Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2002    ● Overzicht #9


Uit: Ravage #9, 28 jun 2002

Godsland (5)

De kruistochten van Amerika

De Verenigde Staten kennen een lange traditie van religieus-geïnspireerde machtsvorming. Indianen, zwarten, communisten, druggebruikers... allen vertegenwoordigen ze het kwaad dat met God's hulp én goedkeuring wordt bestreden.

Langzaam maar zeker begint ook bij de trouwste vazallen van de Verenigde Staten het inzicht te rijpen dat de regering Bush er wel heel extreme opvattingen op na houdt. Het Binnenhof is sinds het begin van deze zomer in rep en roer over de American Service Members Protection Act, die het schrikbeeld oproept van een Amerikaanse troepenlanding op het strand bij Scheveningen.

Aan de overkant van de Noordzee is men ondertussen ook not amused over de Grote Bondgenoot. Top-functionarissen van de Britse geheime dienst lieten begin juni via de krant The Guardian lekken dat het bewijsmateriaal tegen van terrorisme verdachte individuen vaak zo mager is, dat men het onverantwoord vindt om aan verzoeken van de Amerikanen tot aanhouding en uitlevering mee te werken.

En CNN, dat zich tot dusver in de oorlog tegen het terrorisme een loyale tribuun van de eigen regering betoonde, heeft zich zeer kritisch uitgelaten over de manier waarop de regering Bush omspringt met de rechten van Abdullah Al Mujahir, de tot de islam bekeerde Amerikaanse staatsburger die ervan wordt verdacht plannen te hebben gemaakt voor een aanslag op Washington met een zogenaamde 'vuile bom' n een bom met radioactief materiaal.

"Als dit kan gebeuren met Abdullah Al Mujahir", zei een commentator van CNN, doelend op de manier waarop de verdachte van zijn burgerrechten is beroofd door hem aan te klagen voor een militair tribunaal, "dan kan het met iedereen gebeuren, ook met u of met mij."

Het grote voorbeeld voor Bush jr. en zijn regering is niet Bush sr. maar diens voorganger, Ronald the Great Communicator Reagan. Het loont daarom de moeite om nog eens wat te grasduinen in de geschiedschrijving over de periode-Reagan, die duurde van november 1980 tot november 1988. Want hoewel de geschiedenis zich nooit letterlijk herhaalt, zijn er wel talrijke opmerkelijke overeenkomsten te vinden. Overeenkomsten die een vingerwijzing lijken te vormen naar wat ons allemaal nog meer te wachten staat.

In zijn studie Nieuw-rechts in de Verenigde Staten van Amerika, die midden jaren tachtig in Nederland verscheen bij de Kritiese Bibliotheek van Van Gennep, wijst de Amerikaanse politicoloog Saul Landau op de lange traditie van religieus-geïnspireerde machtsvorming in zijn land. Hij trekt een rechte lijn van de theocratische idealen van de zeventiende-eeuwse Puriteinen, via de Divine Destiny waarmee een eeuw later de verovering van het Wilde Westen werd gerechtvaardigd, naar de bestrijding van het Evil Empire door Ronald Reagan en zijn mede-communistenvreters.

Ten tijde van de communistenjacht onder leiding van de roemruchte conservatieve senator Joseph McCarthy, in de jaren vijftig, was de filmacteur Ronald Reagan voorzitter van de Screen Actors Guild. Uit hoofde van die functie stelde hij op verzoek van de FBI met grote regelmaat zwarte lijsten samen van Hollywood-collega's die er communistische sympathieën op nahielden. Omdat dit uiteraard in het diepste geheim moest gebeuren, gebruikte de FBI een codenummer om de ware identiteit van hun informant te beschermen: Ronald Reagan stond te boek als informant T-10.

Reagan was in diezelfde tijd ook betrokken bij de CIA-operatie Crusade for Freedom, (let op het gebruik van het woord kruisvaart, een term die ook George W. graag in de mond neemt) waarbij ondermeer de mafia werd ingeschakeld om geld in te zamelen voor Oosteuropese ex-nazi's die naar de VS wilden vluchten. Gedurende zijn hele verdere loopbaan zou Reagan nauwe banden blijven onderhouden met aan de mafia gelieerde lieden.

Zo benoemde hij, nadat hij met steun van de aartsconservatieve christenen van de Moral Majority tot president was gekozen, een zekere Ray Donovan tot zijn minister van Arbeid. Dat leidde al direct tot de nodige ophef, omdat Donovan bevriend zou zijn met verschillende notoire maffiosi. Maar dankzij de bereidwillige medewerking van FBI-assistant director Bud Mullen, die voorkwam dat kritische senatoren de beschikking kregen over het FBI-dossier van Donovan, vond de benoeming toch doorgang. In 1984 moest Donovan alsnog het veld ruimen toen hij, samen met negen andere top-maffiosi, werd aangeklaagd wegens moord, fraude en afpersing.

Reagans regering telde meer van dergelijke dubieuze figuren. Zo werd Teamster-leider Jackie Presser, die werd verdacht van het leiding geven aan illegale praktijken van de afdeling Ohio van de beruchte Teamsters-vakbond, benoemd tot senior economic advisor. Eén van Pressers eerste politieke wapenfeiten was het verlagen van het FBI-budget voor onderzoek naar georganiseerde misdaad met 33 procent. Ook de douanediensten, die geregeld optraden tegen smokkelpraktijken van de mafia, moesten het ontgelden. In 1984 verlaagde de regering-Reagan hun budget met 50 procent. En juist op het moment dat de mafia zich begon bezig te houden met de illegale afvalverwerking, legde Reagan de leiding over zijn milieupolitiek in handen van de uit Las Vegas afkomstige mafia-advocaat James Watt.

Om niet de indruk te wekken soft on crime te zijn, kreeg vice-president George Bush sr. de leiding over de South Florida Drug Task Force. Hoewel deskundigen ter plaatse de hele Task Force omschreven als an intellectual fraud die niets klaarmaakte, liet Bush zich regelmatig in Florida fotograferen met in beslaggenomen drugs. Zoals onderzoeker Dan Russell schrijft in zijn standaardwerk Drug War n covert money, power and policy: "Het werkte! Bush kreeg het imago dat hij wenste n en Florida kreeg de dope die het wenste."

Onder Reagan vonden talloze hervormingen van de binnenlandse Amerikaanse politiek plaats die telkens weer leidden tot de overheveling van enorme geldbedragen in de richting van de eigen elite. Een berucht voorbeeld is de deregulering van het bank- en spaarwezen, die uiteindelijk zou uitmonden in het Savings & Loans-schandaal waarbij miljarden dollars aan spaartegoeden verdwenen in de zakken van frauduleuze bankiers en andere ondernemers, onder wie leden van de familie Bush. George W. vergaarde in die tijd zijn eerste miljoenen. De enorme belastingverlagingen voor de rijken en de gelijktijdige en al even omvangrijke verhoging van het defensiebudget is een ander voorbeeld.

Het is geen toeval dat de regering van Bush II tot precies diezelfde politiek is overgegaan. In Fuzzy Math n the essential guide to the Bush tax plan laat de vooraanstaande econoom Paul Krugman geen spaan heel van de belastingverlaging die Bush in zijn eerste regeringsjaar heeft doorgedrukt. "Ik kan geen enkele eerdere regering bedenken die zijn economische plannen onder zulke valse voorwendselen heeft geprobeerd te verkopen", schrijft hij in een, zeker voor een bedaarde wetenschapper als Krugman, onversneden woedend slotbetoog. "In ieder stadium van het debat hebben Bush en zijn mensen geprobeerd om te verhullen wat ze werkelijk van plan zijn."

Volgens Krugman steekt achter de belastingverlagingen een "diepere" conservatieve agenda. "Bekijk het eens zo", schrijft hij, "stel dat het lange-termijndoel is om ervoor te zorgen dat kiezers uit de middenklasse de regering zien als een last, in plaats van als een bron van benefits. Een belastingverlaging die de middeninkomens meer bevoordeelt dan de hoogste inkomens, dient dat doel niet; zo'n belastingverlaging zou zelfs een averechts effect hebben, want de belastinginkomsten zouden dan onvoldoende dalen om zwaar in de benefits te moeten gaan snijden. Terwijl de gemiddelde kiezer de overheid ook nog eens als minder belastend zou ervaren en er dus ook welwillender tegenover zou staan. Dus om het lange-termijndoel te dienen, moet de belastingverlaging wel vooral ten goede komen aan de rijken; compromising on this would miss the point."

De regering-Bush zet dus in de binnenlandse politiek met verve de conservatieve agenda voort van de regering Reagan. Datzelfde geldt, mutatis mutandis, voor de buitenlandse politiek. En waar in de binnenlandse politiek de schaamteloze en zeer onchristelijke bevoordeling van de rijken ten koste van de armen wordt verdoezeld door keer op keer te hameren op christelijke waarden als de heiligheid van het gezin en de onschendbaarheid van het ongeboren leven, daar wordt ook in de buitenlandse politiek het zicht op de werkelijkheid voortdurend vertroebeld door een quasi-religieus moralisme te preken. Daarbij wordt nadrukkelijk voortgeborduurd op het religieus getoonzette anti-communisme uit het Reagan-tijdperk.

Zoals George W. Bush zei over de terroristen van Al Quaeda, in zijn even beroemde als beruchte address to the nation van 20 september 2001, getiteld Our Mission and Our Moment: "Zij zijn de erfgenamen van alle moorddadige ideologieën van de twintigste eeuw. Door mensenlevens op te offeren aan hun radicale visie, door elke waarde te veronachtzamen behalve de wil tot macht, treden zij in de voetsporen van het fascisme, het Nazisme en het totalitarisme. En zij zullen dat pad volgen tot het bittere eind: in history's unmarked grave of discarded lies"

(wordt vervolgd)

Karel Glastra van Loon