Ravage #16
23 december r
2004

Terug naar Achtergrond

Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2004    ● Overzicht #16


'Laat zien wie je bent en anders ga je mee!'

Gevolgen invoering ID-plicht voor activisme

In omringende landen als België en Duitsland is het verplicht tonen van een identificatiebewijs een gewone zaak, ook onder activisten. Na de jaarwisseling zit ook de Nederlandse activist een het middel vast. Wat zijn hiervan de gevolgen? Zullen specifieke openlijke actievormen die foute bedrijven op kosten jagen in het vervolg worden gemeden?

'Wij zijn niet geïnteresseerd in het welzijn van anderen; wij hebben alleen interesse bij macht.

Niet bij rijkdom of weelde of een lang leven of geluk: alleen bij macht, zuivere macht.'

O'Brien, kernfunctionaris van ministerie van Waarheid

Tekst Bert van Wakeren

Alsof hij de O'Brien uit George Orwells 1984 wilde zijn, stelde minister van Justitie Korthals Altes in 1984 de invoering van een algemene identificatieplicht voor. Hij omschreef de identiteitskaart als 'een zekere service van de Nederlandse overheid'. Tenslotte zou dit bewijs nodig zijn met het oog op bestrijding van de misdaad.

Dit was het startschot voor een jarenlange, steeds terugkerende, discussie. Kabinet na kabinet zette commissie na commissie aan het werk, regeringsnotities en concept-wetsvoorstellen volgden elkaar in snel tempo op. Naar goed Nederlands poldergebruik moest deze massage vroeg of laat tot een compromis leidden.

In 1994 zag 'de Wet op de identificatieplicht' het licht. Hierin werd vastgelegd in welke gevallen er naar een identificatiebewijs gevraagd mag worden. Er was, bijna Kamerbreed, steun voor een stevigere aanpak van zwartrijden in het openbaar vervoer, financiële fraude, misbruik van de sociale zekerheid en (voetbal)vandalisme. Identificatieplicht zou hieraan kunnen bijdragen. De invoering van deze zogenaamde 'beperkte' identificatieplicht deed de discussie over een 'algemene' verstommen.

Provocateur

De aanslagen van 11 september 2001 gaven het CDA en de VVD echter nieuwe munitie, hoewel de in het kabinet Kok-II teruggekeerde minister van Justitie Korthals Altes het onzin vond om te denken dat een identificatieplicht enig effect zou sorteren in de strijd tegen het terrorisme. Doorgewinterde criminelen en terroristen zullen er altijd voor zorgen dat zij zich vals kunnen identificeren of dat antecedenten niet tot hen te herleiden zijn.

De huidige minister van Justitie Donner, minister in de kabinetten Balkenende I en II, ontpopt zich echter als een rechtse provocateur, die met genoegen tegen heilige huisjes trapt om te bezien of ze daar wel tegen bestand zijn. Hij gaat zelfs nog verder en doet, als het hem uitkomt, een beroep op onderbuikgevoelens.

Hij betoogt dat er rekening moet worden gehouden met het gevoel van toegenomen onveiligheid, ook al wordt dit niet met cijfers ondersteund. ,,Ik meen wel dat gevoel een graadmeter kan zijn voor beleid, wij zijn immers niet bezig met technocratisch determinisme, maar met politiek'', zei hij in de Eerste Kamer. ,,Maar denk niet dat door de identificatieplicht het vooruit 'spuit' met de veiligheid'', voegde hij eraan toe.

De nieuwe verdergaande wet was daarmee een feit. Privacy-deskunige Jan Holvast stelde in Ravage [#16, 2003] resoluut vast dat 'nog nooit is aangetoond dat de identificatieplicht de gevoelens van onbehagen verkleint.' De aanscherping van de wet heeft dan ook alles te maken met de behoefte om meer controle uit te kunnen oefenen. En net zoals met de eerste invoering gaat dat sluipenderwijs. Langzamerhand wordt zichtbaar waar het echt om draait: machtsuitbreiding van de overheid.

De openbare ruimte, het domein van de burger, moet aan de macht van de politie worden onderworpen. ,,De politie krijgt zo meer armslag om op te treden bij kleine vergrijpen en vandalisme. Als je moet zeggen wie je bent, breng je weer enige orde terug in de publieke ruimte en je restaureert het gezag van de politie'', zo liet Donner eerder weten.

Spitsvondig

Per 1 januari 2005 is het een feit: de burger, 14 jaar en ouder, hoeft zijn identiteitsbewijs niet bij zich te hebben, maar hij of zij moet het wel kunnen laten zien. Raakt hij verzeild in een situatie waarin hij het moet tonen, maar het niet bij zich heeft, kan dat een boete van 2.250 euro opleveren. Een spitsvondige redenering die van toonplicht een draagplicht maakt.

Wat gaat dit concreet betekenen voor de anonimiteit waar activisten tot nu toe regelmatig gebruik van hebben gemaakt? ,,Hoe het precies gaat uitpakken is vooralsnog onduidelijk'', vertelt activiste Klaar, die menigmaal NN-er is geweest en zuinig is op haar achternaam. (indien je na arrestatie jouw identiteit niet prijsgeeft, krijg je een NN-nummer van de politie -red.)

Maar Klaar denkt wel dat het straks verdraaid moeilijk wordt om anoniem te blijven. ,,Dus moet je jezelf nog beter voorbereiden en ervoor zorgen dat je niet wordt opgepakt. Nog meer heimelijke acties. Het maakt ook natuurlijk veel uit voor je strafblad, NN-er of op naam, en je moet sowieso meer gaan oppassen. Als jouw naam bekend wordt kunnen benadeelden een schadevergoeding eisen, of wraak nemen. Er is overigens al sprake van een verzwaring van de straffen. De taart in het gezicht van Fortuyn kostte uiteindelijk 500 euro, de ketchup voor Verdonk kwam neer op 30 dagen zitten.''

Ook voor Louis Séveke van Onderzoeksburo Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten is het gissen naar de uitwerking van de nieuwe wet op de wijze van actievoeren. ,,Aan de ene kant kan de politie in eerste instantie de identificatieplicht terughoudend toepassen om zaken niet op de spits te drijven. Aan de andere kant zou men ook meteen fanatiek van start kunnen gaan om 'verzet' te breken. Zeker bij actievoerders, die hun identiteit niet willen prijsgeven en ook principiële bezwaren hebben tegen deze toonplicht.''

Proefproces

Mazen in de wet zijn er naar het idee van Séveke niet echt. ,,Wel kan het belangrijk zijn een aantal goed onderbouwde proefprocessen te gaan voeren, om zo hopelijk via jurisprudentie onze vrijheid enigszins terug te pakken. Ik zou zeggen: je grondrecht op vergadering, vereniging, demonstratie en meningsuiting is in het geding. Dit kan alleen nog recht gezet worden als de zaak voor de rechter komt.''

Een kraakster wordt na een ontruiming gearresteerd (Foto: Thomas Schlijper)

Het lijkt erop dat je als activist niet onder de ID-plicht uit kunt komen: je moet het tonen als de politie, of andere 'toezichthouders' daarom vragen. Althans: 'voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitoefening van de politietaak'. Dat is al snel het geval. Als getuige, aangever of verdachte maar ook wanneer 'groepen personen samenscholen op een bepaalde plek', bijvoorbeeld bij het (voor)verzamelen voor een demonstratie of manifestatie, kunnen ze een identificatie eisen.

De weg naar misbruik bij de politie ligt natuurlijk open. Wanneer je een volstrekt ludieke, open, legale actie voert en de politie van iedereen wil weten wie zij is, en je weigert je ID te tonen, kan je meegenomen worden naar het bureau voor de vaststelling van je identiteit.

Volgens Séveke zou het goed zijn als actievoerders of krakers in iedere stad en dorp de koppen bij elkaar staken om de zaak goed door te praten en een gezamenlijke strategie af te spreken: zowel in het algemeen, als voor een specifieke actie of demonstratie. ,,Weigeren!'', is zijn advies. Of dat stand houdt zodra de duimschroeven worden aangedraaid is zeer de vraag. De afwezigheid van grootschalig verzet tegen de wet is een veeg teken.

Eenzelvigheidskaart

In alle ons omringende landen, zo redeneert menig Kamerlid, is de identificatieplicht allang ingevoerd en algemeen aanvaard. Dus waarom zo moeilijk doen? Europa één.

In België geldt de identificatieplicht, ook wel 'eenzelvigheidskaart' genoemd, al sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog. De Duitse bezetter had iedere inwoner ouder dan 16 jaar verplicht zulk een kaart bij zich te dragen. De naoorlogse Belgische regering was razend enthousiast over deze maatregel, zodat deze onverkort gehandhaafd bleef.

,,Concreet bestaat er hier niet zoiets als een NN-status en kan je er als activist het beste vanuit gaan dat de politie je identiteit kent of komt te weten zodra je deelneemt aan openlijke acties'', vertelt Hans Lammerant, een door de wol geverfde Vlaamse activist. ,,De actiebeweging in België heeft er mee leren leven. Dit hangt vooral samen met het feit dat het Belgische gerecht niet zo bijster efficiënt is en bijgevolg niet snel tot vervolging overgaat. Er is een wezenlijk verschil tussen dat wat strafbaar is en dat wat vervolgd wordt.''

Ik herinner hem aan een actie waarbij wij samen betrokken waren, een bezetting van een verbrandingsoven, en dat de Vlamingen meteen hun 'eenzelvigheidskaart' aan de politie afgaven terwijl ik daar juist onderuit probeerde te komen met als argument dat we dat in Nederland niet gewend zijn.

,,De Vlakaf-actie die je aanhaalt is een goed voorbeeld. Strafrechtelijk kwam deze bezetting neer op huisvredebreuk maar in de praktijk word je er in Vlaanderen niet voor vervolgd. Hier was in de voorbereiding rekening mee gehouden en daarom hadden de Belgische activisten er geen moeite mee hun kaartje te tonen. De verbrandingsovens waren juist in die tijd allemaal in overtreding vanwege de milieunormen en moesten daarom eigenlijk gesloten worden.''

Intuïtief

Zoals Hans het hier voorstelt klinkt het heel doordacht maar in de praktijk gaat het er in Vlaanderen meestal veel intuïtiever aan toe onder activisten. ,,Mensen voelen snel aan welke actie wel of niet strafrechtelijk vervolgbaar is. Dit hangt ook samen met de politieke context: acties en burgerlijke ongehoorzaamheid zijn een aanvaard politiek pressiemiddel zolang ze binnen bepaalde grenzen blijven.''

De Vlaamse politie treedt voornamelijk op grond van openbare orde-overwegingen. Hans: ,,Zolang er geen gewonden vallen of zware schade is, maakt een procureur zich er niet druk aan. De rek die hier op zit verandert dan ook mee met het thema en de publieke ondersteuning die je losweekt én met de mate waarin je écht als lastig ervaren wordt.''

Heeft de identificatieplicht dan geen enkele invloed op de vormen van acties in Vlaanderen? ,,Natuurlijk wel. Bezetten en barricaderen van een kraakpand [niet strafbaar] gebeurt wel, maar verdergaande acties of vernielingen worden niet zomaar gedaan. Wie zich hiermee wil bezig houden, zorgt er voor dat hij niet gearresteerd wordt.''

Aandacht trekken door ,,te hinderen of bezetten'' is in België min of meer een geaccepteerde vorm van vrije meningsuiting, zegt Hans, ook als het kleinere strafrechtelijke overtredingen betreft. ,,Dit is natuurlijk een instabiele situatie die door de politieke context bepaald wordt en zich snel kan wijzigen.''

Hadjememaar

We vragen Hans hoe er in België wordt gedacht over het verborgen houden van je identiteit? ,,Dat is een voortdurend debat. Dit impliceert dat we een continu politieke strijd moeten voeren tot dit aanvaard wordt en dat vind ik niet haalbaar. Het betekent in de praktijk dat de standaardreactie op acties veel harder zal worden, waardoor veel mensen zich laten afschrikken en actievoeren een marginalere activiteit wordt.''

Pieter Van Eecke, eveneens een ervaren activist, vertelt me dat in België het merendeel van de 'getrainde' activisten niet aan een actie deelneemt zonder ID. ,,Omdat je daar dikwijls nog een hoop extra problemen mee op de hals haalt voor jezelf en je daarenboven veel kans loopt je eigen actie in diskrediet te brengen.''

Desondanks zijn er nog een hoop mensen die hun ID uit principe weigeren bij zich te dragen en te tonen, zeker in het krakersmilieu. ,,Dat leidt bij acties wel eens tot interne spanningen'', zegt Pieter. ,,Maar het is natuurlijk zo dat éénmaal gecontroleerd, het niet meenemen van je ID eigenlijk geen enkel nut meer heeft. Je bent gekend. Hadjememaar.''

,,Door de technologische vooruitgang worden foto's en dergelijke vlotjes uitgewisseld tussen de verschillende politiediensten en gaat identificatie veel sneller'', vult Hans hem aan. ,,Om identificatieweigering enig langdurig effect te laten sorteren, moet het een praktijk van een beweging zijn en niet van enkele individuen. Het lijkt me in Nederland zinnig om de identificatieplicht stevig aan te vechten maar je vertrekt dan ook vanuit een bestaande praktijk.''

Deze discussie is in Nederland helaas niet op gang gekomen, het is geen echt strijdpunt. Dat komt volgens Jan Holvast omdat tegenstanders niet langer ,,overtuigende argumenten in handen hebben.'' Volgens hem is het zelfs ,,een verloren strijd'' en is aantasting van privacy ,,een achterhaald begrip.''

Duitsland

In Duitsland geldt een enigszins afwijkende regeling. De verplichting een persoonsbewijs te hebben dateert van december 1950. Maar er is geen verplichting deze kaart bij je te dragen. Wanneer je de kaart niet bij je hebt moet je hem later alsnog laten zien. Er is dus sprake van een toonplicht en daarmee natuurlijk ook eigenlijk van identificatieplicht.

De verplichting heeft wel degelijk invloed op het verloop van bepaalde acties in Duitsland. Maar het is niet zo dat er hierdoor geen of minder acties plaatsvinden. Er wordt van tevoren heel goed over een actie nagedacht. Natuurlijk is het altijd de vraag welke actievorm het geschiktst is in een bepaalde situatie.

,,Als je weet dat het ook persoonlijke gevolgen kan hebben, denk je er nog een keer extra over na'', vertelt de Duitse activiste Bianca. ,,Mensen kiezen voor een bepaalde rol tijdens een actie; als er kans is op een arrestatie, dus een aanklacht met boete of gevangenisstraf, kiezen ze wellicht voor een rol achter de schermen. De bedoeling is dat je niet wordt opgepakt omdat je anders je identiteit moet prijsgeven. Zodra er iemand gearresteerd is, moeten mensen desnoods proberen die persoon meteen weer vrij te krijgen.''

Als het om een actievorm gaat waarbij de kans groot is dat je wordt opgepakt, dan wordt dat op de koop toegenomen. Maar acties waarbij men zich vastketent aan gebouwen of voertuigen vinden in Duitsland niet zo vaak plaats als in Nederland. ,,Mensen kijken liever of er een andere actievorm mogelijk is die hetzelfde resultaat oplevert'', aldus Bianca.

Clandestien

Vernielingen vinden in Duitsland niet plaats in het openbaar, bijvoorbeeld tijdens een demonstratie. Dat heeft natuurlijk niet alleen met de identificatieplicht te maken, maar ook met de aanwezigheid van stillen en politiecamera's. Vernielingen vinden wel plaats in de vorm van clandestiene Nacht und Nebel-acties.

(Massale) Militante acties kwamen in de jaren '80 van de vorige eeuw wel vaker voor, ondanks de identificatieplicht. Waarschijnlijk heeft de verandering van de maatschappelijke context een belangrijker rol gespeeld bij het aanpassen van actievormen dan het bestaan van de identificatieplicht alleen.

Ondertussen is Nederland, middels radio- en tv-spotjes en glossy brochures, een ware pr-campagne gestart, om de maatregelen mooier voor te stellen dan ze zijn. De nadruk ligt voortdurend op de bestrijding van criminaliteit, terwijl nooit is aangetoond dat de identificatieplicht daar enige invloed op heeft.

In België en Duitsland liggen die cijfers dan ook niet lager. Maar dat maakt politici allemaal niets uit: 'Nederland moet veilig: en daaruit volgt de identificatieplicht', alsof O'Brien weer onder ons is met zijn ´Nieuwsspraak´ en daarmee de gewoonte om schaamteloos te beweren dat zwart wit is en wit zwart, in strijd met alle nuchtere feiten.

 

Schadevergoeding BPRC

Schadevergoedingen worden normaal gesproken via een civiele procedure toegewezen. Maar ook een strafrechter kan een schadevergoedingsmaatregel opleggen, wanneer deze eenvoudig en duidelijk is. Dat bepaalt de rechtbank. Een schadevergoedingsmaatregel is een vervelende straf om te krijgen opgelegd: je kunt het niet uitzitten (zoals een boete), het verjaart niet en je betaalt via justitie aan het bedrijf of de instelling waaraan 'schade' is toegebracht. Aan de hand van het volgende praktijkvoorbeeld wordt duidelijk gemaakt wat een schadevergoedingsmaatregel inhoudt en wat de gevolgen zijn als je als activist niet langer anoniem kunt zijn.

Twee jaar geleden werd een kantoor van het proefdiercentrum BPRC in Rijswijk bezet. Om deze actie mogelijk te maken werden bepaalde deuren opengebroken en eenmaal binnen werd alles 'gede-alfabetiseerd', oftewel grondig door elkaar gemixt. De bezetters werden gearresteerd en hebben tot aan de rechtszaak (tien dagen later) in voorarrest gezeten. Niemand heeft zijn of haar naam gezegd; allen kregen een NN-nummer.

De politierechter veroordeelde de bezetters tot 17 dagen gevangenisstraf, waarvan 7 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De advocaat van het BPRC eiste een schadevergoeding van 40.000 euro. De advocaat, die tijdens de zitting niet wist of het BPRC voor de schade was verzekerd, kreeg van de rechter toestemming hierover te bellen. Zonder de verzekeringsmaatschappij te hoeven noemen of een polis te overleggen nam de rechter genoegen met het antwoord dat de schade niet door de verzekering zou worden gedekt.

De rechter vonniste een tegemoetkoming van 20.000 euro, waarbij iedereen hoofdelijk aansprakelijk werd gesteld voor het totaalbedrag, maar individueel 2.000 euro moest betalen. Als het bedrag niet werd betaald, volgde een gevangenisstraf van veertig dagen. Daarmee was justitie ervan af. Omdat het in dit geval ging om een strafrechtelijke uitspraak en er civielrechtelijk niets meer hoefde te worden bewezen, kon zonder verdere tussenkomst van een rechter het BPRC door middel van een eenvoudige brief het geld op de 'daders' verhalen en er een deurwaarder op af sturen.

Als NN-er kan je niet in beroep tegen de uitspraak van een politierechter. De NN-status wordt bij de rechtszaak belangrijker gevonden dan een eventuele beroepsprocedure, waarbij de kans op succes bovendien nihil is. Aan de andere kant: als NN-er valt een schadevergoedingsmaatregel nooit te handhaven, justitie weet immers niet met wie ze te maken heeft.

Twee jaar later werd een aantal van deze BPRC-bezetters opnieuw gearresteerd, nu voor het knippen van een hek rondom het BPRC. De actie bleek van begin tot eind door de nationale recherche en AIVD te zijn gevolgd, waarbij er voorafgaand een gerechtelijk vooronderzoek naar een aantal personen van deze groep was gestart. Ook bij deze arrestatie vertelde niemand zijn of haar naam. Deze keer had de politie niet veel tijd nodig om alle namen te achterhalen.

Justitie heeft veel tijd gestoken in het koppelen van de verschillende vingerafdrukken, foto's en NN-nummers. Iedereen werd veroordeeld tot een boete en degenen die bij de bezetting van twee jaar eerder betrokken waren geweest, moesten de zeven dagen voorwaardelijk uitzitten. Kort na de zitting werd een aantal activisten opnieuw opgepakt om veertig dagen gevangenisstraf uit te zitten vanwege het niet betalen van de schadevergoeding. Gelukkig wisten hun advocaten dit te voorkomen, aangezien veroordeelden eerst de kans moeten krijgen de schade te betalen. Die kans was er niet, onder andere omdat niemand wist naar welke rekening en onder welk betalingskenmerk er betaald moest worden. Het was niet mogelijk om een betalingsregeling te treffen; voor 1 december moest de boete, 2.000 euro p.p., 8.000 in totaal, worden betaald.

Er is veel nagedacht over de vraag hoe men onder de betaling uit kom komen, maar dat kon alleen wanneer je voorgoed met onbekende bestemming vertrekt of een andere identiteit aanneemt en, omdat een hoofdelijke aansprakelijkheid geldt, moest iedereen dat doen. Als de een niet betaalt draait de ander voor de kosten op. Besloten is de 8.000 euro te betalen.

Onder een dergelijke schadevergoedingsmaatregel valt alleen uit te komen als je anoniem (NN) blijft. Dat is als dierenrechtenactivist al vrijwel onmogelijk en, na de invoering van de ID-plicht, zal dat voor iedere activist gelden. Bezettingen, lock-on acties en blokkades zijn actievormen die al jaren worden toegepast, als directe manier om je mening te uiten. De invoer van de identificatieplicht is een vorm van repressie en een beperking van de vrijheid van meningsuiting. Het is belangrijk om je niet te laten inperken en je niet te laten afschrikken door een schadevergoedingsmaatregel. Het zou een idee kunnen zijn om een fonds op te richten van waaruit geld voorgeschoten of geschonken kan worden om schadevergoedingen te betalen. (BvW)

 

Naar boven