Uit: Ravage #260 van 29 mei 1998

MAI onder de grond?

Onderhandelingen opgeschort

De OESO ministers van de rijkste industrielanden hebben eind april in Parijs besloten de onderhandelingen over het Multilateraal Akkoord inzake Investeringen (MAI) zes maanden op te schorten. Het is voor de tegenstanders echter veel te vroeg om te juichen, want in de tussenliggende periode zullen de MAI pleitbezorgers niet stil blijven zitten.

Wat is er nou precies besloten over het MAI tijdens de ministersconferentie van de OESO de club van 29 van de rijkste industrielanden ter wereld - dat op 27-28 april in Parijs plaatsvond?

Van tevoren was het duidelijk dat de onderhandelingen rond het Multilateraal Akkoord inzake Investeringen (MAI) een omstreden voorstel voor het wereldwijd dereguleren en gelijkschakelen van wetgeving rond buitenlandse investeringen in een diepe crisis verkeerden. De regeringen van Canada, Frankrijk en Nieuw Zeeland hadden duidelijk gemaakt dat ze niets wilden ondertekenen en waren eigenlijk niet meer geïnteresseerd in een investeringsverdrag binnen de OESO. De belangrijkste oorzaak: de omvang van het maatschappelijk verzet tegen het MAI in deze landen.

Ook de regering van de VS had duidelijk geen zin in een snelle afronding van de onderhandelingen, omdat president Clinton op dit moment enorme moeite zou hebben om een controversieel verdrag als het MAI door het Congres te loodsen. De Europese Unie daarentegen, met de regeringen van Nederland, Duitsland en Engeland als de meest fanatieke voortrekkers, bleef tot op het laatste moment ijveren voor de ondertekening van het MAI of delen daarvan. Uitstel zou volgens de EU gezien worden als een overwinning voor de tegenstanders van het MAI.

Opschorting

Die tegenstanders waren zeer zichtbaar aanwezig op de laatste dag van de OESO ministersconferentie in Parijs. Meer dan vijfhonderd mensen namen deel aan een vrolijke en kleurrijke anti MAI demonstratie in het park rond het kasteeltje waarin de OESO gevestigd is, wat bij EU Commissaris Sir Leon Brittan een woede aanval veroorzaakte. Hoe kon de politie toestaan dat de demonstranten zo dicht bij het OESO kasteel demonstreerden, vroeg Brittan zich af. De EU commissaris, een echte hardliner als het gaat om mondiale 'vrijhandel', was sowieso weinig geamuseerd over de ontwikkelingen rond het MAI.

De OESO ministers, waaronder staatssecretaris Van Dok, besloten in Parijs de onderhandelingen zes maanden op te schorten. Het is echter veel te vroeg om te juichen, want in de tussenliggende periode zullen de MAI voorstanders niet stil zitten. Enerzijds zal gewerkt worden aan het oplossen van de onderlinge conflicten tussen de OESO landen. Een voorbeeld is het conflict tussen de VS en de EU over zogenaamde 'extraterritoriale investeringsboycotten' zoals de Helms Burton wet van de VS, bedoeld om investeringen in Cuba tegen te houden.

Door alleen bilateraal te onderhandelen krijgt men een adempauze en wordt het ook veel moeilijker voor maatschappelijke groeperingen om het onderhandelingsproces te volgen. Er bestaat een groot risico dat de OESO landen door 'ondergronds' door te onderhandelen over zes maanden plotseling met een nieuw compromisvoorstel te voorschijn kunnen komen.

Het is ook duidelijk dat de OESO landen een PR offensief zullen beginnen voor het MAI. De OESO had ter gelegenheid van de Ministersconferentie het propagandaboekje "Open Markets Matter: The Benefits of Trade and Investment Liberalisation" klaarliggen, waarin het model van mondiale vrijhandel op weinig subtiele wijze wordt aangeprezen. De OESO belooft in de slotverklaring 'een transparent onderhandelingsproces en een actief publiek debat'. Men wil de kritiek op het ondemocratische onderhandelingsproces de wind uit de zeilen nemen en door overleg met NGOs de vijandige sfeer tegen gaan. De arrogante uitspraken van OESO voorzitter Donald Johnson dat de MAI onderhandelingen alleen in problemen zijn gekomen door misverstanden en desinformatie door de critici, geven echter aan dat er in het denken van de OESO nog niets veranderd is.

Afwijzing

Het internationale samenwerkingsverband van maatschappelijke organisaties die het laatste jaar campagne hebben gevoerd tegen het MAI is eensgezind in de afwijzing van de nieuwste trucs van de OESO. Volgens een gezamenlijke verklaring van o.a. Council of Canadians, Public Citizen en Friends of the Earth uit de VS bevat de nieuwste MAI ontwerptext (gedateerd 24 april) nauwelijks verbeteringen. De bezweringen van de OESO regeringen dat het MAI de beleidsvrijheid van landen niet mag aantasten zijn daarom ongeloofwaardig. De voorgestelde clausules rond milieu en werknemersrechten zijn volstrekt ontoereikend. De anti MAI beweging wijst elke poging af om de MAI onderhandelingen binnen het kader van de Wereldhandelsorganisatie voort te zetten. De kritiek op het MAI is fundamenteel: "de kernvraag is niet of de OESO het geschikte forum is voor mondiale investeringsonderhandelingen, maar eerder het extreme dereguleringsbeleid dat de basis vormt van het huidige MAI voorstel". De campagnes tegen het MAI zullen dus onverminderd doorgaan. Voorafgaand aan de volgende MAI onderhandelingsronde in Parijs, ergens in oktober, zal er weer een internationale actieweek plaatsvinden.

Tegelijkertijd is er een boeiende discussie begonnen over het ontwikkelen van een alternatief voorstel: een mondiaal investeringsverdrag dat tot doel heeft het gedrag van multinationale ondernemingen aan banden te leggen en lokale gemeenschappen en/of regeringen nieuwe mogelijkheden te bieden om buitenlandse investeringen te reguleren zodat ze ten goede komen aan de lokale bevolking. Het is duidelijk dat het ontwikkelen van zo een alternatief voorstel een lastig proces is, bijvoorbeeld de vraag hoe zoveel mogelijk mensen erbij betrokken kunnen worden.

Maar het feit dat deze discussie nu opkomt is een goed teken. De opkomst en bloei van campagnes tegen het MAI in bijna alle OESO landen in de loop van het laatste jaar zou wel eens een keerpunt kunnen zijn. De tijd dat regeringen achter gesloten deuren en onopgemerkt of zonder noemenswaardig verzet het ene 'vrijhandelsverdrag' na het andere konden sluiten is definitief voorbij.

Economische grondwet

Het MAI is bedoeld om de laatste belemmeringen voor de mondiale 'vrije markt' uit de weg te ruimen en een soort wereldwijde economische grondwet in te voeren waardoor alleen neoliberaal beleid mogelijk wordt. De officiële uitleg - dat het zou gaan om niets meer dan het samenvoegen van de bestaande bilaterale verdragen en het scheppen van bescherming tegen willekeur - is een ongeloofwaardige smoes; de huidige crisis in de onderhandelingen maakt ook duidelijk dat het om veel meer gaat.

De economische globalisering veroorzaakt steeds meer problemen (voor het milieu, sociale rechten en democratie) en er is daarom dringend behoefte aan een mondiaal verdrag om het gedrag van multinationale ondernemingen te reguleren en om democratische controle op buitenlandse en andere investeringen mogelijk te maken.

In landen als Frankrijk, Canada en de VS is de kritiek op het MAI doorgedrongen tot de voorpagina's van de media en is het maatschappelijk verzet een factor waar de regeringen serieus rekening mee moeten houden. Frankrijk, Canada, Nieuw Zeeland en andere OESO landen waren bereid de onderhandelingen helemaal stop te zetten, maar o.a. de Europese Commissie, Duitsland en Nederland hebben dat tijdens de Ministeriële Conferentie van de OESO op 27 28 april weten te verhinderen.

In Nederland is er in de media nog altijd geen aandacht voor het MAI, wat het erg moeilijk heeft gemaakt een brede campagne tegen het verdrag van de grond te krijgen. Eén van de redenen dat we het hier erg moeilijk hebben gehad is omdat de Nederlandse regering vanaf het begin een van de meest overtuigde voorstanders van het MAI is geweest. Er schijnt in februari dit jaar een interne crisis binnen het Paarse kabinet te zijn geweest, waarbij o.a. minister Pronk veel kritiek heeft geuit op het MAI. Uiteindelijk heeft men het conflict binnenkamers kunnen houden en is er een compromis uitgekomen dat in de brief van Van Dok aan de Tweede Kamer (13 maart 1998) gepresenteerd werd.

Frans Engering van Economische Zaken was tot twee weken geleden hoofdonderhandelaar voor het MAI waardoor er voor de Nederlandse regering veel prestige op het spel stond. Volgens Van Dok en de Nederlandse onderhandelaar Sikkel was een 'zo simpel' mogelijke MAI (volledige liberalisering, met zo min mogelijk uitzonderingen) "het Nederlands belang". De kritiek van de NGOs is door de Nederlandse onderhandelaars steeds als flauwekul van de hand gewezen.

Ook toen de kritiek op het MAI in de loop van dit voorjaar en de roep om uitstel (om effectrapportages en publiek debat mogelijk te maken) steeds meer toenam bleef het Nederlands standpunt dat het MAI in april 1998 moest worden ondertekend. Deze harde en ondemocratische opstelling lijkt mij iets waar in het algemeen overleg over gesproken moet worden. Landen als Finland en Denemarken hebben onderzoek gedaan naar de gevolgen die het MAI zou hebben voor milieuwetgeving en kwamen tot de conclusie dat o.a. de onteigeningsclausule grote problemen zou opleveren. De Nederlandse regering heeft voor zover bekend nooit grondig onderzoek gedaan naar de milieugevolgen van het MAI.

In Canada heeft de minister van handel onlangs toegegeven dat de OESO-landen in het proces van onderhandelen rond het MAI ernstige fouten hebben gemaakt. De verklaring van de Ministeriële Conferentie van de OESO zegt in feite hetzelfde door aan te geven dat het in de toekomst transparenter en democratischer moet. In België is de MAI onderhandelaar vervangen omdat hij regering en parlement niet goed genoeg op de hoogte heeft gehouden.

De kritiek op het MAI concentreerde zich tot nu toe op de milieugevolgen, maar het MAI heeft natuurlijk gevolgen op veel meer terreinen. Door de zogenaamde 'top down' benadering zouden landen die het MAI ondertekenen zich verplichten alle sectoren van hun economie volledig te liberaliseren en open stellen voor buitenlandse investeerders. Alle subsidiestromen zouden op gelijke voet toegankelijk moeten worden voor investeerders uit alle OESO landen. Landen kunnen uitzonderingen aanvragen, maar die zijn voor beperkte tijd en moeten uiteindelijk worden teruggedraaid ('roll back)'.

Het 'standstill' principe betekent dat er geen nieuwe wetgeving mag worden ingevoerd die strijdig is met de principes van het MAI. De MAI regels gelden voor een periode van 20 jaar (landen mogen zich pas na 5 jaar terugtrekken en dan blijven de regels nog 15 jaar geldig). Door het MAI te ondertekenen wordt dus vergaande beslissingen genomen over de ontwikkeling van de economie voor de lange termijn. Volledige liberalisering van alle sectoren van de economie (bijvoorbeeld openbaar vervoer, watervoorziening, gezondheidszorg enz.) is echter niet vanzelfsprekend en moet kunnen worden teruggedraaid als duidelijk wordt dat het negatieve gevolgen heeft.

Olivier Hoedeman
(Naar een Ander Europa)

 

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1998