Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2002    ● Overzicht #14


 

Uit: Ravage #14, 1 nov 2002

Monument tegen de oorlog

In de dichtbundel 'Niemands Land' brengt Tom Lanoye een ode aan de War Poets uit de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Hiermee wil hij de leemte in de Vlaamse literatuur vullen waarin deze voor Vlaanderen zo bloedige oorlog vrijwel geheel ontbreekt. 

De Eerste Wereldoorlog heeft een enorme invloed gehad op de Europese literatuur. Juist in de decennia daarvoor, waarin het op het Europese continent na eeuwen van oorlog eindelijk betrekkelijk rustig was geworden, waren thema's als nationalisme en oorlogsromantisering een grote rol gaan spelen in de cultuur. Italië en het Duitse Keizerrijk waren nog maar net gevormd. Het kweken van nationalisme op korte termijn zorgde voor interne vrede en stabiliteit. Voor veel politici, maar ook kunstenaars (en dus schrijvers) was nationalisme daarom een legitiem middel.

Ze zagen hierbij over het hoofd dat dit nationalisme, in combinatie met de technische verworvenheden van de industriële revolutie, waardoor in alle grote staten gigantische wapenindustrieën opbloeiden, uiteindelijk bijna onvermijdelijk zou leiden tot een explosie van geweld. Deze explosie duurde vier jaar en was vernietigender dan alle oorlogen die de wereld in de eeuwen daarvoor had gekend.

In Engeland, dat in die tijd een beroepsleger had, zette de overheid de nationalistische dichters in als propagandisten voor het lokken van vrijwilligers. Daarom kwamen in verhouding zo veel Engelse intellectuelen terecht op de slagvelden, of beter gezegd: slachtvelden van de Eerste Wereldoorlog. Eenmaal gearriveerd in Noord-Frankrijk of West-Vlaanderen, werden ze ruw uit hun dromen en op rijm gezette holle frasen over trots, eer en vaderlandsliefde gewekt. In de gruwelijke loopgravenoorlog die daar woedde, waren ze slechts kanonnenvoer.

Oorlogspoëzie

Op deze plek ontstond een nieuwe generatie dichters die bekend zou worden als The War Poets. Hun War Poetry was, in tegenstelling tot wat in die jaren populair was, zeer direct en vrij van ingewikkelde metaforen. Soms was ze zelfs vrij van rijm.

De bekendste overgebleven gedichten vertellen vooral over de waanzin van de oorlog. Het valt echter niet te ontkennen dat er minstens zo veel 'oorlogspoëzie' geschreven werd door soldaten die, zelfs midden in die zinloze oorlog, in hun 'heilige' nationalistische missie bleven geloven.

Eén van de bekendste War Poets was Wilfred Owen (1893-1918). Hij was eigenlijk leraar tot hij in september 1915 een ziekenhuis met gewonde soldaten bezocht en besloot om zich aan te melden bij het leger. In maart 1917 raakte hij zwaar gewond. In het ziekenhuis schreef hij zijn poëzie, die op bittere toon verhaald van de waanzin van deze zinloze oorlog. Toch keerde hij in augustus 1918, toen hij weer enigszins hersteld was, terug naar het front. Daar werd hij uiteindelijk op 4 november 1918 gedood door Duits mitrailleurvuur. Precies een week voordat de wapenstilstand, die het einde van de oorlog betekende, werd getekend...

De man die Owen aanzette tot het schrijven van zijn gedichten en er na zijn dood ook voor zorgde dat ze gepubliceerd werden, was een andere bekende War Poet: Siegfried Sassoon (1886-1967). Hij was evenals Owen gewond geraakt, maar wel zo slim om de conclusies uit de inhoud van zijn poëzie te trekken en níet terug te gaan naar het front. Dit zorgde voor een grote rel en veel publiciteit voor de poëzie van Sassoon en Owen. Mede hierdoor kwam er in Engeland een wat realistischere kijk op de bittere loopgravenoorlog op het continent.

Ook in andere landen zorgde de bloedige oorlog voor een grote cultuuromslag en ontstonden er stromingen als het dadaïsme, terwijl het expressionisme en modernisme in een stroomversnelling kwamen. Ze leverden literair tegengif tegen het nationalisme en de oorlogszucht.

Ongeletterden

Opvallend genoeg speelt de Eerste Wereldoorlog nauwelijks een rol in de Vlaamse literatuur, terwijl juist die streek, met de slachtvelden in West-Vlaanderen, het bloedend hart van deze oorlog was. De dichter Paul van Ostaijen (1896-1928) is sowieso de enige geweest die de Nederlandstalige literatuur met houdbare gedichten over WOI heeft verrijkt. En hierin kwamen de slagvelden nauwelijks voor.

Waarom ontbreekt die Eerste Wereldoorlog vrijwel in de Vlaamse literatuur? De Vlaamse loopgraafsoldaten waren, in tegenstelling tot de Britten, juist de ongeletterden. Iedereen die kon schrijven las of sprak Frans en kon zich hiermee achter de elite verschuilen. De weinige principieel Vlaamstalige intellectuelen kozen de kant van de Duitsers. Dit heeft hun rol in de Belgische literatuur na de oorlog niet bepaald vergemakkelijkt.

Om dit hiaat in de Vlaamse literatuurgeschiedenis te vullen, besloot Tom Lanoye een keuze uit de gedichten van de War Poets -waaronder negen gedichten van zowel Owen als Sassoon - te vertalen. Niet alleen in het Nederlands, maar ook naar de situatie van een denkbeeldige Vlaamse loopgraafsoldaat aan de kant van de geallieerden. Zo probeerde hij als het ware met terugwerkende kracht een bundel te laten ontstaan die zo'n soldaat had kunnen schrijven. Het resultaat is de bundel Niemands Land.

Ik betwijfel of hij zijn doelstelling heeft bereikt. Zijn vertalingen hebben dezelfde bitterheid als de originele gedichten maar zijn niet, zoals de Engelse originelen, stuk voor stuk een felle klap in je gezicht. Lanoye tilt ze juist net iets op en verheft ze daarmee eigenlijk alleen maar verder tot poëzie. Maar gevoegd bij de schitterende vormgeving, de foto's en tekeningen in de bundel moet de conclusie toch luiden dat Tom Lanoye, samen met Hendryckx en Dooreman, een meesterwerk heeft geschapen. Een monument tegen de oorlog.

Carl Versteegh

Tom Lanoye, Niemands Land. Gedichten uit de Groote Oorlog. Met foto's van Michiel Hendryckx en tekeningen van Dooreman, Prometheus, Amsterdam, 2002.