|
Ravage
#15 |
●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
2004 ● Overzicht
#15 Nederland Droomland
Activistisch links heeft een pesthekel aan extreem-rechts, maar spreekt zich tot nu toe niet uit over moslimfundamentalisme. Wezenlijke problemen als homohaat, antisemitisme, vrouwonvriendelijkheid en extremisme worden genegeerd zodra het over de moslimgemeenschap gaat.
De moord op Theo van Gogh wordt niet door iedereen veroordeeld. Dit bleek onder meer uit de reacties op internetsites, via de media en op straat. ,,Wie met vuur omgaat wordt met vuur bestreden'', meldde een onverschillige jongeman op tv. En hij meende het. De vraag is nu hoeveel mensen er rondlopen met de opvatting dat het doden van een medemens die de islam op onderdelen fel bekritiseert, gerechtvaardigd is. Deze groep is in elk geval groter dan de negen arrestanten die volgens de AIVD met serieuze plannen rondliepen om de Kamerleden Wilders en Hirsi Ali te vermoorden en de kerncentrale in Borssele op te blazen. Een groep die contacten onderhield met Mohammed Bouyari, de moordenaar van Van Gogh. We moeten het natuurlijk voortdurend hebben over de oorzaken van de haat voor de westerse samenleving die moslimfundamentalisten tentoon spreiden - religie, uitsluiting, cultuur, internationale spanningen - maar we zitten wel opgescheept met een acuut probleem. Namelijk een aanzienlijk potentieel aan jongeren waarvan een deel wellicht vatbaar is voor extremistische invloeden. Een tikkende tijdbom. Wie heeft daar enig zicht op? En wat staat ons nog te wachten?
'Laat je niet gek maken', zo sprak ik mijzelf de afgelopen weken herhaaldelijk toe. Een beladen en gespannen sfeer hield onze samenleving in haar greep, zo deden politici en de media ons geloven. Na de moord op Van Gogh en het bestaan van een netwerk van moslimterroristen zou onze verdeelde multiculturele samenleving zo'n beetje op springen staan. De beelden van brandende scholen en moskeeën dienden dit idee te versterken. Een atmosfeer die door mij niet als zodanig werd ervaren. 'Nederland staat in brand', meldde het invloedrijke NOS Journaal. Zeker, er werden aanslagen gepleegd op moskeeën en islamitische scholen en er was sprake van emotie op straat. Maar van een groeiende afkeer of haat voor moslims was nauwelijks sprake. We kregen het beeld voorgeschoteld al zou de samenleving zich ,,langs de afgrond van een ravijn'' bevinden, zoals PvdA'er Paul van Heemst (PvdA) het ruim een week na de moord verwoordde. Dat we in ,,oorlog'' zijn met het moslimterrorisme, zoals minister Zalm de sfeer omschreef. Femke Halsema (GroenLinks) riep op moederlijke toon de koningin op het volk toe te spreken. Dat was zo'n beetje wel het laatste waar ik op zat te wachten.
De media hadden niet voor niets een gewillig oor voor de opvattingen van politici en geëmotioneerde burgers die in de nasleep van de moord zich manifesteerden rondom bloemenzeeën en afscheidsbijeenkomsten. Angst gekoppeld aan geweld is een ideaal marketingproduct. Het NOS Journaal spande met de human interest reporter Marga van Praag de kroon. De dag na de semi-militaire operatie in het Haagse Laakkwartier, waarbij twee van moslimterrorisme verdachte personen werden opgepakt, stapte een reportageploeg de buurt in met de vraag ,,wat er toch aan de hand is met onze samenleving.'' Op zich een relevante vraag, maar niet op de dag dat de buurtbewoners moesten bekomen van de schrik, veroorzaakt door het feit dat zich in hun midden een aantal vermeende terroristen had opgehouden en de omgeving in een tijdelijke oorlogszone was veranderd. Diverse mensen wensten het Journaal niet te woord te staan, waarop Van Praag opmerkte dat deze personen dit niet aandurfden uit angst voor represailles. Stemmingmakerij. Dat bepaalde schrijvers en columnisten, met het miezerige burgermannetje Remco Campert voorop, de vraag opwierpen of we in dit land wel alles mogen zeggen, is ronduit schandalig. We maken zelf wel uit of we woorden als geitenneukers of kaaskoppen, lieftallige geuzennamen, openlijk uitspreken. Blijf daar met je tengels vanaf! Toegeven aan terreur is de eerste stap naar een dictatuur. Tien dagen na de moord op Van Gogh draaide de media haar beleid 180 graden om. De angst maakte plaats voor verbroedering. Politici en Oranje-hotemetoten bezochten islamitische scholen en Marokkaanse instellingen als teken van verzoening. De 'oorlog' was voorbij. De autochtoon werd als het ware aan z'n haren de moskee binnengetrokken.
Journalistieke verdwazing, pershetze, koren op de molen voor extreem-rechtse types, wiens handelen juist gelegitimeerd wordt door een opgeklopte atmosfeer van angst voor elkaar. Een klimaat waarin verwerpelijke acties en dito opvattingen welig tieren. De media zouden juist het hoofd koel moeten houden, in plaats van brandstof te geven aan de veenbrand die na 11 september 2001 is ontstaan. De gesignaleerde kloof tussen "wij" (niet-moslims) en "zij" (moslims), waar de media gewag van maakten, is er namelijk altijd al geweest. Als gevolg van recente aanslagen, te beginnen met die van 11 september 2001, is deze tegenstelling in een versneld tempo zichtbaar geworden. Een tegenstelling die, met een beetje goede wil van beide partijen, op termijn te overbruggen is. Nederland lag decennialang bedekt onder een klamme verstikkende deken, waar de moslimterroristen uiteindelijk gaten in hebben gevreten. De politiek-correcte geest, voortgebracht door links intellectuelen die uiteraard zelf de probleembuurten reeds lang geleden ontvlucht zijn, is inmiddels uit de fles en heeft zich vermengd met realisme. Is de gemiddelde Nederlander hiermee de laatste jaren racistischer en intoleranter geworden? Nee, in elk geval niet meer dan we altijd al zijn geweest. En zeker niet racistischer dan bijvoorbeeld de mensen van Marokkaanse of Turkse komaf. Aangezien we al eeuwenlang met diverse culturen samenleven, moeten we niet doen alsof het ons de laatste jaren opeens niet meer lukt. Wel is er nog steeds sprake van een achterstand op de arbeidsmarkt. Het is algemeen bekend dat mensen van Marokkaanse of Turkse komaf veel meer moeite moeten doen om zich een fatsoenlijke baan te bemachtigen. Het bedrijfsleven heeft hierin een taak, en dient desnoods aangespoord te worden door de overheid. Er zijn teveel Marokkanen die leven van een minimum-bestaan, met allerlei vervelende gevolgen van dien.
De emoties die de aanslag op Theo van Gogh teweeg hebben gebracht zijn niet nieuw. We hebben het eerder meegemaakt na de moord op Fortuyn en in mindere mate na de aanslagen in Amerika en Madrid. In een relatief kort tijdsbestek worden we overstelpt met negatieve berichtgeving. Alsof we ons in een totaal ontredderde samenleving bevinden. De onvrede die in brede lagen van de bevolking reeds decennia lang sluimerend aanwezig is, komt als gevolg van het media-geweld naar boven in de vorm van angst. Onvrede over de verharding in de samenleving, voor een belangrijk deel te wijten aan de gevolgen ven het door politiek en bedrijfsleven zo aangeprijsde materialisme, en de complexiteit van het bestaan. We zijn vervreemd van elkaar en in plaats van de daadwerkelijke oorzaken te benoemen - in wezen de taak van de politiek en de opinievormers - richten we ons grote ongenoegen af op de meest herkenbare en concrete overlast: de criminaliteit in de straat. Sinds halverwege jaren '90 voornamelijk veroorzaakt door jongeren van Marokkaanse komaf, zo wijzen de cijfers uit. Dit, gekoppeld aan het openlijk benoemen van de problemen op het gebied van omgangsvormen tussen man en vrouw, die de moderne westerse samenleving ondervindt met een groot deel van de moslimgemeenschap, en zie, de zondebok is daar. Met dat openlijk bespreekbaar maken van het integratieprobleem zijn we weliswaar vijftien jaar te laat, maar beter laat dan nooit.
Maar er is nog een andere oorzaak van de segregatie. Links Nederland heeft te lang het idee gekoesterd dat de 'nieuwkomers' volkomen in hun waarde moesten worden gelaten. Dat we de culturele en religieuze tradities dienden te respecteren. Maar de ongelijkheid tussen man en vrouw bij een aanzienlijk deel van de moslimgemeenschap, met praktijken als uithuwelijking en importbruiden, werken segregatie eveneens in de hand, vaak al op zeer jonge leeftijd. Het ligt dan ook voor de hand dat het conversatieve deel van de moslimgemeenschap emancipeert, omdat uit de praktijk blijkt dat het leidt tot fricties in de samenleving, achterstand. Dat proces kan via de geleidelijke weg verlopen, waardoor we er misschien wel vijftig jaar op kunnen wachten, maar in de tussentijd met problemen zitten opgescheept. Het conservatieve deel van de moslimgemeenschap staat niet bekend om z'n sterke drang tot zelfreflectie en verandering. De waarde die men hecht aan het geloof en traditie is kennelijk groter dan de behoefte en noodzaak om volledig onderdeel uit te kunnen maken van de moderne samenleving. Met kritiek is men al helemaal niet gewend mee om te gaan; men heeft nauwelijks incasseringsvermogen. Dat is geen reden om het emancipatieproces te traineren. Vanuit niet-moslimkringen, maar bij voorkeur vanuit de moslimgemeenschap zelf dient er in debat en publicaties continu op gewezen te worden dat ongelijkheid tussen man en vrouw toch echt niet wordt geaccepteerd, alsmede antisemitisme en de afkeer voor homo's. De basis voor verandering zal moeten worden gelegd in de school en de moskee. Voor fundamentalistische imams kunnen we, tezamen met hun orthodoxe joodse vriendjes en streng-gereformeerden, een museum inrichten waar ze ons als suppoost mogen rondleiden. De ontwikkelingen van de afgelopen jaren stemmen hoopvol. De momenten waarop we ons hardop afvragen hoe de verschillende gemeenschappen met elkaar samen kunnen leven en de problemen openlijk worden benoemd, worden talrijker. In die zin is de ook dood van Theo toch nog ergens goed voor geweest. Deze openheid is voor iedereen in dit land nieuw. We moeten er zichtbaar aan wennen, getuige het wild om zich heen slaan van columnisten en politici.
Van de zomer had ik een afspraak met Theo van Gogh. Ik wilde het met hem hebben over de wijze waarop hij de uitwassen van de islam bekritiseerde. Om zijn kritiek te spuien had Theo zich meester gemaakt van de technieken van de kwaadaardige imam, die op demagogische wijze z'n haat voor de ongelovige westerse samenleving zaait over de voorover gebogen ruggen van de moskeebezoekers.
Voor een of twee keer best leuk, maar Theo groeide in z'n rol en liet geen gelegenheid onbenut om te provoceren. Daarmee schoot hij, media-icoon als hij was, in mijn ogen z'n doel voorbij. Daar wilde ik het met hem over hebben, maar Van Gogh had die dag z'n afspraak verzaakt. Mij bekroop op dat moment het gevoel dat hem iets naars was overkomen. 'Beste moslims. Vervang de woorden joden, homo's, christenen en ongelovigen in de Koran met het woord moslim. En, hoe voelt het?' Een van de vele boodschappen -in de geest van Theo- die tussen de honderden bloemenbossen lagen, die tezamen de locatie van de Amsterdamse Linnaeusstraat markeerde waarop Van Gogh in de ochtend van 2 november door een moslimfundamentalist werd afgeslacht. In naam van Allah de almachtige. Naast een lullig sinterklaas gedichtje, met een mes gestoken in het lichaam van 'het varken', had de dader, de 26-jarige Mohammed Bouyeri, een ronkend pamflet achtergelaten. Een open brief aan Hirsi Ali die een kruistocht tegen de islam zou zijn begonnen en wiens dagen zijn geteld, als we Bouyari moeten geloven. Een krankzinnige tekst, een typisch staaltje van religieus bewustzijnsvernauwing dat leidt tot extremisme. Het bezorgt me rillingen.
Mohammed Bouyeri schreef in zijn afscheidsversje over de 'ridders van de dood' en omschreef zijn naamgenoot uit de Koran als 'de lachende doder'. Volgens de Marokkaanse schrijver Hafid Bouazza zette de moordenaar van Van Gogh de eerste stap naar wat een lange mars gaat worden. Een eerste stap hier, maar een van de vele die elders op de wereld al voortmarcheerden. Volgens Bouazza lijdt het geen twijfel dat de moord een signaal was aan Hirsi Ali. Het lijk van de onbeveiligde Van Gogh was de werkelijke boodschap voor de politica, de brief een toelichting. Ayaan Hirsi Ali belichaamt niet alleen de afvallige moslima, nee, erger nog, zij is een vrouw. De moordenaar van Van Gogh verzette zich in het dagelijks leven tegen gemengde bijeenkomsten van mannen en vrouwen. ,,De angst voor het verlies van en de strijd om het herwinnen van de mannelijkheid lijken mij fenomenen die niet over het hoofd gezien mogen worden om inzicht te krijgen in de psychologische en sociale toestand die bepaalde jongeren ontvankelijk maken voor islamitisch extremisme'', schrijft Bouazza in NRC Handelsblad (13-11-04). Hoewel de Nederlandse samenleving is verruwd en verhard, is er volgens Bouazza geen causaal verband met het ontstaan van moslimterrorisme. Het feit dat nu ook dit land moslimterroristen voortbrengt, is het logische gevolg van de tolerantie. ,,We dienen onder ogen te zien dat Nederland een vrijplaats is waar het extremisme nu ook vaste voet aan de grond heeft gekregen.''
'Fundamentalisme' is in Nederland wetenschappelijk gedefinieerd als een verzamelnaam voor ondemocratische politieke ideologieën op religieuze basis (islam of christendom), net zoals extreem-rechts staat voor ondemocratische ideologieën op nationalistische of racistische basis. Activistisch links heeft een pesthekel aan extreem-rechts, maar spreekt zich tot nu toe niet uit over moslimfundamentalisme. Als er al problemen zijn die binnen de multiculturele samenleving zijn ontstaan, dan zijn deze in hun ogen volledig te wijten aan de 'rechtse' politiek. Met figuren als wijlen Fortuyn, Wilders, Hirsi Ali en Balkenende als voornaamste boosdoeners. Binnen links activistische kringen is het geloof in politieke correctheid nog immer heilig. De term 'linkse kerk', waarmee Theo van Gogh de linkse beweging liefkozend omschreef, is dan ook zo gek nog niet. Want lijken we niet zelf op een bekrompen conservatieve geloofsgemeenschap, waar een afwijkende mening als vloeken in de kerk wordt beschouwd? Toch liepen we twintig jaar geleden - hand in hand met de vrouwenbeweging - te hoop tegen het christendom en grepen we de komst van de Paus aan om te protesteren tegen deze man die vanuit z'n vooraanstaande positie abortus verwerpt. Er werden zelfs posters verspreid waarmee een beloning in het vooruitzicht werd gesteld voor degene die de paus om zo weten te leggen. Een macabere grap, maar toch. Een dergelijke provocatie in de richting van een islamitisch geestelijk leider zie ik links niet zo snel meer maken vandaag de dag. En waarom ook, maar dat zelfs de haatzaaiende imam of moslimfundamentalist volkomen wordt genegeerd, is best wel pijnlijk. De links activistische wereld, waaronder feministische en antiracistische stromingen kunnen worden geschaard, varen op dit terrein een behoudende koers. De wereld wordt er in elk geval niet beter door.
'Integratie, islamofobie en racisme: stop de hetze!', schreeuwen de trotskisten van de Internationale Socialisten ons toe met hun gebalde vuistjes. 'Het valse feminisme van Hirsi Ali', zo heet hun workshop op het komende Nederlands Sociaal Forum. Ook minister Zalm krijgt ervan langs. Die heeft in de ogen van de trotskisten de oorlog verklaard aan de islam, en niet aan het islam-terrorisme. Toe maar. Hoewel Hirsi Ali vanuit haar positie als Kamerlid niet altijd even subtiel te werk gaat - met de door Van Gogh geproduceerde film Submission (onderwerping) wekt ze de suggestie dat vrouwenmishandeling volledig aan de islam te wijten is terwijl mijns inziens de culturele achtergrond een even zo grote rol speelt - is het ronduit verwerpelijk om haar van 'vals feminisme' te beschuldigen. Sterker nog, de Internationale Socialisten vergelijken de opstelling van Hirsi Ali met 'nieuw racisme'. De politica, die opkomt voor de onderdrukte positie van de vrouw binnen de islam, moet nu uit lijfsbehoud voor extremisten onderduiken. Zoals het de joden ooit is vergaan. Hoe antiracistisch en vrouwvriendelijk zijn die Internationale Socialisten eigenlijk? Of neem onze vrienden van de Arabisch Europese Liga (AEL), die spreken van een ,,liberale jihad.'' ,,Het zijn politici als Van Aartsen en Wilders en hun hordes islamofoben die de dijken van Nederland doorprikken en verantwoordelijk zijn voor de islamofobie, en Marokkanenhaat dat in rap tempo de polders insijpelt'', schrijft de AEL op hun website. Over stemmingmakerij gesproken. Zelfs de liquidaties van Pim Fortuyn en Theo van Gogh werden vergoeilijkt, door er als een bezetene op te wijzen dat de heren zich in het gesproken woord schuldig zouden hebben gemaakt aan racisme, of erger, zelf racisten zouden zijn geweest. Het beledigen van iemand op basis van zijn of haar geloofsovertuiging, een eeuwenoude traditie in dit land, veelal bedoeld als provocatie, is toch wel even iets anders dan dat je uit naam van je geloof groepen mensen wilt verstoten of verdoemen op basis van hun seksuele geaardheid.
De strategie van clubs als de Internationale Socialisten en AEL zijn kenmerkend voor de houding van linkse activisten in het algemeen. Al mogen we natuurlijk niet generaliseren. We deinen mee op de mediagolven van vermeende angst, maken er gretig gebruik van door expliciet het beleid van de (rechtse) overheid als enige oorzaak aan te wijzen. Natuurlijk moeten we ageren tegen bepaalde repressiemaatregelen die groepen allochtonen krijgen opgelegd, maar laten we niet vergeten dat dit beleid wordt ingegeven door het gedrag dat een deel van de 'nieuwkomers' tentoon spreidt. Homohaat, eerwraak, antisemitisme, vrouwonvriendelijkheid, kleine criminaliteit en extremisme zijn nu eenmaal moeilijk te accepteren uitingen in deze samenleving. Maar niet voor links, die omarmt de moslimgemeenschap alsof het om een bedreigde diersoort gaat. De moslim met hoofddoek als zeehondje. Het wordt tijd dat ook links de maatschappelijke problemen erkent. Om te beginnen door ons openlijk uit te spreken tegen het moslimfundamentalisme. We kunnen ons wel op straat manifesteren met de leuze 'Voor een kleurrijk Nederland', het motto waarmee het Nederlands Sociaal Forum op 28 november een demonstratie organiseert, maar dat is te gemakkelijk en te vrijblijvend. Een dergelijk initiatief zal zelfs door de meest gematigde politieke partij worden ondersteund. Het is nu meer dan ooit belangrijk dat personen en organisaties die zich tegen racisme en ongelijkheid zijn en opkomen voor de mensenrechten oog krijgen voor de orthodoxe tendenzen binnen islamitische kringen, en andere religieuze stromingen, ook al zijn ze minder invloedrijk. Segregatie komt nooit van één kant. Voeling krijgen met datgene wat zich op straat, de werkvloer en in scholen afspeelt. De problemen in elk geval niet langer negeren, onbenoemd laten. Er is een wereld mee te winnen.
Alex van Veen
|
||