Naar archief

Uit: Ravage #246 van 14 november 1997  

Iedereen is gek 

Psychiatrie: isolatie en verzet 

De psychiatrie lijkt op dit moment nauwelijks ter discussie te staan. Toch is hier alle reden toe. Enorme groepen mensen worden zonder proces jarenlang opgesloten, onderworpen aan dwangmedicatie, elektroshocks en zelfs hersenoperaties. In de jaren '70 floreerde nog een tegenbeweging van gekken en antipsychiaters. Die is met harde hand tot staan gebracht waarna de restanten werden ingekapseld. Het initiatief ligt nu weer bij het medisch-farmaceutisch complex.  

Er wordt hard gebeld en op de deur gebonkt. Je doet open. Vijf heren met lange regenjassen stappen direct naar binnen. Het lijkt wel een overval. Ze kijken een momentje rond in je huis. Eentje, die zich voorgesteld heeft als psychiater stelt je een paar vragen. Je bent wat overdonderd, weet niet goed wat te antwoorden. Na een paar minuten zegt hij gehaast en kortaf dat je een gevaar bent voor jezelf. De andere regenjassen knikken begrijpend. Het blijken een officier van justitie, een rechter en een griffier te zijn. De vijfde herken je als je advocaat.  

Werkt die samen met de overvallers? Hij zegt niets, staat je niet echt bij. Er wordt een papier te voorschijn gehaald. Een Rechterlijke Machtiging (RM), noemen ze het. Het document is al volledig ingevuld en ondertekend door de burgemeester. Je mag wat dierbare spullen pakken en wordt afgevoerd. Er blijkt al een bed voor je gereserveerd in een psychiatrisch ziekenhuis (PZ).  

De overval had ook plaats kunnen vinden bij een bankje in een willekeurig park. Het gebeurt steeds vaker. De afgelopen vijf jaar is het aantal RM's in bijvoorbeeld Amsterdam vervijfvoudigd, het aantal in bewaring stellingen (IBS) verdrievoudigd.

"Een psychiater kan willekeurig elke cliënt opgesloten krijgen." Op een recent congres van psychiaters was er niemand bereid die stelling tegen te spreken.  

Psychiaters oordelen in zo'n overvalsituatie binnen enkele minuten over de "kwaliteit van het leven" van anderen en nemen dan een beslissing over gedwongen opname. Wettelijk is voorgeschreven dat de burgemeester die beslissing moet nemen, op advies van de psychiater, maar in de praktijk geven burgemeesters, tegen de wet in, psychiaters ondertekende blanco machtigingsformulieren mee als ze op pad gaan.  

Met de DSM-IV, hun bijbel vol duizenden psychiatrische 'ziektebeelden', in de hand, weten psychiaters voor iedereen wel een afwijking te formuleren. Niemand voldoet immers aan de heersende onzinnige ideaalbeelden met zijn tegenstrijdige eisen. Niemand is 'perfect'.  

In Nederland zitten 24 duizend mensen in een inrichting. Het gaat vooral om mensen uit de lagere klassen en mensen die niet  'normaal' kunnen of willen functioneren in de maatschappij. 

Grote opsluiting 

Dat is altijd al zo geweest. Door de opkomst van het handelskapitalisme werd in veel Westeuropese landen de middeleeuwse wereldorde waarin iedereen een plaats had, doorbroken. De gemeenschappelijke beheerde en bewerkte gronden, kwamen in handen van privé-eigenaren. Een deel van de nu landloze boeren  vond werk in de opkomende industrie. De rest trad toe tot het groeiende arbeidsreserveleger, een klasse van landlozen en zwervers. Die vormden een gevaar voor de heersende orde.  

Opstanden waren aan de orde van de dag. Ter beheersing gingen de autoriteiten over tot wat nu door historici nu wel 'de grote opsluiting' genoemd wordt. In de zestiende en zeventiende eeuw leefde soms 10 tot 20 procent van de bevolking van een bepaalde streek achter tralies. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen gekken, armen, daklozen, mannen of vrouwen. Alle machtelozen werden tezamen opgesloten. 

De politieke en economische problemen werden zo opgelost op het individuele niveau. De sociale verbanden van het roerige volk werden door de opsluiting verbroken. Dat was voor de machthebbers van groot belang. Eenmaal tot gecontroleerde individuen opgebroken is de massa pas echt machteloos. Het werkelijke sociale probleem, de groeiende macht van de opkomende kapitalistische klasse, werd zo vanzelfsprekend niet opgelost.  

Deze manier van met problemen omgaan is binnen het kapitalistische systeem nooit meer wezenlijk veranderd. Er werden nieuwe opsluittechnieken ontwikkeld, nieuwe rechtvaardigingen beproefd en steeds meer soorten opsluithuizen gebouwd. De achterliggende principes bleven gelijk. De onderdrukten en zij die zich verzetten worden opgesloten. Ook in de huidige tijd. 

In het communistische Oost-Europa werden politieke tegenstanders in psychiatrische inrichtingen opgesloten en onderworpen aan dwangmedicatie en elektroshocks. In West-Europa hebben psychiaters de isolatiefolter van bijvoorbeeld RAF en ETA-gevangenen ontwikkeld en uitgevoerd. In Nederland werd onlangs nog de milieuactivist Paul S. gek verklaard en gedwongen opgenomen op een psychiatrische afdeling. Hij had graafmachines gesaboteerd die de natuur in het Limburgse Jammerdal vernielden. 

Medicatie 

Opsluiting is bijzonder vernederend en het maakt je machteloos. Maar het chemisch geweld waaraan je als 'cliënt' wordt blootgesteld is nog erger. Medicatie werkt vernietigend. Het heeft verontrustende en angstaanjagende effecten op je lichaam. Het verandert je waarneming van de wereld en van jezelf, van je lichaam en je denken. Je lichamelijke en geestelijke identiteit verandert door ingrijpen van buitenaf.  

Aan het einde van de 19de eeuw werd het toenemende vertrouwen in de opkomende wetenschap benut om de grote opsluiting een nieuwe rechtvaardiging te geven. Precies zoals het toentertijd in zwang kwam om van zwarte mensen te zeggen dat hun hersenen van inferieure kwaliteit waren, werd dat ook gezegd van de hersenen van opgesloten 'gekken'.  

Bij vrouwen van de gegoede burgerij werd vaak 'hysterie' vastgesteld. Dat gedrag zou te danken zijn aan de mindere kwaliteit van vrouwenhersenen, in plaats van aan de verstikkende omstandigheden waarin die vrouwen gedwongen werden te leven. De diagnose werd gesteld door de mannen uit diezelfde klasse, die dus profiteerden van de achtergestelde positie van de vrouwen.

Ondanks het feit dat er volstrekt geen wetenschappelijke bewijzen voor waren begonnen psychiaters destijds te spreken over reeksen erfelijke hersenafwijkingen die bijvoorbeeld stelen, liegen of dialect spreken tot gevolg zouden hebben. De slachtoffers van de grote opsluiting werden tot medische 'gevallen' omgedoopt, hun cipiers tot broeder of zelfs hulpverlener.  

Deze medicalisering ligt aan de basis van het waanzinnige geweld waaraan psychiaters hun 'patiënten' de afgelopen eeuw blootgesteld hebben: elektroshocks, hersenoperaties, sterilisaties, chemische vernietiging door middel van pillen en uiteindelijk zelfs euthanasie. Vrijwel alle Duitse psychiaters werkten actief mee toen de nazi's 300 duizend van hun psychiatrische patiënten vermoordden nadat ze tot erfelijk ziek verklaard waren.  

Elektroshock 

Ook de uitvinder van de elektroshock, de Italiaan Cerletti, was een actief fascist. Het verhaal wil dat hij op het idee was gekomen na een bezoek aan het slachthuis. Daar zag hij hoe varkens stroomstoten toegediend kregen om epileptische aanvallen op te wekken opdat ze verdoofd waren bij de slacht. Shocken werd een ware hype. Tot voor kort werden ze vaak als straf gegeven aan lastige patiënten. Die werden daarbij niet van tevoren verdoofd. Het was een regelrechte marteling die kon eindigen met botbreuken door de vele spasmen die door de shocks veroorzaakt worden.  

Tegenwoordig wordt er overigens wel verdoofd. Een elektroshock-therapie (ect) bestaat nu uit gemiddeld acht shocks van 120 volt in drie weken. Elektroshocks vernietigen hersenen en hebben geen enkele positieve werking. Ze zijn voor veel patiënten een traumatische ervaring en veroorzaken bijwerkingen zoals ademhalingsmoeilijkheden, hartkloppingen, verwarring en misselijkheid.  

Met name oudere vrouwen boven de zestig worden tegenwoordig geshockt. Die zijn in deze jonge en dynamische samenleving veelal volledig uitgerangeerd. Ze zijn niet productief meer: ze krijgen geen banen en kunnen geen kinderen meer baren. En de ervaring arm te zijn in een op luxe gerichte omgeving leidt bij veel ouderen tot berusting, isolement en depressie. De psychiater maakt ze monddood en medicaliseert hun maatschappelijke marginalisatie tot een individueel probleem.  

Volgens de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie is hun depressie "een psychiatrische ziekte die bijna altijd biologische oorzaken heeft" zoals een "verstoorde hersenactiviteit." Die ontstaat door een verstoord evenwicht tussen de stofjes in de hersenen en dat zou met elektroshocks en "medicijnen weer worden hersteld". Gevaarlijke onzin. Psychiatrische pillen genezen niet, ze bestrijden gevolgen, stompen af, onderdrukken emoties, vernietigen. Depressies hebben sociale oorzaken en de combinatie van depressieve gedachten en gedrag zorgt er kennelijk voor dat je hersenen allerlei stofjes in iets gewijzigde hoeveelheden produceert.

Veel opgesloten patiënten krijgen vaak ongelofelijke hoeveelheden pillen. Ze slikken allerlei middelen naast elkaar. Het komt voor dat men meerdere anti-psychotische middelen tegelijk gebruikt, samen met anti-depressiva, slaapmiddelen en middelen tegen misselijkheid. Elk middel heeft een hele reeks bijwerkingen die door de andere weer moeten worden opgeheven. Om over de interacties maar te zwijgen. De bijwerkingen hebben gevolgen voor zowat alle menselijke organen. 

Therapie 

Nog erger dan het fysieke geweld van opsluiting en het chemische geweld van medicatie is de therapie. Psychiaters zijn er systematisch op uit je zelfbeeld te veranderen, maar doen zich naar de buitenwereld voor als een goedbedoelend medemens. Ze doen alsof ze persoonlijk met je praten, maar zijn gewoon werknemers in dienst van een totalitair instituut dat besloten heeft je op te sluiten.  

Ze proberen je ervan te overtuigen dat alle problemen in jezelf liggen, dat je medisch ziek bent. Ze willen je via therapieën 'inzicht' geven in je ziekte. Ze willen dat je met hun ogen, de ogen van buitenstaanders, naar jezelf gaat kijken. Ze menen namelijk beter dan jij te weten wat je beleefd hebt en hoe je denkt. Ze zeggen wetenschappelijk inzicht te hebben en maken je tot object van hun medisch-wetenschappelijke ideologie.  

Collaboreer je en noem je jezelf ziek, dan spreken zij over de eerste stap naar genezing. De psychiatrisch zieke is geboren. Geproduceerd door de psychiatrie. Je bekijkt jezelf, de kersverse gek, voortaan met de afkeuring van de buitenstaander. Je hebt je de overtuiging eigen gemaakt dat je vanaf nu op een therapeutisch manier met jezelf bezig moet zijn. Je hebt de onderdrukking geïnternaliseerd. Je bent gehersenspoeld. 

Psychiaters eigenen zich zo je persoonlijkheid toe. Een totalitaire situatie die je mondigheid enorm beperkt. Het maakt het je ook moeilijker de onderdrukker aan te wijzen, want dat ben je voor een deel zelf geworden. De psychiatrie maakt je gek. En dat is geen foutje, maar het doel van het repressie-apparaat.

De "psyche" werd overigens pas vrij laat in de negentiende eeuw 'ontdekt'.  

Het probleem van de maatschappelijke verliezers lag vanaf dat moment definitief in hun eigen denken. Het gevolg was een wildgroei aan therapieën. Ook buiten de inrichtingen. Allerlei therapeuten springen in het gat dat de eeuwenlange trend naar individualisering en isolering heeft laten vallen. Onderlinge hulp van gewone mensen raakt op de achtergrond en niet functionerende mensen worden tegenwoordig steeds sneller naar de professionele hulpverlener gestuurd. 

Verzet 

Verzet tegen de grote opsluiting was vroeger een vanzelfsprekend onderdeel van de strijd tegen de heersende klasse. Tijdens de Franse Revolutie gingen de deuren van de inrichtingen wijd open. Veel van de ex-gekken bleken prima te kunnen functioneren in de kortstondige revolutionaire periode. Hun afwijking was meestal armoede en onmacht geweest.  

Met de onthoofding van de koninklijke elite was hun probleem voor even opgelost. Door de steeds geraffineerdere positieve verpakking van de opsluiting, echter, werd de strijd ertegen moeilijker te voeren. Toch is er altijd tegen de opsluiting geknokt. Zoals door de vrouwen van de eerste feministische golf die het opsluiten van hysterische vrouwen aanvochten.

In 1969 vormden deelnemers aan gesprekstherapieën in de psychiatrische polikliniek van de Heidelbergse universiteit het Socialistisch Patiënten Kollektief (SPK). De psychiater Wolfgang Huber was een van de leidende figuren. De groep zag geestesziekte als een protest tegen de kapitalistische klassenmaatschappij. Kapitalistische uitbuiting veroorzaakte volgens hen behalve materiële ook geestelijke armoede. De geneeskunde zou in dienst staan van winstbelangen en beheersing. Men zag in dat de psychiatrie disfunctionele arbeidskrachten monddood of weer bruikbaar moest maken voor het productieproces.  

De SPK wierp zich vol enthousiasme op scholing. Het geloof in het kapitalisme werd ontmaskerd als een collectieve neurose. En wie zou niet gek worden in zo'n samenleving die van leugens aan elkaar hangt? Actievoeren werd gezien als de beste therapie, als een bevrijding. Meer dan 300 patiënten sloten zich in korte tijd aan bij de groep. Enkele patiënten werden gewapenderhand bevrijd.  

De politieke agenda en de wervende kracht van de SPK waren de traditionele psychiaters een doorn in het oog. Huber werd ontslagen. Het SPK bezette daarop de afdelingen van zijn Heidelbergse kliniek. Die werden door de politie met veel geweld ontruimd. Een tiental actieve SPK-leden werd nog maandenlang vastgehouden.  

Na de ontruiming volgden nog talrijke huiszoekingen bij patiënten en hun familieleden. Een aantal van de SPK-leden dat zich nog op vrije voeten bevond dook onder. Hun collectieve therapie was door de gevestigde orde met succes als misdadig bestempeld. Het SPK moest zich opheffen. Een aantal van de ondergedoken leden, zoals Lutz Taufer en Hanna Krabbe, vormden daarna samen met anderen de Rote Armee Fraktion.  

Antipsychiatrie 

De SPK baseerde zich onder meer op de antipsychiatrie, een stroming die in de jaren '60 opkwam en haar hoogtepunt kende in het begin van de jaren '70. De Nederlander Jan Foudraine schreef Wie is niet van hout? en ook de boeken van antipsychiaters als Szasz, Laing en Cooper waren bestsellers. Ze klaagden de wantoestanden in de psychiatrie aan en morrelden aan de fundamenten.  

Psychiaters werden herkend als de sociale politieagenten die mensen opsluiten die gek worden van de onrechtvaardige maatschappij. Draait een vrouw door na mishandeling door haar man, dan sluiten ze haar een tijdje op, stoppen haar vol met pillen en het heilige gezin en de patriarchale orde zijn gered. Psychiaters wijzen uitsluitend naar de slachtoffers en niet naar de maatschappij.  

Veel antipsychiaters richtten alternatieven op om te laten zien dat het ook anders kan. Dat waren kleinschalige projecten waarin de patiënten tot zichzelf konden komen. Ze kregen geen medicijnen en er werd hen geen strobreed in de weg gelegd. Dat het in die experimentele huizen vaak een zootje werd vond men geen probleem. Het ging erom dat de patiënten hun problemen en psychoses doorleefden, uitleefden.  

De antipsychiatrie had een nogal heldhaftig beeld van de patiënt. Die zou zich als een eenzame revolutionair - door gek te zijn en te doen - in extreme mate verzetten tegen de heersende orde met haar repressieve normen en waarden. Hij zou zich zo ontdoen van alle frustraties veroorzaakt door onmacht. De patiënt was in de ogen van de antipsychiatrie de nieuwe zelfgemaakte mens die niet meer braaf naar kantoor, fabriek of aanrecht liep, en die niet meer ja en amen tegen pa en ma zei. Het waren de nieuwe helden die de ellende van machtsmisbruik doorleefd en overwonnen hadden. De genezen ex-patiënt zou op den duur een stadium bereiken waarin men zich niets meer aantrekt van de macht.  

Maar helaas: zodra ze buiten de beschermde wereld van de experimentele antipsychiatriehuizen kwamen zaten ze met een levensgroot probleem. De wereld om hen heen was niet mee veranderd. Dezelfde mensen waren nog steeds de baas. En maar weinig mensen in de samenleving wilden iets te maken hebben met ex-psychiatrische patiënten. Machteloosheid en eenzaamheid bij ontslagen patiënten waren het gevolg.  

Tijdens hun experimenten hielden de antipsychiaters zich op de achtergrond om hun patiënten niet te hinderen bij hun persoonlijke revolutie. Nadeel daarvan was dat de patiënten niet veel oefening hadden in de confrontaties met machtiger personen om hen heen. 

Democratische psychiatrie  

Veel antipsychiatrische projecten mislukten jammerlijk. Een groep Italiaanse psychiaters zat niet bij de pakken neer en ontwikkelde na dit debacle de democratische psychiatrie. Een van hen was Franco Basaglia.  

De democratische psychiatrie deelde de kritiek van de antipsychiaters op de gevestigde inrichtingen. De democratische psychiaters hadden echter een volstrekt andere visie op mens en maatschappij. Ging de antipsychiatrie nog uit van een soort marxistisch-leninistische voorhoede van patiënten, de democratische psychiatrie koos voor een meer anarchistisch uitgangspunt.  

De mens werd veel meer opgevat als een wezen dat anderen nodig heeft en niet losgezien kan worden van zijn omgeving. Slechts door die omgeving mede te veranderen kan een poging van mensen om zichzelf te veranderen succesvol zijn. Individuele revolutionairen bestaan niet, kwam de democratische psychiatrie tot de conclusie. Het moet collectief.  

De democratische psychiatrie erkende de extreme onmacht van psychiatrische patiënten om hun eigen leven vorm te geven. Daarom probeerde deze psychiatrie haar verzet meer nadrukkelijk te koppelen aan die van de rest van de linkse beweging die strijd levert voor een betere, minder hiërarchische wereld. Juist de individualisering werd als probleem aangewezen.  

Niet alleen mishandeling, uitbuiting, armoede en werkloosheid zorgen ervoor dat mensen niet meer kunnen omgaan met stressvolle gebeurtenissen in het leven zoals geboorte, dood, ziekte en het verbreken van relaties. Door de individualisering vangen mensen elkaar steeds minder op en staan we er alleen voor.  

De democratische psychiatrie gaat er dus vanuit dat behalve de psychiatrie en de patiënt ook de hele samenleving op de helling moet. Patiënten kunnen alleen genezen als de werkelijke oorzaken van hun 'ziekte' aangepakt worden. Misschien ligt de genezing wel in een gezamenlijke strijd tegen hen die de samenleving beheersen en zo mensen gek maken. Het geheim van de vreugde is verzet.  

Omdat we allemaal in dezelfde maatschappij leven, en door hetzelfde systeem onderdrukt worden, moeten we ons allemaal samen verzetten. Samen bouwen aan en betere wereld, de democratische psychiater en de patiënt. De democratische psychiater zal dan ook zijn witte jas moeten uittrekken. De strijd voor gelijkwaardigheid begint binnen de beweging. Er kwam een horizontale structuur in de democratische psychiatrische instellingen, geen geïnstitutionaliseerde machtsverschillen meer.  

Gezamenlijkheid 

Patiënten zijn de zwaksten in de samenleving. Het was een rare kronkel van de antipsychiatrie om daar hun revolutionaire hoop op te vestigen. In de war zijn is zeker niet het meest gunstige uitgangspunt om veranderingen te bevechten. Het beeld dat de antipsychiaters van hun patiënten hadden was ver verwijderd van de realiteit.  

Psychiatrische patiënten zijn vaak erg onzeker van zichzelf en hebben veel steun nodig. Ze zijn waanzinnig de grond in geboord en hebben net als iedereen aandacht en menselijke warmte nodig. De hulpverleners, mensen die nog niet gek geworden zijn van de onderdrukking, dienen hen erbij te houden en op te vangen. Er moet regelmaat geboden worden, de zekerheid dat de anderen er zullen zijn. Eenzaamheid en het idee er alleen voor te staan is een van de ergste dingen die je kunnen over komen.  

In de democratische psychiatrie wordt daarom gestreefd naar gezamenlijkheid. Samen eten, samen actie voeren, elkaar helpen, leren dat menselijke problemen juist niet door professionals kunnen worden opgelost. Om de kracht te hervinden om door te gaan moeten patiënten een zekere maatschappelijke acceptatie veroveren.  

Ze moeten zichzelf enigszins aanpassen met het oog op de mogelijkheden strijd te leveren voor een betere maatschappij. Ze moeten toch geld hebben om te kunnen leven, en in staat zijn te werken of een uitkering te regelen. Ze kunnen zichzelf niet buiten de samenleving plaatsen. Mensen leven altijd met anderen samen. De democratische psychiatrie wandelt op het smalle pad van jezelf aanpassen en de wereld veranderen.  

Democratische psychiaters strijden samen met hun cliënten, want het heeft als hulpverlener geen zin om te doen alsof het probleem uitsluitend bij de patiënt ligt. De eigen positie als psychiater moet ook ter discussie. De psychiatrie hoeft niet direct afgeschaft, want er is nog geen zelfbepaald alternatief. Maar afschaffing is wel het einddoel. Als hulpverlener betaald en bepaald te worden door de staat is dan onlogisch. Samen uit, samen thuis.  

Gekkenbeweging 

Dat is het uitgangspunt van democratisch psychiatrische basisgroepen, zoals bijvoorbeeld de Socialistische Selbsthilfe Köln. In dat project houden honderden mensen samen hun hoofd boven water via allerlei zelfbepaalde initiatieven. De psychiatrische tegenbeweging gaf eigen krantjes uit, zoals de gekken-krant. Er werden internationale netwerken opgezet, men manifesteerde en demonstreerde, knokte met de politie, en richtte alternatieven op. De Cliëntenbond werd opgericht. Dat was een soort vakbond, die helaas net als haar economische collega's niet erg radicaal was.   

Ook de Nationale Anti Shock Actie (NASA) werd opgericht. Die voerde onder meer actie in Den Haag bij de opening van een nieuwe afdeling in de inrichting Bloemendaal. Die zat volgepropt met ontelbare camera's en andere apparatuur. De politie greep in, wat de NASA-leden duidelijk maakte welke enorme staatsbelangen er bij de psychiatrie spelen.  

Dat bleek ook uit de gebeurtenissen in Dennendal, een inrichting waar de hulpverleners de beheersingstechnieken overboord zetten. Met veel geweld werd er door de politie ontruimd en werden de onwillige hulpverleners gearresteerd. Het was daarna voor het grote internationale congres Psychipol niet moeilijk aan te tonen dat de psychiatrie een onderdrukkingssysteem is. Rond dit congres werd ook de Helse Hex opgericht, een opvanghuis voor vrouwen die vluchtten uit de psychiatrie of die er dreigden opgesloten te worden.  

In de loop van de jaren '80 werden als een soort laatste stuiptrekking van de gekkenbeweging nog meer Wegloophuizen Psychiatrie opgericht. Veelal door studenten, want het patiëntenverzet was met politiegeweld de kop ingedrukt en daarna ingekapseld. Op het hoogtepunt waren er een stuk of tien wegloophuizen. In deze kleinschalige huizen - met meestal vijf tot tien bewoners en evenveel medewerkers - konden patiënten hun 'medicatie' afbouwen. Zonder dat er een psychiater aan te pas kwam. De wegloophuizen hadden geen dwangmiddelen en hadden die ook niet nodig.  

Veel patiënten zagen kans uit de Psychiatrische Ziekenhuizen (PZ-en) te ontsnappen, soms daarbij gesteund door het lagere personeel van de psychiatrische ziekenhuizen. Vanuit de wegloophuizen werden ook acties gevoerd tegen isoleercellen en elektroshocks.  

In de loop der jaren werden de huizen een voor een gesloten. Slechts een handje vol bestaat nog in de oude vorm. Het politieke elan is weggeëbd en sommige huizen verworden langzamerhand tot onderdeel van de reguliere psychiatrie, tot opleidingsplek voor toekomstig PZ-personeel. 

Inkapseling 

De beweging raakte in de jaren '80 volledig gedepolitiseerd en ingekapseld. Na de wegloophuizen kwamen de inloophuizen, de klachtenbureau's, de Landelijke Patiënten Raden en de Patiënten Vertrouwens Personen. De grondslagen van de psychiatrie stonden niet meer ter discussie.  

Een deel van de beweging is het gelukt om door de overheid serieus genomen te worden als gesprekspartner. De overheid kon namelijk tijdens de bezuinigingen van de jaren '80 best wat extra druk op de gevestigde psychiatrie gebruiken. De beweging werd als hefboom gebruikt om de psychiatrie goedkoper te maken. De overheid steunde het streven naar kleinschaligheid omdat dat goedkoper was dan de logge grootschalige Psychiatrische Ziekenhuizen.  

Organisaties als de Cliëntenbond lieten zich die aandacht lekker aanleunen en namen geen risico meer. Maar de veranderingen werden nauwelijks beïnvloed door de beweging. Men mocht een handtekening zetten: maatregel goedgekeurd door de Cliëntenbond. Nu de bezuinigingen er door zijn laat de overheid de restanten van de beweging weer net zo gemakkelijk vallen.  

De beweging krijgt ook nauwelijks nog maatschappelijke steun. Kritisch en links zijn is uit. Veel mensen denken dat het nu wel goed gaat in de psychiatrie. De ideeën van de tegenbeweging lijken inmiddels gemeengoed. De massale inrichtingen lijken inderdaad plaats te maken voor de kleinschalige Multi-Functionele Eenheden (MFE's). Daar worden cliënten korter en dichter bij huis opgenomen, waardoor de sociale netwerken van de cliënten niet uiteenvallen. De psychiaters bleven wel de baas. En was het nu daar niet om te doen?  

Na jarenlange voorbereidingen werd in 1994 de wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) ingevoerd. Dat leek een verlaat succesje voor de beweging. De wet leek bedoeld als een soort bescherming tegen overactieve psychiaters, die mensen "voor hun eigen bestwil" opsloten. Je kan nu officieel alleen nog gedwongen opgenomen worden als je volgens een psychiater een gevaar vormt voor je omgeving. Hij hoeft in werkelijkheid nog steeds alleen maar te vermoeden dat je een misdaad gaat plegen om je op te sluiten, een regeling waar justitie alleen maar van kan dromen.  

Binnen een jaar na de invoering van de wet drong de Hoofdinspectie van Volksgezondheid - een orgaan bestaande uit ambtenaren die psychiater zijn - erop aan dat psychiaters dat "gevaar voor de omgeving" ruim interpreteren. Met andere woorden: of psychiaters hun dwangopnames maar willen rechtvaardigen in termen van gevaar. Steeds meer trieste, tragische mensen worden daardoor nu als gevaar gedefinieerd. Soms wordt de werkelijkheid zelfs volledig omgedraaid. Mensen die het slachtoffer dreigen te worden van geweld door intolerante buren worden gewoon opgehaald, terwijl de agressieve buren op vrije voeten blijven.  

Pillen 

Terwijl de massale inrichtingen leeglopen en de MFE's als paddestoelen uit de grond schieten worden er ook steeds meer mensen met psychiatrische problemen opgesloten in gewone bajessen. Daar maakt het pas ingevoerde sobere regime met haar beperkte luchten, bezoek en recreatie gevangenen ook langzaam gek. Gevangenen zitten dagenlang alleen op de cel. Ook worden steeds meer mensen buiten de psychiatrie om door psychiaters beheerst.  

Zo wordt er nu gewerkt aan een regeling voor "ambulante dwangbehandeling" voor zwervers. Die moeten dan maandelijks langskomen bij de psychiater om zich vol chemische stoffen te laten spuiten. Kom je niet opdagen dan wacht je een dwangopname.

Om patiënten te dwingen zich regelmatig te melden worden nu al regelmatig maandelijkse depot-injecties gegeven met een chemisch middel dat zeer hinderlijke bijwerkingen heeft. Een ander middel dat die bijwerkingen tegengaat wordt dan in dagelijkse of wekelijkse porties verstrekt om een regelmatig melden af te dwingen.  

Steeds meer mensen hoeven niet meer gedwongen te worden. Ze worden niet meer opgesloten achter tralies, maar in hun eigen hoofd. In 1980 slikten al zo'n 240 duizend Nederlanders dagelijks vrijwillig psychofarmaca. In 1987 slikte al meer dan 10% van de Amsterdamse vrouwen meer dan een jaar lang kalmerende middelen. Gemiddeld 16 jaar lang! Ook ouderen en kinderen worden steeds meer volgepropt met pillen.  

Er zijn zelfs al  medicijnen voor 'hyperactieve' kinderen die niet netjes in rijtjes in de klas willen zitten en die kattenkwaad uithalen. Kinderen die zich niet eenvoudig laten vormen tot de nuttige radertjes die het systeem nodig heeft. De kinderen zouden volgens de psychiaters een hersenbeschadiging hebben opgelopen, maar zijn in werkelijkheid afkomstig uit lagere milieus met minder strakke gewoonten. Leerkrachten en ouders worden nu geadviseerd hun kinderen vol te plempen met middelen als Retalin en Clonidine.  

Kinderpsychiater Gunning van het AMC in Amsterdam: "Het gekke is dat overbewegelijke kinderen zelf hun gedrag niet lastig vinden. Waar ze last van ondervinden is het voortdurende gemopper van de ouders, de juf of de meester." Heel wat van deze kinderen worden in de psychiatrie opgenomen. Om dat te voorkomen beveelt Gunning Retalin aan: "Het mooiste wat je met medicatie kunt bereiken is als de leerkracht zegt dat het kind niet langer opvalt in de klas. In Amerika staat soms tien procent van de kinderen in een klas op Retalin." 

Ypsilon 

De farmaceutische industrie steunt de medische onderzoekers die steeds weer met nieuwe biologische afwijkingen voor de dag komen zoals aandachtsstoornissen, hyperactiviteit en 'minimal brain dysfunction'. Men probeert steeds sociale problemen in medische termen te gieten en er dan pillen voor te verkopen. Een miljardenbusiness, gestimuleerd door de overheid die ook ontdekt heeft dat pillen geven goedkoper is dan therapie.  

De farmaceutische industrie heeft ook Ypsilon opgericht, een organisatie van ouders van psychiatrische patiënten. De industrie pompt jaarlijks miljoenen in verenigingen als Ypsilon. Die zeggen de belangen van hun kinderen te behartigen. Maar daar was de Cliëntenbond toch al voor opgericht?  

Ypsilon pleit altijd voor dwangbehandeling en voor meer medicatie. En de industrie hoopt dat de Ypsilon-ouders erop toezien dat hun kinderen netjes hun pillen innemen. De oorlog in het patriarchale gezin is nog lang niet afgelopen.  

Voormalig antipsychiater Van Ree zegt daar nu over: "Geen ouder wil zijn kind psychotisch maken". Hij bevestigt daarmee de mythe van de gelukkige reclame-gezinnetjes en ontkent de realiteit van pakweg een derde van alle Nederlandse vrouwen. Die hebben binnen het gezin wel eens te maken met een of andere vorm van geweld. Een op de zeven meisjes wordt seksueel misbruikt door vader of buurman. Gewone mishandeling of misbruik komen daar nog eens bij. Nog steeds zit de psychiatrie vol vrouwen die jarenlang seksueel mishandeld werden. En sommige hulpverleners doen dat nog een dunnetjes over.  

De farmaceutische industrie lijkt oppermachtig. Onlangs kreeg de industrie zelfs toestemming voor medische experimenten op wilsonbekwamen, waaronder ook sommige psychiatrische patiënten. Het gaat om experimenten waar de patiënten zelf niets beter van worden. Ze kunnen meestal niet aangeven of ze lijden en kunnen niet met de proeven stoppen als ze dat willen. Medische specialisten gaven toe dat ze de patiënten meestal sowieso niet van het onderzoek vertellen.  

Dit soort proeven was na de nazi-tijd verboden, maar nu wordt het zelfbeschikkingsrecht van patiënten ondergeschikt gemaakt aan de winsten van de industrie. Zonder tegenbeweging ligt de weg open voor wantoestanden. Er wordt weer meer geshockt, er zijn meer hersenoperaties, en wordt er weer meer gebruik gemaakt van isoleercellen. Die waren onder druk van de tegenbeweging verboden, maar direct daarna weer ingevoerd onder de naam separeercel of nog mooier: separette. Iedere patiënt brengt nu weer gemiddeld 172 uur per jaar in de isoleer door. 

Het aantal klachten van patiënten neemt dan ook weer snel toe. En de armoede in de Psychiatrische Ziekenhuizen ook. Het zak en kleedgeld is de afgelopen twintig jaar nauwelijks verhoogd. In de recente troonrede waren psychiatrische patiënten de enigen die nog moesten inleveren. De overheid hoopt op hen nog 20 miljoen te besparen door de eigen bijdrage voor hun behandeling met 450 gulden te verhogen. 

Eric Krebbers

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1997