Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2002    ● Overzicht #15


 

Uit: Ravage #15, 22 nov 2002

Hebben betogers geen rechten?

Autoriteiten verhinderen demonstraties

Tumult in Den Haag. Uit protest tegen de aangekondigde bezuinigingen op het hoger onderwijs hadden studentenorganisaties een demonstratie aangemeld. Zonder succes. Burgemeester Deetman verbood het protest op het Plein. Het verbod is geen incident. De afgelopen tijd zijn er meerdere betogingen in het land in de kiem gesmoord.

Het oordeel van Deetman kwam rijkelijk laat, vier dagen voor de geplande studentendemonstratie van 12 november. De burgemeester was bang voor wanordelijkheden. Volgens Deetman had het protest enkel plaats kunnen vinden op het Malieveld, op veilige afstand van de parlementsgebouwen. Maar dat wordt deze maand grotendeels in beslag genomen door een circus.

De organisatoren van het studentenprotest reageerden woedend. In hun ogen is het zo klaar als een klontje dat de weigerachtige houding van Deetman (CDA) onder meer het gevolg is van diens politieke opvattingen. Men spant een rechtszaak aan tegen de gemeente Den Haag waarmee de schending van het recht op demonstratie zal worden aangevochten.

Demonstratieverbod

Het door Deetman uitgevaardigde demonstratieverbod staat niet op zichzelf. Den Haag heeft inmiddels een behoorlijke reputatie opgebouwd van een stad waar het recht op demonstreren in toenemende mate met voeten wordt getreden. Dat het desondanks een gewilde trekpleister voor betogers blijft, heeft Den Haag vooral te danken aan z'n vele ambassades, paleizen, ministeries en regeringsgebouwen.

Voorbeelden van recente demonstratieverboden te over. Denk aan de betogingen tegen het bombardement op Afghanistan eind vorig jaar. Daarbij werden diverse demonstranten gearresteerd omdat men zich zonder toestemming van hogerhand ophield in de omgeving van de Amerikaanse ambassade aan het Lange Voorhout.

Een ander voorbeeld is de verboden demonstratie van voornamelijk Turken en Koerden die in februari 1999 werd gehouden na de arrestatie van PKK-leider Öçalan. Uiteindelijk leidde het verbod tot relletjes in de Haagse binnenstad.

In het voorjaar van 2000 werd op aandrang van koningin Beatrix een betoging van de stichting Japanse Ereschulden aan banden gelegd. Leden van deze stichting wilden het bezoek van de Japanse keizer aan Den Haag aangrijpen om de Japanse regering op haar verantwoordelijkheid te wijzen tot inlossing van de ereschulden aan de slachtoffers van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië.

Tijdens de Klimaattop in Scheveningen, november 2000, arresteerde de Haagse politie ruim 90 demonstranten die zonder toestemming van de burgemeester de straat op waren gegaan voor hun 'Walk of Shame' betoging langs ambassadegebouwen van landen waar men kernenergie produceert.

Deetman verbood de demonstratie omdat hij z'n handen vol zou hebben gehad aan twee andere betogingen die dag. Verder zou de betoging te laat zijn aangemeld. Onlangs werden deze arrestanten in hoger beroep vrijgesproken van vervolging. Niet uit principiële overwegingen, maar omdat het onduidelijk is of men destijds wel het verwijderingsbevel van de ME goed heeft kunnen horen.

Verkapt vergunningsstelsel

Saillant detail bij het betogingsverbod van de 'Walk of Shame' demonstranten is het feit dat de organisatoren wel degelijk moeite hebben gedaan deze bij de gemeente Den Haag tijdig aan te melden, maar dat men weigerde de kennisgeving in ontvangst te nemen omdat deze 'pas' twee werkdagen voor de demonstratie gedaan werd. Artikel 10 van de Haagse APV stelt een termijn van vier werkdagen.

Ditzelfde artikel bepaalt dat een kennisgeving pas is gedaan als een bewijs van ontvangst is uitgereikt. De gemeente Den Haag, en talloze andere gemeenten, heeft zo het aanmeldingssysteem feitelijk omgebouwd tot een verkapt vergunningsstelsel waarin voor iedere betoging een bewijs van toestemming moet worden uitgereikt.

Volgens Ward Ferdinandusse, onderzoeker aan de rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam, hinkt de regulering van het demonstratierecht, neergelegd in de Wet Openbare Manifestaties (WOM), dan ook op twee gedachten.

'Enerzijds wordt de strikte bescherming van de betoging door de Grondwet en de verdragen erkend, anderzijds komt het idee tot uiting dat voor het houden van een betoging aanvullende eisen aan de burger mogen worden gesteld waarvan de niet-naleving gesanctioneerd mag worden met beperkingen van demonstratievrijheid', zo schrijft Ferdinandusse in het Nederlands Juristen Blad (30 maart 2001).

De Autolozen

Hoewel ook Amsterdam, naast Den Haag een populair demonstratieoord, een aanmeldingsplicht heeft uitgewerkt in de APV, hanteert deze gemeente in de regel een soepeler aanmeldingsbeleid voor betogingen. Al hangt dit sterk af van het karakter en de omvang van het protest.

Een schriftelijke aanmelding op het stadhuis, minimaal 24 uur van tevoren, wordt aanbevolen. Op het kennisgevingsformulier geef je tevens de route aan. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde en veiligheid voorschriften geven waardoor het verkeer niet wordt belemmerd.

In spoedgevallen, bijvoorbeeld vanwege het uitbreken van een oorlog, volstaat een telefonische melding aan het hoofdbureau van politie. Verder wordt er bij niet-aangemelde demonstraties per geval bekeken of er moet worden opgetreden of niet. In principe voert de Amsterdamse gemeente een de-escalerend beleid op dit gebied.

Maar niet altijd, zo ervaarden de Autolozen. In de periode 1998-1999 hield deze actiegroep maandelijks een fietsbetoging door Amsterdam. Zonder aanmelding wel te verstaan. Na een aantal betogingen staken de autoriteiten er een stokje voor, waarna de politie een demonstratie belemmerde.

Uit protest tegen deze gang van zaken riepen de Autolozen half april 1999 op voor een demonstratie 'voor de vrijheid van demonstratie en meningsuiting' in de hoofdstad. De politie sommeerde de betogers zich van het verzamelpunt aan het Spui te verwijderen omdat de demonstratie niet was aangemeld en om die reden door de burgemeester was verboden.

Deze zaak kwam voor de rechter. In een tussenvonnis droeg de politierechter de officier van justitie op het dossier aan te vullen met de belangenafweging die aan het verbod van de demonstratie op het Spui ten grondslag had gelegen. Daar is het wachten nu op en dit kan interessante jurisprudentie opleveren.

Anti-bont activisme

Een andere actiegroep die in de ogen van de Amsterdamse autoriteiten ongetwijfeld als 'lastig' wordt bestempeld, is de Animal Defense League (ADL). Deze dierenactivisten startten begin dit jaar een intensieve campagne tegen een bontwinkel aan de Heiligeweg.

Minstens een keer per week posteerden de actievoerders zich met protestborden voor de bewuste winkel in het centrum van de stad. Over de aard van het protest en de frequentie was vooraf geen overleg gevoerd met de autoriteiten. Totdat de eigenaar herhaaldelijk klaagde, de politie vragen ging stellen en lastig ging doen.

,,Ze wilden ons in wezen gewoon weg hebben voor die winkel'', vertelt Niels van het ADL. ,,Hiervoor deden ze een beroep op ons goede fatsoen. Toen dat niet lukte stelden ze allerlei voorwaarden aan de actie, zoals onze opstelling, de duur van de betoging, het aantal deelnemers. Op een gegeven moment tolereerden ze onze aanwezigheid alleen nog maar als we ons op en neer door de Heiligeweg zouden begeven. Nou, dat deden we dan maar.''

Op een dag kwam oom agent vertellen dat het ADL een vergunning nodig had voor de betogingen. Een vertegenwoordiger van het ADL nam vervolgens contact op met Ine van Brenk, de beleidsadviseur van burgemeester Cohen op het gebied van de Openbare Orde en Veiligheid. Niels: ,,We kregen te horen dat we ons niet langer in de Heligeweg mochten ophouden, maar op het belendende Koningsplein.''

Volgens Van Brenk wilden de betogers dermate vaak op het drukste tijdstip van de week, zaterdagmiddag, met grote borden voor de bontwinkel gaan staan, dat ze problemen voorzag aangaande de doorstroming van het winkelende publiek. ,,Vervolgens hebben ze de daad weer bij het woord gevoegd zonder de betoging aan te hebben gemeld. Ja, dan vraag je natuurlijk om problemen'', aldus Van Brenk.

Hinderlijk ophouden

De eerste keer dat de politie overging tot arrestatie van de ADL-activisten in de Heiligeweg was op 16 maart van dit jaar. Niels werd samen met zeven collega's gedurende een half etmaal op het bureau vastgehouden. ,,Op ons proces-verbaal stond vermeld dat we ons 'zonder redelijk doel' hadden opgehouden in het 'portiek of poort'. Ze zochten en vonden uiteindelijk een gammele stok om ons mee te slaan'', weet Niels.

Nog geen week later overkwam hem hetzelfde. Samen met een collega had Niels het plan opgevat om dit keer ,,niet gewoon braaf maar superbraaf'' te betogen voor de bontwinkel. ,,We namen het zekere voor het onzekere en liepen flink op en neer in de Heiligeweg. Al na een kwartier arriveerde de politie. M'n collega werd zonder pardon in de boeien geslagen. Ik diende me te verwijderen. Zoniet dan zou ik ook opgepakt worden voor het veroorzaken van overlast. Nadat ik hier een vraag over stelde, zat ik voor ik er erg in had ook in het politiebusje.''

Op het bureau kregen Niels en z'n collega van alles in de schoenen geschoven. ,,Eerst hadden ze een aanklacht opgesteld vanwege 'hinderlijk ophouden'. Later werden daar ook nog eens beschuldigingen als openlijke geweldpleging, stalking en art. 140 aan toegevoegd. Ze wisten het gewoon niet.'' Een dag later werden beiden vrij gelaten, overigens zonder dagvaarding op zak.

Michiel Pestman, die als advocaat in kringen van activisten naam heeft gemaakt als hun belangenverdediger, noemt de arrestatie van de ADL-activisten typisch zo'n gevalletje waar je nooit meer wat van hoort. ,,Het Openbaar Ministerie beseft zelf natuurlijk ook wel dat ze dit zullen verliezen wanneer het voor de rechter komt'', aldus Pestman.

Volgens Pestman kan de burgemeester een betoging hooguit verbieden op grond van verstoring van de openbare orde. ,,Zo'n beslissing moet het sluitstuk zijn van een uitvoerige belangenafweging. Maar meestal neemt men het besluit te snel en blijkt het nergens op gebaseerd.''

Pestman vermoedt, net zoals de actievoerders van het ADL, dat er economische belangen ten grondslag liggen aan het repressieve politiebeleid. ,,De eigenaar van de winkel heeft herhaaldelijk geklaagd over de acties tegen z'n bedrijf.''

Voorwaarden

Dat bont ook in de stad Groningen gevoelig ligt, blijkt uit de ervaringen van de actiegroep Ongehoord. Aanvankelijk werden de wekelijkse kleinschalige betogingen voor de bontwinkel van Van Heusden de afgelopen winter oogluikend toegestaan. Al snel werden de flyers in beslag genomen en volgden er arrestaties omdat men de betogingen niet had aangemeld.

Maar het kan nog gekker. Zoals in Apeldoorn, waar een lokale afdeling van het Animal Defense League de afgelopen zomer het plan opvatte om bontwinkel Hettema, gesitueerd in de Hoofdstraat, regelmatig te gaan bezoeken. Al bij eerste keer ging het faliekant mis.

,,We werden met z'n zevenen gearresteerd omdat we geen vergunning hadden aangevraagd'', vertelt Menno uit Apeldoorn. Na twee uur werden de betogers vrij gelaten, eveneens zonder dagvaarding op zak. ,,Het enige wat we mee naar huis kregen was de mededeling dat we in het vervolg een vergunning moesten aanvragen voor de betoging.''

Zo gezegd, zo gedaan. Eind augustus voerde een delegatie van het ADL op het stadhuis overleg met een aantal ambtenaren, waaronder de heer Van der Zedde van de afdeling Veiligheid en Recht. Het ADL diende voor de betogingen aan een reeks voorwaarden te voldoen.

Menno: ,,De betoging mocht uit niet meer dan tien personen bestaan. Vooraf dienden we de identiteit van de deelnemers bekend te maken. Op een tekening moesten we aangeven waar we ons zouden posteren in de Hoofdstraat. Van de protestborden die we zouden dragen moesten we foto's maken en vooraf laten zien op het stadhuis...''

De Bie van de afdeling Veiligheid en Recht van de gemeente Apeldoorn zegt niets te weten van de gemaakte afspraken met het ADL. Wel wil hij kwijt dat Apeldoorn dezelfde spelregels voor demonstraties hanteert als de meeste gemeenten in dit land. ,,We tornen niet aan de vrijheid van meningsuiting. Tenzij het anderen schaadt, want dan zullen we die vrijheid moeten inperken.''

Alex van Veen