Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2001    ● Overzicht #13


Uit: Ravage #13 , 12 oktober 2001

 

Neo‑Amsterdam en de schaduwsamenleving

Onlangs presenteerde actiegroep de Vrije Ruimte met inzet van het Paard van Troje op ludieke wijze de publicatie "Laat Duizend Vrijplaatsen Bloeien" aan de gemeente Amsterdam. Het rapport is het resultaat van een onderzoek naar Amsterdamse gekraakte vrijplaatsen in het heden en verleden.

Wie zich op die bewuste zomerse dag van 26 september langs de Amstel bevond kon een immens houten paard voorbij zien varen, dat drummers en krijgers met zich meevoerde in de richting van het te belegeren vijandelijke hoofdkwartier, het Amsterdamse stadhuis.

Aldaar gearriveerd slingerde de stoet zich onder grote belangstelling van het marktpubliek en toeristen tweemaal rond het stadhuis. De gelederen zwelden aan tot een kleine menigte met mobiele radiomakers, het Rinky Dink human-powered sound system, zangeressen, dichters, herrieschoppers, bakkers, hondjes en hun sympathisanten.

Het 'Paard van Troje' was bestemd voor het gemeentebestuur. De buik van het paard bevatte het rapport annex aanklacht tegen het falend gemeentelijk beleid inzake de vrijplaatsen. "Laat duizend vrijplaatsen bloeien" is het resultaat van een onderzoek naar Amsterdamse vrijplaatsen.

Projectgroep

Betaalbare woon‑ en werkruimte wordt steeds schaarser in de stad. De jonge aanwas stagneert al jaren en Amsterdam vergrijst letterlijk en figuurlijk. De vérstrekkende gevolgen van het ontruimen van kraakpanden ('culturele broedplaatsen') voor het culturele klimaat in de stad werden - na aanhoudende protesten - ook door de gemeente onderkend. Om de gevolgen enigszins te verzachten werd in 1999 de Projectgroep Broedplaats in het leven geroepen.

Het meest voor de hand liggende uitgangspunt voor een broedplaatsbeleid, namelijk 'redden wat er te redden valt', maakte daar geen onderdeel vanuit. Het Plan van Aanpak van de projectgroep heeft de uitbreiding van het aanbod van gesubsidieerde atelierruimtes tot doel, voor een deel in 'broedplaatsen voor kunstenaars en cultureel ondernemers'. Sommige van de voorgestelde projecten zijn permanent, andere tijdelijk van aard. Tot veler ergernis koketteert de gemeente met deze onderneming als betrof het 'pionierswerk'.

Actiegroep De Vrije Ruimte, een belangenvereniging van de ‑ al dan niet bedreigde en ontruimde ‑ Amsterdamse woon-werkpanden, vatte het plan op om de blinde vlek van het gemeentelijk geheugen zichtbaar te maken. Met instemming en geld van de projectgroep Broedplaats maakten Floris de Graad en Pieter Breek een inventarisatie van circa dertig representatief geachte woon-werkpanden c.q. vrijplaatsen in de stad. Niet eerder werden dit soort gegevens in voor ambtenaren en beleidsmakers toegankelijke cijfers en grafieken gepresenteerd.

Afleidingsmanoeuvre

De feiten van het rapport bevestigen wat menigeen vermoedde. De kwaliteit en kwantiteit die het broedplaatsbeleid beoogt, zoals staat omschreven in het Plan van Aanpak, staat ver af van de werkelijkheid van de problematiek rondom de woon-werkpanden. Niet alleen is die complexer en gevarieerder dan het gemeentelijk model, het broedplaatsbeleid staat in geen enkele verhouding tot de kaalslag die plaatsvond vanaf de jaren '80, de bloeiperiode waarin veel vrijplaats-initiatieven totstand kwamen. Telkens blijkt dat de gemeente zelf een sleutelrol in deze kaalslag speelt ‑ terwijl zij zich verschuilt achter 'ontwikkelingen op de vrije markt'.

De bevindingen van het rapport vormen geen vrijblijvend verslag, maar een openlijke aanklacht tegen de gemeente. Werd het broedplaatsbeleid ooit vergeleken met een schamel doekje voor het bloeden, de samenstellers van "Laat Duizend Vrijplaatsen Bloeien" gaan in hun conclusies een stuk verder: "Het broedplaatsenbeleid lijkt niet veel meer dan een afleidingsmanoeuvre. De gemeente werkt ondertussen keer op keer mee aan de vernietiging van bestaande initiatieven waarbij telkens kostbare ruimte en ervaring verloren gaat."

Kwade reuk

Het woord "broedplaats" is in een kwade reuk komen te staan. Onder insiders staat de term inmiddels gelijk aan een gesteriliseerde vrijplaats; ontdaan van bewoners, publiek en sociaal-maatschappelijke relevantie, teruggebracht tot - veelal tijdelijke - culturele productie-eenheden aan 'de rafelranden van de stad'. Het broedplaatsbeleid scheidt kunst van de alternatieve cultuur en wil die apart onderbrengen.

Om duidelijk te maken wat een vrijplaats precies is, gaat het rapport uitgebreid in op het ontstaan, de ontwikkeling, organisatie en betekenis van de hoofdstedelijke woon-werkpanden. Het meest in het oog springt de bonte verscheidenheid aan initiatieven, organisaties en werkvormen die je er aantreft. Vrijplaatsen zijn in de eerste plaats plekken waar de culturele onderstroom zich manifesteert.

Maar naast werkplaatsen of concertpodia, vind je er ook cursusruimtes, kinderopvang- en sportvoorzieningen, alternatieve gezondheidszorg, ideële stichtingen, organisaties van culturele minderheden, NGO's, enz. Kortom een enorm scala aan maatschappelijk relevante activiteiten die niet thuishoren onder de noemer 'cultureel ondernemen'.

Eigen hand

Naast deze diversiteit kenmerken de werkzaamheden binnen de vrijplaatsen zich door kleinschaligheid. De panden zijn geen vergeten gebieden in de stedelijke marge die inwisselbaar en verplaatsbaar zijn. "Een vrijplaats is het resultaat van een geslaagd experiment met zelfbeheer, zelfwerkzaamheid en collectieve verantwoordelijkheid", zo schrijven de samenstellers. Het in eigen hand nemen en vormgeven van de situatie en leefomgeving is de essentie. De relatie tot de omgeving, buurt of de rest van de wereld, kenmerkt een vrijplaats. Er wordt geëxperimenteerd met een ander soort samenleving.

Volgens Ad Jan van Gelder van de Projectgroep Broedplaats gaat de gemeente uit van een open invulling voor broedplaatsen, met minimale regelgeving. ,,Wel streven we naar 40 procent kunst, maar dat is geen harde eis. We stellen wel inkomenseisen.'' De enige tot dusver gerealiseerde officiële broedplaats is een voormalig kraakpand aan de Plantage Doklaan. Kinetisch Noord is het andere stokpaardje van de projectgroep, maar om dit plan rendabel te maken moeten de kunstenaars het enkele honderdduizenden consumenten naar de zin zien te maken.

De situatie in de voormalige Filmacademie is uiterst schimmig; een aanzienlijk deel van de daar gevestigde initiatieven en individuen genereren te weinig geld om de voorgestelde huurprijs op te kunnen brengen. Wordt het contract echter niet getekend dan dreigt ontruiming. De projectgroep wil 1,6 miljoen gulden in dit project steken, terwijl het gebouw over vier jaar gesloopt moet worden voor de aanleg van een fietspad. Niemand kan zeggen hoeveel van dit geld rechtstreeks belandt bij de eigenaar van het pand, stadsdeel Oud West.

Legalisatie

Veruit de meeste van de woon-werkpanden werden in de jaren '80 gekraakt en in een later stadium gelegaliseerd, met alle voor‑ en nadelen van dien. Verschillen in gradaties van betrokkenheid - van structureel tot incidenteel - binnen de panden staan overzichtelijk gerangschikt in het rapport. Panden waar deelnemers individuele contracten aangingen met een externe beheerder (huisbaas) verliezen volgens de onderzoekers na verloop van tijd interne samenhang en relevantie als sociaal/cultureel knooppunt.

De ervaringen met erfpacht en casco‑constructies zijn beter. Het samenstellers van rapport pleiten voor de grootst mogelijke autonomie bij beheer en toewijzing van de panden, en het soepel omgaan met de regelgeving die vaak niet op dit soort gebruik van oude gebouwen toegesneden is. De combinatie van werken en wonen is volgens de onderzoekers van cruciaal belang voor de mate van (financiële) haalbaarheid, betrokkenheid en continuïteit van een project. De woonfunctie van de panden is echter een ondergeschoven kindje van het broedplaatsbeleid.

,,Dat is te wijten aan de zonering van de stad, die menging van (bedrijfs- en woon-) functies in de weg staat. Dit frustreert ons werk'', reageert J. van Gelder van de projectgroep. ,,Het aanpassen van die regelgeving kost ons tien jaar werk. Die tijd steken we liever in onze projecten. Wij adviseren alleen, maar geven wel signalen af aan de politiek. Beleidssuggesties doen we alleen op initiatief van de politiek.'' [...] ,,We zijn bereid pressiegroepen op dit gebied die de politiek onder druk willen zetten te ondersteunen door faciliteiten, ideeën, know-how en informatie beschikbaar te stellen. Niet met geld, nee.''

Scheefwonen

Formeel houdt de praktijk van het gemeentelijk broedplaatsbeleid in dat de armlastige kunstenaar een manier moet zien te vinden om de dubbele vaste lasten op te brengen van werk‑ en aparte (onvindbare) woonruimte. Koppel dit aan de zelfwerkzaamheid die nodig is om de broedhuur binnen de perken te houden, dan is de conclusie dat er niet veel tijd overblijft voor collectieve sociaal/culturele activiteiten zoals concerten, restaurants, open dagen en dergelijke. Daarmee wordt een voor de stad belangrijke vrijplaatsfunctie om zeep geholpen. Het rapport laat zien dat juist dergelijke collectieve ondernemingen een gunstige invloed hebben op de duurzaamheid van het project.

De samenstellers bevelen dan ook een huurvrije startperiode van een tot drie jaar aan om te kunnen experimenteren met projecten en hun haalbaarheid.

Situaties met 'scheefwonen' (waarin de verkeerde huurders voordeel hebben van gesubsidieerde ruimtes) in de woon-werkpanden worden ook gemeld, maar de onderzoekers zien geen noodzaak voor de overheid om in te grijpen. Een goede oplossing is volgens hen het trapsgewijs verhuren; rijke huurders kunnen dan meebetalen aan huurvrije zones en functies in een pand (of oprotten).

Aardig detail is dat de samenstellers van het rapport ook de rol van de zogenaamde 'ingedutte' panden niet willen uitvlakken. Er leven vaak mensen die niet aan de 'rat‑race' en consumptie‑hype kunnen of willen meedoen. Dit zijn vaak mantelzorgers, welzijnwerkers, vrijwilligers; de onzichtbare maar onmisbare sector.

Minpuntje in het rapport zijn de discriminerende opmerkingen over gezinnen in woon-werkpanden: niet alleen 'verandert hun betrokkenheid', ze nemen veel te veel plek in en ga zo maar door. Kent niet iedereen ook voorbeelden van geïntensiveerde bewoning van ruimtes juist door volwassenen en kinderen, of van een enkeling die de ruimte betrekt waar een gezin van vier personen woonde?

Het rapport wekt ten onrechte de indruk dat experimentele woonvormen alleen voor eeuwige pubers bedoeld zijn. Dit soort generalisaties over generaties misstaan in vrijplaatsen en ontsieren het rapport.

Neergang

Het leeuwedeel van de huidige woon-werkpanden ontstond in de jaren '80. Van de panden die in de jaren '90 zijn gekraakt, zijn veruit de meeste ontruimd. Deze neergang laat zich niet uitsluitend verklaren door het functioneren van 'de markt'.

Hoewel er nog altijd sprake is van leegstand in de stad, is de juridische positie van krakers ten opzichte van de jaren '80  verslechterd. Ook is sinds die tijd het verschijnsel kraakwachten toegenomen. In de jaren '90 werd de verzelfstandiging van het gemeentelijk Woningbedrijf, Grondbedrijf en de woningcorporaties een feit. De gemeente zelf is steeds meer doordrongen geraakt van de 'marktwerking' en maakte ruim baan voor de neoliberale aanpak. Deze leidde tot steeds slechtere voorwaarden voor de vestiging van kleinschalige bedrijfjes, starters en niet-marktgerichte initiatieven in het algemeen.

De vrijplaats-problematiek is daar niet los van te zien. Deze ontwikkelingen leiden tot verschraling van voorzieningen en leefomgeving in de hele stad. Grondige analyse van stedelijke ontwikkelingen, oorzaken en gevolgen ontbreekt in het gemeentelijk Plan van Aanpak. Het daarin gesignaleerde tekort aan betaalbare atelierruimte is slechts het topje van de ijsberg.

Functiemenging

De samenstellers van het rapport streven naar een stedelijk milieu met optimale diversiteit en functiemenging. Dat is alleen te bereiken als de absolute macht van de markt doorbroken wordt. Zij zijn voorstander van een politiek van sociale verhuur van bedrijfsruimtes voor non-commerciële doeleinden.

,,We onderkennen de marktdominantie'', zegt Van Gelder van de gemeentelijke projectgroep. ,,We zouden onze doelstelling kunnen verbreden naar bijvoorbeeld studentenhuisvesting en startende bedrijfjes, maar daarvoor ontbreekt het ons aan middelen. Ons budget wordt gebruikt voor sociale verhuur, in de eerste plaats ten behoeve van de kunst.'' De hoogte van het budget is bepalend voor het ambitieniveau van het project Broedplaats, aldus het gemeentelijk besluit. Het ambitieniveau van vrijplaatsen wordt van oudsher bepaald door de inzet van de betrokkenen.

Overigens slaagde men er ook in de jaren '80 niet zelden tegen de klippen op in om panden te behouden. Waren vrijplaatsen toen niet veel meer dan nu knooppunten van creatieve weerbaarheid?  Het rapport biedt op dit gebied weinig informatie.

Dat de projectgroep Broedplaats met lege handen staat als het aankomt op onwelwillende huiseigenaren is onderhand bekend. Van het streven van de projectgroep om ontruimde woon-werkers te herhuisvesten, wordt weinig meer vernomen. Een paar beproefde strategieën om de druk op de politiek maximaal op te voeren biedt meer perspectief. Misschien een dankbaar onderwerp voor een volgende Vrije Ruimte publicatie.

Cultuurcide

Het broedplaatsbeleid is tijdelijk en van beperkt nut voor vrijplaatsen. Een gemeentebestuur dat beweert zich te bekommeren om het culturele klimaat en de leefbaarheid van de stad ontkomt er niet aan om tegen het marktdenken in te handelen. En snel, voor het te laat is voor het bedreigde Fort van Sjakoo, het Latijns Amerika Centrum, de voormalige Filmacademie en het Vrouwenhuis, om maar wat voorbeelden te noemen. Hopelijk opent "Laat Duizend Vrijplaatsen Bloeien" de ogen van degenen die geen benul hebben wat zich buiten de wereld van economische wetmatigheden afspeelt.

Hoe groot het hart van de gemeente Amsterdam is voor de vrije cultuur, werd uitstekend gesymboliseerd door het lot dat het Paard van Troje heeft moeten ondergaan. Dit prachtige, vijf meter hoge houten kunstwerk, een stoer en edel dier, werd twee dagen na de actie met een grijper aan stukken gereten en met het vuilnis afgevoerd. Een nieuwe tragedie in de saga die het Amsterdams bestuur is.

Elly

O.v.v. "Laat Duizend Vrijplaatsen Bloeien" is het boek te bestellen door overmaking van Fl. 22,50 op giro 576 5086 t.n.v. Vrije Ruimte.

 

.Terug naar boven