Naar archief

UIT: Ravage #227 van 24 januari 1997

Het weekboek van 

Susan Smit 

Je bent 22 jaar, studeert 'Culturele Studies Publicistiek', doet modellenwerk en schrijft voor life-style tijdschriften als 'Bassic Groove' en 'Illusions'. Wat ligt er dan meer voor de hand dan stage lopen bij Actieblad Ravage. Susan Smit legde haar ervaringen van de afgelopen week vast in een weekboek, en gunt je een blik in de keuken van Ravage.  

Maandag 13 januari 1997 

Als ik om tien uur aanbel bij Ravage doet er niemand open. Bij de bel hangt een vergeeld briefje waarop staat 'hard drukken', dus dat doe ik dan ook langdurig. Maar tevergeefs. Ik ken inmiddels de vrijblijvende sfeer die er heerst bij Ravage (waarschijnlijk slaapt iedereen uit van het weekend) dus ik maak me niet druk. Ik besluit een kop thee te gaan drinken bij de kroeg op de hoek. Er zitten een paar pauzerende bouwvakkers een kop koffie te drinken en een verstokte alcoholist staart in zijn glas jenever. Stilte. Ik heb nooit begrepen waarom bepaalde mannen een café opzoeken om daar vervolgens een paar uur zwijgend voor zich uit te kijken. Op zulke momenten staat het mannelijk geslacht ver van me af. 

Als ik het om een uur of elf opnieuw bij Ravage probeer, doet Freek (Kallenberg) de deur voor me open. Ik installeer me voor de kachel en bekijk de post. Een aantal elementen maakt de redactieruimte van Ravage heel prettig; er is een warme kachel, immer verse thee en koffie, droge humor en op de achtergrond klassieke muziek. Om half een stapt Marc de redactieruimte binnen met de groet 'Dag kameraden!', waar Alex grijnzend bezwaar tegen maakt. Marc maakt er 'Dag kameraden... en Alex' van en dan is het goed. De vergadering kan beginnen. 

De vijf vaste redactieleden (Freek, Marc, Alex, Rob en Guido) evalueren het afgelopen nummer. Ik neem, als splinternieuwe stagiaire, een afwachtende houding aan. Het valt me op dat alle jongens een beetje mompelend praten en moeilijk het woord nemen. Toch voel je hun persoonlijke inzet wanneer de discussie op gang komt. Er komt een aantal dingen aan bod. De tekeningen van Joost worden goed ontvangen. De hoeveelheid advertenties wordt besproken. Het weekboek dat door de deelnemers van het Woon-Werkproject in Utrecht is geschreven vinden de meesten te oppervlakkig, wat mij niet zoveel moed geeft voor mijn aflevering. Ik ben waarschijnlijk niet 'strijdbaar' genoeg. Mijn linkse oriëntatie die in het studentenleven soms op bezwaren stuit, valt in Ravage-kringen juist op door 'softheid'. Verder wordt er besproken wat er in het volgende nummer gaat verschijnen. Marc wil iets schrijven over Alexander Brener, de man die een schilderij van Malevich in het Stedelijk Museum bekladde.   

Ik neem samen met Marc, die zich heeft opgeworpen als mijn stagebegeleider, direct na de vergadering de trein naar Utrecht. We hebben afgesproken met Michèl Post, een man die nogal radicale ideeën heeft over seksualiteit. Hij vindt dat er in radicaal linkse kringen te weinig aandacht aan seksualiteit gegeven wordt. In zijn artikelen pleit hij voor een 'seksualiteitsbeleving in anarchistisch perspectief'. Als ik zijn kamer binnenstap zie ik een enorm bed compleet met klamboe en witte kussens. Ik vraag me grijnzend af wat zich daar allemaal afspeelt, maar bedenk me tegelijkertijd dat ik in hokjes denk. Hij blijkt een sympathieke man te zijn met een heldere visie op de maatschappij. Mijn kritische vragen beantwoordt hij met een prettige bevlogenheid. Als we op de trein terug naar Amsterdam stappen is het al donker en vallen mijn ogen dicht van het monotone geluid. 

's Avonds ontmoet ik een nieuwe huisgenoot. Ik tref haar aan met een triest gezicht op haar bed temidden van talloze dozen. Ze klaagt dat ze zich zo eenzaam voelt omdat de televisie het nog niet doet. Een schokkende opmerking; het idee dat de televisie een heel sociaal leven in kan vullen. Maar ik ben vanavond schuldig aan hetzelfde, want de klassieker 'De stad was van ons' van Joost Seelen is op de televisie. Wat een stevige tijd was dat. 

Dinsdag 14 januari 

Sinds een jaar of zeven bekostig ik mijn studie met het doen van modellenwerk. Het is iets wat ik met wisselend plezier doe maar waar ik nooit een serieuze carrière van zou willen maken. Ik heb de arrogantie om te denken dat ik meer in mijn mars heb. Desalniettemin blijft het een manier om in relatief weinig tijd je huur te verdienen, zodat je tijd overhoudt voor leuker, onbetaald werk. Vandaag werk ik als 'levend element' voor een folder over tuinmeubilair. Erg spannend.  

Als ik in de studio in Driebergen aankom, word ik meteen doorgestuurd naar de visagiste. Deze klaagt over mijn bleke winterse huid en smeert me bijna van top tot teen in met bruine make-up. Zo doen de zomerjurkjes het beter. Ik ben voor vier uur geboekt en de mensen van de tuinmeubelfabrikant kijken zorgelijk als dit niet lijkt te lukken. Het budget loopt immers gevaar. Goddank heb ik hier niet iedere dag mee te maken.

's Avonds moet er schoongemaakt worden. Sinds de dochter van de huisbaas in de woongroep opgenomen is, worden we constant aangespoord de gezamenlijke ruimtes smetteloos te houden. Gisteren kregen we zelfs een brief waarin er gedreigd werd met het maandelijks inhuren van een schoonmaakbedrijf, op onze kosten uiteraard. Dus er zit niets anders op dan alle troep in een grote vuilniszak op de stoep te zetten en de hele boel schoon te soppen. We krijgen er nog lol in ook. Overmoedig stellen we een schoonmaakrooster op voor de komende maanden. Eens kijken wat daar van terecht komt. 

Woensdag 15 januari 

Negen uur. De wekker loopt af. Het is tijd om de tapes van het interview met Michèl Post uit te werken. Ik hoor hem vol vuur praten over feminisme, seksisme, leeftijdsnormen, neukdwang en monogamie. "Monogamie bestaat op twee manieren: of je bent ongelukkig of je liegt." Hij pleit voor polygamie, maar als hij vertelt over zijn vriendin die voor het eerst een 'vriendje ernaast' heeft merk ik dat zijn theorieën hem vooruit snellen. Hij neemt het op voor pedofilie en andere bijzondere vormen van liefde, en merkt bijna verlegen op dat hijzelf op leeftijdgenoten valt van het andere geslacht. Hoe burgerlijk! 

Het wordt interessant als hij heftig ageert tegen de seksuele normen die de maatschappij voor ons bedacht heeft. "Als anarchist probeer ik mijn politieke idealen van vrijheid en zelfbeschikking ook op mijn liefdesleven te betrekken. Ik wil zelf vorm geven aan mijn seksualiteit zonder me daarin te laten bepalen door alom heersende normen." Waar. [In Ravage #228 het artikel & het interview - red.] 

Om half één fiets ik naar De Pijp, richting Ravage. In de redactieruimte is het steenkoud want de kachel is nog niet aangezet. Marc vist naar een complimentje want hij heeft 's morgens de tent opgeruimd. Zelfs de beeldschermen van de computers zijn schoongemaakt. Om een uur of twee komen andere medewerkers binnendruppelen met broodjes van de bakker in hun hand. We bespreken het interview met Michèl Post en besluiten zijn theoretische essay over pedofilie 'De verboden seksualiteit van kinderen' naast het interview te publiceren. Het is een vrij extreem artikel waarin jongeren-volwassenen relaties in bepaalde omstandigheden worden verdedigd. Ik twijfel. De hysterie sinds Dutroux wordt op deze manier gerelativeerd en we hebben hier te maken met een persoonlijke mening. Maar ik maak me ook zorgen om de gevoelens van lezers die hier op een nare manier mee in aanraking zijn gekomen. De rest van de dag kort ik het artikel in op een manier die aan beide afwegingen recht doet. 

Om zes uur zit ik achter een goedkope dampende maaltijd in de Mensa met een paar studiegenoten. Sommigen lopen stage en anderen zijn met een scriptie bezig. Ik luister naar verhalen over een stage bij Endemol, wat ben ik blij dat ik niet aan die troep mee hoef te werken. Ravage mag dan klein zijn, maar het staat ergens voor. Na een paar biertjes in de kroeg gaan we naar De Brakke Grond. Theatergroep 'Mug met de gouden tand' speelt voor de laatste keer Co*star. Het is een satirische voorstelling die de commerciële kunstwereld belachelijk maakt. De hoeveelheid lucht, kitsch en vals sentiment wordt eens flink onder handen genomen. Sontag zei het al in Styles of radical will: 'De kunst van onze tijd doet luidruchtige oproepen tot stilte'. 

Donderdag 16 januari

De dag begint rustig bij Ravage. Ik bekijk de post, word wegwijs gemaakt op Internet en beantwoord de eerste telefoontjes. Marc laat me zijn muziektijdschrift Outcast lezen en vertelt over zijn radio-uitzending van gisteravond; die jongen gunt zich volgens mij niet eens tijd om te slapen. Alex bladert door het kraakthemanummer van De Groene Amsterdammer. De herhaling van de documentaire van Joost van Seelen heeft voor een complete kraakrevival gezorgd. Maar boven deze dagelijkse dingetjes hangt een sfeer van bezinning.  

Ravage verkeert momenteel in een kleine, doch hardnekkige identiteitscrisis. Wat willen we met dit blad bereiken en hoe pakken we dat aan? 'Groeien we naar een radicaal-linkse Groene Amsterdammer toe of blijven we een vergaarbak van los/vaste linkse initiatieven', schrijft Alex cynisch in een intern discussiestuk. Bereiken we onze doelgroep van jongeren (van 8 tot 80) met een gezond gevoel voor rechtvaardigheid wel volledig? Is Ravage wel herkenbaar genoeg? (een blad met een smoel, noemt Alex dat.) 'Zijn we een actieblad of een politiek-filosofisch blad', vraagt Marc zich hardop af. 

Er hangen nieuwe plannen in de lucht. Iedereen praat over een mogelijke verhuizing naar een geschiktere locatie. Het is wel een stap om de vertrouwde Van Ostadestraat te verlaten, maar een verandering van omgeving kan wonderen doen voor de sfeer. De meeste redactieleden zijn neutraal, maar Guido is fel tegen op een eventuele verhuizing. Sommige collega's zien een verandering van het formaat wel zitten. Ravage op magazineformaat is handzamer en zou de oplage vergroten. Maar zo'n verandering kost een flinke investering.  

Ook de verschijningsfrequentie staat ter discussie. Ravage kan een maandblad worden met daarnaast een wekelijks verschijnend nieuwskatern. Of in z'n geheel een maal per drie weken gaan verschijnen. Of zullen we gewoon maar tweewekelijks blijven? Verder is iedereen het erover eens dat de vormgeving beter moet en dat er meer aandacht aan cultuur moet worden besteed. Vier pagina's muziek, theater, film, exposities en literatuur zou in Ravage niet misstaan. Kunst is immers een veelbeproefd middel om kritiek op de maatschappij te uiten. Geëngageerde kunst genoeg. In ieder geval moet Ravage veelzijdiger, creatiever en origineler worden. De routine die er zo nu en dan insluipt moet weer plaats maken voor het heilige vuur van bevlogenheid.

Na nog een kop thee zet ik me aan een aankondiging van het Internationale Film Festival in Rotterdam. In het persmateriaal wordt een enorme hoeveelheid films gepresenteerd. Jammer genoeg zijn de persvoorstellingen pas eind januari te bekijken, dus ik moet me tevreden stellen met de schriftelijke informatie die gegeven wordt. La seconda volta van Mimmo Calopresti lijkt me een aanrader. De film toont de gevolgen van de bloedige aanslagen van de Rode Brigade in Italië voor zowel het slachtoffer en de dader. 

's Avonds zit ik met mijn vriend Menno in filmhuis Alhambra waar Breaking the waves me tot tranen roert. Het is een bizarre, niet-clichématige tranentrekker waarin een vrouw wordt verstoten uit een Schotse Anglicistische gemeenschap. De mensen zijn door de invloed van de kerk emotioneel afgestompt en accepteren haar vurige, licht-schizofrene gedrag niet. 

Vrijdag 17 januari 

Om twee uur heb ik een ontmoeting met de feministische kunstenares Toos Koeman, om haar expositie in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te bekijken. In de hal van het IISG komt er een oude, maar kwieke dame op me afgelopen. Trots laat ze me haar figuratieve schilderijen zien. Het zijn protesten tegen apartheid, kruisraketten, dictatuur in Zaïre en Chili en niet te vergeten de onderdrukking van vrouwen.  

"Ik kan me zo kwaad maken om de dingen die een Koran of een Bijbel over vrouwen zegt," zegt ze fel. "Dus besloot ik er ook maar een boek over te schrijven." Een paar jaar geleden verscheen haar boek Is een vrouw een mens? bij uitgeverij An Decker. Ik had aanvankelijk slechts een aankondiging van haar expositie in de rubriek Lokkers voor ogen. Maar deze vrouw heeft genoeg te vertellen voor een diepgaander artikel. Ik maak een afspraak voor volgende week. 

Vanavond is er een (late) nieuwjaarsborrel bij de Amsterdamse televisiezender AT5, waar Menno stage loopt bij de kunstredactie. AT5 is gelukkig niet meer de sensatiezender die ze was. De huidige directeur houdt een fantasieloze toespraak vol met cijfers en percentages. Menno fluistert 'Ik weet niet waar die man het over heeft', en er wordt gegniffeld. De man overhandigt de nieuwe eindredacteur Ton van Vreede symbolisch een zaktelefoon (elitair!) en besluit met 'Het lijkt of we er zijn maar we zijn er nog niet'. De werknemers blijken over meer inzet en betrokkenheid te beschikken. Leuke mensen. Met een halve liter champagne in m'n buik slaap ik tevreden in. Weekend.

Susan Smit

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1997