Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2002    ● Overzicht #7


Uit: Ravage #7, 17 mei 2002

Beweging of netwerk?

'Een andere wereld is mogelijk'. Onder deze titel vond in Amsterdam een landelijke discussiedag plaats over globalisering, verzet en alternatieven. De initiatiefnemers wilden met de discussiedag een impuls geven aan de Nederlandse beweging tegen de neoliberale globalisering. Over de wijze waarop je dat doet liepen de meningen die dag nogal uiteen.

Ruim 250 mensen waren op zaterdag 27 april naar het Amsterdamse Spinozalyceum gekomen voor de discussiedag 'Een andere wereld is mogelijk'. Naast het bijwonen van twee centrale forumbijeenkomsten, konden belangstellenden deelnemen aan ruim twintig werkgroepen over uiteenlopende onderwerpen als schuldenlast, landbouw, militarisme, privatisering, onderwijs, Argentinië, open grenzen, andere economie, actiestrategieën en meer.

Wie geen zin had in discussie kon inspiratie op doen door te kijken naar een van de films over succesvolle massaprotesten tegen IMF, Wereldbank, WTO, EU of andere internationale instellingen die verantwoordelijk worden gehouden voor de neo-liberale globalisering.

Platform

De discussiedag was een initiatief van het platform 'De wereld is niet te koop'. Dit platform 'voor een andere globalisering' is in januari dit jaar opgericht en voortgekomen uit het comité D14 dat mobiliseerde voor de protesten tegen de Eurotop in Brussel in december vorig jaar. Omdat deze mobilisatie in hun ogen zeer succesvol was - zo'n 600 mensen uit tien verschillende steden reisden af naar Brussel - besloten zij door te gaan. Ze richten het platform op dat de andersglobaliseringsbeweging ook naar Nederland moet halen.  

,,In vergelijking met de landen om ons heen is het verzet tegen de neoliberale globalisering hier gering'', zegt platform-secretaris Peyman Jafari tijdens een gesprek een paar dagen voor de conferentie. ,,Terwijl ik denk dat de potentie er wel is. Heel veel mensen sympathiseren met de beweging, maar je moet de middelen creëren om ze erbij te betrekken zodat ze op hun eigen manier mee kunnen doen. De discussiedag en de mobilisatie voor de Eurotop in Sevilla in juni, waar we binnenkort mee beginnen, zijn zulke middelen.''

Inmiddels hebben achttien organisaties de beginselverklaring van het platform onderschreven. Hieronder treffen we clubs als Amsterdam Anders/de Groenen, Attac, Bijstandsbond, Internationale Socialisten, Milieudefensie, TNI, WISE en XminY. Peyman hoopt dat nog veel meer organisaties hen zullen volgen. ,,We kiezen voor een hele open houding en willen zoveel mogelijk verschillende mensen aanspreken. Wij willen de beweging zo groot mogelijk maken. Onze kracht is tenslotte alleen in aantallen uit te drukken.''

Vakbonden

Omdat het platform streeft naar een zo groot mogelijke beweging richt zij haar pijlen ook op vakbonden en grote NGO's als Novib. Volgens Peyman's collega Saskia Bouwmans is het heel belangrijk dat een club als de FNV, die toch 1,3 miljoen leden heeft in Nederland, onder druk wordt gezet zodat zij kleur moeten bekennen en mee moet doen. ,,Dit willen we niet bereiken door een gesprek te hebben met enkele FNV-bonzen in een kamertje op het hoofdkantoor, maar door in contact te komen met de leden zodat zij hun bestuur onder drukken zetten'', aldus Saskia.

Maar de FNV is toch net zo goed onderdeel van het probleem?  ,,Jawel'', zegt Peyman, ,,maar haar leden zijn ook kwaad over privatisering, kotsen eveneens op de uitverkoop van het openbaar vervoer en balen ook van de loonmatigingen. Je moet proberen hen te bereiken en aan te spreken zodat je een radicalisering krijgt van vakbonden en grote NGO's. Je moet niet de fout maken deze clubs bij voorbaat uit te sluiten, maar ook heel goed over de verschillen durven praten.''

Mede om deze reden waren vertegenwoordigers van de Novib en FNV-Bondgenoten uitgenodigd zitting te nemen in het afsluitende forum over 'perspectieven en vooruitzichten van de beweging'. Niet iedereen was daar over te spreken. Vooral Novib-woordvoerster Joyce Kortland werd vanuit de zaal aangesproken op de werkwijze van haar organisatie. "Waarom roept de Novib haar leden niet op naar de talloze demonstraties tegen Wereldbank, IMF en dergelijke te gaan?", zo werd haar gevraagd. Een duidelijk antwoord hierop had ze niet. Zelf hield ze zich vooral bezig met het beïnvloeden van beleid via lobby en overleg. Dat demonstreren daartoe ook een middel is, kwam niet direct bij haar op.

Terwijl Joyce Kortland nadrukkelijk stelde dat de Novib ook onderdeel uitmaakt van de andersglobaliseringsbeweging was de FNV'er Frans Weymer, zelf actief in de Euromarsen, realistischer: ,,De FNV heeft niks met de anti-globaliseringsbeweging te maken. Ze hebben zelfs geen lat-relatie. We zijn als zure haring met slagroom.'' Wel was ook hij van mening dat de andersglobaliseringsbeweging de vakbonden mee moet krijgen wil deze beweging macht verwerven.

Kwaliteit

De gedachte dat de kracht van een beweging voornamelijk is uit te drukken in aantallen werd die dag niet door iedereen onderschreven. Carla Bos van Infocentrum Wageningen bracht tijdens de werkgroep over actiestrategieën naar voren dat grote groepen mensen eigenlijk niet interessant zijn. ,,Het gaat niet om grote aantallen, maar wat je uitstraalt. Alleen maar proberen je eigen groep groter te maken is niet interessant, wel de kwaliteit van wat je doet'', aldus Carla. 

Mensen die denken in aantallen vergeten volgens haar dat het veel belangrijker is om te laten zien wat mensen zelf kunnen doen. ,,Initiatieven als Food Not Bombs, de Sambabands en Reclaim the Streets geven mensen instrumenten in handen om zelf aan de slag te gaan.'' Dit voorkomt volgens Carla ook hiërarchische structuren waarin enkele mensen de plannen maken die anderen moeten uitvoeren. ,,Er dreigen te veel specialisten te komen. Wij willen daarom bijvoorbeeld een activistenschool beginnen om kennis te delen'', aldus Carla.

Volgens de in de zaal aanwezige leden van de Socialistische Arbeiders Partij en de Internationale Socialisten zijn er juist wel specialisten nodig. Mensen hebben niet geleerd voor zichzelf op te komen, zo beweerde een van hen, dat moet je ze leren. Hiervoor is in hun ogen leiderschap nodig, mensen die de lijnen uitzetten.

Kees Hudig van XminY valt Carla echter bij. Volgens hem moet je leiderschap juist voorkomen. ,,Dat doe je door te zorgen dat het verzet niet stolt, dat het blijft bewegen. Leiderschap en een plan garandeert niet dat er wat beweegt. Groepen als Reclaim The Streets en Food Not Bombs geven mensen tenminste instrumenten in handen om zelf iets te doen. Dat is wat anders dan een politieke beweging die organiseert en mobiliseert voor grote demonstraties. Daar loop je alleen in mee om je ongenoegen te uiten.''

Netwerk

Volgens Kees is de andersglobaliseringsbeweging ook geen beweging: ,,Ze is veel rijker dan dat. Het is een organisch decentraal en diffuus netwerk. Dat is de verklaring van haar aantrekkingskracht. Ze bestaat uit talloze campagnes die zich richten op zaken waar mensen in de dagelijkse praktijk mee te maken hebben: privatisering van energie, water, onderwijs, gezondheidszorg. Slechte arbeidsomstandigheden, milieuvervuiling, genetisch gemanipuleerd voedsel, vluchtelingen, et cetera. Ze richt zich niet op abstracte doelen en dat is een belangrijk verschil met jaren '80 en '90. Juist omdat ze zich richt op concrete zaken heeft ze een grote aantrekkingskracht.''

Ook het activistische element van het netwerk is volgens Kees heel belangrijk. ,,Er wordt gekozen voor ingrijpen, blokkeren. Het is een netwerk dat acties voert én massademonstraties organiseert. Dit moet niet gereguleerd worden, maar de vorm houden van fora, waar iedereen kan meepraten.''

Volgens Kees moeten groepen zich ook niet meer teveel richten op massademonstraties bij internationale topbijeenkomsten van het IMF, Wereldbank, WTO, EU of andere instellingen, maar op praktische zaken als de No-Border kampen of Indymedia.

Volgens Peyman zijn massademonstraties echter wel heel belangrijk omdat het enige antwoord is op de repressie van de staat. ,,Om niet geïsoleerd te raken, moeten coalities worden gezocht met studenten en arbeiders''. De situatie in Italië laat volgens hem zien wat de volgende stap moet zijn. ,,Wat daar gebeurt, vind ik zeer hoopgevend. Daar zie je de fusie tussen anti-kapitalistische ideeën en mensen op de werkvloer. Een demonstratie met 3 miljoen mensen, waaronder veel vakbondsleden, geeft een enorm zelfvertrouwen om ook de strijd binnen de bedrijven aan te gaan. Dan wordt het naast een politieke ook een sociale strijd'', aldus Peyman.

Volgens Kees onderstreept de situatie in Italië nogmaals het belang van netwerken. ,,Juist in dat land zijn er talloze groepen die mensen ondersteunen om zelf in actie komen, in plaats van dit voor ze te organiseren''. Het ontbreken van zo'n netwerk in Nederland verklaart wellicht waarom de andersglobaliseringsbeweging hier nauwelijks van de grond komt.

Freek Kallenberg

Meer info www.anderewereld.nl of www.globalinfo.nl