Uit: Ravage #244 van 17 oktober 1997
De pvda en wapenhandel
Met de verkiezingen in zicht begeeft de politiek zich weer onder het volk op jacht naar de broodnodiqe stemmen. De holste en meest banale retoriek wordt hiervoor in de strijd gegooid. De PvdA spant voorlopig de kroon. Met een heuse 'Krachttour voor Veiligheid en Gastvrijheid', aangevoerd door staatssecretaris Schmitz en minister Pronk trokken 'de rooien' onlangs door acht universiteitssteden waaronder Groningen. Thema aldaar: Europese wapenhandel bedreigt Afrikaanse veiligheid.
Peter Volten (directeur van het Centrum voor Europese Veiligheidstudies) en journalist en wapenhandelwatcher Paul Rusman mochten inleidend enkele open deuren intrappen, waarna Jan Pronk reageerde. Volten opende met een theoretisch verhaal over het begrip veiligheid en hoopte prikkelend te zijn met zijn stelling dat veiligheid in de eerste plaats werd bedreigd door machtsvacua en dat wapenhandel nooit de motor maar 'slechts' de brandstof of katalysator was voor conflicten.
Rusman reageerde met een historisch betoog dat wel heel erg in het verleden bleef hangen. Nederlandse leveranties aan het Nigeriaanse bewind tijdens de Biafraanse oorlog en de geheime transacties met het apartheidsbewind in Zuid-Afrika vormden hierin de hoofdmoot. En passant lanceerde Rusman nog een pleidooi voor de instelling van een 'armotheek'. In plaats van wapens tweedehands te verkopen zouden armere landen wapens kunnen lenen, bijvoorbeeld voor Afrikaanse interventies in rumoerige landen als Sierra Leone.
Over de Nederlandse verkoop van ruim zeshonderd YPR pantservoertuigen plus munitie aan Egypte twee jaar terug (240 miljoen piek die met een omweg in de pot van Defensie belandt) geen woord. Hoewel het de grootste order richting Afrika van de afgelopen jaren was, deed Pronk de deal af alsof het een paar kruimels betrof. Bovendien meende Pronk met een nieuwtje te komen waarvan gaandeweg bleek dat het weinig om handen had.
Sinds dit jaar levert Nederland geen wapens meer aan Afrika, betoogde hij trots. Om dit succesje vervolgens in een aantal stappen te reduceren tot wat feitelijk al jaren de praktijk is. Want Afrika was in dit geval het Afrika ten zuiden van de Sahara, en ook Zuid-Afrika viel, als enig fatsoenlijk bestuurd Afrikaans land, buiten de zwarte lijst.
In laatste instantie nuanceerde Pronk zijn oorspronkelijk nogal stellig klinkende uitspraak nog eens heel subtiel: aan de groep Afrikaanse landen die nog resteerde werd 'in principe' niet geleverd. Want zoals we allemaal wel wisten, zijn die ambtenaren bij Economische Zaken nooit helemaal te vertrouwen. Als het maar even kan knijpen ze daar graag een oogje dicht wanneer er wat geld verdiend kan worden in Afrika. Kortom, Pronk's stille diplomatie ten spijt is het business as usual.
Pronk had verder voor de geïnteresseerde toehoorder nog een paar prikkelende uitspraken in petto waaruit slechts viel te concluderen dat Jan dikke maatjes is met collega Joris van Defensie. Sterker nog: binnen de PvdA was Pronk nog de enige die tegen een verlaging van de defensiebegroting was. Als humanitair bolwerk in deze boze wereld vol oorlog en ellende, ruimt onze krijgsmacht netjes mijnen en werkt het op oproepbasis waar dan ook voor vrede en veiligheid.
Het was dan ook zo jammer dat door het falen in Srebrenica en ander Nederlands wangedrag elders de interventiediscussie zo goed als doodgebloed was. Uitsmijter van de avond: dat Defensie zoveel wapens in de uitverkoop deed viel dit zielige departement zelf niet te verwijten. Door zware bezuinigingen genoodzaakt had het weinig keus. Met verkoop van wat oude spulletje kon het nu gelukkig nog net het hoofd boven water houden.
Voor wie dacht in Pronk de dissident binnen dit kabinet te zien, was deze avond ongetwijfeld een eyeopener. Voor degene met een meer sceptische blik een dankbare bevestiging van haar ideeën.
Frank Slijper, AMOK-Noord