Uit: Ravage #244 van 17 oktober 1997
Nico leeft weer
Scapino brengt modern en vernieuwend ballet
Dromerig en niet helemaal van deze wereld. Eenzelvig. Zo wordt Nico omschreven, een legendarische zangeres van Duitse afkomst. Haar grillige muzikale vernuft en ijzingwekkend mooie stem hebben choreograaf Ed Wubbe verleid tot het maken van een balletvoorstelling. John Cale schreef de muziek. Momenteel tourt het Scapino Ballet met het avondvullende Nico door Nederland.
Het is muisstil in de zaal. In het felwitte licht zet Charlotte Baines haar laatste danspassen. Slechts de aanraking met de vloer en haar schokkerige ademhaling zijn hoorbaar. Dan weer die ijzingwekkende door merg en been gaande stem van de Nico, acapella op tape.
Since the first of you and me Here and there We lose the direction everywhere Shrieking city sounds shiver in my veins In flames I run In flames I run Waiting for the sign to come Will you spell the words for me Will you spell the words for me To hear Nibelungen Nibelungen Nibelungen landHet licht dooft, voor even kun je een speld horen vallen. Verstild, door zoveel schoonheid. Het toneeldoek valt. Een klaterend applaus houdt minutenlang aan.
Alles van waarde is weerloos. Deze woorden van Lucebert schoten door me heen bij het bericht dat op 18 juli 1988 door het ANP werd verspreid. 'Zangeres Nico, voormalig muzikante van de Velvet Underground, is op Ibiza overleden als gevolg van een val met haar fiets. Ze is net geen vijftig geworden.' De valpartij is mogelijk het gevolg geweest van een overdosis aan drugs. Helemaal zeker is dat niet.
De gelijkenis met het destructieve roemruchte leven en de voorspelbare vroege dood van Jim Morrisson, één van haar minnaars, gaat dan ook in meerdere opzichten op. Het moet 1983 zijn geweest dat ik haar voor het laatst heb zien optreden in Paradiso. Een magere, slecht uitziende vrouw, gebogen over haar harmonium. Haar stem klonk koud en getergd. Nico was bij het naderende einde van haar leven een menselijk wrak, leeggezogen door de heroïne.
Christa Päffgen werd in 1938 in Keulen geboren, waarna ze acht jaar later met haar moeder naar Berlijn verhuisde. Daar werd ze in 1953 door een mode-fotograaf ontdekt. Christa, lang, blond en tenger, ging naar Parijs waar ze poseerde voor Vogue en Elle en een filmrol speelde in Fillini's La Dolce Vita. Het kind dat ze kreeg van acteur Alain Delon, zou ze na twee jaar afstaan aan diens moeder. Na kortstondige relaties met een aantal rocksterren kwam ze als chanteuse bij de Velvet Underground terecht. Ze noemde zichzelf inmiddels Nico, een naam die een voormalige vriend haar ooit had gegeven.
Het was Andy Warhol die Nico begin 1965 koppelde aan de Velvet Underground en daarmee aan John Cale. Nico zong op de 'bananen-lp' van de Underground de nummers 'I'll be your mirror', 'Femme Fatale' en 'All Tomorrows Parties'. Na een fikse ruzie met Lou Reed verliet ze de band om in 1968 haar eerste echte solo-album The Marble Index op te nemen, geproduceerd door haar muzikale vriend John Cale die eveneens de Velvet Underground had verlaten.
De altviool van Cale, het harmonium van Nico en haar indrukwekkende stemgeluid resulteerden in een unieke muzikale stijl, bijna te mooi om naar te luisteren. Kort daarna namen Cale en Nico de lp Desertshore op, dat met de Marble Index als haar beste werk wordt beschouwd. Volgens Cale was de muziek die Nico maakte autobiografisch. Zo bezingt ze in het melancholieke 'Abschied' op Desertshore de dood van haar moeder.
Den heulenden Jubel erkenne ich nicht Der mir den heiligen Frieden zerbricht Sein schweigender Mund, seine schlafende Brust Harren zärtlich der süssen Lust'Dromerig en niet helemaal van deze wereld. Eenzelvig'. Zo omschreef haar tante Helma haar later in de documentaire Nico-Icon gemaakt door Suzanne Ofteringer. Nico probeerde pessimistisch te klinken maar ondanks zichzelf maakte ze soms mooie lichte liedjes. Volgens John Cale was Nico een meisje, maar dat probeerde ze weg te drukken en gek genoeg kwam dit terug in haar muziek. Vlak voor haar dood liet ze hem liedjes zien die ze had geschreven. 'Ze was voortdurend aan het werk en de melodieën werden mooier en mooier, terwijl ze zelf steeds verder wegdreef', zei Cale onlangs over haar in de NRC.
"De innerlijke strijd tussen vernietigende en scheppende krachten komt in haar muziek tot uiting. Dat is wat me inspireert." Aan het woord is Ed Wubbe, huischoreograaf van het Rotterdamse Scapino Ballet. Wubbe kwam in 1985 via een van de kostuumontwerpsters van Scapino met de Gotische en dwarse muziek van Nico in aanraking. "Nico klinkt vaak net alsof de zangmelodie haar pas op het moment van zingen invalt. Zo'n stroom van volstrekte plotse, en vaak tegengestelde gedachten die nooit afgewerkt zijn, dat is waar ik in de beweging mee wil werken."
Ed Wubbe kwam al vrij snel op het idee om de muziek van Nico in ballet uit te gaan voeren, maar het moest geen biografie worden. "Dans is voor mij in eerste instantie een kunstvorm waarin je het onzegbare, een niet nader te formuleren emotie, prachtig neer kunt zetten." Het gaat bij Wubbe ook meer om het gevoel dat de muziek van Nico hem geeft. "Het refereert bij mij aan een dwang tot destructie die ik in mijzelf herken, maar waar ik als weldenkend mens niets mee doe."
Van meet af aan wilde Wubbe live muziek op het toneel en niet alleen een muziekband met Nico-covernummers. Hij koesterde de wens om John Cale nieuwe muziek te laten componeren bij de voorstelling. Voorafgaande een concert van Cale vorig jaar in Paradiso had Wubbe weinig woorden nodig om de componist over de streep te trekken. John Cale schreef 'Iceberg 1', 'Iceberg 2', 'Ny Underground', 'Modelling', 'Espana', 'Heroin', 'Ari Sleepy Too', 'New York Underground', 'Night Club Theme', 'Jim' en 'Death Camp' voor strijksextet, piano, keyboard, percussie en elektrische gitaar. De negen muzikanten die het balletgezelschap tijdens de voorstelling begeleiden hebben zich voor de gelegenheid 'Ice Nine' genoemd. In november duikt men met Cale de studio in om het een en ander op cd te zetten.
Op 4 oktober beleefde de dansvoorstelling Nico haar wereldpremière in de Schouwburg van Rotterdam. Aan de achterzijde op het podium staan de musici van Ice Nine geposteerd. Onder begeleiding van het openingsnummer 'Introduction' wordt een korte underground-film vertoond waarin flarden van Nico voor komen. In gepast 'doemgrijs' gekleed betreden dansers van het Scapino-gezelschap het podium en maken gracieuze bewegingen op de klanken van Cale's composities. Sommige dansbewegingen zijn zo mooi, dat de muziek naar de achtergrond verdwijnt.
Het Scapino Ballet Rotterdam is samengesteld uit verschillende nationaliteiten. Het lijkt Ajax wel. Met dansprodukties als 'Perfect Skin', 'Kathleen' en 'Romeo & Julia' van choreograaf en artistiek leider Ed Wubbe heeft het gezelschap de status van eigentijds dansgezelschap onderstreept. De voorstellingen worden als vernieuwend en energiek beschouwd. Ze bevatten thema's die de sociaal culturele en maatschappelijke ontwikkelingen in de internationale samenleving reflecteren.
Hoewel de muziek van Nico een sterke jaren zestig en zeventig atmosfeer uitstraalt, blijken de jeugdige dansers van Scapino deze sfeer goed aan te voelen. De voorstelling boeit, totdat 'Janitor of Lunacy' van Nico ten tonele wordt gevoerd. Er stokt iets.
Janitor of Lunacy Identify my destiny Revive the living dream Forgive the begging screamHet ligt niet aan de kwaliteit van de Nico-song. De nummers die gekozen zijn kunnen met een gerust hart tot het allerbeste uit haar oeuvre bestempeld worden. Maar het is de wisseling in geluidskwaliteit die breukvlakken creëert in het avondvullende programma. Het live gebrachte moderne werk van Cale overtroeft het jaren zestig geluid dat de tape van Nico voortbrengt. De muziek klinkt uitstekend uit de speakers in een vaal zolderkamertje bij kaarslicht, maar in de schouwburg doet het kaal en kil aan. De virtuoze danspartijen die van constante kwaliteit zijn kunnen dit mankement niet verbloemen.
De vraag is waarom ook deze nummers niet worden uitgevoerd door Ice Nine, met de bijbehorende zangstem van Nico op band. Daar komt nog bij dat de complexe composities van John Cale niet klakkeloos aansluiten bij het verouderde en wat eenvoudigere werk van Nico. Dit, gekoppeld aan een overgang van fel naar stemmig toneellicht, komt Nico als concept-voorstelling niet ten goede.
Have someone else's Will as your own You are beautiful And you are aloneUit het labyrintachtige 'Afraid', waarin Nico zingt over haar innerlijke veranderingen. Naast 'Nibelungen', waarmee de balletvoorstelling eindigt, behoort 'Iceberg 2' tot de hoogtepunten van de avond. 'Iceberg' gaat over Nico; hoe ze als blonde ongenaakbare schoonheid veranderde in een zwarte ijsberg. Het is een romantisch en dromerig stuk, uitgevoerd op gitaar en altviolen. De dansers maken het tot een perfect geheel.
Gelet op de intensiteit van het applaus na afloop van de voorstelling kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat het met name de musici waren die bejubeld werden. De nieuwe muziek van John Cale die Ice Nine ten gehore bracht was weliswaar indrukwekkend, maar dat maakte de fabuleuze inspanningen van de veertig dansers er voor mij niet minder op. Volgende keer toch weer die musici in de orkestbak?
De dansvoorstelling Nico is naast een artistiek hoogstandje vooral een vernieuwend werkstuk. Het verbindt moeiteloos de toegankelijkheid van de rockmuziek met het elitaire karakter dat ballet vandaag de dag nog altijd heeft. Aan de lokaties waar de voorstellingen van Nico plaats zullen vinden hangt dan ook een stevig prijskaartje. Onaantrekkelijk voor een jeugdig publiek.
Scapino en Ice Nine zouden zich ongekend populair maken, indien men zich naast de schouwburgen ook zal vertonen in de concertzalen van dit land. Het werk leent zich er uitstekend voor. De muziekgroep The Ex heeft in 1994 iets dergelijks ondernomen in het kader van de experimentele serie Popmuziek & Eigentijdse Dans. En met succes. Nico weer in Paradiso, waarom niet?
Alex van Veen
Platen van Nico: The Marble Index (1968/1991, Elektra), Desertshore (1971, Reprise).