- Home - Archief - 1998 |
Uit: Ravage #264/265 van 7 augustus 1998
Tardi's fascinatie voor het finale einde
Jacques Tardi wordt wel de meester van de sfeer genoemd. In veel zijn werk, met name zijn meesterwerk Loopgravenoorlog, staan anti helden centraal die de 'lof der lafheid' bezingen om aan de zinloosheid van het oorlogvoeren te ontsnappen.
Bijna 20 jaar geleden verschenen de eerste stripverhalen van Jacques Tardi in Nederland. Geboren op 30 augustus 1946 in het Franse Valence (tussen Lyon en Marseille), tekent hij van kinds af aan. Zo illustreert hij op 12 jarige leeftijd een avontuur van Sherlock Holmes. Zijn grootvader vertelt hem het ene gruwelijke verhaal na het andere over de Eerste Wereldoorlog. Het thema 'zinloosheid van oorlog' laat hem sindsdien niet meer los. Tardi gaat vier jaar naar de Academie voor Schone Kunsten in Lyon, en plakt daar nog eens vier jaar Ecole des Arts Décoratifs in Parijs achteraan. In 1968, op 22 jarige leeftijd, maakt hij met vriend Nicollet de strip Stranger in the night die door uitgeverij Losfeld wordt geweigerd. Tardi begint aan Een banale episode in de loopgravenoorlog, dat later zal uitmonden in Loopgravenoorlog. Het werk wordt geweigerd door uitgeverij Pilote om, hoe cynisch, de gewelddadigheid ervan en het anti militaristische karakter.
In 1970 verschijnen de eerste korte strips bij Pilote: Een paard in de winter, De bloedrode torpedo en De man die wist welke dag en hoe laat. Tardi is in die tijd nog sterk beïnvloed door Hugo Pratt en Bilal maar begint langzaam z'n eigen stijl te ontwikkelen.
IJsdemon Naast kort stripwerk verschijnt in oktober 1974 wat als het eerste meesterwerk van Tardi wordt beschouwd: De IJsdemon. Tardi, die anderhalf jaar aan deze Jules Verne-achtige strip werkte, waarschuwt hierin tegen het gevaar van chemische wapens. "Natuurlijk wil de mens dergelijke vernietigingswapens niet voor vernietigingsdoeleinden gebruiken, hahaha," schampert hij. De IJsdemon verschijnt in 1980 in Nederland bij uitgeverij Panda. Al een paar maanden later verschijnt een nieuw werk: Het ware verhaal van de onbekende soldaat, dat wel eens wordt vergeleken met Het Behouden Huis van W.F. Hermans.
Niet veel later publiceert Tardi de tweede versie van Een banale episode in de loopgravenoorlog. Ditmaal verschijnt de strip, net zo gewelddadig en anti militaristisch als de eerste versie van eind jaren '60, een weeklang in dagblad Libération. De fantastische avonturen van Isabelle Avondrood is naast Loopgravenoorlog een van de bekendste werken van Tardi. Het eerste deel heet Isabelle en het monster, over een pterodactylus die 130 miljoen jaar na dato, in het Natuurhistorisch Museum te Parijs, uit z'n ei kruipt en dood en verderf zaait. De serie, met als hoogtepunt Maanzieke mummies in 1978, is Tardi op z'n best en verschijnt meteen ook in Nederland. Céline In Frankrijk wordt vervolgens na een periode van loftuitingen Tardi's Het Besloten Land minder positief ontvangen. Ook bij de laatste delen van Isabelle Morgendauw was al menig lezer afgehaakt. Tardi zou zijn verhalen te ingewikkeld maken, hij lijkt soms bewust te ontsporen.
In het wel weer bejubelde Sluiers over de Pont de Tolbiac staat de pijprokende privé detective, voorheen anarchist, Nestor Burma centraal. Met als fraai decor het Parijs van de jaren '50, gaat hij zonder resultaat op zoek naar een moordenaar. Het happy end blijft uit en zo hoort het. Tardi deelt het duistere levensgevoel van Céline, maar distantieert zich nadrukkelijk van diens anti semitische pamfletten uit de jaren '30. Is de Reis, over de avonturen van Ferdinand Bardamu al een prachtboek, met de vijfhonderd illustraties van Tardi erbij is het lezen helemaal een aangrijpende ervaring. Alsof je naar een hele goeie film zit te kijken. Tardi illustreert later tevens Céline's romans Kanonnevoer en Dood op Krediet. Luchtknol Loopgravenoorlog verschijnt in 1993 bij Casterman. We volgen telkens de korte, dodelijke belevenissen van arme drommels in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Tardi wil er geen misverstand over laten bestaan dat het boek een aanklacht is tegen oorlog in het algemeen. Oorlog kent geen helden, zegt hij, "het is niet meer dan één reusachtige, anonieme doodskreet". Het boek kan worden beschouwd in de orde van grootte van E.M. Remarque's Im Westen Nichts Neues. Aan de enorme stapel literatuur en lectuur over de Eerste Wereldoorlog weet Tardi een belangrijke bijdrage te leveren. Het leed, de pijn, de totale zinloosheid van oorlog maakt hij met zijn schitterend tekenwerk voelbaar. De beelden vertellen vaak nog meer dan de bijbehorende woorden die hij gelukkig zo spaarzaam mogelijk houdt en doorspekt met sarcastische humor. Sommige beelden vergeet je nooit meer, zoals dat van een dood paard dat in een boom hangt, een zogenaamde luchtknol. Zelden zag ik zulke desolate landschappen en zulke verdwaasde koppen. Na Loopgravenoorlog bracht Tardi onder meer geïllustreerde detectives uit. De Laatsten der Laatsten bijvoorbeeld, zich afspelend in 1920, naar de roman van Didier Daeninckx, nog vet geworteld in de Eerste Wereldoorlog. Het verhaal stelt niet geweldig veel voor maar wordt met vaart verteld, en je kunt volop genieten van die typische Tardi stijl om met een hoop fijne lijntjes allerlei situaties treffend neer te zetten. Marc Hurkmans Loopgravenoorlog, Jacques Tardi, uitg. Casterman, fl.39,90. Naar boven Naar Jaargang 1998 |