- Home
- Archief
- 1998

Uit: Ravage #268 van 2 oktober 1998

Met gepaste trots presenteert Ravage vanaf dit nummer het zeep feuilleton Zalm in de Maas. Het is het debuut van de gezusters Zwartjes, waarin in een eigentijdse variant van de historische schelmenroman de lotgevallen van een woongroep ergens in Nederland worden beschreven. Een woongroep die afglijdt naar... ja, daarover de komende nummers meer.

ZALM IN DE MAAS

De voormalige naaiacademie Houtvesterskade 33 was een schoolvoorbeeld van een ingedutte woongroep. Vijftien jaar eerder als wild kraakpand begonnen, maar al na een paar jaar gelegaliseerd. Van de oorspronkelijke bewoners was alleen Charlie nog over; een laconieke dertiger die altijd in dezelfde schipperstrui rondliep en wat onduidelijke baantjes en hobby's had zoals het verzamelen van tijdschriften en het opnemen van obscure radio programma's uit verre landen.

Ooit hadden er een stuk of tien mensen gewoond, maar bij de legalisering hadden ze de benedenverdieping op moeten geven. In de ruimte waar jaren geleden feesten met snerpende bandjes woedden, zat nu een tapijthandel. Sommige kamers waren bij de verbouwing ook riant vergroot en nu woonden er nog maar vijf mensen.

Eigenlijk was het meer een soort studentenhuis. De nieuwe bewoners - via via vriendjes van mensen die er ooit zelf hadden gewoond, en daar weer een nicht van - hadden meer te schaften met tempobeurs en uitzendbureau dan met stenen smijten of archieven van militaire bedrijven op straat gooien. De affiches in de keuken gingen ook niet meer over anarchistische tentenkampen of solidariteit met een bevrijdingsbeweging. Het waren mooie plaatjes uit het reisbureau of kunstzinnige aankondigingen van toneelstukken. Op het prikbord hingen alleen nog flyers voor housepartys, de bestellijst van de pizzakoerier en een folder met openingstijden van de cd uitleen. Veel meer dan samen eten - en dat niet eens elke avond - hadden de woongroepleden niet gemeenschappelijk.

Tot er op een avond iets vreemds gebeurde. Het kwam allemaal omdat iemand na het avondeten begon voor te lezen uit een stuk in de krant van die avond. Sjanet nog wel, die tamelijk nuffige studente econometrie die niet terugschrok voor pumps en kokerrokken en altijd zo lekker de neus kon optrekken als iemand het over een aanstaande demonstratie had. Ze kluste bij als grondstewardess op Schiphol.

Ze hadden met een voor hun doen vrij grote groep aan het avondeten gezeten omdat sommige bewoners vriend(innet)jes mee te eten hadden gehad. Het avondblad had eens in de week een pagina ingeruimd voor een 'dagboek' door een bekende Nederlander. Dit keer was de eer aan de minister van financiën, Gerrit Zalm ("1952, Enkhuizen"). "Wat is die kerel jong!", schreeuwde Charlie, die zichzelf stiekem een oude lul voelde worden.

Eerst hadden de voorgelezen passages vooral gelach opgewekt. Maar langzaam sloeg de stemming om in een merkwaardige opgelatenheid. Voor het eerst sinds mensenheugenis ging de groep na het eten en afwassen niet uiteen. Geconcentreerd hoorden ze - uit de mond van Sjanet - Zalm zijn dagelijkse beslommeringen beschrijven. Bij de volgende passage brak de hel los:

    (Zalm): "ZONDAG: Heerlijk uitgeslapen. Samen lekker op het balkon met uitzicht op zee een champagne ontbijt genoten. We hebben de hele ochtend vrij. Dan neemt Sol bes, mijn Spaanse collega, het hele gezelschap mee voor een bezoek aan enkele historische gebouwen in het centrum van Valencia (...)"

"Schiet 'm in z'n knieën!", riep Ralf, een oude vriend van Charlie die ook meegegeten had nadat ze samen aan hun motorfiets gesleuteld hadden. Ralf was oorspronkelijk Duitser, maar was in de hoogtijdagen van de kraakbeweging in Amsterdam blijven hangen. Samen met Charlie was hij eens op vakantie naar Noord Ierland geweest. Sindsdien was de knieschot uitroep blijven hangen en die leidde altijd tot hilariteit.

Het groepje om de tafel was een integraal onderdeel van de armoedestatistieken waar kerkelijke organisaties wel eens mee zwaaien. Sommige van de studenten zouden het op den duur misschien nog wel schoppen tot de betere kaste, maar de praktijk was voorlopig in ieder geval die van de zeer smalle beurzen. Van die mensen die gewend zijn dat ze bij de geldautomaat alleen een briefje met opschrift 'saldotekort' trekken, hun boeken bij 'de Slegte' halen en zich niet te min voelen om af en toe een paar schoenen bij de vuilniszakken op straat aan te passen. Pijlers van de informele ruil economie, die er niet eens over denken om een net uitgekomen cd te kopen, maar via een onnavolgbaar systeem van cassettebandjes uitwisselen en overtapen toch altijd beschikken over de nieuwste uitgaven.

Niemand leek er echt mee te zitten, met het gebrek aan geld. Het was al zo lang normaal, en iedereen die je kende zat er ongeveer even breed bij. Iedereen had voortdurend bijbaantjes, maar de meesten gaven ze onmiddellijk weer op als de achterstallige rekeningen betaald waren. Sommigen pakten het structureler aan en werkten juist voortdurend, waarbij ze zich uitgaven permitteerden die de rest niet begreep, zoals wintersportvakanties, dure drugs of cursussen fotografie.

Maar Zalm's vrolijke relaas deed blijkbaar iets breken in de gemeenschappelijke grondhouding. De groep om de tafel leek ineens bevangen door een collectieve brainwave, een soort mengeling van woede en verbazing. Toen het stuk uit voorgelezen was, wat nogal wat tijd nam vanwege de voortdurende onderbrekingen, bleef iedereen dus zitten en barstte er een gesprek los.

De gezusters Zwartjes

Wordt vervolgd

 

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1998