●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
2002 ● Overzicht
#7 Uit: Ravage #7, 17 mei 2002 Kan Irak echt geholpen worden? Sinds enkele jaren lijkt het geweld in de wereld drastisch toe te nemen. Niet alleen militair geweld en oorlogen tussen staten, maar ook zelfmoordaanslagen en religieus geweld nemen hand over hand toe. Als reactie op de bombardementen op Afghanistan organiseerde het Nijmeegse Platform tegen de 'Nieuwe Oorlog' een bijeenkomst over Irak. Het Nijmeegse Platform tegen de Nieuwe Oorlog werd oktober vorig jaar opgericht. Het platform is samengesteld uit individuen en organisaties, zoals de studentenvereniging AKKU, de lokale SP-afdeling, de Koerdische studentenvereniging en de SAP. Het platform komt op voor rechtvaardigheid en verzet zich tegen oorlog als oplossing voor conflicten. In het kader van de themacyclus 'dilemma's in de nieuwe oorlog' werd er op 2 mei in politiek café de Klinker in Nijmegen een thema-avond gehouden over het sanctiebeleid van de VN tegen Irak en de vraag hoe het regime van Saddam Hoessein aan te pakken zonder dat de Irakese bevolking daar onder lijdt. Karel Koster van het Antimilitaristisch Onderzoeks Kollektief (AMOK) en SP-kamerlid Harry van Bommel waren uitgenodigd om te discussiëren over de 'kwestie Irak'. Koster is mede-auteur van het boek 'Een streep in het zand' waarin de Golfoorlog van 1991 wordt beschreven. Van Bommel bracht eind 2000 een bezoek aan Irak. Samen met westerse diplomaten, politici en mensen van hulporganisaties wilde hij het sanctiebeleid van de Verenigde Naties aan de kaak stellen en pleitte hij voor het opheffen van het handelsembargo. Handelsembargo Nadat Irak het oliestaatje Koeweit binnenviel, waarmee de Golfoorlog begon, legde de internationale gemeenschap Irak economische sancties op. Op deze manier wilde de Verenigde Naties een ontwapening van Irak zien af te dwingen. Door het opleggen van een handelsembargo zou het Irakese regime niet de mogelijkheid krijgen om massavernietigingswapens te ontwikkelen waarmee de minderheden in het land kunnen worden onderdrukt en die tevens een bedreiging kunnen vormen voor de regio en eventuele westerse doelen. De import van wapens zou immers niet of nauwelijks meer mogelijk zijn. Inmiddels blijkt dat niet Saddam Hoessein de dupe is geworden van de sancties maar de Irakese bevolking. Uit VN-rapporten blijkt dat een half tot anderhalf miljoen mensen overleden zijn als gevolg van de instandhouding van het handelsembargo. Een derde daarvan zijn kinderen. Door de economische sancties is er een groot gebrek aan medicijnen, drinkwater en voedsel ontstaan. Van Bommel: "Hoessein mag van het westen wel olie verkopen om voedsel en medicijnen te betalen, maar de opbrengst van olie kan lang niet allemaal daaraan worden besteed. Dertig procent moet bijvoorbeeld worden besteed aan herstelbetalingen. Veel geld gaat zo naar oliemaatschappijen die in Koeweit schade hebben geleden. Een gedeelte is voor de Koerden in het noorden van Irak die onder internationale bescherming staan. Uiteindelijk komt er maar een kwart van het geld bij de eigen bevolking terecht." Interventie De discussie over Irak werd op de thema-avond wel duidelijk in een grotere context geplaatst. Zo was er in het kader van de opkomende geweldspiraal en de 'Nieuwe oorlog' ook aandacht voor discussie over het eventuele nut van militaire interventies, het 'dictaat' van de westerse wereld en de oorlog tegen het terrorisme (waar de kwestie Irak een belangrijke positie inneemt. Bush wil immers Irak als één van de landen van de as van het kwaad bombarderen). Koster vroeg zich af of een interventie van de internationale gemeenschap in Irak tot de mogelijkheden zou kunnen behoren om een omverwerping van het Saddams dictatuur af te dwingen en een einde te maken aan de humanitaire tragedie in het land. Van Bommel acht dat een levensgevaarlijk experiment: "VN-interventies (vredesmissies) kunnen soms een kans van slagen hebben. Daar waar genocide kan worden voorkomen. In zoverre wil ik wel afstand doen van het pacifistische gedachtengoed. Het baart me alleen grote zorgen dat de politiek zo weinig lering trekt uit voorgaande operaties met het oog op nieuwe interventies. De eenstemmigheid tussen de grote westerse staten over de kans van slagen is vaak te groot". Propaganda-oorlog Volgens Van Bommel vindt er nauwelijks een evaluatie plaats van de interventie uit het recente verleden. "In de kwestie Irak weet je nauwelijks het fijne van de zaak. Het is één grote propaganda-oorlog tussen met name de VS en het regime van Hoessein. De prijs die dan betaald zou moeten worden is misschien veel te hoog", aldus van Bommel. De grote vraag en tevens het dilemma in de discussie is dan ook wat er moet worden gedaan om de Irakese bevolking daadwerkelijk te kunnen helpen. Enerzijds is Van Bommel tegen de ingestelde sancties, anderzijds wil hij zich verzetten tegen Saddams regime. "Alle sancties moeten in ieder geval worden opgeheven, met uitzondering van het wapenembargo. Het bewind van Hoessein wordt nu eenmaal niet omvergeworpen door sancties. Uiteindelijk moet de bevolking zelf Hoessein verjagen of wegstemmen. Ik geloof in een vreedzame omwenteling als het volk in opstand komt. Er moet weer een duidelijke middenklasse ontstaan in Irak. Nu is er bijna alleen maar armoede als gevolg van de dictatuur." Tjeerd Adema Komende thema-avonden: 23 mei 'Voor God of bevrijding?' 12 juni 'Andersglobalisme, een alternatief?' De Klinker, Van Broeckhuyzenstraat 46, Nijmegen. Aanvang 20 uur. |
||