Naar archief
De noodzaak van voedselcoöperaties Omdat de natuurvoedingswinkels zijn gezwicht voor de commercie, zien veel mensen zich gedwongen hun levensmiddelen elders te halen. De voedselcoöperaties of voko's bieden uitkomst. In een tiental steden in Nederland zijn ze, overigens meestal na enig zoeken, te vinden: van Groningen tot Sittard, van Deventer tot Rotterdam. Eind jaren tachtig schoten voedselcoöperaties als paddestoelen uit de grond. De natuurvoedingswereld vercommercialiseerde. Haar oorspronkelijk mens en milieuvriendelijke idealen werden aan de kant gezet en vervangen door het idee dat wat de consument vraagt ook geleverd moet worden: er kwam biologisch vlees in de koeling te liggen, ook al bleven daarmee dierenleed en de scheve wereldvoedselverhouding voortduren en allerlei luxe producten deden hun intrede op de markt, al dan niet voorzien van wegwerpverpakking. Van een breder gezichtspunt, waarin het milieu centraal stond, werd overgegaan op een smallere, waarin het gezondheidsaspect het middelpunt werd. Heden ten dage zou je voko's kunnen zien als de fakkeldragers van de idealen van de vroegere natuurvoedingswereld. In tegenstelling tot biologische winkels zijn zij echter niet altijd even makkelijk te vinden: veel voko's zijn gevestigd in al dan niet gelegaliseerde kraakpanden, kennen beperkte openingstijden en zijn in zeker opzicht hoogdrempelig. Wat de voko's met elkaar gemeen hebben is dat ze in eigen beheer biologische producten willen aanbieden voor betaalbare prijzen. Mensen met een beperkt inkomen schrikken zich regelmatig te pletter van de prijzen in de natuurvoedingswinkels. De hogere prijzen aldaar zijn deels te verklaren door het feit dat biologische boeren meer geld voor hun waar krijgen, maar ook ten dele door de verscheidene vormen van tussenhandel, die allemaal een graantje meepikken. Voko's proberen, waar mogelijk, die tussenhandel over te slaan. De meeste voko's verkopen uitsluitend droogwaren. Sommige bieden ook verswaren aan, zoals brood en groenten uit eigen regio. Boycot Discussies over welke producten al dan niet verantwoord zijn, worden
niet geschuwd. In Utrecht heeft een tijd een discussie gewoed over Turkse
producten: moesten deze geboycot worden vanwege de aanwezigheid van het
Turkse leger in Kurdistan, analoog aan de boycot van Israëlische
producten? Niet altijd blijkt een eenduidig antwoord mogelijk, zo bleken
veel producten uit Turkije van kleine boerencoöperaties afkomstig
te zijn. Drie voko's, twee in Utrecht en één in Leiden, zijn uitgesproken veganistische voedselcoöperaties en willen op deze manier mensen stimuleren om minder of geen dierlijke producten te gaan gebruiken. Wat alle voko's kenmerkt is dat ze louter gedragen worden door vrijwilligers. In sommige plaatsen, zoals in Nederlands oudste voko in Nijmegen, wordt van de klanten verwacht dat ze actief meedoen om de voko draaiende te houden. Aan de andere kant zijn er voko's, bijvoorbeeld De Citroenvlinder in Utrecht en De Lachende Lazuli in Leiden, die hoofdzakelijk door een persoon gerund worden. Daartussenin zitten vanzelfsprekend de voko's die draaien op een groep vrijwilligers. Sommige voko's organiseren buiten vokoose activiteiten, van jaarfeesten tot culinaire paddestoelen excursies. Als enige drijft De Voedselkoöp in Utrecht een eethuisje, waar mensen eens per week een biologisch veganistisch driegangenmenu voorgeschoteld krijgen voor de luttele prijs van zeven gulden. De kookgroep van deze voko doet ook regelmatig de catering op benefieten en dergelijke. Daarnaast organiseert De Voedselkoöp informatie avonden, in het verleden hebben onder andere McLibel en Food Not Bombs op het programma gestaan. Biologische winkels willen nog wel eens klagen dat voedselcoöperaties hen het brood uit de mond roven, maar het is de vraag of dat het geval is. In meerdere plaatsen wordt namelijk gesignaleerd dat mensen die aanvankelijk alleen bij voko's hun boodschappen doen, ook vaker bij biologische winkels naar binnenstappen. Het is veel waarschijnlijker dat voko's een stimulans zijn om meer biologisch te gaan eten. Reclame Alle voko's in Nederland er zijn er overigens ook twee in Vlaanderen betrekken hun droogwaren bij het collectief verdeelcentrum De Nieuwe Band uit Marum. Veel verdeelcentra zijn eind jaren tachtig over de kop gegaan of overgenomen door een ander verdeelcentrum. In feite kent Nederland nu nog twee verdeelcentra, Natudis uit Harderwijk en De Nieuwe Band. De Nieuwe Band probeert te opereren tussen idealen en werkelijkheid. Ze kent een jaaromzet van tien miljoen gulden, is basisdemocratisch georganiseerd en voert een open beleid; dit in tegenstelling tot Natudis, een bedrijf met een tien keer zo grote omzet. De Nieuwe Band heeft als standpunt dat voedselcoöperaties een meerwaarde hebben, en mensen bereiken die door de biologische winkels niet of nauwelijks bereikt worden. Over het algemeen treden voko's weinig naar buiten toe. Deels omdat ze werken met mond tot mond reclame, deels omdat ze geen last willen krijgen van officiële instanties, zoals de Belastingdienst en Keuringsdienst van Waren. Publiciteit gebeurt meestal via plaatselijke actiebladen. De Voedselkoöp uit Utrecht trad nog het meest naar buiten toe, zij had een aantal jaar geleden een bioscoop reclame, die gefinancierd was door het Utrechtse onafhankelijke fonds Zwart Zaad. De meeste voko's hanteren een solidariteitsmarge, waarmee allerlei onkosten betaald worden, maar ook goede doelen gefinancierd kunnen worden. De omzet van voko's ligt tussen de achtduizend en negentigduizend(!) gulden per jaar. Voko De Lachende Lazuli in Leiden financiert met hun solidariteitspot over het algemeen plaatselijke activiteiten, zoals de Fabel van de Illegaal en een archief in het politiek centrum De Invalshoek. De voko in Groningen hanteert het criterium dat het gegeven geld moet bijdragen aan het slagen van een project. Overigens doet deze voko ook nog eens aan 'cadeautjeseconomie'. De producten die uit de groententuin van de voko komen, mogen klanten zo meenemen. De solidariteitsmarges verschillen van stad tot stad. De meeste voko's kennen een marge van tien procent, voko De Citroenvlinder uit Utrecht spant echter de kroon met een marge van twintig procent. Aangezien de marge in biologische winkels over het algemeen dertig procent is, blijft ook zij nog ruim onder de winkelmarge. Met die twintig procent kunnen veel doelen van geld worden voorzien: een vast goed doel van De Citroenvlinder is Vegfam, een wereldvoedselorganisatie die geld geeft aan projecten waar geen gebruik wordt gemaakt van dieren. De solidariteitspot van voko Amsterdam daarentegen bleef jarenlang leeg, door een slecht inkoopbeleid moesten namelijk regelmatig veel producten weggegooid worden. Het is opmerkelijk dat in Amsterdam de voko het slechtst draait van alle voko's in Nederland. Er wordt beweerd dat dit veroorzaakt wordt door een hoog gehalte van patat krakers in de hoofdstad, die absoluut niet geïnteresseerd zijn in biologisch voedsel. Eten is voor hen geen politiek onderwerp. De begintijd van de Amsterdamse voko werd gekenmerkt door ellenlange politieke geschriften en de verplichting om actief te zijn, ik vermoed dat beide ook geen drempelverlagend effect zullen hebben gehad. Ecover In de natuurvoedingswereld rommelt het de laatste jaren behoorlijk. Overnames, alleen rechten, ze lijken schering en inslag te zijn. Biologisch eten is economisch gezien interessant geworden. Dat het daarbij niet altijd even fris aan toegaat illustreert het voorbeeld van Ecover. Deze fabrikant van milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen is een aantal jaar geleden opgekocht door Group 4, van oorsprong een particulier beveiligingsbedrijf. Het 'milieu' was immers in en dus viel daar ook geld aan te verdienen. Group 4 is in het verleden in opspraak gekomen bij de bewaking van Engelse
wegenbouwprojecten, projecten waar veel milieuactivisten heftig tegen
geageerd hebben. Koopje een fles Ecover en denk je het milieu een dienst
te bewijzen, zit je een beveiligingsbedrijf te spekken die met dat geld
het milieu om zeep zit te helpen! Gelukkig zijn er milieuvriendelijke
alternatieven, zoals het door De Nieuwe Band gedistribueerde Ecolino. Group 4 wil haar afstoten, wegens rendementsverliezen. Natudis heeft wel oren naar een overname, maar vindt het allemaal nog teveel kosten. Het is overigens onduidelijk van wie Natudis in feite is. Een groot deel van het aandelenpakket is in handen van het Zwitserse bedrijf Agon. Het schijnt niet te achterhalen wat dit voor een bedrijf is. Er doen geruchten de ronde dat achter Agon multinational Nestlé zit. Op zich zou dat niet ondenkbaar zijn. Zo kocht chemie en vervuilingsgigant Sandoz een aantal jaren geleden het merk Eden op. Natudis kent, zoals al eerder gezegd, een omzet van honderd miljoen gulden. Niet bepaald niks te noemen. Het zou een goede zaak zijn als consumenten van biologische en milieuvriendelijke producten blindelings er van uit kunnen gaan dat deze op sociaal en economisch gebied mensvriendelijk geproduceerd worden. De werkelijkheid is echter veelal anders. een deel van de producten in natuurvoedingswinkels is zelfs al niet van biologische oorsprong. Voko's laten zien dat het kritisch volgen van de natuurvoedingswereld en het leveren van een alternatief bepaald geen overbodige luxe is. P'tje Naar bovenNaar Jaargang 1998 |