Naar archief

Wat krijgen we nou?

Ravage plaatst artikelen en illustraties die positieve en negatieve reacties kunnen uitlokken. De rubriek Wat krijgen we nou? biedt ruimte aan ingezonden brieven.

Het gelijk van de niet-stemmer

'Wil je niet stemmen, dan moet je maar voelen', lijkt de kop 'Wil je niet stemmen, dan mag je niet stemmen', te insinueren. Jorrit de Jong en Edwin Schravesande lijken daar in de Volkskrant op de Forum pagina's van 8 april ook groot voorstander van. Want, zo betogen zij, wordt het kaf van het koren gescheiden en kan de samenleving verder gaan met de mensen die de democratie wel serieus nemen. Voor hen zijn de niet stemmers eigenlijk luie, niet betrokken bewoners die niet eens de regen trotseren om eens in de vier jaar een vakje rood te maken. Die niet stemmers doen de democratie geweld aan en dienen uitgesloten te worden, vooral ook omdat zij zichzelf uitsluiten.

Even vragen De Jong en Schravesande zich nog af wie die niet stemmers dan wel zijn, maar omdat zij daarover in het duister tasten, vinden zij het niet interessant. Niet stemmers zijn voor hen per definitie ongeïnteresseerde mensen. Maar niets is minder waar. In mijn omgeving ken ik veel mensen die niet stemmen, niet uit desinteresse in de politiek of omdat de politiek niet flitsend, jong en snel (het lijkt Veronica wel) is. Nee, zij stemmen niet, omdat zij de politiek niet vertrouwen.

Zeker sinds de aantreding van Paars, maar ook al tijdens het tijdperk van Lubbers en daarvoor werden betrokken bewoners van Nederland als lastig gezien. Die bewoners wensen inspraak, openheid, inzage, eerlijke procedures, geen gegoochel met regels. Oftewel bestuurders die zich gedragen als vertegenwoordigers en niet als machtswellustelingen. De Europese eenwording is het beste voorbeeld van achterkamer politiek; angst voor mensen die inhoudelijke kritiek hebben en het misbruik dat politici van de zwijgende meerderheid maken.

Die lastige bewoners zijn wel de bewoners die het meest betrokken zijn bij ontwikkelingen op lokaal, nationaal en internationaal terrein. Als één van die betrokken bewoners wil ik mijn stem niet afstaan aan een politicus die in het web van Den Haag keer op keer zal roepen dat regels op Europees of mondiale schaal moeten worden opgesteld. Of een politieke partij die nadat zij als grote verliezer uit de gemeenteraadsverkiezingen is gekomen, doodleuk weer haar zetels in het College van Burgemeesters en Wethouders kan innemen. Of een regering waarin ministers die keer op keer fouten begaan de hand boven het hoofd wordt gehouden door hun eigen partij of coalitiepartners.

Nee, niet de niet stemmers zijn een bedreiging voor de democratie, maar de stemmers. De stemmers vragen zich niet af waarom wij stemmen elke vier jaar; zij doen het uit een verplichting, omdat het hun recht is. Zij legitimeren een systeem, waar veel vraagtekens bij gezet kunnen worden. De politieke macht van het Nederlandse parlement wordt sinds het verdrag van Maastricht langzaam maar zeker overgedragen aan Brussel en Straatsburg.

In dit Europese circus heeft het Europese parlement geen of minimale macht en de Europese commissie en raad van ministers een macht die buiten elke controle staat. Als de politici in Den Haag zich nog steeds volksvertegenwoordigers noemen, waarom raadplegen zij mij dan alleen eens in de vier jaar en niet over dit soort wenselijke zaken? Waarom raadplegen zij mij tijdens de verkiezingen met een vlotte babbel en veel beloftes die gaandeweg aan slijtage onderhevig zijn. Het lijkt wel of zij mij lastig vinden en meer belang aan zichzelf, aan hun eigen imago toedichten dan aan het welzijn van die vele anonieme stemmers die hun macht legitimeren.

Welke reden zou dan een betrokken bewoner van dit land hebben om de weg door de regen naar dat stemhokje af te leggen om op een partij in het Nederlandse parlement te stemmen, om die macht te legitimeren? Deze betrokken bewoner kan slechts concluderen dat de politiek steeds meer taken op het sociale vlak privatiseert en daarmee haar eigen verantwoordelijkheid ontloopt. De politiek trekt zich op het terrein van de sociale en arbeidsvoorzieningen, het onderwijs, de gezondheidszorg steeds meer terug. Daarnaast vergroot de politiek haar taken met betrekking tot controle, registratie en boekhouding. Een solidaire, betrokken bewoner heeft maar één keuze: niet stemmen.

De legitimering van de niet stemmers zou de politiek misschien tot nadenken dwingen. Als de Amsterdamse gemeenteraad op dit moment maar half gevuld zou zijn, omdat maar 48% van de Amsterdamse bevolking de macht van de gemeenteraad tijdens de gemeenteraadsverkiezingen wenste te legitimeren, zouden wij een kiesrechtelijke primeur hebben. Niet alleen een primeur, maar vier jaar lang zouden politici gewezen worden op hun eigen machteloosheid en gedwongen worden daarbij stil te staan.

Niet stemmers sluiten zichzelf niet uit, maar worden niet serieus genomen. Hun stem wordt per definitie ontnomen, omdat deze onder de andere partijen wordt verdeeld. Een waarlijke en waarachtige democratie geeft hen de stem die zij verdienen, die van zwijgende toehoorders die de macht niet wensen te legitimeren. Lege stoelen in het parlement zijn dan een primeur en leveren stof tot nadenken over democratie.

Rick, Amsterdam


Parlementaire democratie niet opgewassen tegen tijdgeest

Veel duidelijker dan de kerken met hun handtekeningenactie tégen de 24 uurs economie ('Neem tijd om te leven'), sluit Amnesty International met de wereldomvattende handtekeningenactie vóór de mensenrechten ('Mensenrechten? Ik teken ervoor!') aan op de tijdgeest. De spirituele kracht die aan het eind van het tweede millennium vrijelijk rondwaart en hoogzwanger is van de mensenrechten. Voor de voorspoedige (politieke) bevalling van deze (ideële) zwangerschap, met als boreling: de wereld die de mensenrechten respecteert, schieten belde handtekeningenacties echter schromelijk tekort.

Daarvoor zal aangestuurd moeten worden op een wereldwijde discussie over de vervanging van de 'vrije markt koers', die geen boodschap heeft aan mensenrechten, door de 'vrije wereld koers'. De richting die staat voor de hervorming van de Verenigde Naties van een bloedeloze organisatie van regeringen (die gedwee aan de leiband van Uncle Sam lopen) tot een inspirerend politiek wereldforum met bovennationale bevoegdheden. Het ter leniging van de wereldproblemen broodnodig collectief wereldgezag, dat begrijpelijkerwijs de leidende rol van Amerika zal overnemen en daarmee de demonische macht van het geld (die ons allen gevangen houdt en waarvan de VS de exponent is) zal temmen.

Zo zal de 'vrije-wereld-koers' de wereld langzaam maar zeker transformeren van een internationale staten-anarchie, waarin het recht van de (economisch) sterkste geldt, in een mondiale rechtsstaat waarin de mensenrechten (als de moderne versie van de Tien Geboden) de onderlinge verhoudingen bepalen. De ware (zowel naar het Paradijs als de Socialistische Heilstaat verwijzende) wereldgemeenschap, die niemand buitensluit en waarin mensen niet bang zijn voor elkaar, als gevolg van de juiste (mensen )rechtsorde.

Het toppunt van beschaving die evolutionair politiek gesproken tevens de bekroning vormt van onze democratische gezindheid, onder welke signatuur deze ook moge schuilgaan. De bekroning die evenwel gepaard gaat met het ten grave dragen van de parlementaire democratie, die door de fundamentele politieke koerswijziging niet langer op haar sturende taak is berekend. Deze historische plechtigheid zal ongetwijfeld niet minister Wijers maar wel de bevlogen D66 ers van het eerste uur aanspreken.

Wouter ter Heide, Zwolle

Iedereen verplicht orgaan-donor

In de Volkskrant van 2 maart verscheen een discussie over het al dan niet verplicht stellen van orgaandonaties. Het huidige beleid is dat mensen een papiertje kunnen tekenen of hun familie kunnen inlichten over wat er met hun lichaam wordt gedaan na overlijden. Mensen kunnen er voor kiezen hun organen af te staan, maar ook de familie kan achteraf kiezen de organen van de overledene af te staan.

Daarentegen kan de familie ook tegen de wil van de overledene in een orgaandonatie tegen gaan. In de discussie werd gepleit voor een verplichte orgaandonatie na overlijden tenzij de overledene uitdrukkelijk schriftelijk te kennen heeft gegeven dit niet te willen. Gelukkig is dit voorstel geen wet, maar iedereen krijgt binnenkort wel een brief om zich beschikbaar te stellen voor orgaandonaties.

Ik vind het voorstel echter schokkend omdat het lijnrecht ingaat tegen een aantal 'universele' morele principes. Ten eerste bestaat er zoiets als het recht om over jezelf te beschikken. Dit betekent dat iemand met zijn of haar lichaam mag doen wat hij/zij wil. Een belangrijk kenmerk hiervan is dat het een positief recht is; dus alles wat iemand een ander aandoet is in principe onrechtvaardig, tenzij de ander toestemming heeft gegeven. In het voorstel wordt een omgekeerde redenering gebruikt. Iedereen moet organen afstaan tenzij anders aangegeven. Dit betekent dat iedereen die niets te maken wil hebben met orgaandonaties actief aan de slag moet om dit te voorkomen. Het recht om over jezelf te beschikken zou iemand dan zelf moeten verwerven.

Ten tweede vraag ik mij af wat er aan voorlichting gedaan gaat worden als een dergelijk voorstel werkelijkheid wordt. Gezien het gebrek aan organen zal er waarschijnlijk een zeer inzijdige informatie-campagne gevoerd gaan worden. De nadruk is komen te liggen op het redden van mensenlevens. Iedereen heeft recht op en eerlijke keuze, zonder enige vorm van morele chantage.

Een derde punt is de reden van het bestaan van de keuze in beginsel. Doordat de medische wetenschap zich in een sneltreinvaart, vrij ongezien verder ontwikkelt, wordt opeens de techniek ontwikkeld organen te transplanteren. Echter door het uitvinden van deze techniek wordt er een keuze gecreëerd waar de leek niet over heeft mogen beslissen. Ineens ligt er de vraag of iemand een orgaan wil doneren of niet. Ik vraag me af in hoeverre de medische wetenschap het recht heeft dit soort keuzes te creëren zonder dat het publiek daar iets over te zeggen heeft. Zo ontstaan er straks keuzes over het transplanteren van dier-organen naar mensen, over het klonen van dieren en misschien mensen, over het eten van genetisch gemanipuleerd voedsel, enz.

Naast dat er keuzes ontstaan ging de discussie in de Volkskrant nog verder door voor te stellen mensen te dwingen iets te doen. Mensen moeten organen afstaan tenzij... Iedereen kan voor zichzelf de voor- en nadelen van orgaandonaties wel bedenken. Ik vind dat een overheid zich daar absoluut niet mee hoeft te bemoeien, en zeker geen keuze mag opdringen. Mensen kunnen zelf nedenken en zelf kiezen.

Herman, Utrecht
Alle Dieren Vrij!

 

Naar boven
Naar overzicht dit nummer

Naar Jaargang 1998