Naar archief

Uit: Ravage #256 van 3 april 1998


'DE IDEALEN ZIJN VOORBIJ'

Dichter en muzikant Menno Wigman

Opstand der poëzie (7)

Buiten stuiteren dofgrijze regendruppels op de hoofden der mensheid. In het mondain café wacht de verslaggever op de dichter Menno Wigman.

Amsterdam, 1998. Menno Wigman stapt de kroeg binnen terwijl de existentiële jazzpijn van Billie Holiday (Medusa hebbe haar ziel) voor troost zorgt. Een koffie en een chocomel. Geen koekjes, geen slagroom, geen schone schijn: 's Zomers stinken alle steden heet zijn bundel en wie daar in de lente vrolijk over gaat doen, die heeft er niets van begrepen. Hoewel... te lachen valt er heel wat in het artistieke bestaan van Wigman, die naast zijn dichterschap de drumstokken hanteert in theaterpunkband Human Alert. Hij is net terug uit Austin, Texas, waar Human Alert een concert gaf. ,,Zeer geslaagde trip,'' zegt Wigman, ,,maar het is 'n beetje vreemd om voor maar één optreden naar de States te gaan.''

Op z'n achttiende bracht Wigman (1966) zijn eerste dichtbundel in eigen beheer uit, 'Van zaad tot as' geheten. Er zouden er nog enkelen volgen. Wigman werkte mee aan het onlangs ter ziele gegane tijdschrift Zoetermeer; zijn gedichten stonden verder in bladen als Mosselvocht, Optima en MUG. Hij vertaalde poëzie van Charles Baudelaire, Rainer Maria Rilke, Thomas Bernhard en Arthur Rimbaud, net als hijzelf geen Vrolijke Fransen. Zijn dagelijks brood verdient hij op dit moment onder andere door publicitair werk te verrichten voor een uitvaartonderneming.

's Zomers stinken alle steden is een bundel vol prachtgedichten, balancerend tussen Weltschmerz en joie de vivre. Een ondertoon van duisternis kleurt alles, echter zonder dat de dichter vervalt in monotoon doemgeleuter. Hij bezingt in zijn gedichten het einde, het verval, de desillusie. Voor strikt sociaal-geëngageerde gedichten hoef je bij hem niet aan te komen. Wigman gaat verder. In zijn werk weerklinken echo's van dichters als Allen Ginsberg, Frans Babylon, Goethe en anderen. De poëzie van Wigman is niet moeilijk, maar ook niet oppervlakkig.


Stil maar, wacht maar

Wat een geluk dat Holland niet bestaat.

Alleen een tenger land van mist en klei,
alleen miljoenen doden zonder steen,
alleen het ultimatum van de zee.

En wat een troost dat er geen morgen is,
dat er nooit sprake was van sneeuw en hagel,
zon en voorjaarswind - helemaal niks.

Alleen het ultimatum van het licht.

Tot zover het weerbericht.


,,Je zou me een perfectionist kunnen noemen,'' vertelt hij. ,,Ik blijf eindeloos schaven en schrappen. Ik heb van die periodes dat ik me vier, vijf dagen opsluit, nauwelijks slaap, keihard doorwerk. Dan wil ik helemaal niemand zien, daal diep in mezelf af. Sommige gedichten lopen vlot en lijken tamelijk snel geschreven, maar het tegendeel is waar. De meesten zijn in een zware periode geschreven, namelijk de bloedhete zomer van '95. Ik raakte m'n baan kwijt, m'n vriendinnetje, was plotseling arm, kreeg haast een ernstig ongeluk. Ik schrijf bij voorkeur 's avonds, liefst 's nachts. Maak overal en altijd allerlei notities, die ik dan later uitwerk. Ook een blowtje wil nog wel eens helpen.''

Naast het uitvaartwerk verdient Wigman bij met het schrijven van teksten voor wervende reclame-folders. Het aanprijzen van zoiets als 'overheerlijke salades' en dergelijke gaat hem niet zo best af. Als hij 'overheerlijke salades!!!' moet schrijven, lees je er meteen de sarcastische spotlust van Human Alert aan af. Samen met zanger Roel Smit schrijft hij ook teksten voor de band. Daarmee proberen ze zoveel mogelijk mensen tegen zich in harnas te jagen. Zoals bij 'Kerk & Staat', geschreven door de gitarist, van hun recente cd Circus Chaos bijvoorbeeld, waarvan het refrein luidt: 'jezus kristus, godverdomme', gevolgd door een overtuigend 'kut!'. Het nummer wordt zondagavond regelmatig gedraaid op de VPRO-radio, wat al tot tientallen opzeggingen bij die omroep heeft geleid.

Menno: ,,Ik bevind me in een soort spagaat tussen mijn dichterschap en het spelen bij Human Alert. Het ene is iets heel anders dan het ander. Ik heb wel eens zin om voorafgaand aan een optreden een gedicht voor te dragen. Maar of de punkkids daarop zitten te wachten?''

Wigman speelde al eerder in een paar punkbandjes. Een band waarin de Hogere Poëzie zelfs centraal stond was de nog bestaande Willem Kloos Groep, met onder meer de Maximale dichter Frank Starik (de Maximalen was eind jaren '80 een groepje dichters dat voor een frisse wind zorgde in de Nederlandse poziewereld - mh). In die band werd werk van dode dichters voorgedragen op basis van stevige herrie (de Willem Kloos Groep bestaat nog steeds, in gewijzigde bezetting).

,,De dichters moesten aan een voorwaarde voldoen, los van goeie poëzie te schrijven natuurlijk, namelijk dat ze dood waren. Bloem, Slauerhoff en anderen passeerden de revue.'' Menno denkt dat een gedicht het best tot z'n recht komt ,,als je het thuis in je eentje leest''. Hij vindt het bevredigender om met Human Alert te spelen in een jongerencentrum in Zoetermeer, dan zijn gedichten voor te dragen voor een zaal vol bejaarden. ,,Het meest nerveus ben ik ook als ik moet drummen. Als ik een stokje laat vallen of een break vergeet, ontspoort de hele band.''

,,Als ik de mensen al wakker wil schudden, dan vooral voor mijn taal. Engagement zegt mij niet veel meer. Ik begrijp wel dat je je misnoegen over de wantoestanden in de maatschappij wilt uitdragen, maar pamfletachtige gedichten schieten nogal eens hun doel voorbij.'' Wigman mag dan met een ferm saluut het 'engagement' vaarwel hebben gezegd, dat wil niet zeggen dat hij niet ontzettend pissig kan uitpakken. Zoals in Laatste Lente, dat hij speciaal schreef voor het Amsterdamse maandblad voor uitkeringsgerechtigden MUG:


Laatste lente (vrij naar Rilke)

Kok: het is tijd. De winter was zo nors.
Strijk nu het bloedgeld van uw pols
en laat het voorjaar op de armen los.

Beveel de bleekste mensen vrij te zijn;
verleen ze nog twee onbevreesde jaren,
behoed ze voor uw trouwste ambtenaren
en jaag een laatste lente door hun pijn.

Wie nu geen geld heeft, ziet het nooit meer.
Wie nu berooid is, zal het nog lang blijven,
zal kijven, kwijnen, boze brieven schrijven
en zwijgend voor gesloten deuren staan
als paarse woekeraars de huur opdrijven.


,,Het is wel heel gemakkelijk om te zeggen dat alle idealen voorbij zijn, maar toch voelt het zo, het hangt overal in de lucht.'' Wigman staart naar de voorkant van de vorige Ravage die op tafel ligt, de foto van de dichtgemetselde deur met daarop 'Wegens sexisme gesloten'.

,,Van radicaal-links zie ik al tijden geen nieuwe ideeën meer komen. Behalve dan de liefdeslessen van De Groenen, dat zou ik een goede zaak vinden. Dat je liefdesliederen van Schubert laat horen en ondertussen uitlegt hoe je met elkaar om kunt gaan. Als je iets wilt veranderen in deze wereld heb je macht nodig, en macht corrumpeert. Zoals Domela Nieuwenhuis al zei: 'parlement' komt van 'parler', praten, en 'mentir', liegen (lacht).''
Menno vindt het vreselijk wat mensen elkaar aandoen in deze wereld, maar denkt dat dit voorlopig zo zal blijven. ,,Een vrij troosteloze boodschap, ik geef het toe, maar een boodschap die troost biedt als je deze op de juiste wijze verwoordt.''


Jeunesse dorée

Ik zag de grootste geesten van mijn generatie
bloeden voor een opstand die niet kwam.
Ik zag ze dromen tussen boekomslagen en ontwaken
in de hel van tweeëntwintig steden,
heilloos als het uitgehakte hart van Rotterdam.

Ik zag ze zweren bij een nieuwe dronkenschap
en dansen op de bodem van de nacht.
Ik zag ze huilen om de ossen in de trams
en bidden tussen tweemaal honderd watt.

Ik zag ze lijden aan een ongevraagd talent
en spreken met gejaagde stem:-
was alles al gezegd, nog niet door hen.

Ze waren laat. Aan geen belofte werd voldaan.
De steden blonken zwart als kaviaar.


Marc Hurkmans

Menno Wigman, 's Zomers stinken alle steden, uitgeverij Bert Bakker, fl.19,90. Op 7 mei draagt Wigman voor in café Bordelaise in Den Haag.

Naar boven
Naar overzicht dit nummer

Naar Jaargang 1998