aangegrepen om zelf in het middelpunt van de belangstelling te komen staan. ,,Hij handelde puur uit persoonlijke motieven, uit betrokkenheid met illegalen, of beter gezegd, met niet-geïntegreerden. Over de gevolgen die zijn daad zou kunnen hebben gehad voor de ketchup-activisten heeft hij niet stil gestaan.''
|
Ravage
#1
|
|