- Home
- Archief
- 1998

Uit: Ravage #272 van 27 november 1998

Amsterdamse driehoek doet nog maar eens een plas

Ombudsman veroordeelt politiebeleid Eurotop

Na de Commissie voor de Politieklachten Amsterdam, de rechtbank, de Coornhert Liga, diverse vooraanstaande wetenschappers en juristen, het Autonoom Centrum en een ratjetoe aan activisten heeft inmiddels ook de Nationale Ombudsman het grootschalige politie en justitiebeleid tijdens de Eurotop in de zomer van 1997 fel bekritiseerd. Bij de acties om dreigende ordeverstoringen de kop in te drukken, werd volgens de Ombudsman meer op effectiviteit dan op rechtmatigheid gelet.

Politie en justitie in Amsterdam hebben bij hun optreden tegen (dreigende) ordeverstoringen in een aantal gevallen duidelijk de grens van hun bevoegdheden overschreden. Dat laatste geldt ook voor de IND. "Bij de keuze voor de in te zetten middelen is aldus effectiviteit gesteld boven rechtmatigheid. In zoverre heeft het doel de middelen geheiligd", zo stelt de Ombudsman. Betrokken functionarissen bleken echter ook niet altijd goed op de hoogte van het voor hun optreden geldende juridische kader. De Nationale Ombudsman benadrukt het belang dat overheidsoptreden in een rechtsstaat te allen tijde naast effectief ook rechtmatig behoort te zijn. "Uit de ervaringen rond de Eurotop kan lering worden getrokken voor toekomstig optreden bij grootschalige evenementen, zoals het Europese kampioenschap voetbal in het jaar 2000", concludeert de Ombudsman.

Wat betreft de wettelijke mogelijkheden voor overheidsoptreden in het kader van de handhaving van de openbare orde bij grootschalige evenementen, is na de Eurotop veel aandacht uitgegaan naar het bereik van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht (aanhouden op verdenking van lidmaatschap van een criminele organisatie). Omdat de desbetreffende aanhoudingen aan de rechter zijn voorgelegd, onthoudt de Nationale Ombudsman zich van een oordeel.

De politie heeft op 14 juni 1997 een groep van 150 Italiaanse treinreizigers, die naar Amsterdam waren gekomen om deel te nemen aan de werklozendemonstratie, zonder grond te lang opgehouden en vervolgens ten onrechte geboeid en ingesloten. Na waarschuwingen van de Spoorwegpolitie dat de Italianen onderweg in de trein vernielingen hadden aangericht, zijn de 150 reizigers in de laatste wagon 's middags na aankomst op het Centraal Station ruim drie uur opgehouden in de trein.

De Ombudsman vindt dat het verantwoordelijke beleidscentrum in Amsterdam in eerste instantie in redelijkheid kon besluiten de Italianen op te houden, om zo de situatie in de trein te kunnen beoordelen. Maar er was volgens hem geen grondslag om drie uur lang hun bewegingsvrijheid in te perken. Verder mist het besluit, aan het eind van de middag, om de groep Italianen te boeien en over te brengen naar de penitentiaire inrichting Over Amstel om hen daar in te sluiten, volgens de Ombudsman elke wettelijke grondslag, zodat het niet genomen had mogen worden.

De burgemeester heeft op grond van artikel 175 van de Gemeentewet de bevoegdheid tot het geven van een noodbevel. "Deze bevoegdheid mag niet worden gebruikt als algemeen vangnet voor het geval bevoegdheden uit andere rechtsgebieden geen uitkomst bieden. Het lijkt erop dat dit hier wel is gebeurd." De Ombudsman vindt het redelijk dat het beleidscentrum naar aanleiding van de informatie van de Spoorwegpolitie 's middags heeft besloten om voorbereidingen te treffen voor een door de burgemeester te geven noodbevel, waarmee de Italianen de toegang tot Amsterdam ontzegd zou kunnen worden.

Pas aan het begin van de avond is echter besloten om de noodbevelbevoegdheid daadwerkelijk toe te passen, nadat er geen grond bleek te zijn voor strafvorderlijk optreden tegen de Italianen. Volgens de Ombudsman was er op dat moment geen reden meer voor het geven van een noodbevel. De demonstratie was afgelopen en inmiddels had kunnen worden vastgesteld dat van de Italianen geen ernstige wanordelijkheden te vrezen waren. Overigens kan een noodbevel niet dienen als grondslag voor vrijheidsbeneming. De noodbevelbevoegdheid bood dus geen basis voor de insluiting van de Italianen. Het geven van een noodbevel is een ingrijpende openbare ordemaatregel. Voor het nemen van een besluit tot toepassing van de noodbevelbevoegdheid is dan ook de persoonlijke betrokkenheid van de burgemeester vereist. In dit geval heeft de burgemeester van Amsterdam zich naar het oordeel van de Ombudsman te afstandelijk opgesteld.

De burgemeester van Amsterdam, Patijn, en de hoofdofficier van justitie, Vrakking, hebben in de Evaluatie van het politieoptreden van de driehoek (met hoofdcommissaris Nordholt) aangegeven dat de noodbevelbevoegdheid op goede gronden is toegepast tegen de 150 Italianen. Hiermee zijn ze ten onrechte afgeweken van het andersluidende advies van de Commissie voor de Politieklachten Amsterdam Amstelland. Zij hebben bovendien in de Evaluatie onvoldoende gemotiveerd waarom op dit punt van het advies is afgeweken, zo oordeelt de Ombudsman.

Zowel de 150 Italiaanse treinreizigers als een groep van 85 andere EU onderdanen, die waren aangehouden op verdenking van lidmaatschap van een criminele organisatie, zijn uitgezet uit Nederland zonder dat was voldaan aan de voorwaarden daarvoor uit de Vreemdelingenwet. EU burgers hebben een speciale positie in het vreemdelingenrecht. Als het gaat om uitzetting gelden voor hen strengere criteria. Zij kunnen in beginsel niet zonder meer op korte termijn worden uitgezet. Dit is door de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) van het Ministerie van Justitie niet onderkend.

Voor het uitzetten van de groep Italiaanse treinreizigers heeft het beleidscentrum op 14 juni 1997 pas (te) laat de medewerking van de IND gevraagd, namelijk rond 19.00 uur. Daarbij heeft het beleidscentrum de situatie ernstiger voorgespiegeld dan ze op dat moment nog was. Het beleidscentrum wilde de Italianen nog diezelfde avond onder bewaking over de grens laten zetten, met de voor de terugreis al geplande trein. De IND heeft daartoe onmiddellijk een mondelinge collectief bevel tot uitzetting gegeven.

Een bevel tot uitzetting moet echter schriftelijk, en op individuele basis, worden gegeven. Een beroep van de betrokken piketambtenaar van de IND op overmacht wijst de Ombudsman af. Verder is niet onderkend dat het ging om EU burgers. De IND heeft aldus ten onrechte niet de voor hen geldende procedure gevolgd. Op basis daarvan zouden de 150 Italianen in ieder geval de gelegenheid hebben moeten krijgen om later die avond vrijwillig met de geplande trein terug te reizen.

Op maandag 16 juni werd de IND om medewerking verzocht bij het uitzetten van 92 buitenlanders, onder wie 85 EU burgers, die gearresteerd waren op grond van verdenking van lidmaatschap van een criminele organisatie. De IND heeft voor elk van deze vreemdelingen wel een individuele schriftelijk bevel tot uitzetting verstrekt. Ten onrechte is hierbij echter weer niet onderkend dat voor uitzetting van EU-burgers zwaardere eisen gelden, zodat toen opnieuw een foute procedure is gevolgd. Overigens was de Eurotop al afgelopen toen de vreemdelingen werden uitgezet, zodat zij hoe dan ook de gelegenheid hadden moeten krijgen om vrijwillig te vertrekken. De Ombudsman vindt het verder onjuist dat het Amsterdamse driehoeksoverleg en het Landelijk Coördinatiecentrum (LCC) de IND niet al in een veel eerder stadium hebben betrokken bij de algemene voorbereiding van de Eurotop.

De overige klachten betreffen met name het beperken van de demonstratievrijheid bij een aantal gelegenheden tijdens de Eurotop, en het aanhouden van mensen op willekeurige gronden. De Ombudsman heeft deze klachten niet gegrond verklaard.

In reactie op het rapport zegt de gemeenteraadsfractie van Amsterdam Anders/De Groenen het "schrikbarend te vinden" dat een burgemeester in een democratisch land als Nederland tweehonderd demonstranten onrechtmatig van hun vrijheid heeft beroofd, zoals de Ombudsman nu heeft bevestigd. De Ombudsman veroordeelt het gegeven dat de burgemeester het eerdere negatieve oordeel van de Amsterdamse Commissie voor de Politieklachten naast zich heeft neergelegd.

Amsterdam Anders concludeert dat de burgemeester zich daarmee aan democratische controle heeft proberen te onttrekken. De oppositie fractie zal de burgemeester hierover in de eerstvolgende vergadering van de commissie Algemene Zaken van de gemeenteraad aan de tand voelen. De fractie is van mening dat door zijn onrechtmatig optreden de positie van de burgemeester ernstig is aangetast. De fractie vraagt zich af wat dit betekent voor het vertrouwen van de burgers van Amsterdam in de politiek en het vertrouwen in de burgemeester in het bijzonder.

Amsterdam Anders is verder van mening dat de Italiaanse demonstranten die deel wilden nemen aan de werklozenmars voorafgaand aan de Eurotop op 14 juni 1997 een schadevergoeding moeten krijgen van de gemeente Amsterdam. De Italiaanse werklozen organisatie 'Ya Basta', die het transport van de demonstranten naar Amsterdam had geregeld, heeft de burgemeester per brief op 24 augustus 1998 om schadevergoeding gevraagd. De burgemeester heeft op 15 oktober jl. geantwoord hier niet voor te voelen. Amsterdam Anders vindt dat de burgemeester deze mening nu moet herzien en alsnog moet overgaan tot uitkering van een schadevergoeding aan de 200 inzittenden van de trein die onrechtmatig zijn aangehouden.

Omdat de Ombudsman concludeert dat de burgemeester te ruim gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid tot het geven van een noodbevel, wenst de fractie van Amsterdam Anders van de burgemeester een garantie dat hij in de toekomst niet opnieuw zijn boekje te buiten zal gaan door noodbevelen onrechtmatig aan te wenden. Dit in het belang van de rechtsbescherming van de burger.

Het rapport van de Nationale Ombudsman (300 pagina's) over de Eurotop kost fl. 35 en is te bestellen door te bellen met 070 3563679. Het rapport is tevens integraal in te zien via Internet: www.ombudsman.nl

 

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1998