Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2002    ● Overzicht #7


Uit: Ravage #7, 17 mei 2002

Krakers en hun rechtspositie

Bij het optreden tegen krakers schendt of ontduikt de overheid geregeld de wet. Ontruimingen kunnen dan ook beter op het bestuursrecht dan op het strafrecht worden gebaseerd. Dat schrijft Marcel Schuckink Kool in het onlangs verschenen boek 'De rechten van krakers jegens de overheid'.

Het kraken van een leegstaande woning is op het eerste gezicht één groot avontuur. Maar wie zich niet in de spelregels verdiept, staat zo weer op straat. De overheid heeft de laatste twintig jaar aardig wat wetsregels opgesteld waarmee het kraken dient te worden ontmoedigd.

Om inzicht te krijgen in de ingewikkelde jurisprudentie, het woord alleen al, heeft Marcel Schuckink Kool een scriptie samengesteld welke nu in boekvorm is verschenen. ,,De positie van de kraker ziet er volgens de wetgeving veel rooskleuriger uit dan in de praktijk het geval is. De overheid houdt zich niet altijd aan de wet'', vat Marcel de resultaten van zijn studie samen.''

Marcel werd in de jaren negentig actief als kraker in de Haagse binnenstad. Hij woont nog steeds in een kraakpand. Vorig jaar studeerde hij af in Nederlands recht aan de Open Universiteit van Den Haag. ,,Ik heb me altijd al veel met de rechtspositie van krakers beziggehouden. Als advocaat zal ik een bijzondere betrokkenheid blijven houden bij de kraakscene.''

Huisvredebreuk

De auteur concludeert in z'n onderzoek dat het soms strenge optreden van burgemeesters en hun politiekorpsen op gespannen voet staat met onder meer de Huisvestingswet. Zo treedt de politie geregeld het 'huisrecht' van krakers met voeten en pleegt ze daarmee huisvredebreuk.

Andere bezwaren tegen de sterke arm zijn dat soms op dubieuze gronden wordt aangenomen dat bij het kraken strafbare feiten zijn gepleegd. En daarbij wordt vaak gehandeld op grond van een collectieve verdenking in plaats van een individuele, wat eigenlijk alleen in uitzonderingsgevallen mag.

Er is nogal wat kritiek op strafrechtelijke ontruimingen. Onder andere omdat de wetsteksten zelf geen duidelijke ontruimingsbevoegdheden geven. Wetten als art. 138 (huisvredebreuk) en art. 429 sexies (verbod op kraken van panden die korter leeg staan dan een jaar) strafrecht zijn bedoeld voor het vervolgen van mensen die deze overtreding begaan.

Dit gebeurt in de praktijk zelden. Je mag als kraker in je handen knijpen als je een dagvaarding meekrijgt waarmee je, weliswaar achteraf, alsnog je gelijk kan proberen te halen. Marcel ziet dan ook niets in de strafrechtelijke aanpak. ,,Men zou het beter via het bestuursrecht kunnen regelen. Je hebt op die manier als kraker nog de mogelijkheid jouw kant van het verhaal te laten meewegen in het besluit waardoor de rechtszekerheid beter is gewaarborgd.''

Relatieve leer

Een van de aspecten waarop de rechtszekerheid in het gedrang kan komen is de botsing tussen de relatieve en absolute leer van het huisrecht. Volgens de absolute leer heeft diegene die ergens woont recht op bescherming van het huisrecht. Sta je eenmaal op straat dan kun je naar je rechten fluiten. Of kraak je iets dat in gebruik is en je mietert de oorspronkelijke gebruiker eruit, dan heb jij ineens het huisrecht.

Bij de relatieve leer wordt bekeken of diegene die het huisrecht opeist, niet eerst het huisrecht van iemand anders heeft geschonden. Tegen krakers wordt vaak een rare mengelmoes van redeneringen gebruikt. Soms wordt er geredeneerd uitgaande van de relatieve leer: De oude vrouw die bibberend op straat staat omdat krakers bezit hebben genomen van haar woning wordt (gelukkig) wel weer bijgestaan door het geüniformeerde gezag.

Marcel is een duidelijk aanhanger van de relatieve leer van het huisrecht. De absolute variant zou teveel bedreigend zijn voor de rechtszekerheid. ,,Juist bij het hanteren van argumenten gebaseerd op de relatieve en absolute leer van het huisrecht, is er een kloof tussen theorie en praktijk. Tegen krakers wordt maar wat in stelling gebracht als het maar voor hen negatief uitpakt.''

Krakers zouden hier actiever tegen kunnen optreden door proefprocessen te voeren. ,,Dit kan via het eisen van een verklaring van recht in een civiele zaak of het eisen van schadevergoeding. Verder kan je natuurlijk weigeren in te gaan op de vordering van de politie en hopen dat ze op aanhouding en vervolging overgaan. Voor jouw woning zitten hier geen consequenties aan, maar wel voor de toekomst.''

Gesteggel

Een van de hot items in juridisch kraakland is nog steeds het artikel 429 sexies. Als de woning iets korter dan een jaar geleden in gebruik was, mag de politie op vordering van de rechthebbende overgaan tot ontruiming. Zoals zo vaak is er in de praktijk veel gesteggel over de interpretatie van het 'in gebruik' zijnde en nu dus ook nog eens over de termijn.

,,Dit artikel is behandeld als onderdeel van de Huisvestingswet, een wet die de Leegstandswet min of meer verving'', licht Marcel toe. ,,Daarmee rijst de vraag of het gebouw zoals dat in de Huisvestingswet naar voren komt op dezelfde wijze genterpreteerd kan worden als het gebouw in de oude wet. De Leegstandswet is voor gebouwen die bedoeld zijn voor het gebruik als woning en gaat dus niet over bijvoorbeeld schoolgebouwen.''

Naast de eigenlijke scriptie over juridische mogelijkheden en onmogelijkheden die de overheid inzet om krakers te ontruimen, bevat het boek ook een lijst aanbevelingen voor overheid en krakers, een verklarende woordenlijst, literatuurlijst en een jurisprudentieoverzicht. Taaie kost, maar zeer leerzaam voor de juridisch aangelegde kraker.

Ox

'De rechtspositie van krakers jegens de overheid' is een uitgave van Baalprodukties uit Sittard en kost 6 euro in de linkse boekhandel. ISBN 907582520-X Ook gratis downloadbaar via http://www.xs4all.nl/~marsk