●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
2001 ● Overzicht
#6
In
de ban van de media
Een
actie is pas geslaagd als deze het Journaal en de ochtendbladen haalt.
Waarom eigenlijk? De gedachte dat een televisie-item of krantenbericht
de lezer op kijker op andere gedachten brengt lijkt nergens op gebaseerd.
Of is de actie zelf de boodschap? "Gaat
er nog wat gebeuren?", vraagt een van de opgetrommelde actievoerders.
Ze is wat chagrijnig omdat ze zo vroeg haar bed uit moest en wil toch
tenminste wat spektakel. Er wordt haar gevraagd nog even geduld te hebben.
De fotograaf van het ANP en de cameraploegen van Hart van
Nederland en het NOS-Journaal zijn nog niet gearriveerd.
Zolang die er niet zijn heeft het weinig zin tot actie over te gaan...
Een acties is een kleine explosie in de leegte van de normaliteit. Ontbreekt
de mediale schittering dan wordt het al snel een pijnlijk gênante vertoning.
Ook
Groen Front! blijkt inmiddels die mening toegedaan. "Het ANP
wil ons niet op de telex zitten", beklaagt een van de Groen Front!-actievoersters
zich bij de redactie van Ravage. Zij hebben in het kader van
de internationale vrouwendag het bouwterrein van de Sophiatunnel bij
Alblasserdam bezet. Nu de media het niet willen coveren is alle moeite
voor niks geweest. Maar deze actiebeweging baseert zich toch op het
idee van onbemiddelde directe actie: het stoppen of verhinderen van
voor het milieu schadelijke praktijken. Als een boom gekapt dreigt te
worden ga je er in zitten. Als ergens een weg of spoorlijn aan wordt
gelegd, bezet je het bouwterrein of een machine. Niet zozeer om de media
te halen, maar om het werken onmogelijk te maken en de aannemer op kosten
te jagen. Inmiddels is dat dus niet meer genoeg. Robert
Bloemen van het ANP laat, gevraagd om opheldering, geïrriteerd
weten dat zijn dienst geen servicebureau is. ,,Als ANP plaatsen we niet
automatisch alle acties van Groen Front! op de telex. Dit was niet de
eerste bezettingsactie van Groen Front! en waarschijnlijk ook niet de
laatste'', zo motiveerde Bloemen de weigering. Gelukkig, zo melden twee
van de actievoersters naderhand in Ravage, was er ondanks de
weigering van het ANP voldoende media-aandacht. De actie was
zo toch nog een succes geworden... Mediastrijd Groen
Front! is niet de eerste directe actiegroep die bezwijkt voor de media.
Zo was kraken in eerste instantie ook 'slechts' een praktische oplossing
voor een praktisch probleem. De pers had in de jaren '70 en begin jaren
'80 geen belangstelling voor de krakers en omgekeerd idem dito. Als
later echter de media 'de kraakbeweging' uitvinden en de krakers zelf
ook gaan geloven dat het van belang is dat hun acties worden gecoverd
en hun motieven in de media komen, verliezen de krakers de regie. De
pers komt immers alleen maar opdraven als ze de garantie krijgen dat
de actie mooie mediamieke plaatjes oplevert voor de massa's thuis. De
kraakbeweging kan die verleiding van de media niet weerstaan en maar
al te vaak bepaalt de tot publieke opinie gestolde massa het scenario
van een ontruiming of actie. Toen
de kraakbeweging eind jaren tachtig uit de media verdween moest een
'Persgroep Hoofdstedelijk Kraaknieuws' de kraakbeweging nieuw leven
in blazen. Er werd nog steeds volop gekraakt, maar de pers had geen
aandacht meer voor haar verhalen en daar baalde men van. De leus 'kraken
gaat door' werd eerder een schreeuw om aandacht dan de uitdrukking van
een zelfverzekerd geloof in eigen kracht. Nu rond de ontruiming van
de Kalenderpanden, de perikelen over de kroeg in Vrankrijk en het gedoe
met de Broedplaatsen weer veelvuldig - en ook nog in positieve zin -
over kraken wordt geschreven, neemt het zelfvertrouwen toe. Lonend Sociale
bewegingen en actiegroepen ontlenen hun succes maar al te vaak aan hun
aanwezigheid in de media. Een media optreden is ook vaak zeer lonend.
Zo zag de Vereniging tot Behoud van de Waddenzee haar ledental in 1990
na een lange televisieuitzending verdubbelen. De media-aandacht voor
kraken of de acties van Groen Front! heeft er waarschijnlijk ook toe
bijgedragen dat mensen eens een kijkje kwamen nemen. Een club als Greenpeace
dankt haar grote aanhang vooral aan professioneel opgezette media-campagnes.
Door alle aandacht in de media weet Greenpeace steeds het beeld op te
roepen van een zeer succesvolle actiegroep. Het succes betreft hier
dan vooral het aantal leden en mediaminuten. Of dit succes ook positieve
gevolgen heeft voor het milieu is minder duidelijk. Volgens
Greenpeace wordt de strijd om het milieu in de eerste plaats in de media
uitgevochten. "We zagen het als een media-oorlog", zegt Robert
Hunter over de eerste Greenpeace campagne tegen de kernproeven op Amchitka
in 1971. "Het idee was om de gevestigde pers, de alternatieve pers
en de tv-kanalen in één keer te raken. We wilden iedereen bewust maken
van wat hier aan de hand is", aldus Hunter in The Greenpeace
Chronicle. Niet zozeer een directe verbetering van het milieu, maar
het bevorderen van het milieubewustzijn is het belangrijkste doel van
deze media-oorlog. Informatie Bewustmaking
is altijd een van de centrale elementen van radicale politieke actie
geweest. De in de regel onwetende burger moet zich door een actie en
de bijgeleverde kritische informatie bewust worden van een bepaald probleem.
Eenmaal geïnformeerd zal de burger zijn gedrag veranderen of tot actie
overgaan, zo wordt verondersteld. Omdat
de 'burgerlijke' media niet altijd aan de verspreiding van deze informatie
wilden meewerken, verrezen er talloze alternatieve media die alsnog
de 'waarheid' verkondigden. Door het verspreiden van kritische inhoud
kon het netwerk van manipulerende boodschappen waarmee de media het
bewustzijn van de massa's dagelijks beïnvloeden doorbroken worden en
de burger op andere gedachten worden gebracht, zo was en ís de gedachte.
De
Duitse activisten van de Autonome A.F.R.I.K.A.-Gruppe vragen zich na
jarenlang flyers, brochures en informatie-avonden over allerlei misstanden
te hebben geproduceerd af of dit vertrouwen in de kracht en glorie van
informatie wel ergens op gebaseerd is. "Te lang hebben we gedacht
dat informatie de mentaliteit aantast en de wereld verandert. Maar zowel
de euforische als pessimistische verhalen over de informatiemaatschappij
hebben geen oog voor het cruciale probleem van de burgerlijke representatieve
democratieën: feiten en informatie, zelfs als ze gemeengoed zijn geworden,
hebben geen enkele consequentie". Het
honderdste rapport over het gat in de ozonlaag zal nauwelijks auto's
minder doen rijden, geen mens minder laten vliegen en zeker niet leiden
tot een 'succesvolle' klimaatconferentie. Dat er dagelijks honderden
nieuwe feiten over het wereldgebeuren gepubliceerd worden, verandert
niets aan de loop der dingen. De
expansie van de media en dus van informatie heeft ook niet geleid tot
een groei van sociale bewegingen en kritische praktijken, wel tot een
accumulatie van naar zichzelf verwijzende 'items'. Van de verwoestende
brand bij vleesproducent Dumeco in Boxtel belanden we in de discussie
over de foute vader (en moeder) van Maxima om vervolgens terug te keren
naar een huilende boer die treurt omdat zijn 'gezonde' koeien die moeten
worden geruimd wegens de smetvrees van de lijkenvretende consument.
De
media hanteren bij elk voorval dezelfde formule en nivelleren ze tot
bijna identieke beelden. Zo wordt een mediale werkelijkheid gecreëerd
waarin de snel opeenvolgende onderwerpen van verschillende aard eerder
fragmenteren dan dat ze verenigen en mobiliseren. De enige context van
de plaats waar men naar kijkt is het beeld dat er op volgt. Journaal
kijken is een toeristische ervaring waarin men in twintig minuten een
aantal 'exotische' oorden bezoekt, om daarna over te gaan tot het opruimen
van de koffiekopjes. Biertje?
Het
besef dat informatie op zichzelf geen helende of subversieve eigenschappen
bezit, heeft in sommige sociale en autonome bewegingen geleid tot een
gezonde dosis media-scepticisme of soms zelf regelrechte afkeer van
de media. In de Amsterdamse kraakbeweging van de jaren negentig bijvoorbeeld
trok een groot deel van de krakers lange tijd van pand naar pand zonder
dat ze zich verzetten tegen de ontruiming of de buurt op de hoogte stelde
van haar motieven. Ze geloofden er niet langer in dat een pand met behulp
van stenen, pamfletten, manifesten of andere media verdedigd kon worden.
Ook
de Britse protestbeweging rond de aanleg van snelwegen heeft in de jaren
negentig lange tijd de pers gemeden. Deze Do-it-Yourself beweging had
geen enkel vertrouwen in de strategie van op media gerichte organisaties
als Greenpeace. "Enkele minuten televisie-zendtijd over de bevestiging
van een spandoek aan een afvoerpijp maakt mensen misschien wel bewust
van de milieucrisis, maar het zorgt er niet voor dat deze crisis de
volgende dag gewoon voortduurt", aldus Earth First!-activist Thomas
Harding. Bovendien verbonden zij directe actie met het experimenteren
met andere manieren van leven. Voor de media was hier zeker geen plaats.
"Wij doen ons best om uit 'de' realiteit te blijven, zodat 'onze'
realiteit aan kracht kan winnen", aldus een lid van de Donga Tribe
die is voortgekomen uit het verzet tegen de aanleg van een snelweg bij
Twyford Down. Dat
de media het niet op prijs stellen als nadrukkelijk wordt gekozen voor
een strategie van verdwijning, ondervond de Britse ravecultuur. Toen
de media eenmaal van deze beweging op de hoogte raakten, lieten ze er
niks aan gelegen liggen om de ravers te demoniseren. Er ging een schok
door de natie, mede omdat de ravers uit het niks tevoorschijn leken
te komen. De overheid sloeg hard terug en verklaarde de danspraktijken,
die zich al jarenlang buiten het zicht van de media hadden afgespeeld,
illegaal. Eenmaal ontdekt door de media was haar doodvonnis getekend;
terugkeren naar de realiteit bleek niet meer mogelijk. Guerrilla Voor
een beweging die het creëren van een eigen parallelle of autonome werkelijkheid
waarin het prettig toeven is tot voornaamste inzet heeft, is het van
levensbelang geen sporen in de media achter te laten. Voor een directe
actiebeweging lijkt deze optie vrijwel uitgesloten. Elke actie, hoe
klein ook, straalt naar alle kanten informatie uit en er is altijd wel
een medium dat dit oppikt. Bovendien heeft veel sociale en politieke
strijd heeft de straat en de bedrijfsvloer al lang geleden achter zich
gelaten en is verhuisd naar de ideologische sfeer van de representatie,
geconstrueerd door en via de media. Volgens
de media-activisten Geert Lovink en David Garcia is het in een tijd
waarin het aantal media kanalen voortdurend groeit en de verschillende
virtuele ruimten zich in ras tempo uitbreiden, onzin om nog te praten
van een 'terugkeer naar de werkelijkheid'. "In feite moeten we
ons afvragen of er nog een betekenisvolle politiek kan bestaan buiten
de mediasfeer?" aldus Lovink en Garcia. Zolang
het einde van de media, een totale implosie van het gehele spectaculaire
mediacircus, een utopische optie is, zullen sociale bewegingen met de
media moeten leren leven. Dit is misschien vervelend, maar niet onoverkomelijk.
Wanneer politiek zich nog voornamelijk of in ieder geval voor een groot
deel afspeelt in de media zal deze (virtuele) werkelijkheid zelf eveneens
terrein van actie moeten zijn. De
Autonome A.F.R.I.K.A.-gruppe heeft zich enkele jaren geleden al hard
gemaakt om wat vaker te rellen en keten in het rijk van de tekens. In
deze communicatieguerrilla wordt het idee dat de media kunnen worden
gebruikt om de onwetende massa te 'verlichten' overboord gezet, maar
gaat het er eerder om dat de dagelijkse informatie- en beeldenstroom
verstoord worden door vreemde en tegenstrijdige berichten de media in
te slingeren. Taarten,
adbusten, pranken, hacken, camcorder kamikaze, rappen... Het zijn enkele
voorbeelden van door de jaren heen beproefde recepten. Dat de media
ook in dit geval alleen maar de verstoring van de normaliteit registreren
en geen aandacht schenken aan de motieven van bijvoorbeeld de taartgooier,
doet er dan niet meer toe. De taart is immers zelf de boodschap. Freek
Kallenberg
|
||