Naar archief
Samir keerde op vrijdagavond 3 april terug uit het centrum van de stad naar het Asielzoekerscentrum op het voormalige Limoskazerneterrein. Hij ariveerde per taxi. Eenmaal uitgestapt wilde hij geld van het bewakingspersoneel om de taxichauffeur te lunenn betalen. Hij kreeg het geld niet en er ontstond een heftige woordenwisseling. De gealarmeerde politie arriveerde na verloop van tijd. Volgens deze politie trok Samir een mes, waardoor er voor de politie een levensbedreigende situatie ontstond. Er werd geschoten in het halletje van 2 bij 3 meter. Daarbij waren naast Samir, twee mensen van de bewaking en vier politie agenten aanwezig. Samir werd dodelijk getroffen en afgevoerd. Dit is slechts een van de vele versies over het gebeurde die sindsdien rondcirculeren. In de verhalen variëren de meslengtes die Samir zou hebben getrokken van een aardappelschilmesje tot een klapmes. Volgens sommige verhalen was Samir dronken. De hoeveelheid politiemensen in de verhalen varieert van vier tot zes op het moment dat er werd geschoten. Het enige trieste wat waar is, zijn de verschillende bloemen die in het halletje voor de neus van het receptiepersoneel schuin tegen een houten deur staan, al dan niet in een vaasje, ter nagedachtenis aan Samir. Tot nu toe is onbekend wanneer Samir overleed, wat de oorzaak van zijn overlijden is geweest, waarom de politie niet op zijn benen schoot maar hem dodelijk raakte en waar het lichaam van Samir is gebleven. Het afgelopen week opgerichte onderzoekscomité van Algerijnse vluchtelingen wil daar snel duidelijkheid over. In dit comité zitten Algerijnse vluchtelingen, bezorgde inwoners uit Nijmegen en een advocaat. Middels een petitie aan de burgemeester van Nijmegen dringen zij aan op een onafhankelijk onderzoek en gaan ze er vanuit dat de schuldigen worden vervolgd voor hun daad.
Naar boven Naar Jaargang 1998 |