Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2001    ● Overzicht #2


Uit: Ravage #2 , 2 februari 2001

De moeizame weg naar vrede in Ierland

In 1998 kwam er na bijna dertig jaar een einde aan de 'troubles', zoals de Noord-Ieren de semi-oorlog met gevoel voor understatement noemen. Lia van Bekhoven, correspondent voor het NOS-journaal en Nova, heeft een aardig boek geschreven over een van de laatste conflicten in Europa.

De politiek in Noord-Ierland is verdeeld in enerzijds nationalisten, die aansluiting zoeken Ierland en de republikeinen, die bereid zijn om daar geweld voor te gebruiken en anderzijds de unionisten, die Ulster (Noord-Ierland) bij Groot-Brittannië willen houden. De laatsten zijn Britser dan de Britten. Labour-premier Blair die in 1997 aantrad, bleek echter voorstander van decentraal bestuur en na Wales en Schotland krijgt ook Ulster in 1998 een eigen bestuur. Lia van Bekhoven, al jaren op zoek naar de achtergronden van het conflict heeft een helder boek geschreven, waarin de menselijke maat niet achterwege is gelaten. In Land van de gespleten God, Noord-Ierland en de troubles komen mensen aan het woord van alle rangen en standen. Achterin is er naast de chronologie en het personenregister ook een glossarium, een verklarende woordenlijst opgenomen. Voor de liefhebbers van ondergrondse bewegingen is het boek aardig, maar het is duidelijk door een buitenstaander geschreven.

Vrijstaat

Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Ierland ressorteerde van 1800 tot 1921 onder Londen. Na wat eerdere opstanden vindt in 1916 een grote Paasopstand in Dublin plaats onder leiding van Patrick Pearse. Deze opstand wordt door de Britten aan gruzelementen geschoten en de opstandelingen worden geëxecuteerd. In 1918 roepen de Ieren in Dublin na verkiezingen een eigen Iers Parlement uit. Deze roept de Ierse Onafhankelijkheid uit en verklaart de oorlog aan Engeland. Onder leiding van IRA-commandant Michael Collins volgt een meedogenloze guerrilla oorlog. De Ieren vechten tegen de RIC (politie) en Britse soldaten. Grote (protestantse) landeigenaren worden vermoord. In 1921 wordt het Anglo-Ierse verdrag gesloten. Ierland wordt een vrijstaat, maar de noordelijke zes graafschappen blijven onderdeel van Engeland. De IRA is verdeeld. Sommigen streven naar een Ierse Republiek, die heel het eiland omvat. Dan volgt in 1922 en 1923 een burgeroorlog tussen de regering en een deel van de IRA. In 1948 werd de Ierse Vrijstaat herdoopt tot de Ierse Republiek. Het ideaal van de IRA, een herenigd Ierland, was voorlopig buiten bereik gebleven. De katholieken in Noord-Ierland werden vanaf 1922 door de protestanten gediscrimineerd. De unionisten (protestanten) hadden het bestuur in Stormont (regeringszetel) in handen evenals de rechtspraak, de BBC, de posterijen, het vervoer en de politie (RUC). Er was een vorm van nepotisme. Protestantse werkgevers zorgden dat de leuke en vitale banen aan protestantse werknemers werden gegeven. En de katholieken werden samen in krotten bij elkaar gestopt, zodat de protestantse minderheid door een districtenstelsel toch de meerderheid in de besturen hield. De woningnood was in de jaren zestig onder katholieken hoog. In Derry (Londonderry voor de unionisten) was de discriminatie groot en de werkloosheid hoog. Het was een protestants bolwerk tegen katholieken. Juist daar besloten de katholieken in 1968 een demonstratie voor gelijke burgerrechten te houden. Dit ontaardde in een veldslag met de RUC. De katholieken trokken zich terug in hun wijk, de Bogside, en wierpen barricades op. De veldslag duurde 48 uur. Een hele generatie radicaliseerde. In 1969 komen de Britse troepen. De troubles zijn begonnen. Vlak na de Derry-rellen gaan de protestanten in Belfast op pad en branden vijfhonderd huizen van katholieken plat. De IRA kon hen niet beschermen, want ze hadden maar tien wapens. Als we over IRA praten dan bedoelen we niet de OIRA, die een socialistisch Ierland willen en zich ook in Ierland bevinden, maar de daarvan in 1969 afgesplitste Provisional, de Provo's. Zij willen de katholieke bevolking na het debacle in 1969 in Belfast bewapenen tegen de agressie van Ulster. Vanaf 1970 stond er op de muren "No tea Here", want vanaf dan hebben de nationalisten twee vijanden; de Britse bezetter, die samenwerkt met de RUC en de loyalisten.

Hongerstaking

In 1971 is er een nieuwe interneringswet waarbij mensen zonder vorm van proces vastgezet kunnen worden. Een demonstratie tegen de interneringswet in 1972 is bloedig uit elkaar geschoten door de RUC, Bloody Sunday. Dan wordt in Londen besloten dat Stormont geen dienst meer doet als regeringszetel en dat Noord-Ierland vanuit Londen bestuurd gaat worden. De IRA beschouwt het als een victorie dat de eenpartijstaat van Stormont nu weg is. Vanaf 1975 wordt de IRA door de Engelse regering niet meer gezien als een organisatie met een politiek doel, maar als een misdadigersbende. Vanaf 1976 wordt aan de IRA-gedetineerden dan ook de speciale status van 'prisoners of war' ontnomen. De driehonderd gevangenen weigeren echter de gevangeniskleren te gaan dragen. Het worden 'dekenmannen', die ook met een vuil protest beginnen. Ze smeren hun uitwerpselen aan de muren. Voor straf moeten ze 24 uur per dag alleen in een betonnen cel zitten, zonder radio, tv en boeken en worden ze mishandeld. Vanaf 1980 vinden er dan ook aanslagen plaats door de IRA op cipiers van o.a. de Maze-gevangenis, de grootste en beruchtste in Noord-Ierland, die binnenkort wordt gesloopt. De eerste hongerstaking van de gevangenen mislukt. In 1981 volgt de tweede hongerstaking. In 1981 zijn er tussentijdse verkiezingen in Zuid-Tyrone voor een Lagerhuiszetel. De hongerstaker Sands neemt het voor Sinn Fein op tegen de unionist West. Met 30.492 stemmen tegen 29.046 wint Sands de verkiezing. De Provosional IRA en Sinn Fein genieten dus wel degelijk brede steun. Margaret Thatcher, 'the iron lady', laat de hongerstaking op zijn beloop. Op 5 mei 1981, na 66 dagen, is Bobby Sands dood. Na nog vijf sterfgevallen, grijpen de moeders in. De hongerstakingen worden beëindigd. De republikeinen, de IRA-top beseft nu dat er naast de gewapende strijd ook een grotere, betere politieke beweging moet zijn om dingen te veranderen. Het electorale succes van Sinn Fein 20 jaar later, is de echte nalatenschap van de hongerstakingen

De loyalisten

Op 12 juli 1690 versloeg 'onze' protestantse stadhouder Willem III, die tevens door te trouwen met Mary Stuart koning van Engeland was, de katholieke koning Jacobus II bij de rivier de Boyne in wat nu Noord-Ierland is. Sindsdien worden er in de nacht voorafgaande aan de 12e juli vreugdevuren gebouwd en worden katholieken gepest. De 12e juli zelf is de dag van de Oranjemarsen, naar 'onze' Oranjedynastie genoemd. Naast de paramilitaire groepen als UVF en UDA hebben de loyalisten ook partijen. Een doorgedraaide havik is dominee Ian Paisley (1921). Zijn partij de Democratic Unionist Party (DUP) staat voor 'No Surrender'. Ulster moet kost wat kost behouden blijven voor Groot-Brittannië en het protestantisme. De tragedie volgens Van Bekhoven is dat de unionisten niet beschikken over iemand als een Rabin of een F.W. de Klerk, die begin jaren '90 inzagen dat het voortdurende bloedvergieten een heilloze weg was. Volgens Van Bekhoven, 'zijn de troubles voor de unionisten ook nooit zo erg geweest, dat ze met de bestaande situatie wilden breken.' De grootste partij is de Ulster Unionist Party (UUP) van David Trimble. Dit is een verdeelde partij, maar staat toch als gematigd te boek. Bij het referendum van mei 1998 stemde ze dan ook met het verstand voor het vredesakkoord, maar het hart wilde niet echt. Het grijze gedrag en dito kleding van de unionisten staat in schril contrast met de vlotte babbels en Armanipakken van de katholieken, die op het wereldtoneel dan ook beter overkomen.

Gematigd

Naast Sinn Fein is er ook nog de grote voornamelijk katholiek, gematigd nationalistische partij SDLP (Social Democratic Labour Party ) van John Hume. Deze laatste was ervan overtuigd dat er pas vrede zou komen als de IRA de wapens aan de wilgen zou hangen. Hume wilde dan ook dat Londen, Dublin en Washington gezamenlijk druk zouden uitoefenen op de starre unionisten. In 1988 starten Hume en Adams geheime besprekingen. De voorwaarden van de IRA voor een staakt het vuren waren dat Londen gevraagd werd het Ierse recht op zelfbeschikking te erkennen en te bevestigen zich uit Ulster te willen terugtrekken. Hereniging met Ierland mocht niet langer door de Unionisten geblokkeerd worden. In 1993 gingen Londen en Dublin akkoord. Sinn Fein werd toegelaten tot het vredesproces. In 1994 na 25 jaar oorlog en meer dan drieduizend doden zegt de IRA toe een compleet einde te maken aan alle militaire operaties. Een jaar later volgen de UVF en de UDA. In hetzelfde jaar 1995 komt president Clinton op bezoek. Er heerst een uitgelaten stemming. De schrijver/journalist McKittrick zegt het zo; "Vroeger moest je naar het buitenland om tot rust te komen. Nu is een weekend in Belfast... alsof je in je eigen land op vakantie bent." Er zijn twee afsplitsingen van de IRA, de REAL IRA en de Continuety IRA. De eerste heeft in 1998 in Omagh de bloedigste aanslag gepleegd die ooit in Noord-Ierland plaatsvond. Als politieke vleugel wordt genoemd de 32 County Sovereignty Movement, waarvan de zus van hongerstaker Bobby Sands, Bernadette Sands en haar man Mckevitt de woordvoerders zijn. De movement van Sands vindt dat Sinn Fein aan pragmatische politiek doen en het ideaal van een verenigd Ierland hebben verraden. Volgens Van Bekhoven zien zij zich als de ware erfgenamen van Pearse's Paasopstand van 1916. Je vraagt je af wat de IRA met de afsplitsingen gaat doen, aangezien ze infiltranten ook afmaken.

Emancipatie

Het vredesproces overleefde Omagh, het overleefde het jaarlijkse marsseizoen, het overleefde de moord door loyalisten op de bekende katholieke advocate Rosemary Nelson. "De implementatie van de vrede is net zo moeilijk als het verdrag tot stand brengen", zegt de voormailge minister voor Noord-Ierse zaken Mo Mowlam. Door haar gevoelvolle benadering brak het ijs mede bij de onderhandelingen. De stijve unionisten weigeren eind 1999 verder met haar te onderhandelen en dan zet Blair Mandelson op de post. Zijn vriend, maker en 'verkoper' van New Labour. Op 2 december wordt de eerste regering sinds 27 jaar in Stormont gepresenteerd. Dit is een coalitieregering van UUP, PUP, Sinn Fein en SDLP. Voor 1972 maakten enkel unionisten deel uit van de regering. De republikeinen willen met politieke middelen afmaken waar militaire tekortschoten. Sinn Fein heeft vertrouwen in de toekomst. De demografische voorspellingen zeggen dat de katholieken in twintig jaar in de meerderheid zulen zijn. Een groeiend aantal katholieken bevindt zich in de middenklassen. Ze vormen nu mede het openbaar bestuur. Er is een officieel einde aan de discriminatie. Volgens Lia van Bekhoven winnen de nationalisten hoe dan ook, want er is nu een eerlijker Noord-Ierland en wellicht in de toekomst een herenigd Ierland. De rekruten van de paramilitaire groeperingen kwamen vooral uit de arbeidersklassen, waar de aanhang voornamelijk nog te vinden is. Het collectieve gevoel is daar wellicht groter. De middenklassen, die hun schaapjes op het droge hebben willen er niets meer mee te maken hebben, net zomin als de hippe jeugd. Welvaart kan individualiseren.

Jan de Lichte

Lia van Bekhoven, Land van de gespleten God, Noord-Ierland en de troubles. Mets en Schilt/Scoop (Amsterdam/Gent 2000) fl. 35,-. ISBN 90 5330 2832

 

.Terug naar boven