Naar archief

 

Uit: Ravage #247 van 28 november 1997  

Veldslag in de spaanse pyreneeen 

Dorpskrakers doorn in het oog van lokale overheid 

Twee jaar geleden werd het bergdorp Sasé in de Spaanse Pyreneeën gekraakt door een alternatief gezelschap, gespecialiseerd in ecologische landbouw. Het initiatief van de krakers werd door de plaatselijke overheid allesbehalve toegejuichd. Het draaide uit op een confrontatie, met onverwachte gevolgen... 

In 1995 werd het bergdorp Sasé, gesitueeerd in de provincie Aragon van de Pyreneeën, gekraakt. De laatste oorspronkelijke bewoners verlieten Sasé in de jaren zestig, gelokt door de welvaart van de stad en onder druk gezet door rechtse landeigenaren en grote veeboeren. Het eeuwenoude dorp bestaat uit ca. veertig huizen, na dertig jaar leegstand alle in zeer slechte staat.  

Een collectief, gespecialiseerd in ecologische landbouw, nijverheid, circus acts en traditionele muziek, ervaren door eerder dorp- en landkraken, koos deze plek om een project van wederopbouw in balans met het milieu van de grond te krijgen. In de omgeving van het dorp is gelaagde landbouwgrond die na het vertrek van de oorspronkelijke bewoners dicht beplant is met een monocultuur van productienaaldhout, zoals vaak in bergachtige gebieden. Het initiatief van de krakers werd door de plaatselijke overheid allesbehalve toegejuichd. 

Zware ontruiming 

De meeste dorpen in dit deel van de Aragonese Pyreneeën staan leeg (veelal door geplande stuwmeren). Dominerende factoren in de streek zijn toerisme, de grote veeboeren en barakken van de militaire politie, de Guardia Civil. Sasé is te voet 6 km steil vanaf de dichtstbijzijnde verharde weg. Verder is het alleen 's zomers per jeep te bereiken via een 15 km lange bosweg. In Sasé zijn fruitbomen, dorpstuinen, zeer goede grond, een rivier en ook nog wat oorspronkelijk eikenbos. 

De huidige eigenaar van Sasé, de regionale overheid, heeft nooit serieus willen onderhadelen over de toekomst van het dorp. In 1996 werden de bewoners overgehaald hun intrek te nemen in een tijdelijk kamp, onder belofte van een gelegaliseerd dorp elders. Dit liep op niets uit, en men keerde terug naar Sasé.  

De afgelopen zomer kreeg het dorp voor de tweede keer een ontruimingsbevel. Ditmaal hadden de bewoners meer steun, met name van het netwerk opgezet door de Zapatista opstandelingen in Chiapas, Mexico. Honderden bezoekers kwamen naar Sasé en gingen aan de slag met het herstellen van de bakkerij, de school en de moestuinen. Besluitvorming vond plaats via de Assambleas (zoals gebruikelijk in de Spaanse kraakbeweging) en de economie van het dorp werd gecollectiviseerd. Door de onverwachte steun werd de aangekondigde ontruiming in juli een onhaalbare kaart. 

Op donderdag 23 oktober werd het dorp verrast door 50 Guardia Civil die onmiddellijk begonnen met ontruimen. Doodsbange kinderen werden niet ontzien en een hoogzwangere vrouw werd op de grond gesmeten. De bewoners klommen op de gevaarlijke daken, in bomen en bovenin de kerktoren. De politie arresteerde vijf mensen en huizen werden dichtgemetseld. Tegen de avond vertrok de politie. De ontruimde huizen werden meteen herkraakt en er werd alarm gebeld.  

De volgende ochtend trok een colonne van 32 busjes ME richting Sasé. Doordat de bosweg naar Sasé was gesaboteerd liepen ze drie uur vertraging op. Een stuk of vijftig sympathisanten kwamen ondertussen te voet het dorp in om de bewoners bij te staan. Tegen het politiegeweld dat volgde viel echter bar weinig uit te richten. Bewoners werden in elkaar geslagen, er werd geschoten met rubberkogels om mensen uit de bomen en van de daken af te krijgen. Tijdens de aanval werd de pers geweerd uit het dorp. Er werden 32 arrestaties verricht. Degenen die niet gepakt waren, weken uit de bossen in.  

's Nachts kwam iedereen terug en werd het dorp herkraakt. Op zaterdag en zondag werd de ontruiming met kleinere aantallen politie en werklui voortgezet; het dorp werd grondig vernield, alle huizen werden leeggehaald en alle bezittingen, gereedschap, enz. werden in beslag genomen. Kippen, geiten en het paard Blues verdwenen de bergen in. 

Het actieterrein had zich inmiddels verplaatst naar de rechtbank in het plaatsje Botana, waar de 37 arrestanten werden vastgehouden. Honderd mensen sloegen kamp op in de straat, ook al daalde het kwik 's nachts tot onder nul en was er geen voedsel of voldoende kleding voorhanden. Dertien van de kampbewoners begonnen spontaan een hongerstaking en eisten de onmiddellijke vrijlating van de arrestanten, intrekken van de aanklachten en onmiddellijke teruggave van Sasé aan de bewoners, met respect voor hun mensenrechten die wreed en systematish waren geschonden.  

Zondagavond werden alle arrestanten op twee na vrijgelaten, onder de voorwaarde dat ze niet naar Sasé terugmochten. Hen werd "ernstige ongehoorzaamheid, bezetting en verzet tegen de autoriteit" ten laste gelegd. De andere twee werden daarnaast beschuldigd van het "aanvallen van de autoriteit" en overgeplaatst naar Zaragoza.  

Maar het kamp en de hongerstaking gingen door. In Zaragoza en Barcelona waren inmiddels al protestdemonstraties geweest. Op woensdag 29 oktober werd de ontruiming van het straatkamp in Botana voorkomen door interventie van de plaatselijke arts. In de media was nauwelijks aandacht voor de gewelddadige ontruiming, het protestkamp en de hongerstaking, wel werd in een regionale krant vermeld dat de ontruiming met de "uiterste voorzichtigheid en geduld" was uitgevoerd. In weer andere artikelen werden de krakers omschreven als "menselijk afval". 

Nationale demonstratie 

Het tentenkamp moest nog steeds vertrekken. De socialistische gemeente van Botana bood bij wijze van tegemoetkoming de kampeerders een veld aan, op de rand van de vuilstortplaats. Het aanbod werd afgeslagen. Op zaterdag 2 november hielden de hongerstakers een persconferentie, maar de reguliere media lieten het afweten. De plaatselijke bevolking, ook van omringende gemeentes, werd op de hoogte gehouden door middel van pamfletten. Er werden handtekeningen opgehaald, en veel leuzen gekalkt. In een grotere stad in de regio werd een muzikale demonstratie gehouden met een mobiele tentoonstelling en werd een kruispunt geblokkeerd.  

Op 4 november werden de laatste twee arrestanten eindelijk vrijgelaten en daarmee kwam een einde aan de hongerstaking. Een nieuw kamp werd opgezet bij de rivier. Er waren doorlopend bijeenkomsten en er werd besloten een nationale demonstratie in Zaragoza te organiseren. Op 6 november woedde er een zware storm in heel Spanje en Portugal. Het Sasé-kamp werd met de grond gelijk gemaakt en de rivier trad buiten zijn oevers. In Zaragoza ondertussen raakten steeds meer mensen betrokken bij het inzamelen van voedsel, kleding etc. en werden bussen  geregeld tot aan Sevilla (1000 km.) toe voor de demonstratie. 

Zaterdag 8 november demonstreerden ca. 2000 mensen door Zaragoza met muziek, vuurwerk, theater, enz. Het feest ging uren door, ongehinderd door politie, voor het hoofdgebouw van de regionale overheid en eindigde met het opzetten van een straatkamp midden op de Plaza de la Constitucion. Tegelijkertijd werden er demonstraties voor Sasé gehouden in Barcelona, Madrid, Vigo, Parijs en Berlijn. In Zaragoza werden allerlei steunbetuigingen voorgelezen, waaronder eentje uit Chiapas. De baby van de vrouw uit Sasé werd die dag geboren.  

Op 9 november was er opnieuw een demonstratie in Zaragoza, voor de bewoners van het dorp Beceite, dat moet verdwijnen onder een nieuw stuwmeer. Het Sasé-kamp was ook van de partij, en aldoende werd de ene strijd aan de andere gekoppeld. Het kamp in Zaragoza werd op 11 november pas opgebroken. Dat was het begin van een mars van 180 km naar Sasé. De mars is opgezet als een mobiele tentoonstelling, die alle steden en dorpen onderweg aandoet, hetgeen minstens een week zal gaan duren. De dag voor het vertrek stak de wind weer op en bracht de eerste zware sneeuwval van dit jaar in de Pyreneeën.  

Elly

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1997