Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2001    ● Overzicht #5


Uit: Ravage #5 , 6 april 2001

Moderne veeteelt

Brandstapels, destructie, ruimen, doodschieten en massagraven

"Een zogeheten marktmaatregel met uitsluitend een prijsondersteunend doel", zo noemde minister Brinkhorst in december de dagelijkse destructie van honderden gezonde koeien als maatregel tegen BSE. Twee maanden later breekt mond- en klauwzeer uit in Nederland. Weer worden honderdduizenden gezonde dieren in Europa preventief gedood. Vernietiging van gezonde dieren is immers goedkoper dan vaccinatie.

In 1991 besloot de Europese politiek in samenspraak met de landbouwsector om met vaccineren tegen mond en klauwzeer (MKZ) te stoppen. Omdat landen als de VS en Japan geen gevaccineerd vlees willen stijgt de export naar verwachting jaarlijks met 38 miljoen gulden. Het vaccineren zelf kost 24 miljoen per jaar.

Een uitbraak van MKZ wordt maar één keer per tien jaar verwacht. Dan zou het afmaken van dieren tussen de 470 en 900 miljoen gulden kosten. Een uitbraak bij vaccinatie (enten is niet altijd succesvol) zou beperkt blijven (mindere verspreiding dus minder destructie) tot een kostenpost van 230 miljoen. Een simpele rekensom leert dan dat het vernietigen van dieren goedkoper is dan vaccineren. Vandaar...

Moreel nulpunt

In de BSE-crises werd weer eens pijnlijk duidelijk dat de bio-industrie tegen haar grenzen aanloopt. Door het voeren van koeienkadavers aan koeien bleek de BSE-besmetting wijd verbreid. Iets dergelijks had ook kunnen gebeuren bij kippen en varkens. Kippen krijgen een mengsel van onder andere kippenmest en slachtafval te eten en ook varkens krijgen slachtafval gevoerd in de bio-industrie. Deze praktijken zijn nu tijdelijk verboden vanwege de BSE-crises. Naar verwachting zal het verbod weer opgeheven worden als de commotie onder consumenten enigszins is gaan liggen.

Bij de BSE-crises speelde mee dat de bio-industrie zich afspeelt op een wereldmarkt. In de jaren dat in Engeland jaarlijks duizenden BSE-gevallen bekend werden, werd nog steeds veevoer met mogelijk besmet slachtafval vanuit Engeland verhandeld over de hele wereld, waaronder landen als Indonesië, Japan, Taiwan, Kenia en Thailand.

Dit beeld herhaalt zich wanneer in Engeland in februari het zeer besmettelijke mond- en klauwzeer uitbreekt. Een regionaal probleem wordt gelijk een wereldprobleem omdat in de weken daarvoor duizenden mogelijk besmette dieren vanuit Engeland over de hele wereld zijn versleept. Zo blijken er bijvoorbeeld tweeduizend varkens en 15 duizend schapen de weken ervoor naar Nederland verscheept te zijn.

Nederland draagt haar steentje in deze wereldhandel meer dan bij: vanuit Nederland worden jaarlijks 75 duizend runderen, vijf miljoen varkens en miljoenen eendagskuikens levend de wereld over versleept naar onder andere Algerije, Marokko, Oost-Europa en Rusland.

Een bekend voorbeeld is het levend vervoer van varkens naar Italië om daar geslacht te worden zodat het vlees verkocht kan worden als 'parmaham'. Naast het risico van ziekteverspreiding veroorzaakt dit vervoer van levende dieren over de hele wereld veel dierenleed. De beelden van de jaarlijks duizenden dode en uitgemergelde schapen, paarden en varkens zal velen nog op het netvlies gebrand staan. Gruwelijke under-cover beelden hebben tot veel kamervragen en discussies in het Europees Parlement geleid; wetgeving die deze gruwelijkheden voorkomt is er echter nog steeds niet.

Topsporters

Terwijl de publieke verontwaardiging over de varkens- en kippenfabrieken groeit, volgt de melkveehouderij gestaag dit voorbeeld. De melkproductie per koe is fors gestegen. In de jaren vijftig gaf een koe gemiddeld nog vierduizend liter melk per jaar, tegenwoordig zijn producties van twaalfduizend liter geen uitzondering meer.

Koeien raken hierdoor evenals topsporters bij het minste of geringste overbelast. Vorig jaar was de slijtersziekte de schrik van de sector. Honderden koeien vermagerden sterk, kregen ontstekingen en werden kreupel. De overbelasting van de koe heeft hier alles mee te maken. Volgens Hopster, rundvee-onderzoeker van het door de veesector gefinancierde instituut ID in Lelystad, wordt de moderne koe tegenwoordig vaak ziek van gras. De variatie van de graskwaliteit in natte en droge periodes kan de moderne overbelaste koe uit balans brengen met ziekte tot gevolg. "Beweiden van melkkoeien is op den duur dan ook niet meer haalbaar" stelt de onderzoeker doodserieus zonder cynisme.

Steeds meer koeien worden nu al het hele jaar op stal gehouden en zien de weide nooit meer. Dit voorjaar zal ongeveer vijftien procent van de melkkoeien niet meer de stal uitkomen. Niet beweiden van koeien betekent meer melk en efficiëntere vertering van voornamelijk krachtvoer. Dit scheelt naar schatting één cent per liter. Voldoende reden voor de sector om de koe naar de stal te verbannen.

Alleen bij biologische melk weet je nog zeker dat de koe gras heeft gezien in haar leven. De controlerende instantie SKAL stelt dit als eis aan de aangesloten veehouders. Terwijl de publieke verontwaardiging over de bio-industrie groeit, wordt het begrip 'veestapel' door de bio-industrie steeds letterlijker uitgevoerd: de dierenfabriek op de Maasvlakte als idee van Brinkhorst (dierenfabrieken van drie etages hoog) en de brandstapels die bij mond- en klauwzeer dagelijks op tv te zien zijn.

Markt

De politiek grijpt echter niet in. Dit is ook niet vreemd, de fractiespecialisten van de meeste politieke partijen zijn zelf veeboeren. Zo heeft bijvoorbeeld Oplaat van de VVD een intensief slachtkuikenbedrijf en heeft Schreijer van het CDA een bio-industrieel varkensbedrijf, beide in de Achterhoek. Echte veranderingen worden dan ook vaak tegengehouden door deze belangenbehartigers.

Daarbij komt dat de huidige minister van Landbouw, Brinkhorst, vaak met woorden zijn sympathie betuigt voor bijvoorbeeld biologische landbouw, maar hij het beleid 'aan de markt wil overlaten'. Terwijl hij net in Europees verband miljarden aan BSE-noodsubsidie voor de intensieve melkveesector had gegeven stelde hij vorige maand, zonder blikken of blozen "dat de markt zijn werk moest doen" en hij daarom de biologische sector niet extra wilde stimuleren.

Dit voorbeeld wordt bevestigd door vele steunmaatregelen voor de bio-industrie die het ministerie jaarlijks neemt. Zo subsidieert het ministerie de ontwikkeling van nieuwe kooisystemen voor legkippen (bij het Spelderholt), subsidieert zij export van legbatterijen naar China, worden varkensboeren die zich niet aan de dierenwelzijnswet houden feitelijk gedoogd, zijn welzijnswetten voor dieren als konijnen, kuikens en kalkoenen nog niet opgesteld terwijl ze lang geleden al beloofd waren en wordt de biologische landbouw in woord krachtig ondersteund maar financieel nauwelijks. Voorbeelden genoeg dat het ministerie haar woord niet houdt.

En de consument? Recent onderzoek toont aan dat naar aanleiding van de aaneenschakeling van veeziektes nu 720 duizend Nederlanders op het punt staan vegetariër te worden. Dit zou ongeveer een verdubbeling zijn in een jaar. De laatste twee jaar daalt de vleesconsumptie met een paar procent per jaar. Goedkoop vlees heeft een hoge maatschappelijke prijs. De kiloknaller is de bontjas van het huidige decennium: met goed fatsoen kun je hier niet mee op straat rondlopen. Of met andere woorden: je moet ethisch zwakbegaafd zijn om dit vlees nog te eten.

Sjoerd van de Wouw
Beleidsmedewerker Stichting Wakker Dier

Postbus 92024, 1090 AA Amsterdam, tel 020-4638924,
email info@wakkerdier.nl, web www.wakkerdier.nl

 

.Terug naar boven