●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
2001 ● Overzicht
#12 De
euro is er níet voor ons allemaal
Geert Reuten is universitair hoofddocent aan de economische faculteit van de Universiteit van Amsterdam. In 1997 wees hij samen met zeventig collega's in een manifest op de gevaren van de Europese Monetaire Unie. Vooral het gebrek aan democratie was en is hem een door in het oog. Daar is sindsdien weinig aan veranderd. Marina Groen sprak met hem. Hoe
en waarom is de Economische en Monetaire Unie (EMU) tot stand gekomen? Na
een korte stilte antwoordt Reuten: ,,De vraag waarom de EMU tot stand
is gekomen, is niet eenvoudig te beantwoorden. Daar liggen politieke
en economische motieven aan ten grondslag. Jean Monet, de grondlegger
van de EEG, had het idee dat een Europese politieke eenheid alleen tot
stand kon komen via een economische unie. Als we een materiële economische
eenheid hebben, komt de politieke eenheid vanzelf, zo was de gedachte.
Dat blijkt niet zo eenvoudig. De Europeanen zien zichzelf vooralsnog
niet als één staat, één volk. Laat
ik een voorbeeld noemen. Niemand vindt het raar dat een hoge werkloosheid
in Groningen bestreden wordt met belastingen die door ons allen in Nederland
worden opgebracht. Deze solidariteit is op Europees niveau echter niet
aanwezig. Als er werkloosheid in Sicilië is, brengen wij hier niet vanzelfsprekend
subsidies voor op. In die zin is het geen politieke eenheid. Maar ik
denk dat je de oorspronkelijke motieven niet moet koppelen aan de huidige
situatie.'' Wat
is volgens u de huidige situatie? ,,De
EU is eigenlijk een monetaire unie en geen economische unie. Hoewel
het er wel groot geschreven staat, de Economische Monetaire Unie'',
zegt Reuten lachend. ,,Het is een financieel monetaire unie waarin de
gemeenschappelijke economische politiek ontbreekt. Ik denk ook niet
dat het idee van de politieke eenheid leeft bij politici. Er zijn er
heel wat die helemaal geen politieke unie willen, en de monetaire unie
voldoende vinden. Veel politici spreken zich niet openlijk uit omdat
het zo'n gevoelig onderwerp is.'' Vanwaar
die voorzichtigheid? Lachend:
,,Omdat ze er nog niet aan toe zijn, of omdat de kiezers er nog niet
aan toe zijn. Daarnaast spelen gedachten van autonomie een rol.'' Creëert
een monetaire unie dan niet een gevoel van eenheid? ,,De
belangrijkste vraag is of dat niet een historisch achterhaalde gedachte
is''. (korte stilte) ,,We zitten in een fase van economische globalisering.
Voor grote bedrijven spelen landgrenzen nauwelijks een rol. Nationalisme
is heel sterk een 19de en 20ste eeuws gevoel. Een bedrijf als Shell
bijvoorbeeld vestigt zijn hoofdkantoor in een land dat fiscaal het aantrekkelijkst
is. Bedrijven redeneren niet in nationalistische termen. Voor bedrijven
telt alleen het maken winst, waar die winst behaald wordt maakt ze niet
uit.'' Vindt
u het zo'n slechte zaak dat bedrijven winst maken? ,,Je
kunt je afvragen of winst het criterium moet zijn waarnaar je de maatschappij
en je leven wilt inrichten.'' Hij vervolgt abrupt: ,,Je kunt het leven
ook volgens andere normen inrichten''. Zoals? ,,Gezondheid,
solidariteit. Dat zijn voor bedrijven slechts randvoorwaarden. De maat
der dingen in een kapitalistische economie is geld en winst. Dit gaat
ten koste van gezondheid en solidariteit. De vraag is of mensen wel
willen dat geld boven gezondheid staat. Als iedereen daar bewust voor
kiest, is dat o.k.'' In
1997 nam u samen met Kees Vendrik en Robert Went het initiatief tot
een manifest waarin forse kritiek werd geuit op de EMU. De verklaring
werd ondertekend door zeventig economen en gepubliceerd in de Volkskrant.
Wat was de reden voor dit manifest? Na
een korte stilte: ,,We vroegen ons af waarom er in Nederland geen discussie
was over iets dat net zo belangrijk is als zeg maar, de 'grondwet van
1848'. Wij wilden met dit manifest die discussie op gang brengen. Het
lijkt al weer lang geleden, omdat er sindsdien een aantal ontwikkelingen
is geweest waarbij geen terugweg meer mogelijk bleek. Toen was die mogelijkheid
er nog wel. Wij hadden het idee dat er wat te veranderen viel in de
constitutie van de unie. We
zijn op zich nooit tegen een EMU geweest, wel tegen de voorwaarden waaronder
deze tot stand is gekomen. De macro-economische politiek is in belangrijke
mate lam gelegd. De Europese centrale bank heeft het op monetair gebied
alleen voor het zeggen. Hier is geen democratische controle op. In Frankrijk
en Denemarken is er tenminste nog een referendum over gehouden. Dat
is toch niet zo gek over iets van dit kaliber? In Nederland is er nauwelijks
discussie over geweest. In
de Europese Unie (EU) is de democratie voor een groot deel lam gelegd.
Regeringsleiders nemen op een Europese top bepaalde besluiten die vervolgens
geratificeerd moeten worden in nationale parlementen. Deze hebben dan
eigenlijk geen manoeuvreerruimte meer, omdat ze geen recht van amendement
hebben. Geen recht om wetsvoorstellen te wijzigen. Nationale parlementen
kunnen slechts ja of nee zeggen. Ze kunnen niet zeggen "ja, maar
dan onder andere voorwaarden".'' Waarom
heeft Nederland ingestemd met de EMU? ,,Tja,
uiteindelijk moet je dat aan de parlementsleden vragen die indertijd
ja gezegd hebben. Het is niet aan de burgers gevraagd. De EMU kreeg
gestalte in het Verdrag van Maastricht en dat van Amsterdam. Door deze
twee verdragen is de macro-economische begrotingspolitiek nationaal
sterk ingeperkt, omdat er bepaalde limieten gesteld zijn aan de begrotingstekorten.
Het begrotingstekort mag niet hoger zijn dan 3 procent van het nationaal
inkomen. Tijdens
een economische recessie - waar we binnenkort waarschijnlijk mee te
maken zullen krijgen - loopt het begrotingstekort altijd automatisch
op omdat de inkomens dalen en dus ook de belastinginkomsten. Tegelijkertijd
loopt tijdens een recessie de werkloosheid op waardoor de uitgaven aan
uitkeringen stijgen. Het probleem nu is dat als het begrotingstekort
de 3 procent nadert, de overheid in een recessie zijn uitgaven moet
gaan beperken. Dit versterkt juist de recessie omdat dit de economische
bedrijvigheid dempt: minder werk, minder inkomen, minder belastingen,
een vicieuze cirkel. Door
de Europese verdragen is de monetaire politiek nummer één geworden.
Tegelijkertijd wordt de monetaire politiek niet overgelaten aan democratische
instellingen, maar aan een aantal technocraten, de directeuren van de
Europese Centrale Bank (ECB). Die zijn niemand verantwoording schuldig.
Deze lieden kunnen uitmaken welke monetaire politiek er gevoerd wordt.
Ze zijn echter wel aan regels gebonden. Primaire regel is dat ze moeten
zorgen voor inflatiebestrijding. De economische conjunctuur en werkloosheid
zijn van secundair belang''. In
het boek De prijs van de euro dat u met onder meer Kees Vendrik
en Robert Went schreef, zeggen jullie dat de EMU haar lidstaten eisen
stelt die noch economisch, noch sociaal, noch ecologisch verantwoord
zijn. Kunt u dit beargumenteren? ,,De
belangrijkste norm voor de monetaire unie is inflatiebeperking. Wat
voor de burgers belangrijk is, is werkgelegenheid, maar dat is geen
harde norm. Er zijn ook geen harde normen voor sociale voorzieningen
of voor ecologisch verantwoorde productie. Als er een recessie komt
is het de vraag of de burgers de huidige unie nog steeds accepteren.
Dan zullen we zien wat die monetaire unie in feite inhoudt. Anderzijds
zullen we tijdens een recessie zien of de ECB zich houdt aan de gestelde
normen en regels. Want het is voorstelbaar dat politici en de directie
van de ECB dan een politiek gaan voeren die probeert de recessie te
bestrijden. Ik hoop dat ze dit zullen doen. Maar dat zou omgaan buiten
de regels die ze zichzelf gesteld hebben.'' Als
de Europese Centrale Bank bepaalt wat er bij een recessie moet gebeuren,
druist dat dan niet in tegen elke vorm van democratie? ,,Ja.
De burgers kunnen niet bepalen wat er moet gebeuren. Volgens het statuut
van de ECB mogen zelfs politici geen adviezen geven aan de directie
van de ECB.'' De
EMU, ook wel het sluitstuk genoemd van de zogenaamde Europese integratie,
neemt eventuele interne conflicten niet weg. Politieke verschillen tussen
de Europese landen zijn daarvoor nog veel te groot. De EMU werd doorgevoerd
zonder dat er sprake is van een Europese politieke unie. Is dit geen
voedingsbodem voor toekomstige conflictsituaties? Bijvoorbeeld over
het presidentschap van de ECB? ,,Zodra
er sprake is van een recessie zullen er problemen komen. Er is een grote
mate van wantrouwen tussen Duitsers en Fransen, en tussen Nederlanders
en Fransen, enz. Er zijn ook wel tegenstellingen tussen Limburgers en
Friezen, maar dat speelt zich op een heel ander niveau af. De nationaliteit
van de president van de ECB is niet belangrijk. Belangrijk is welke
politiek hij of zij gaat voeren. Het kan mij niet schelen of er een
Belg of een Italiaan zit.'' Waarom
doen de landen van het Verenigd Koninkrijk niet mee aan de invoering
van de euro, terwijl ze wel aan de voorwaarden voor toetreding tot de
EMU voldoen? ,,Zij
willen hun autonomie niet opgeven. Ik denk niet dat dit nog lang zal
duren. Het probleem is dat hoe langer ze wachten met toetreding hoe
minder ze voor het zeggen hebben over hoe het er verder uit gaat zien.
Als ze instappen, stappen ze in een bestaande situatie waaraan ze niet
hebben meegewerkt.'' Wat
voor invloed is er dan mogelijk om nog iets te veranderen binnen de
EMU? ,,Er
is op dit moment weinig invloed mogelijk. Die constitutie is er nu,
het Verdrag van Maastricht en het Verdrag van Amsterdam zijn er. Die
kunnen alleen maar unaniem veranderd worden. De Nederlandse grondwet
kun je met een tweederde meerderheid nog veranderen. Het verdrag van
de Unie moet unaniem veranderd worden. Elk land, van Luxemburg tot Frankrijk
heeft een veto-recht. Democratisch gezien is het heel vreemd dat er
een grondwet is die de facto onveranderbaar is. Landen kunnen als gevolg
hiervan niet meer terugkomen op eerder gemaakte vergissingen. ,,In
de Nederlandse grondwet van 1848 hadden vrouwen geen kiesrecht. Dat
hebben we langs parlementaire weg kunnen veranderen, ondanks dat een
kleine minderheid er tegen is. Maar als de grondwet van 1848 dezelfde
clausulering zou hebben als de grondwet van de EMU, zouden nu nog steeds
alleen mannen kiesrecht hebben. Een grondwet kun je doorgaans veranderen,
maar op het niveau van de EU is dat uiterst lastig. Dat is het ondemocratisch
gehalte van de Unie. Daar komt het toch steeds op neer, dat is het kernpunt.'' Kunt
u een voorbeeld geven van een fout die niet meer terug te draaien is? ,,Het
is vreemd dat de hoofddoelstelling van de ECB inflatiebestrijding is
en niet werkloosheidsbestrijding. In Nederland lijkt het met de werkloosheid
wel mee te vallen, maar de gemiddelde werkloosheid binnen de EU is nog
steeds 9 procent. Als er een recessie komt, zul je zien dat de werkloosheid
verder oploopt. Als men er over een paar jaar achter komt dat het niet
zo slim was om de inflatie voorop te stellen, kan men daar alleen op
terug komen als al die landen unaniem besluiten om dit te veranderen.
Er kan er dan altijd een dwars liggen.'' Is
het niet toch verstandig van het Verenigd Koninkrijk om niet mee te
doen, zo behouden ze wel hun autonomie? ,,Behalve
Engeland doen ook Zweden en Denemarken niet mee. Wat we ons dienen af
te vragen is wat voor belangen er eigenlijk spelen? Wie heeft er belang
bij werkloosheidsbestrijding...?'' Er
volgt een lange stilte. Reuten kijkt voor zich uit en zegt lachend:
,,Ik poneer het een beetje als een retorische vraag, want de meeste
mensen zouden zeggen: wij allemaal toch? Toch hebben bedrijven liever
dat er een zekere mate van werkloosheid is omdat de lonen dan gematigd
blijven. Wat dat betreft is er sprake van een tegengesteld belang tussen
bedrijven en burgers. In de EU kiest men niet op de eerste plaats voor
werkloosheidsbestrijding, en dus voor het bedrijfsleven. Het is de EU
voor de bedrijven. ,,Er
werd destijds door politici gezegd dat de monetaire unie gunstig zou
zijn voor de burger omdat alles goedkoper zou worden. De concurrentie
wordt groter, en dan zullen de prijzen dalen. Met het verder doorvoeren
van die unie zie je dat het allemaal duurder wordt. Betalen wordt duurder,
de prijzen worden hoger. Dat lijken wellicht overgangsproblemen die
weer wegebben. Maar op langere termijn – zeg de komende tien tot vijftien
jaar – zul je steeds meer concentraties van bedrijven gaan zien, steeds
meer monopolies en kartelvormingen. Een grote paradox van concurrentie
is dat bedrijven er altijd op uit zijn om concurrentie uit te schakelen
en monopolies te vormen. Dan worden we beheerst door een aantal grote
ondernemingen. Dat is nu al gaande. Steeds meer belangrijke sectoren
zoals de farmacie, de olie en de banken worden beheerst door een hand
vol monopolies of bijna monopolies. Het is toch wel toevallig dat de
Nederlandse banken ongeveer dezelfde bedragen rekenen voor internationale
overboekingen, of het pinnen uit automaten in het buitenland. Is dat
concurrentie, of is dat prijsafspraak? Het idee is: concurrentie is
goed voor ons allemaal, hoe meer markt hoe beter. Maar de paradox van
de markt is dat de markt wordt uitgeschakeld. Bedrijven maken afspraken
met elkaar of fuseren. ,,De
laatste tien jaar zeggen veel bedrijven dat ze een Europese speler moeten
worden, zoals luchtvaartmaatschappijen, telecommunicatie- en energiebedrijven.
Het worden steeds grotere conglomeraten, waar je steeds minder over
te vertellen hebt. De markt wordt steeds meer beheerst door een paar
grote ondernemingen. Een andere paradox is dat we het altijd over democratie
hebben, maar dat democratie alleen maar een politieke democratie is,
en geen democratie op het gebied van de bedrijven. Dat vraagt om discussie.'' Wie
zouden die discussie aan moeten gaan? ,,Kijk,
die discussie wordt op dit moment aangezwengeld door demonstraties in
Genua, Seattle, enzovoorts. Daar gaat het om de vraag of we ons laten
leiden door de normen van multinationale bedrijven en instellingen zoals
WTO, Wereldbank, en IMF. Demonstreren is een manier om geleidelijk aan
discussieterrein terug te claimen.'' Wat
valt er nog terug te claimen als wij ons moeten houden aan de verdragen
zoals van de EU? Enthousiast:
,,Je kunt er ook nog uitstappen. Frankrijk, België, Nederland of welke
landen dan ook zouden er uit kunnen stappen en een unie kunnen vormen
onder andere voorwaarden. Maar de burgers moeten dit willen. Die moeten
zeggen dat het afgelopen moet zijn met de macht steeds meer aan het
bedrijfsleven te geven.'' Dus
er is nog hoop! Zelfverzekerd:
,,Ja, natuurlijk. Ik denk dat je geleidelijk aan verzet ziet ontstaan
tegen managers die zichzelf 17 procent loonsverhoging toemeten, terwijl
de gemiddelde werknemer 4 procent loonsverhoging krijgt en er dus eigenlijk
niks op vooruit gaat als je de inflatie meerekent.''
,,Wel
zie je dat tijdens een recessie mensen in hun schulp kruipen, omdat
ze bang zijn om hun baan te verliezen: "als ik mijn mond open doe
vlieg ik eruit". Er zijn gelukkig ook mensen die denken: "ik
heb niks te verliezen, ik lap het aan mijn laars". Dan sta je natuurlijk
het sterkste. Maar als je eenmaal in het systeem zit, een baan hebt,
en een hypotheek, dan wil je je mond wel houden.'' Denken
burgers ook alleen maar in termen van winst? ,,Nee,
daar denken ze niet over na. Als je naar de grote historische lijnen
kijkt, kun je wel zeggen dat er progressie is geweest naar steeds meer
democratie. Steeds meer mensen zijn gaan meetellen. Het gaat wel heel
langzaam, en het is altijd via strijd gegaan. Niemand heeft kiesrecht
gekregen zonder dat daarvoor is gestreden. Je kunt als burgers met kleine
stapjes iets veranderen, ik denk dat we dat ook moeten proberen.'' Marina
Groen
|
||