Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2002    ● Overzicht #2


Uit: Ravage #2 , 1 februari 2002

Tijd voor iets anders

De republiek

In een land dat zich beroept op democratie past geen monarchie. Net als alle andere volksvertegenwoordigers zou ook het staatshoofd gekozen moeten worden, eventueel kunnen worden weggestuurd. In principe moet deze positie voor iedereen open staan. Een verhaal over de voor- en nadelen van de monarchie en de republiek.

Nederland is weer eens bevangen door de Oranje-gekte. Het charme-offensief van Maxima heeft de populariteit van de monarchie veilig gesteld. En dat, ondanks haar vader. Het merendeel van het Nederlandse volk schijnt er weinig moeite mee te hebben dat ons land door dit huwelijk verbonden raakt met het Videla-regime. Het loze en 'oh zo kostbare sprookje' is hen veel liever, zo blijkt.

Van de bagatelliserende uitspraak van de kroonprins over het Rapport Baud, onlangs in 'het' interview, zal de doorsnee Nederlander evenmin warm of koud zijn geworden. Kennelijk was premier Kok, de eindredacteur van het Koninklijk Huis, even vergeten dat Alex nog altijd ons toekomstig staatshoofd is. Of was dit een slimme zet, een verkapte coming-out van Kok als overtuigd republikein?

Hoe dan ook, dit soort kwesties - politieke uitspraken en het (potentieel) verwikkeld raken in (nationale) schandalen door het (aankomend) staatshoofd - is nu precies onderdeel van de bezwaren tegen de monarchie. Niet dat in het geval van een gekozen staatshoofd een onomstreden figuur gewaarborgd is - denk alleen maar aan Clinton -, maar dan heeft het volk er tenminste direct of indirect nog wat over te zeggen. Aan een president zit je niet vast.

Formateur

Een ander bezwaar tegen de monarchie is de politieke macht die de koning(in) bezit. Sinds de herziening van de Grondwet in 1848 is de koning(in) onschendbaar en zijn de ministers verantwoordelijk. Toch oefent de koning(in) achter de schermen wel degelijk invloed uit op de alledaagse politiek, alleen is dat staatsgeheim en voor het parlement niet te controleren.

In feite heeft alles wat de leden van het Koninklijk Huis in het openbaar zeggen en doen invloed op het politieke proces. Maar, de meest zichtbare en directe invloed van de koningin op de alledaagse politiek, is gedurende de formatie en de totstandkoming van het nieuwe kabinet. Hoewel er in de grondwet met geen woord over gerept wordt, wijst de koningin de (in)formateurs van het kabinet persoonlijk aan. Daarmee drukt zij een belangrijke stempel op de zojuist gekozen volksvertegenwoordiging.

In 2000 hebben Agnes Kant (SP) en Femke Halsema (GroenLinks) met succes een motie ingediend om bij de aankomende verkiezingen de Tweede Kamer zelf een formateur te laten aanwijzen. Als het de Kamer lukt om tot een oordeel te komen, kan de koningin hier niet omheen. We zullen zien.

Lakeien

Hopelijk ambiëren Kant en Halsema geen positie als burgemeester of een ander hoog ambt, want dat zou een 'boze' koningin kunnen saboteren. Deze posten worden nog altijd bij koninklijk besluit benoemd en niemand weet hoeveel door een minister voorgedragen personen zijn verdwenen in een laadje op Noordeinde. Benoemingen worden immers pas openbaar op het moment dat de koningin deze heeft ondertekend.

Eigenzinnig gedrag van Beatrix in dergelijke kwesties is niet denkbeeldig. Zo is het publiek geheim dat door haar toedoen Eelco Brinkman geen voorman geworden is van het CDA. Ook heeft Beatrix in 1996 een ambassadeur uit Zuid-Afrika laten overplaatsen naar België, omdat zij gepikeerd was over diens vroegere buitenechtelijke relatie.

Deze geheime macht werkt in de hand dat ambitieuze politici zich als 'lakeien' gaan gedragen en meer in het algemeen de kritiek op de monarchie verstomd. Partijen hebben hier belang bij als er meer burgemeestersposten en andere baantjes verdeeld worden.

Veelzeggend waren in dit verband de ronduit afwijzende reacties in 2000 van onder meer leden van de VDD en het CDA op alleen al het voorstel van De Graaf van D66 om de monarchie te moderniseren. Of van een partij als de PvdA, die volgens haar beginselprogramma een republiek nastreeft, maar op dit moment wel "tevreden" is met hoe het nu gaat. Als zij al kritiek spuien is die ronduit voorzichtig en zeer vluchtig. Bang voor verlies van leuke baantjes en kiezers?

Alleen de SP zit met regelmaat bovenop de monarchie en blijft kritische vragen stellen. ,,Volgens onze fractie wendt het Koninklijk Huis wel degelijk bepaalde invloeden aan. We hebben het alleen nog niet kunnen bewijzen, maar blijven het proberen'', aldus Ingrid Gyömörei, naaste medewerkster van Agnes Kant. De SP-fractie roept al minstens drie jaar dat de Troonrede voortaan gewoon door de minister-president zelf moet worden voorgelezen. Het is immers kabinetsbeleid en de koningin is toch van ons allemaal?

Afschaffen

Duidelijk is dat monarchie en democratie elkaar flink bijten. Het zou onze democratie ten goede komen wanneer de politieke macht van de koning(in) formeel wordt afgenomen. Democratischer nog is de afschaffing van de monarchie en de invoering van een gekozen staatshoofd. Dit is bovendien aanzienlijk goedkoper (alleen hij of zij krijgt een inkomen) en is direct controleerbaar door het parlement.

,,De monarchie is een leeg instituut. Maar de lden van het koninklijk huis oefenen nog wel macht uit achter de schermen. Dat werkt corruptie in de hand, waar allerlei conservatieve machten zoals politici zich achter kunnen verschuilen. Daar moeten we vanaf. Het besturen van een land is een serieuze zaak; de leiding moet helder en transparant zijn. De Oranjes hadden er allang mee moeten stoppen. Ik vind ook dat je het ze persoonlijk kwalijk kunt nemen dat ze dat niet doen!'', zegt Paul van der Heijden van het Nieuw Republikeins Genootschap.

Maar stel, we schaffen de monarchie af (of de Oranjes geven er zelf de brui aan) en Nederland wordt een parlementaire republiek -  er zijn natuurlijk veel meer staats- en regeringsvormen denkbaar, maar we gaan voor het gemak uit van de op dit moment meest voor de hand liggende optie -, wat voor 'soort' staatshoofd willen we dan? Wat zijn er zoal voor vormen van het 'presidentschap' mogelijk? En welke is, gelet op de politieke realiteit, wenselijk?

Mogelijkheden

Kenmerk van een staat met een parlementair stelsel - ministers die het beleid bepalen, gecontroleerd door het parlement dat de regering naar huis kan sturen - is dat het staatshoofd niet tegelijkertijd ook regeringsleider is. Daarmee valt het volledig presidentiële stelsel waar de president de uitvoerende macht bezit, zoals in de VS, dus af.

Volgens de Europees staatsrechtdeskundige Jan Herman Reestman  blijven er dan zes mogelijkheden over om invulling te geven aan een gekozen staatshoofd in een parlementair stelsel. In zijn artikel in Monarchie en Republiek (Publikatie Staatsrechtkring, 2000) zet hij deze uiteen.

De eerste is de zogeheten 'Nulvariant' waarin het erfelijk staatshoofd wordt afgeschaft, zonder dat er een gekozen staatshoofd voor in de plaats wordt gesteld. Volgens Reestman is dit in de huidige wereld geen optie omdat er iemand moet zijn die bij gelegenheid in binnen- en buitenland, de eenheid van de staat representeert. Zelfs Zwitserland, waar het staatshoofdschap principieel onverenigbaar wordt geacht met de volkssoevereiniteit, heeft hiertoe de Bundespräsident, zo stelt hij.

De tweede variant die afvalt, is die waarin een lid van de regering (minister) tegelijkertijd president is, zoals dat het geval is in Zwitserland. Maar dat heeft ook geen parlementair stelsel. Voor een parlementaire republiek is dit geen optie omdat in een parlementair stelsel de ambtsduur van ministers onzeker is en de representatieve en ceremoniële taken van een staatshoofd nu juist een zekere continuïteit behoeven. Ook het eventueel verwikkeld raken in een schandaal, is een extra reden om de rol van staatshoofd te laten vervullen door een 'neutrale' figuur, zo stelt Reestman.

De derde mogelijkheid is om de president uitsluitend een ceremoniële en representatieve functie toe te schrijven, zoals het koningschap in Zweden. Daar is in 1975 in de grondwet vastgelegd dat de koning geen politieke invloed heeft. Met het oog op het beginsel der machtenscheiding, acht Reestman deze vorm niet wenselijk. Door politici te laten optreden in verantwoordelijkheid en dienst van een staatshoofd, worden zij er extra aan herinnerd dat zij in dienst moeten staan van het volk. Op dit punt dicht Reestman, zonder ervoor te pleiten, onze monarchie een zekere positieve functie toe, die hij ook wil behouden.

Sterke man

De vierde mogelijkheid is het zogeheten semi-presidentiële stelsel, zoals Frankrijk en Finland dat kennen. Hierin is het staatshoofd tegelijkertijd ook in ieder geval deels regeringsleider, en geniet hij of zij relatief veel macht. Volgens Reestman is ook dit geen optie voor ons land, omdat zij niet aansluit bij de Nederlandse traditie: "(H)et is bij ons zelfs omstreden om van de minister-president formeel de regeringsleider te maken", zo verklaart hij.

In dit Franse/Finse bestel wordt de president idealiter direct door het volk gekozen en naast het parlement beschouwd als soevereiniteitsdrager. Hij of zij heeft als voornaamste taak de nationale onafhankelijkheid, eenheid van de staat, en het regelmatig functioneren van de publieke instellingen te verzekeren. Als zodanig heeft de president onder meer de bevoegdheid om het parlement te ontbinden, referenda uit te schrijven, en de constitutionele rechter in te schakelen - deels dus ook staatsrechtelijke instrumenten die in Nederland ontbreken.

In tijden dat de presidentiële- en parlementaire meerderheden parallel lopen, functioneert dit 'sterke' presidentschap grotendeels als een volledig presidentieel stelsel en stippelt de president dus in grote lijnen het hele regeringsbeleid uit. De president zelf kan niet door het parlement naar huis worden gestuurd.

Ontaarding

De vijfde mogelijkheid die Reestman onderscheidt, is het presidentschap zoals vormgegeven in Portugal. Deze variant lijkt sterk op het Franse en Finse semi-presidentiële stelsel, met dat verschil dat in Portugal de vertrouwensband tussen ministers en president grotendeels is losgelaten. Hierdoor is de president minder zichtbaar of beleidsbepalend in de dagelijkse politiek.

Maar ook hier is de uitdrukkelijke taak: het constitutionele bestel behoeden tegen ontaarding, waartoe de president dezelfde bevoegdheden heeft als hierboven genoemd. Ook kan hij, zo nodig, ingeroepen worden als voorzitter van de ministerraad. Reestman meent dat, alhoewel de Portugese president zoveel mogelijk buiten de dagelijkse politiek staat, hetgeen hij wenselijk acht voor Nederland, het Portugese concept - dat is toegesneden op conflicten tussen parlement en regering - in ons staatsbestel niet aansluit en het sterke profiel van de president te revolutionair is.

Blijft over, de zesde mogelijkheid. Dat is de Duitse variant waarin de president vooral, maar niet uitsluitend, representatieve taken vervult en dus geen deel uit maakt van de regering. Dit is volgens Reestman de beste optie. Deze president wordt niet direct door het volk gekozen en heeft relatief weinig bevoegdheden. Vrijwel al diens besluiten moeten door een minister gecontrasigneerd worden, die op zijn of haar beurt weer verantwoording moet afleggen aan het parlement. Wat de solo-bevoegdheden betreft, zoals het ontbinden van de Bondsdag, zijn die strikt begrensd. 

Bevoegdheden

Alles afwegend, komt Reestman tot het voorstel voor een Nederlandse president, die buiten de regering staat en vooral, maar niet uitsluitend, een representatieve en ceremoniële functie heeft. Wat betreft de bevoegdheden, bepleit Reestman om het grotendeels te houden zoals het nu is in het geval van de koningin.

De president benoemt de (in)formateurs, ministers en andere gezagsdragers, zij het dat de benoeming van de premier en ministers nu expliciet gebonden zijn aan de voordracht van de (nieuwe) premier. Het staat de Tweede Kamer vrij om zelf een formateur en/of zelfs een premier voor te dragen, graag zelfs wat Reestman betreft. Er zou zelfs, zodra daar een kamermeerderheid voor is, voor gekozen kunnen worden om de formateur en eventueel ook de premier direct verkiesbaar te stellen.

Verder ontbindt de president het parlement, vaardigt hij of zij wetten uit, ratificeert verdragen en verklaart de oorlog, maar worden al deze presidentiële (lees: kabinets) besluiten gecontrasigneerd door de premier of minister. Reestman wil hiermee de machtenscheiding controleren en de zekerheid inbouwen dat - in eventueel politiek woelige tijden - een bepaalde wet niet van kracht wordt omdat de president mag of moet weigeren deze te ondertekenen, bijvoorbeeld wanneer die het constitutioneel bestel aantast.

Reestman stelt voor om de president niet direct door het volk te laten kiezen (dat gaat toch niet stemmen), maar door de Staten-Generaal in verenigde vergadering en bij geheime stemming (om fractie-discipline te beperken). Een ambtstermijn van 5 jaar (i.p.v. 7) en een keer herkiesbaar, vindt hij meer dan zat.

Tenslotte kan de president alleen aansprakelijk worden gesteld indien er sprake is van opzettelijk handelen in strijd met de Grondwet en andere wetten, al dan niet in combinatie met verraad. Na eventuele veroordeling door de Hoge Raad, verliest hij of zij het ambt. "Ondanks al deze bevoegdheden zal deze president geen beleidsbepalende figuur worden. (...) (Z)ijn hele statuut verzet zich daartegen.", aldus Reestman.

Stromannen

Binnen het Nieuw Republikeins Genootschap (NRG), blijken de meningen sterk verdeeld over het soort staatshoofd. ,,Wat onze leden bindt, is dat zij allen voorstander zijn van een republiek. Maar over de positie van de president bestaat geen eenduidige opvatting. Dat varieert van mensen die helemaal geen president willen, maar een bestuur van onderop, tot voorstanders van een juist een heel 'sterke' president, zoals in Amerika'', laat NRG-secretaris Paul van der Heijden weten.

Hij schat echter wel in dat de meerderheid, net als hijzelf, voorstander is van een ceremoniële president. Op zich kan hij zich wel vinden in een niet direct door het volk gekozen president, want zo stelt Van der Heijden: ,,We moeten hier geen stromannen krijgen die kapitaalbelangen verdedigen, zoals Bush. Maar, als dit te vermijden is - en ik denk dat dit bij een puur ceremoniële president al niet zo'n rol zal spelen - dan ben ik voorstander van een rechtstreeks gekozen president.''

Toch wijst hij ook het idee om de president te laten kiezen door de Staten-Generaal in geheime stemming niet af en vindt hij dat er ook wat voor te zeggen is om alle Provinciale Staten erbij te betrekken. ,,Dan worden die ook weer belangrijker'', zo verklaart Van der Heijden.

De SP, voorstander voor afschaffing van de Eerste Kamer, laat bij monde van Ingrid Gyömörei weten dat de voorkeur uit gaat naar ,,een door het parlement gekozen 'staatshoofd' - daar hebben we verder nog geen titeltje opgeplakt - die belast is met belangrijke representatieve en ceremoniële functies.''

De SP ziet een zuiver ceremoniële taak weggelegd voor het staatshoofd, zonder wetgevende bevoegdheden. Een rechtstreeks gekozen staatshoofd zou een concurrerende macht voor de regering vormen, hetgeen onverenigbaar is met die rol. De SP verlaat daarmee dus het beginsel der machtenscheiding, zoals Reestman dat voorstelt. Verder wil de SP dat de formateur, in een open debat, door de Tweede Kamer wordt aangewezen.

Ook Van der Heijden benadrukt dat de kandidatuur van de formateur in ieder geval democratische legitimatie behoeft. ,,Ik zie een president meer als een soort scheidsrechter als het fout loopt, als ze er niet uitkomen. Maar om te beginnen moet het parlement het toch zelf proberen.''

Republiek

Niemand zal ontkennen dat een republiek met een gekozen staatshoofd, per definitie democratischer en doorzichtiger is dan onze huidige constitutionele monarchie. Het argument dat een gekozen staatshoofd teveel macht naar zich toe kan trekken, een argument dat monarchisten naar voren brengen tegen een republiek, blijkt ook geen hout te snijden. Een goede grondwet maakt die kans nihil.

"Ja maar...", klinkt het vervolgens van rechts tot en met de PvdA, "de koningin is, omdat zij boven de politiek staat, beter in staat de eenheid van de samenleving te representeren en waarborgen, dan een gekozen staatshoofd. Dat kunnen we toch beter behouden?" Ook dit is natuurlijk onzin: een gekozen ceremonieel staatshoofd die geen deel uitmaakt van de regering, kan net zo goed een stabiliserende factor zijn en symbool staan voor de eenheid van een land. Dit wordt al decennia lang, en soms al eeuwen gedemonstreerd in andere democratieën in de wereld. Ook het argument van 'eeuwenoude traditie' is gemakkelijk te pareren. Voordat Nederland in 1815 een monarchie werd, was ons land nagenoeg even zolang een republiek.

"Ja maar, het buitenland dan..?" Dat ons staatshoofd - omdat dit waarschijnlijk geen 'sterke' president zal zijn zoals in Amerika of Frankrijk - in het buitenland wellicht minder bekend zal zijn bij burgers, mag toch geen rechtvaardiging zijn van een manke democratie. Laat Willem-Alexander zich maar verkiesbaar stellen. Ofwel: 'Leve de Republiek!'.

Lousco

 

.Terug naar boven