Uit: Ravage #246 van 14 november 1997
WEEKBOEK
International Federation of Independent Media
Jesse Hirsch, media-activist uit Toronto, is betrokken bij de International Federation of Independent Media (IFIM). Een internationaal netwerk dat het media-monopolie van de grote bedrijven wil bestrijden en mensen uit allerlei verzetsculturen wil verbinden met gebruikmaking van alle mogelijke communicatievormen. Halverwege de maand oktober reisde Jesse naar New York om deel te nemen aan een congres over media en democratie. Via het Net ontvingen wij het volgende verslag.
Maandag 13 oktober 1997
Bijna drieëntwintig jaar na m'n geboorte reis ik samen met een vriend af naar New York City om de media te bevrijden. De beweging van het sociale, de beweging door en voor het volk, organiseert immers haar eigen communicatie en media. Met deze motivatie reis ik af naar New York; om te organiseren, mobiliseren en agiteren voor een democratische maatschappij.
Gedurende de treinreis van Toronto naar New York verdiep ik me in het boek Global Media van Robert McChesney en Edward Herman. Het is een overzicht van voornamelijk Amerikaanse wereldwijde media-giganten. De auteurs beschrijven uitvoerig de vermogens, visies en tactieken van de directies van deze bedrijven, maar gaan volledig voorbij aan de telecom-bedrijven die steeds meer macht krijgen in het elektronische netwerk. Bovendien zijn er in een boek van 200 pagina's slechts acht gewijd aan het verzet tegen deze wereldheerschappij van bedrijven. Na lezing van het boek krijg ik het gevoel dat ik alleen sta in het verzet tegen deze wereldstaatsgreep.
Midden in de nacht arriveer ik in het hart van New York op Penn Station. Overdonderd door de hectische stad haasten we ons richting Joe's warme huis net ten zuiden van Harlem. Zijn appartement staat vol met spullen inclusief een volledige video-editing apparatuur en een grote foto van Joe met Fidel Castro. De eerste met een nog grotere baard en glimlach.
Joe beweegt zich door New York in een witte bestelbus, beschilderd met de slogans 'Fidel is Cool, Clinton a tool', aan de linkerkant, 'Cancel all debt' achterop en 'Commercial tv wil not give us the truth we need' aan de rechterkant. Joe produceert drie tv-shows op de New Yorkse kabel en doet ook veel met lokale radio. Zijn laatste project is een plan voor een vreedzame revolutie. (www.pipeline.com/~friendly). Na een warm ontvangst van deze mister friendly, sluiten we onze ogen na een lange reis.
Dinsdag 14
Vanuit bed vrijwel direct naar buiten. Ik wil zo snel mogelijk wennen aan deze rumoerige vijandelijke omgeving. Gezamenlijk lopen we richting Central Park, het hart van wat voelt als een eiland van destructieve overvloed. Terwijl ik m'n handen op een van de grote bomen leg zie ik een land van paradoxen, van bipolaire extremen, een tegenstrijdige werkelijkheid die slechts zover bestaat als haar tegenstrijdigheden. Zelfs in dit groene toevluchtsoord hebben mensen nog steeds haast en fietsen, skaten of rennen druk van de ene plek naar de andere. Het park is het leven in het midden van de stad dat de cultuur van de dood ervan weerhoudt te imploderen.
Onze daglange wandeling brengt ons van Central Park, door de eclectische verschillende energielagen van de stad naar de oostkant en de gemeenschapstuin aan de 5th Street, een van de laatste beetjes publieke ruimtes die gemeenschappelijk wordt gebruikt. In een aangrenzende straat bezoeken we Blackout Books, een anarchistische infoshop waar we een aantal andere Canadezen ontmoeten. Na een korte stop gaan we naar Manhattan Neighbourhood netwerk (www.mnn.org) op 59th Street.
Daar neem ik deel aan een forum van Acces For All (accesforall@tao.ca) een New York's netwerk van activisten en gemeenschapsgroepen die werken aan een het vergroten van de publieke toegang tot communicatiemiddelen. De discussie gaat over publieke toegang tot de media, van televisie tot Internet. Hoe kunnen we deze communicatietechnologieën gebruiken om onze gemeenschappen en maatschappij te verbeteren? Gedurende de discussie werd duidelijk dat dit in feite een sociale strijd betreft en niet zozeer draait om technologie en media.
Woensdag 15
Na een korte slaap picknicken we met enkele Canadezen in Central Park. We wisselen ervaringen uit over de omgeving en cultuur van dit eiland en verbazen ons erover dat het blijft drijven zonder spontaan in vlammen op te gaan.
De rest van de dag dwalen we door de stad en vinden we onszelf terug op B-Avenue waar we bier drinken en discussiëren over een kritische massa van radicale individuen die gezamenlijk proberen autonomie en democratie te heroveren.
's Avonds duik ik voor het eerst sinds mijn aankomst in New York het Net op en stuur een e-mail naar huis met de mededeling: 'gekke boel hier, de aarde beweegt, blijf met beide benen op de grond, tik op hout'.
Donderdag 16
's Ochtends rijden we samen met onze gastheer in zijn bestelbus naar het zuiden van het eiland. Onderweg stopt hij plotseling voor een tweetal scholen waar het net pauze is en roept heel hard: 'Rook meer wiet!'. De lagere school-kids reageren met een hard boe-geroep, maar vanaf het plein van de middelbare school komen instemmende geluiden.
Niet lang daarna arriveren we bij Cooper Union voor de eerste dag van het 'zogenaamde' media en democratie-congres. Voorafgaande aan het congres had de San Fransisco Bay Guardian een lijst gepubliceerd van sponsors van de Amerikaanse progressieve beweging. Hieruit bleek ook dat het Institute for Alternative Journalism, de organisator van het congres, had toegestaan dat fondsen een groot deel van het programma bepaalden. Zo was het bijvoorbeeld onbegrijpelijk dat voor de toespraak van de directrice van de Bodyshop een belangrijke plaats was ingeruimd.
Ook op de wijze waarop het programma was opgezet viel veel aan te merken. Terwijl ik naar New York kwam om te agiteren voor vrije media, leken de organisatoren vooral geïnteresseerd in manieren om 'de alternatieve media te professionaliseren' zodat zij en andere op eigenbelang gerichte carrièremakers zeker zouden zijn van een goed inkomen, terwijl de rest van de wereld langzaam afglijdt richting armoede.
Het congres was opgedeeld in verschillende stromen en ik koos vanzelfsprekend voor de 'activisten'-stroom. Daarin werd van de deelnemers gevraagd op zoek te gaan naar de kenmerken, ervaringen, identiteit, betrokkenheid en deelname van lokale gemeenschappen in media-activisme. Tijdens de eerste bijeenkomst vertelden een aantal groepen, vooral afkomstig uit Noord-Amerika, over de wijze waarop ze proberen meer mensen te betrekken in collectieve actie gericht op progressieve veranderingen.
Na afloop voelde ik me gesterkt in m'n overtuiging dat media-activisme een sluier is voor wat eigenlijk sociaal activisme is, of zou moeten zijn. Het was positief dat deelnemers beseften, in tegenstelling tot de organisatie die deze bijeenkomst had opgezet met het idee dat er hapklare adviezen en doelstellingen uit voort zouden komen, dat er geen eenduidige antwoorden zijn, maar dat het er om gaat een proces op gang te brengen. We zijn tenslotte een beweging die zich nog maar net aan het organiseren is.
Na afloop verzamelen we ons op Times Square, vlak voor het hoofdkantoor van Cuacom voor een demonstratie voor het heroveren van de publieke ruimte en luchtgolven. Tijdens de demonstratie doen we diverse in New York gehuisveste mediaconglomeraten aan om te eisen dat zij hun aandeel in de publieke controle opzeggen. De demonstratie is georganiseerd door de New York Free Media Alliance. Met enkele honderden paraderen we langs Disney, News Corp, Time Warner, NBC, CBS en de stoet eindigt bij het mediamuseum.
Bij elke stop vragen sprekers om sociale rechtvaardigheid en de terugkeer van de communicatiemiddelen in handen van het volk. Het wordt een waar straatfeest met performances, folkzangers, hip-hop artiesten, activisten, academici, arbeiders en freaks omgeven door de torens van tirannie die in de lucht priemen, symbolen van macht en stabiliteit, kampioenen van de gesloten en statische geest.
Na de maaltijd keren we terug naar de Cooper Union Hall alwaar de welgeklede congresdeelnemers zitten te luisteren naar de vermeende progressieve intenties van Anita Roddick van de Body Shop. Daar hebben we geen zin in. Samen met enkele oude en nieuwe vrienden kruipen we in de bestelwagen die alle schuld wil kwijtschelden op weg naar 'huis'.
Vrijdag 17
Deze dag begint met een paneldiscussie over het organiseren van lokale media. Vanuit de gehele Verenigde Staten zijn sprekers aanwezig die vertellen waar ze mee bezig zijn. De bijeenkomst laat een goed gevoel bij me achter, maar ook het besef dat we nog een lange weg te gaan hebben.
De paneldiscussie over lokale organisatie is het eerste en ogenschijnlijk laatste van het 'zogenaamde' media en democratie 'zogenaamde' congres dat ondanks de grote opkomst maar geen vorm wil krijgen. Wel overweldigend zijn de contacten die gelegd worden tussen mensen die naar het eiland zijn gekomen onder de metaforen van media en democratie.
Z Magazine sponsort een paneldiscussie over de vraag 'wat is er alternatief aan alternatieve media?'. Deze discussie vormt een groot contrast met de rest van het congres doordat er gepraat wordt over onderwerpen als de invloed van economie en fondsen, democratie op de werkplek en in organisaties, racisme, sexisme en verschillende andere vormen van onderdrukking binnen de zogenaamde alternatieve media.
Tegelijkertijd met deze discussie hebben de organisatoren van het congres discussies gepland over 'het opbouwen van een beweging voor media en democratie', over feministische en queer onderwerpen. Zo worden de 'marginale' groepen over allerlei kleine werkgroepen verdeeld zodat de organisatoren zonder interruptie van radicalen, kunnen praten over de media en democratiebeweging.
Na de bijeenkomst van Z magazine verzamelen zo'n veertig mensen zich in een gekraakte ruimte in de New York universiteit om te praten over de Internationale Federation of Independent Media (IFIM), een netwerk van netwerken dat nu zo'n twee jaar bestaat. Tijdens de discussie blijkt dat veel mensen moeite hebben met het begrip federatie omdat zij dat associëren met een centrale en ver afstaande macht. Beter is wellicht om van 'initiatief' te spreken.
Belangrijker ias dat we erachter komen dat iedereen in de ruimte beschikt over e-mail en aanwezig is vanwege de activiteiten on-line. Naast de strijd voor toegang voor iedereen tot de media dienen we ook open te staan voor mensen die off-line willen blijven maar toch betrokken zijn. Na een levendig en open debat besluiten we over twee dagen nog eens bij elkaar te komen om te bespreken hoe we in een bredere context onder een gezamenlijke vaandel zouden kunnen samenwerken.
Vervolgens bezoek ik een regionale 'videazimut'-bijeenkomst in het kantoor van Paper Tiger TV. Leden van verschillende videazimut-groepen uit diverse steden zijn aanwezig en we praten over aanstaande bijeenkomsten in Seoul, Berlijn en Kaapstad. Ook Mark Surman van APC (Association for Progressive Communications) is aanwezig om te praten over de mogelijkheden van samenwerking tussen APC en videazimut.
Ook deze videazimut-bijeenkomst is geen onderdeel van het congres, zodat we steeds verder van het 'zogenaamde' congres afdrijven. Elke keer als we weer een kijkje willen nemen in het 'circus' zelf stuiten we op een agressieve vijandelijke houding van de organisatoren. We horen veel mensen klagen over het gebrek aan ruimte om hun eigen onderwerpen te bespreken of het ontbreken van microfoons in de zaal.
Deze avond is er feest in de westhoek van het eiland, net ten zuiden van de tweeling-toren van het WTC. In een kleine ruimte vieren feestende media-radicalen uit alle windstreken elkaars gezelschap en hun strijd om schone lucht te ademen in een democratische maatschappij. De nacht wordt de vroege morgen als we met vijftien mensen terugrijden in een bestelwagen die alle schulden wil kwijtschelden, wuivend naar de inwoners van de stadsjungle Manhattan.
Zaterdag 18
Na maar enkele uren slaap neem ik de metro naar Coopert Union. Mijn vriend Leslie Shade zal daar deelnemen aan een panel getiteld: 'verzekering van publieke ruimte, vechten voor publieke toegang'. Hierin wordt het sociale nut van gemeenschapsnetwerken onderzocht.
Daarna ga ik naar de discussie over internationale media-activisme. Ik houd aan beide bijeenkomsten een goed gevoel over; er is dan ook weinig verband met de rest van het congres. Ze lijken vanuit een andere energiebron te komen, meer verbonden met het publieke belang dan met een of ander doorzichtig eigenbelang.
De rest van de middag breng ik, moe van het tekort aan slaap en de hyperactiviteit die de stad teweeg brengt, slapend door in een hoekje van een computerkamer.
Als ik wakker word, ga ik naar de afsluitende bijeenkomst van het 'zogenaamde' congres en de vertoning van Michael Moore's nieuwe film The Big One. Een plezierige film met een goede mix van humor, directe actie en links populisme. Omdat de film ook handelt over het verschil tussen elitaire en meer 'volkse' manieren van strijd ondersteunt More onbewust het grote aantal ontevredenen op het zogenaamde media en democratie zogenaamde congres.
Buitengekomen stuit ik op een grote groep prachtige mensen die of hebben deelgenomen aan het congres of hebben gehoord dat zich daar een groep radicalen ophoud. Het is vandaag m'n 23-ste verjaardag en ik krijg een grote fles champagne in m'n handen gedrukt en word uitgenodigd om in een nabije club feest te komen vieren. Daar dansen we de gehele nacht en krijg ik van leden van de New York Media Alliance een djembe cadeau. In feeststemming rijden we in de bestelwagen voor het kwijtschelden van alle schulden naar huis, onderweg nog eten kopend in een biologische supermarkt.
Zondag 19
Deze dag staat in het teken van de IFIM. Zo'n vijftig mensen uit verschillende landen en continenten hebben gehoor gegeven aan de oproep voor deze bijeenkomst. We besluiten ons in kleinere groepen op te splitsen om te praten over identiteit, structuur, communicatie en toekomstige bijeenkomsten.
In mijn groep worden we het erover eens dat federatie vervangen moet worden door forum. We voelen ons nog geen federatie, maar zijn ook meer dan een initiatief omdat we bestaan uit een verzameling bestaande deels al samenwerkende netwerken. Forum omschrijft beter de initiatieven die we al ontplooid hebben en het type ruimte dat we willen creren.
We kunnen ons vinden in het idee van autonome gedecentraliseerde groepen die samenwerken middels vrije associatie. Wel moet het forum iets van een secretariaat hebben als coördinerend en adviserend orgaan. Dit wordt voorlopig tao communications (www.media@tao.ca). Ook moeten we nadenken over manieren om mensen zonder Internet-aansluiting van onze ideeën op de hoogte te brengen. Wellicht is het goed om meer lokale bijeenkomsten te organiseren die toegankelijker zijn voor diverse groepen en individuen. In de andere groepen blijkt dit aspect ook aan bod te zijn gekomen.
Na de bijeenkomst nuttig ik met enkele vrienden een maaltijd in een Chinees restaurant, waarna we spijtig genoeg afscheid moeten nemen. Vervolgens ga ik met de metro naar Joe's appartement waar we samen nog wat blowen. Ook van hem neem ik vervolgens afscheid.
Amsterdam Avenue aflopend, zachtjes spelend op m'n djembe, overdenk ik nog eens de hyperactieve week vol nadenken en praten over media, democratie en de maatschappij. De visie op de strijd en de weg die we kozen is me opmerkelijk duidelijker geworden als resultaat van onze netwerken en het toegenomen bewustzijn van wie we zijn en waar we staan.
Ik maak nog een laatste stop in Central Park waar ik deelneem aan een feestelijke tribale jam van woorden en drums. We drummen, drinken, roken en kijken terug op de laatste paar dagen. Tot vroeg in de morgen wordt gepraat over van alles en nog wat; van de immediastische underground tot de toekomstige richting van onze lokale groep.
Na nog even te hebben gerust nemen we om half 6 's morgens de taxi naar het station waar ons een treinreis van twaalf uur te wachten staat. Al snel val ik in slaap en als ik wakker word ben ik blij toegang te hebben tot de geografische illusie snel de Verenigde Staten te verlaten. Het voelt alsof je een cultureel milieu ontstijgt dat voortdurend onderworpenheid en betrokkenheid uit je zuigt; een cultureel perspectief dat van je verlangt dat je naar binnen kijkt naar wie je bent, waar je behoort en wat je wordt.